Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Veldman over het bericht ‘Thuis testen of je besmet bent met corona, nu nog als experiment’
Vragen van het lid Veldman (VVD) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht «Thuis testen of je besmet bent met corona, nu nog als experiment» (ingezonden 1 februari 2021).
Antwoord van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 24 maart
2021)
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Thuis testen of je besmet bent met corona, nu nog als
experiment»?1
Antwoord 1
Ja. Het onderzoek wordt in nauwe samenwerking met het Ministerie van VWS uitgevoerd.
Vraag 2
Kunt u aangeven wanneer de resultaten van het onderzoek bekend zullen worden? Wat
zullen de vervolgstappen zijn indien de resultaten positief zijn?
Antwoord 2
De preprint met de resultaten is op 23 februari gepubliceerd2.
Op dit moment zijn er geen testen met een CE certificering die gebruik als zelftest
toestaan. In reactie op het 99e OMT advies heeft het kabinet aangegeven dat verkend wordt welke mogelijkheden er
zijn om op een veilig en verantwoorde manier het (versnelde) gebruik van zelftesten
mogelijk te maken.
Ik ben daarom een traject gestart om voor fabrikanten van zelftesten een tijdelijke
ontheffing te verlenen. Deze mogelijkheid staat open voor fabrikanten die bezig zijn
met het traject van CE certificering voor het gebruik van een antigeentest als zelftest.
Vanaf 5 maart jl. kunnen fabrikanten een aanvraag indienen. Mijn departement zal de
aanvragen snel beoordelen. Vervolgens kunnen fabrikanten de zelftesten op de markt
brengen.
Vraag 3
Wordt bij de eventuele inzet van thuistesten onderscheid gemaakt tussen wanneer een
thuistest voldoende is of wanneer iemand naar een teststraat moet komen voor een testafname?
Welke criteria spelen hier een rol?
Antwoord 3
De betrouwbaarheid van antigeentesten is voor een belangrijk deel afhankelijk van
de monsterafname. De antigeentest is bij de zelfafname iets minder betrouwbaar dan
bij de professionele afname en bij een zelftest zonder begeleiding is controle op
de juiste uitvoering of controle op het überhaupt afnemen van de test niet mogelijk.
De zelftest is dan ook niet bedoeld voor mensen met een verhoogd risico op een besmetting,
bijvoorbeeld mensen met klachten, reizigers of mensen die in contact zijn geweest
met een besmet persoon. Ook kan de zelftest niet gebruikt worden als basis voor het
testbewijs ten behoeve van toegang tot een evenement of activiteit.
Zelftesten, al dan niet begeleid, zijn goed te gebruiken voor risicogericht testen
op scholen (spoor 1c) of regelmatig preventief testen voor veiliger werken en studeren
(spoor 2b/c). Mogelijk kan zelftesten op termijn ook een rol spelen bij het grootschalig
risicogericht gebiedstesten. Dit is echter nog niet onderzocht. Voor risicogericht
testen op scholen en bij grootschalig testen is het voordeel dat het minder belastend
is en daardoor een grotere testbereidheid kan worden bereikt. Voor veiliger werken
en studeren wordt de mindere betrouwbaarheid ondervangen door regelmatig te testen.
Voor alle gevallen geldt dat door meer en vaker te testen besmettingen sneller worden
geïdentificeerd, waardoor meer mensen weten dat ze positief zijn en daarna in zelfisolatie
kunnen gaan en via BCO ook contacten opgespoord kunnen worden om verdere verspreiding
van het virus te voorkomen.
Vraag 4
Is een toezichthoudende rol bij de inzet van thuistesten noodzakelijk? Past thuis
testen niet vooral bij het uitsluiten van besmettingen in plaats van bij het opsporen
van besmettingen?
Antwoord 4
De betrouwbaarheid van antigeentesten is voor een belangrijk deel afhankelijk van
de monsterafname. De verwachting is dan ook, dat bij zelftesten, de antigeentesten
iets minder betrouwbaar zijn dan bij een professionele afname. Daarom is de test vooral
geschikt voor mensen die geen verhoogd risico hebben op een besmetting. Bij mensen
met symptomen, contacten uit het BCO of bij reizigers heeft de professionele afname
daarom de voorkeur.
Indien thuistesten op de markt komen, kunnen mensen deze zonder begeleiding in de
thuissituatie uitvoeren. Bij thuistesten zonder begeleiding is er geen sprake van
een zorgaanbieder die bij het proces betrokken en is er geen toezicht op correcte
toepassing door de IGJ mogelijk. De IGJ adviseert wel over het verlenen van een ontheffing
waardoor fabrikanten zelftesten zonder CE-markering op de markt mogen brengen. Daarnaast
houdt de IGJ toezicht op de fabrikanten en verkopers van zelftesten, waarbij onder
meer wordt gekeken of testen over een CE-markering beschikken of dat er een tijdelijke
ontheffing is verleend.
Vals-negatieve uitslagen bij de thuistest kunnen op basis van de voorlopige resultaten
niet worden uitgesloten. Frequent gebruik van de thuistest kan het risico op besmetting
daarom wel verkleinen, maar kan een besmetting niet uitsluiten.
Vraag 5
Kunt u aangeven of er nagedacht wordt over een wettelijke grondslag voor de inzet
van thuistesten en sneltesten die bijvoorbeeld gebruikt kunnen worden voor toegang
tot locaties of evenementen? Zo ja, hoe verhoudt het element «vrijwilligheid» zich
tot deze juridische grondslag? Welk verschil zit er in de wettelijke grondslag voor
beide soorten testen?
Antwoord 5
Het kabinet is van mening dat de inzet van het verplichte testbewijs een aanvullende
maatregel kan zijn om de samenleving op verantwoorde wijze, stap voor stap, te kunnen
openen in de periode dat de vaccinatiegraad nog niet hoog genoeg is. Voor het testbewijs
worden de volgende uitgangspunten gehanteerd. Het verplichte testbewijs zal alleen
in een
specifieke situatie worden ingezet om beperkende maatregelen voor bepaalde
voorzieningen of activiteiten te versoepelen of sneller los te laten. Het testbewijs
zal niet worden ingezet als een extra beperkende maatregel. Dit maakt het verplichte
testbewijs een tijdelijke maatregel: immers hoe minder beperkende maatregelen hoe
minder noodzakelijk een testbewijs is.
Een testbewijs is alleen mogelijk als er controle is op de betrouwbaarheid van de
uitvoering, daar wordt bij zelftesten niet in voorzien. Voor de toegangstesten zal
er daarom gebruik worden gemaakt van een centrale testlocatie. Om de betrouwbaarheid
te borgen worden de testen afgenomen door een professionele testafnemer.
Vraag 6
Worden er aan sneltesten op locatie eisen gesteld voor wat betreft de locatie zelf?
Zo ja, hoe werkbaar is dat in de praktijk en hoe verhoudt dit zich tot het gebruik
van sneltesten thuis?
Antwoord 6
In het kader van het openen en continueren van de samenleving, zijn de ministeries
van VWS, EZK en OCW bezig om toegangstesten vorm te geven. Om dit mogelijk te maken
is een wetsvoorstel in voorbereiding voor een testbewijs en wordt in samenwerking
met de Stichting Open Nederland een fijnmazig netwerk van teststraten opgezet, waar
mensen zonder symptomen zich kunnen laten testen. Voor teststraten buiten de GGD-testlocaties
zijn uitgangspunten3 opgesteld door het Ministerie van VWS, in samenwerking met het RIVM, de GGD’en en
de IGJ. Een van de uitgangspunten is dat een BIG-geregistreerde arts de eindverantwoordelijkheid
draagt voor de testlocatie en toeziet op de juiste omgang met potentieel besmettelijk
materiaal. Op basis van de uitgangspunten heeft het RIVM een handreiking4 opgesteld voor testen binnen bedrijven en ondernemingen. Het doel van deze handreiking
is om artsen duidelijk te maken aan welke voorwaarden moet worden voldaan voor het
opzetten van een teststraat. Bij het gebruik van sneltesten thuis is er geen arts
betrokken en zijn deze uitgangspunten niet van toepassing.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.