Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Bromet over het bericht “Milieuramp in de Berkel: Friesland Campina vervuilde, het Waterschap betaalde”
Vragen van het lid Bromet (GroenLinks) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over het artikel «Milieuramp in de Berkel: Friesland Campina vervuilde, het waterschap betaalde» (ingezonden 19 februari 2021).
Antwoord van Minister Van Nieuwenhuizen Wijbenga (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen
22 maart 2021) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 1974
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Milieuramp in de Berkel: Friesland Campina vervuilde,
het waterschap betaalde»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat vindt u ervan dat Waterschap Rijn en IJssel ruim twee derde van de kosten van
de schade van ernstige vervuiling door FrieslandCampina heeft betaald, ondanks dat
het waterschap er zelf geen schuld aan had? Bent u het eens dat dat de kostenverdeling
in het nadeel van het waterschap opmerkelijk is?
Antwoord 2
Het waterschap heeft de autonome bevoegdheid om zelf een afweging te maken over de
kostenverdeling. Waterschap Rijn en IJssel heeft inderdaad twee derde van de kosten
betaald. Als eigenaar van de persleiding en het afvalwater ligt de verantwoordelijkheid
voor de persleidingbreuk primair bij het waterschap. Het waterschap is verantwoordelijk
voor de beheerkosten van de persleiding en de risico’s die daarbij horen.
Vraag 3
Bent u het ermee eens dat volgens het uitgangspunt «de vervuiler betaalt» in het milieurecht
FrieslandCampina het grootste deel van de schade had moeten betalen? Kunt u dit toelichten?
Antwoord 3
TNO heeft in opdracht van betrokken partijen (waterschap, Friesland Campina en de
aannemer) een onafhankelijk onderzoek gedaan naar de oorzaak van de persleidingbreuk.
Op basis van de resultaten van het onderzoek heeft TNO geconcludeerd dat de lekkage
drie mogelijke oorzaken kan hebben of een combinatie van deze drie oorzaken. De mogelijke
oorzaken die zijn aangewezen zijn aan alle partijen (deels) toe te rekenen. Daarmee
kan niet één vervuiler worden aangewezen.
Vraag 4
Wat vindt u van het beeld dat ontstaat dat het waterschap een groot aandeel heeft
betaald omdat FrieslandCampina «een belangrijke en gewaardeerde partner» is en het
waterschap «belang heeft bij een goede verstandhouding»? Wat is uw mening over dergelijke
belangenverstrengeling?
Antwoord 4
Van het Waterschap Rijn en IJssel heb ik begrepen dat de verstandhouding geen rol
heeft gespeeld. Het waterschap is de verantwoordelijk eigenaar van de persleiding
en bijbehorende risico’s.
Vraag 5
In hoeverre denkt u dat de agrarische belangen in het waterschap, onder andere vertegenwoordigd
middels geborgde zetels, een rol hebben gespeeld bij de beslissing om FrieslandCampina
te ontzien in deze kosten?
Antwoord 5
In vervolg op mijn antwoorden op de vragen 2, 3 en 4 heb ik geen aanleiding te denken
dat agrarische belangen in het bijzonder een rol hebben gespeeld. Het waterschap is
hier als eigenaar opgetreden.
Vraag 6
Deelt u de opvatting dat het afschaffen van de geborgde zetels in waterschapsbesturen
de kans op dergelijke belangenverstrengeling zal verminderen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Ieder bestuur dient in zijn optreden de algemene beginselen van behoorlijk bestuur
te hanteren.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.