Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van Nispen en Westerveld over het ontbreken van zwemlessen voor kinderen
Vragen van de leden Van Nispen (SP) en Westerveld (GroenLinks) aan de Minister voor Medische Zorg over het ontbreken van zwemlessen voor kinderen (ingezonden 26 februari 2021).
Antwoord van Minister Van Ark (Medische Zorg) (ontvangen 23 maart 2021).
Vraag 1
Herinnert u zich uw beantwoording van 23 november 2021 over eerdere vragen over het
sluiten van zwembaden en het stoppen van zwemlessen voor kinderen?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Onderschrijft u nog steeds het uitgangspunt dat zwemmen een onmisbare bijdrage levert
aan de zwemveiligheid van kinderen en voor kwetsbare doelgroepen een laagdrempelige
of zelfs enige mogelijkheid van bewegen is?
Antwoord 2
Goed (kunnen) zwemmen is voor jong en oud van groot belang in ons land.
Vraag 3
Begrijpt u de teleurstelling en verontwaardiging bij kinderen, ouders, de hele zwembranche
en eigenlijk iedereen die zich bekommert om zwemveiligheid in Nederland, over het
feit dat de zwembaden weer dicht zijn en de zwemlessen voor kinderen wéér zijn gestopt
en dit al zo lang duurt?
Antwoord 3
Ik begrijp en erken de teleurstelling en verontwaardiging van de zwembranche over
het tijdelijke sluiten van zwembaden voor zwemlessen. Dat heb ik ook in mijn contact
met de branche aangegeven. Verder heeft het kabinet tijdens de persconferentie van
8 maart een aanpassing aangekondigd waarbij zwembaden open mogen voor zwemlessen voor
diploma’s A, B en C aan kinderen tot en met 12 jaar. Met deze aanpassing wil het kabinet
voorkomen dat een generatie kinderen zonder zwemdiploma de zomer in gaat.
Vraag 4
Is nu wél expliciet oog geweest voor de belangen van kinderen bij het stoppen van
de zwemlessen en het verlengen van die maatregel, aangezien u eerder antwoordde dat
de specifieke gevolgen van de sluiting van zwembaden niet in kaart zijn gebracht,
mede omdat deze maatregel slechts voor een beperkte periode van twee weken zou gelden
en nu blijkt dat deze maatregel weer veel langer duurt?2
Antwoord 4
Bij het verlengen van de maatregelen is opnieuw aansluiting gezocht bij de geldende
maatregelen, die gebaseerd waren op advies van het OMT. Het kabinet wilde met deze
tijdelijke maatregelen minder reisbewegingen en minder contactmomenten bewerkstelligen.
De tijdelijke sluiting van zwembaden moet ook in dit geval nog steeds bezien worden
in samenhang met alle maatregelen.
Vraag 5
Hoe is het belang van kinderen om te leren zwemmen meegewogen in de recente besluitvorming?
Met wie en met welke betrokken partijen is hierover in welk stadium overlegd? Heeft
u hierover bijvoorbeeld ook advies ingewonnen van de Reddingsbrigade, die het nóg
drukker zou kunnen gaan krijgen aanstaande zomer wanneer kinderen lang niet hebben
leren zwemmen en hebben kunnen oefenen in het water?
Antwoord 5
Met de Nationale Raad Zwemveiligheid is in de eerste maanden van 2021 overleg geweest
om inzicht te krijgen over de omvang van de groep kinderen die hun zwemdiploma jaarlijks
haalt. Daarbij is gebruik gemaakt van onderzoek dat in hun opdracht is gedaan door
het Mulier Instituut naar diplomazwemmen. Daarnaast is met de Reddingsbrigade in het
reguliere overleg over hun plannen voor de zwemzomer van 2021 ook gesproken over de
mogelijke gevolgen van een langdurige onderbreking van zwemlessen deze winter.
Vraag 6
Wat zijn de gevolgen van het stoppen van de zwemlessen voor de zwemveiligheid onder
kinderen, aangezien u in uw eerdere antwoorden noemde dat (kunnen) zwemmen in Nederland
een basisbehoefte en noodzaak is? Wordt er onderzoek gedaan naar de negatieve effecten
en de risico’s voor kinderen waarvan de zwemlessen zijn gestopt en nu niet leren zwemmen,
vertraging oplopen en/of op de steeds langer wordende wachtlijsten staan omdat ze
niet kunnen beginnen met hun zwemlessen?
Antwoord 6
Naar schatting 300.000 kinderen halen jaarlijks een zwemdiploma. Hierdoor heeft 99
procent van de kinderen van 12 jaar één of meer zwemdiploma’s behaald. De risico’s
van het niet halen van zwemdiploma’s zijn helder: kinderen kunnen zich minder goed
redden in situaties waarin ze zich op en rond water het water begeven.
Vraag 7
Welke compensatie voor ouders en zwemscholen en/of inhaalregelingen worden nu bedacht
om de evidente risico’s van verminderde zwemvaardigheid tegen te gaan? Welke hulp
kan en gaat het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport daarbij bieden?
Antwoord 7
Zie antwoord op vraag 3, de zwembaden zijn vanaf 16 maart geopend voor zwemlessen
voor diploma’s A, B en C. Hiermee beoogt het Kabinet verminderde zwemvaardigheid tegen
te gaan. Daarbij ben ik in nauw contact met de Nationale Raad Zwemveiligheid over
de hervatting van de zwemlessen.
Vraag 8
Welke mogelijkheden ziet u om op verantwoorde wijze de zwemlessen voor met name jonge
kinderen, zo nodig tot een bepaalde leeftijd of met een maximale groepsgrootte, op
een zo kort mogelijke termijn weer veilig te laten hervatten? Bent u bereid hierover
zo nodig het Outbreak Managemetn Team (OMT) om een (spoed)advies te vragen?
Antwoord 8
Zie antwoord vraag 3.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T. van Ark, minister voor Medische Zorg
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.