Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van der Staaij over het bericht ‘Zonder kleding voor de klas in nieuw NPO-Zappprogramma’
Vragen van het lid Van der Staaij (SGP) aan de Ministers voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Justitie en Veiligheid over het bericht «Zonder kleding voor de klas in nieuw NPO-Zappprogramma» (ingezonden 8 maart 2021).
Antwoord van Minister Slob (Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media), mede namens
de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (ontvangen 19 maart 2021).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Zonder kleding voor de klas in nieuw NPO-Zappprogramma»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2, 3
Wat is uw oordeel over het programma van NPO Zapp waarin kinderen van de basisschool
geconfronteerd worden met poedelnaakte wildvreemden in de klas? Deelt u de opvatting
dat dit pedagogisch onverantwoord is en dat het risicovol is om op deze wijze de moeite
te doorbreken die kinderen ervaren met het kijken naar blote mensen?
Onderkent u dat dit programma een contraproductief signaal is in het kader van de
politieke en maatschappelijke inspanningen om ongewenste intimiteiten tegen te gaan
en de positie van minderjarigen sterker te beschermen? Deelt u de mening dat het programma
volstrekt overbodig is om leerlingen een realistische kijk op het menselijk lichaam
te geven en dat daarvoor allerlei andere respectvolle mogelijkheden bestaan?
Antwoord 2, 3
Vanuit mijn positie als Minister voor media is het niet aan mij om de inhoud van programma’s
te beoordelen. Dat past bij de (grond)wettelijke vrijheid van meningsuiting en onafhankelijkheid
van de media. Die onafhankelijkheid van de publieke omroep is een groot goed. De NTR,
net als alle andere omroepen, maakt daarbij in alle vrijheid zelf zijn afwegingen
en keuzes op welke wijze de NTR dat doet.
Ik heb begrepen dat bij de samenstelling van zijn educatieve programmering de NTR
samen werkt met educatieve instellingen en deskundigen op educatief-pedagogisch terrein,
in dit geval het Rutgers, Kenniscentrum Seksualiteit (hierna: het Rutgers). Bij de
totstandkoming van het programma is gebruik gemaakt van de kennis en adviezen van
het Rutgers, met name als het gaat om de vraag of het programma aansluit bij de ontwikkeling
van kinderen van 9–12 jaar. Zo heeft het Rutgers onder meer meegedacht over de thema’s
en het script. Uiteindelijk zijn het de ouders en verzorgers, of de leraar in geval
van vertoning in een klas, zelf die bepalen waar hun kinderen naar mogen kijken. Het
is niet aan mij als Minister van media om daar een oordeel over te geven. Indien er
klachten zijn over een programma van de publieke omroep kan met bij diverse instanties
terecht. Zo kan bij het NICAM een klacht ingediend worden wanneer iemand vindt dat
een specifiek programma schadelijk is voor jongeren onder de 16 jaar. Voor klachten
over journalistieke producties van de publieke omroep kan iemand terecht bij de NPO
Ombudsman.2
Vraag 4
Bent u ook van mening dat dit programma volgens algemeen geldende opvattingen niet
geschikt is voor vertoning aan personen jonger dan twaalf jaar? Kunt u aangeven wat
het oordeel van de Kijkwijzer is over dit programma en bent u bereid hierover in contact
te treden met het Nederlands Instituut voor de Classificatie van Audiovisuele Media
(NICAM)? Waarom is bij de trailer geen classificatie vermeld om een ongewenste confrontatie
met bloot te voorkomen?
Antwoord 4
Zoals aangegeven is het niet aan mij als Minister van media om een oordeel te geven
over de inhoud van een programma. De NTR heeft mij laten dat vooraf contact gezocht
is met het NICAM en is een aflevering van de Deense versie van de serie en een aflevering
van de Nederlandse versie van de serie voorgelegd aan het NICAM. Het NICAM heeft mij
bevestigd dat op basis van beide afleveringen het NICAM heeft vastgesteld dat de beelden
geen schadelijke elementen bevatten, en daarmee de classificatie «Alle Leeftijden»
krijgen. De Kijkwijzer-classificatie «Alle Leeftijden» wil zeggen dat het programma
geen schadelijke elementen bevat zoals geweld, seks, discriminatie, grof taalgebruik
of angstaanjagende beelden. Dit betekent echter niet dat een televisieprogramma of
film ook zonder meer geschikt is voor kinderen van alle leeftijden. Kijkwijzer waarschuwt
alleen voor mogelijke schadelijke beelden in televisieprogramma’s of films. Uiteindelijk
bepalen ouders en verzorgers zelf waar hun kinderen naar mogen kijken of de leraar
in geval van vertoning in een klas.
Verder is van het programma geen trailer uitgezonden. Er was een fragment van het
programma te zien in een aflevering van het NOS Jeugdjournaal. Zowel aan het begin
van deze aflevering van het NOS Jeugdjournaal als aan het begin van het specifieke
item over het programma «Gewoon Bloot» binnen dat NOS Jeugdjournaal, wordt de kijker
er duidelijk op gewezen dat er beelden van blote mensen getoond zullen gaan worden.
De NTR heeft mij laten weten dat aan het begin van iedere uitzending een waarschuwende
tekst zal verschijnen met de boodschap dat er beelden van blote mensen te zien zullen
zijn. Ter ondersteuning van het programma heeft de NTR een website3 met vragen en antwoorden opgezet.
Vraag 5
Hebben alle ouders van deze kinderen toestemming gegeven voor de deelname van hun
kinderen aan het programma en was de informatievoorziening vooraf adequaat? Zo ja,
hoe oordeelt u over uitspraken van leerlingen dat zij zich desondanks erg ongemakkelijk
voelden? Zo nee, welke consequenties verbindt u hieraan?
Antwoord 5
Alle ouders van deze kinderen, en de kinderen zelf, hebben volgens de NTR toestemming
gegeven voor deelname van hun kinderen aan de opnames van het programma. De ouders
en kinderen zijn uitvoerig ingelicht over de opzet en doelstelling van het programma
waarbij ook de kennis en adviezen van het Rutgers zijn betrokken.
De betreffende uitspraken van leerlingen zijn gedaan in een item van het NOS Jeugdjournaal
waarin verslag wordt gedaan van een (voor)vertoning van een aflevering van dit programma
aan groep 8 van een basisschool. Dit zijn geen kinderen die hebben deelgenomen aan
de opnames van het programma. Volgens de NTR is er door de kinderen van de opnames
juist erg enthousiast gereageerd op de opnames. In het betreffende item van het NOS
Jeugdjournaal geven enkele leerlingen aan zich ongemakkelijk te hebben gevoeld, maar
zijn er ook kinderen die aangeven het normaal te vinden. Scholen en leraren zijn vrij
om te bepalen welk lesmateriaal zij inzetten in de klas. Het gaat er uiteindelijk
om dat de leraar in de klas het goede gesprek aan gaat met de leerlingen over dit
onderwerp en recht doet aan de gevoelens die dit bij kinderen op kan roepen.
Vraag 6
Heeft de Arbeidsinspectie op grond van de Arbeidstijdenwet een ontheffing verleend
van het verbod op kinderarbeid voor de deelname van deze kinderen aan het programma?
Welke rol speelt het belang van de zedelijke ontwikkeling van het kind hierin?
Antwoord 6
Ja, conform het bepaalde in de Beleidsregel ontheffing verbod op kinderarbeid 2016
heeft de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid ontheffing verleend. De Inspectie
toetst de ontheffing aan de voorwaarden van deze Beleidsregel, die onder meer ziet
op de bescherming van kinderen, die bij wijze van uitzondering op het verbod op kinderarbeid
mogen deelnemen aan audio-visuele opnamen.
Vraag 7
In hoeverre kwalificeert u de confrontatie van kinderen met poedelnaakte wildvreemden
als schennis van de eerbaarheid (art. 239 Sr) op grond van de jurisprudentie, waarin
aan de orde komt dat het gaat om zeer hinderlijke feiten die bij jonge kinderen sterke
gevoelens van angst op kunnen wekken?4 Hoe weegt u daarbij dat de makers van het programma naar eigen zeggen bewust de situatie
willen doorbreken dat kinderen het moeilijk vinden om naar blote mensen te kijken?5 Wat is het verschil is tussen het tonen van geslachtsdelen tijdens een televisieopname
voor kinderen en het tonen van geslachtsdelen in een speeltuin?
Antwoord 7
Iemand maakt zich schuldig aan schennis van de eerbaarheid wanneer hij of zij handelt
in strijd met de hier te lande heersende opvattingen omtrent zedelijk gedrag».6 Iemand die zomaar zijn/haar geslachtsdeel in een speeltuin toont, stelt het aldaar
aanwezige publiek dus bloot aan een ongevraagde en ongewenste seksueel getinte confrontatie.
In het programma waar het om gaat, is geen sprake van een dergelijke gedraging. Het
programma is volgens de NTR in een beschermde en veilige studio-omgeving in alle zorgvuldigheid
geproduceerd en afgestemd met Rutgers, Kenniscentrum Seksualiteit. Daarbij is mij
verzekerd dat de deelnemende kinderen voor, tijdens en na de opnames uitgebreid geïnformeerd
en begeleid zijn. Zo is volgens de programmamakers aan de kinderen steeds duidelijk
gezegd dat het niet oké is om je blote lichaam zomaar aan iemand te laten zien of
als iemand dat zo maar aan jou laat zien. Zoals ik in mijn antwoord op vraag 5 heb
aangegeven, hebben alle ouders van de betrokken kinderen toestemming verleend voor
deelname aan de opnames van het programma.
Vraag 8
Bent u bereid een appél te doen op de Nederlandse Publieke Omroep (NPO) om van uitzending
af te zien en om in gesprek te gaan over het ontwikkelen van een ethische richtlijn
als het gaat om deze onderwerpen? Wilt u deze vragen beantwoorden voor de vertoning
van de serie op de publieke omroep?
Antwoord 8
De verantwoordelijkheid voor wat de publieke omroep uitzendt ligt bij de NPO en de
omroepen zelf. De Grondwet en de Mediawet 2008 verbieden toezicht vooraf op programma’s.
Het past dan ook niet dat de overheid een appél doet op de NPO of de omroepen om van
uitzending af te zien.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media -
Mede namens
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.