Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Buitenweg en Van Dam over wachttijden bij het opvolgen van aangiftes over verkrachtingen
Vragen van de leden Buitenweg (GroenLinks) en Van Dam (CDA) aan de ministers van Justitie en Veiligheid en voor Rechtsbescherming over wachttijden bij het opvolgen van aangiftes over verkrachtingen (ingezonden 15 februari 2021).
Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid), mede namens de Minister
voor Rechtsbescherming (ontvangen 24 maart 2021) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar
2020–2021, nr. 1921
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het artikel «Al bijna een jaar wacht Anne tot de politie
tijd heeft voor haar verkrachtingszaak. En ze is niet de enige»?1 Herkent u de uitspraak van een zedenspecialist van de politie dat de werkvoorraad
toeneemt en «niet meer behapbaar is»?
Antwoord 1
Ja, ik heb kennisgenomen van het artikel in de Volkskrant van 13 februari 2021.
Ik herken de uitspraak dat de politie een hoge werkdruk heeft op zeden. Landelijk
zijn er momenteel bij de politie 3.346 zedenzaken in behandeling. 798 aangiftes staan
op dit moment langer dan 6 maanden open.
Zedenzaken zijn veelal complex en vragen om diepgaand onderzoek door gespecialiseerde
zedenrechercheurs. In de meeste zaken is direct een verdachte in beeld, vaak in een
afhankelijkheidsrelatie met het slachtoffer. Het vinden van bewijs is meestal niet
eenvoudig. In de meeste gevallen zijn alleen het slachtoffer en de verdachte degenen
die kunnen verklaren over wat er is gebeurd. Dit vraagt van de politie om de betrokkenen
uiterst zorgvuldig en zeer gedetailleerd te verhoren. Doordat álle zedenzaken dienen
te worden behandeld en dit door speciaal opgeleide zedenrechercheurs dient te gebeuren
(en bij bepaalde handelingen met 2 zedenrechercheurs) loopt de werkdruk op. Ik heb
mede in verband met de werkdruk van de politie – met als basis de motie Klaver c.s.
– ruimte geboden om de capaciteit op het terrein van zedenpolitie uit te breiden.
Vraag 2 en 3
Kunt u aangeven hoe lang het gemiddeld duurt voordat verdachten in een verkrachtingszaak
worden gehoord door de politie? Hoe verhoudt dit zich tot uw brief van 12 november
2019 waarin u stelt dat de politie ernaar streeft uiterlijk binnen 6 maanden na aangifte
het dossier te sturen aan het openbaar ministerie (OM)?
Is vooruitgang geboekt sinds oktober 2019, toen tenminste 945 zedenzaken langer dan
een half jaar in behandeling waren, waarvan 90 zedenzaken langer dan twee jaar? Is
de impact van de extra investering in de capaciteit van de zedenpolitie, opleiding
tot zedenrechercheurs en forensisch medisch onderzoek al merkbaar? Zo nee, waarom
niet? Wat is eventueel bovenop deze investering nodig om te zorgen dat alle verkrachtingszaken
behandeld worden zoals slachtoffers mogen verwachten?
Antwoord 2 en 3
De politie streeft ernaar om in zedenzaken het dossier in 80% van de zaken uiterlijk
binnen 6 maanden na aangifte naar het OM in te sturen. Deze doorlooptijd is door de
politie en het OM opgesteld (ketennorm) en hierin wordt door de politie en het OM
nauw samengewerkt. Politie en OM werken hard aan het verminderen van de voorraad en
het verkorten van de doorlooptijden. Er is vooruitgang geboekt om het aantal lopende
zaken terug te brengen ten opzichte van 2019.
In 2020 behaalde de politie in 52% van de zedenzaken de doorlooptijd van zes maanden.
798 aangiftes staan op dit moment langer dan een half jaar open.
Het is van groot belang om in zedenzaken ten behoeve van waarheidsvinding goed onderzoek
te doen, voordat een beschuldigde als verdachte kan worden aangemerkt en verhoord.
Daarom wordt in de meeste gevallen de verdachte in de laatste fase van het onderzoek
verhoord, uitzonderingen daargelaten zoals een aanhouding op heterdaad. Tevens bevatten
zedenzaken steeds vaker een digitale component, hetgeen tijdrovende onderzoeken oplevert.
De politie werkt hard aan verbetering in de taakuitvoering van de zedenpolitie.
Tevens komen de beschikbaar gekomen middelen naar aanleiding van de motie Klaver c.s.
(structureel 15 miljoen euro) ten goede aan de uitbreiding van de capaciteit van de
zedenteams, forensisch (medisch) onderzoek, de digitale opsporing en daarmee ook het
verkorten van doorlooptijden. Deze gelden worden beschikbaar gesteld over een periode
van vier jaar waarvan de eerste tranche begin 2020 beschikbaar is gesteld. Hiervan
konden eind 2020 5 fte worden aangesteld. Naar verwachting worden er 13 fte in het
eerste kwartaal van 2021 aangesteld. In 2021 (tweede tranche) zullen in totaal 30,5
fte worden geworven.
Daarbij werkt de politie aan kwalitatieve en kwantitatieve verbeteringen in de taakuitvoering
van en de bejegening door de zedenpolitie. Dit naar aanleiding van de aanbevelingen
in het rapport «Verschillende Perspectieven» om de bejegening en de taakuitvoering
van de zedenrechercheurs te verbeteren. Deze verbeteringen komen ook ten goede aan
het verkorten van de doorlooptijd va en daarmee het verminderen van de achterstand
in het aantal zedenzaken
Vraag 4
Neemt de kans op een succesvolle vervolging niet in sterke mate af als het verhoren
van een verdachte en van eventuele getuigen zo lang op zich laat wachten?
Antwoord 4
Lange doorlooptijden dragen over het algemeen niet bij aan de kwaliteit van het opsporingsonderzoek.
Daarom is het bij elke aangifte gebruikelijk dat de politie eerst al het vluchtig
bewijsmateriaal veiligstelt. Ook als het geen spoedzaak is en het onderzoek pas later
wordt opgepakt. Als het delict pas net gebeurd kan het slachtoffer ervoor kiezen om
een sporenonderzoek te laten doen. Als er eventueel videomateriaal is of zijn er digitale
gegevens die misschien verwijderd kunnen worden, dan wordt dat allemaal verzameld.
Wanneer er belangrijke getuigen zijn, bijvoorbeeld de persoon met wie het slachtoffer
als eerste over het misdrijf sprak, dan worden die gehoord.
Vraag 5
Klopt het dat slachtoffers wordt geadviseerd om zo min mogelijk over de verkrachting
te praten zolang het onderzoek loopt, en dus ook geen hulp van een psycholoog te zoeken?
Zo ja, wat is daarvan volgens u de impact, zeker als onderzoeken zo ontzettend lang
duren?
Antwoord 5
Zedenzaken zijn veelal complex en vragen om diepgaand onderzoek door gespecialiseerde
zedenrechercheurs. In de meeste zaken is direct een verdachte in beeld, vaak in een
afhankelijkheidsrelatie met het slachtoffer. Het vinden van bewijs is meestal niet
eenvoudig. In de meeste gevallen zijn alleen het slachtoffer en de verdachte degenen
die kunnen verklaren over wat er is gebeurd. Dit vraagt van de politie om de betrokkenen
uiterst zorgvuldig en zeer gedetailleerd te verhoren.
Juist om die reden worden het slachtoffer en belangrijke getuigen snel gehoord. Zo
kan beïnvloeding zo veel mogelijk worden voorkomen én kan een eventueel hulpverleningsproces
snel worden opgestart.
Vraag 6
Wat vindt u ervan als een slachtoffer van verkrachting stelt: «Inmiddels moest ik
constateren dat het hele proces eromheen – het wachten op de politie – mij net zoveel
schade had toegebracht als de verkrachting»? Bent u het eens dat het doen van aangifte
om veel redenen van belang is, waaronder het zorgen dat slachtoffers weer de regie
over hun leven in eigen hand krijgen? Zo ja, wat doen de wachtlijsten, het niet weten
of en wanneer je teruggebeld wordt, en het feit dat je niet vrijuit over de verkrachting
kan praten dan met het welzijn van slachtoffers?
Antwoord 6
Ik betreur het dat een slachtoffer ervaart dat het wachten op hoe het verloop is van
de aangifte ook schade toebrengt. Ik ben het met u eens dat het doen van aangifte
van belang is voor een slachtoffer om weer zo spoedig als mogelijk regie over het
eigen leven te krijgen en te hebben.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.