Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Smeulders en Bromet over het stopzetten van huurtoeslag wegens geboorte kind
Vragen van de leden Smeulders en Bromet (GroenLinks) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Staatssecretaris van Financiën over het stopzetten van huurtoeslag wegens geboorte kind (ingezonden 15 januari 2021).
Antwoord van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), mede
namens Staatssecretaris Van Huffelen (Financiën – Toeslagen en Douane) (ontvangen
18 maart 2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 1575.
Vraag 1
Kent u het bericht «Kamerleden ontzet: Mahmoud (42) krijgt geen huurtoeslag meer omdat
zijn baby’tje volgens Belastingdienst illegaal is»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Is het stopzetten van de huurtoeslag in de casus waar in vraag 1 naar verwezen wordt,
door een inspecteur getoetst? Waarom wel/niet?
Antwoord 2
Ik kan niet ingaan op de specifieke omstandigheden van een individuele casus. Voor
algemene informatie over de inzet van inspecteurs bij toeslagen verwijs ik u naar
het antwoord op vraag 6.
Vraag 3
Is het stopzetten van de toeslag in de in vraag 1 genoemde casus inmiddels teniet
gedaan? Zo nee, waarom niet? Bent u in dat geval van plan dit besluit zo spoedig mogelijk
alsnog teniet te doen?
Antwoord 3
Ik kan niet ingaan op de specifieke omstandigheden van een individuele casus. Ik kan
wel bevestigen dat de situatie naar tevredenheid van alle betrokkenen is opgelost.
Vraag 4
Bij hoeveel mensen is in 2020 de toeslag stopgezet omdat zij, door geboorte van een
kind, een volgens de Belastingdienst illegale inwoner in hun huis hebben? Bij hoeveel
mensen is in dat geval in 2020 de toeslag niet stopgezet? In hoeveel gevallen waar
van stopzetting sprake was, is de stopzetting uiteindelijk teniet gedaan?
Antwoord 4
Een toeslag wordt niet stopgezet als gevolg van de geboorte van een kind. Een voorwaarde
voor het ontvangen van huurtoeslag is dat alle leden van het huishouden beschikken
over de Nederlandse nationaliteit, de nationaliteit van een andere EU-lidstaat of
een geldige verblijfsvergunning of, in het geval van een medebewoner, tenminste een
aanvraag hebben gedaan voor een verblijfsvergunning. Een kind dat geboren wordt bij
statushouders beschikt niet automatisch over een verblijfstitel, de ouders moeten
deze aanvragen. Zij ontvangen daarom binnen drie weken na de geboorte van hun kind
een brief van de IND, waarin zij hierop gewezen worden. Deze brief wordt op dit moment
aangepast, zodat ouders ook worden gewezen op de mogelijke gevolgen voor de huurtoeslag
indien zij geen verblijfsvergunning aanvragen. Als de verblijfsaanvraag van de pasgeborene
door de IND in behandeling is genomen, wordt de huurtoeslag opnieuw vastgesteld.
Dit betekent echter niet dat de huurtoeslag van statushouders direct na de geboorte
van een kind wordt stopgezet. Wanneer de aanvraag om een verblijfsvergunning voor
de pasgeborene uiterlijk drie maanden na de geboorte door de IND in behandeling genomen
is, wordt de huurtoeslag automatisch opnieuw vastgesteld. Wanneer de ouders geen verblijfsvergunning
aanvragen voor de pasgeborene, wordt de huurtoeslag vier maanden na de geboortedatum
stopgezet. De huurtoeslag over deze periode wordt niet teruggevorderd. Ouders die
bezwaar maken tegen deze stopzetting, maar nog geen verblijfsvergunning hebben aangevraagd
voor de pasgeborene, worden door de Belastingdienst opnieuw gewezen op de noodzaak
dit wel te doen. Nadat de aanvraag voor een verblijfsvergunning voor de pasgeborene
door de IND in behandeling is genomen, wordt de huurtoeslag opnieuw vastgesteld (met
terugwerkende kracht) op de geboortedatum van het kind. Eventueel gemiste huurtoeslag
wordt dan nabetaald.
Vraag 5
Hoe hoog is de gemiddelde toeslagenschuld van ouders waarbij de toeslag stopgezet
wordt, verdeeld over de verschillende soorten toeslagen, omdat hun kind bij geboorte
nog geen legale verblijfsstatus heeft?
Antwoord 5
Het feit dat een kind bij de geboorte nog geen verblijfstatus heeft, is geen oorzaak
van het ontstaan van toeslagschulden. Ik verwijs u naar het antwoord op vraag 4.
Vraag 6
In hoeveel van alle casussen waarnaar vraag 4 verwijst, is de beslissing over stopzetting
automatisch genomen dan wel door een inspecteur getoetst? Hanteert de Belastingdienst
op dit punt verschillende niveaus van zorgvuldigheid in de beoordeling van verschillende
gevallen? Zo ja, waarom is hier sprake van?
Antwoord 6
Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 4, is de geboorte van een kind geen reden
de huurtoeslag stop te zetten. Gezien de massaliteit van de toeslagen, geldt in zijn
algemeen dat niet iedere beslissing van Toeslagen op voorhand getoetst kan worden
door een inspecteur. Ook gegevensuitwisseling tussen de IND en Toeslagen is een grotendeels
geautomatiseerd proces. Dat geldt ook voor de termijn van vier maanden genoemd bij
vraag 4. Overigens zou een inspecteur bij een eventueel ontbrekende verblijfstitel
ook de genoemde termijn van vier maanden hanteren. In die zin is geen sprake van een
verschil in zorgvuldigheid.
Vraag 7
Volgt het onomwonden en onherroepelijk uit de wet dat de Belastingdienst toeslagen
van mensen direct moet stopzetten als een toeslagenontvanger een kind krijgt dat bij
geboorte officieel nog geen legale verblijfsplaats heeft? Is er enige juridische ruimte
om de wet specifiek op dit punt anders te interpreteren? Zo ja, welke beslissing heeft
er toe geleid dat de wet op deze wijze geïnterpreteerd dient te worden? Kunnen de
documenten die deze beslissing codificeren aan de Kamer toegezonden worden?
Antwoord 7
Dit volgt uit artikel 9 van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen. Het derde
lid van dit artikel schrijft voor dat indien de draagkracht van de medebewoner van
belang is voor het recht op aanspraak of de hoogte van de tegemoetkoming, wat bij
de huurtoeslag het geval is, geen aanspraak op een tegemoetkoming bestaat ingeval
een medebewoner een vreemdeling is die niet rechtmatig verblijf houdt in de zin van
artikel 8 van de Vreemdelingenwet 2000.
De Belastingdienst hanteert een periode van vier maanden om ouders in de gelegenheid
te stellen een verblijfsvergunning te regelen. Mocht dat onverhoopt niet lukken, wordt
de huurtoeslag na het verkrijgen van de verblijfsvergunning hersteld vanaf de geboortedatum
van het kind. Ik verwijs u ook naar het antwoord op vraag 4.
Vraag 8
Hoeveel rechtszaken heeft de Belastingdienst over de jaren heen gevoerd tegen ouders
over het stopzetten van toeslagen omdat kinderen bij geboorte nog geen legale verblijfsstatus
hadden? Hoe vaak heeft de Belastingdienst in deze zaken gelijk gekregen? Wat kan gezegd
worden over de motivering om de Belastingdienst in zaken wel of geen gelijk te geven?
Antwoord 8
Voor zover mij bekend zijn hierover geen rechtszaken gevoerd. Ik verwijs u naar het
antwoord op vraag 4.
Vraag 9
Bent u het ermee eens dat het onevenredig en onwenselijk is om de geboorte van een
kind, dat nog niet automatisch een legale verblijfsstatus heeft, binnen het toeslagensysteem
aan te merken als «illegale inwoner»?
Antwoord 9
Een wettelijke voorwaarde voor de huurtoeslag is dat alle (mede)bewoners een rechtmatige
status moeten hebben. De uitvoering van deze voorwaarde kan soms hard uitpakken omdat
dit een actie van de aanvrager vereist, namelijk het aanvragen van een verblijfstitel.
Wanneer deze actie achterwege blijft, vervalt het recht op huurtoeslag. Het is daarom
van belang dat statushouders zo snel mogelijk een verblijfsvergunning aanvragen voor
hun pasgeborenen. Zij ontvangen binnen drie weken na de geboorte van hun kind een
brief van de IND, waarin zij hierop gewezen worden. Nadat de verblijfstitel is geregeld,
wordt de huurtoeslag opnieuw vastgesteld vanaf de geboortedatum van het kind en indien
nodig met terugwerkende kracht nabetaald. Ik verwijs u ook naar het antwoord op vraag 4.
In mijn eerdere antwoorden op vragen van de leden Kuiken en Nijboer heb ik uw kamer
aangegeven in overleg met de Staatssecretaris van Financiën – Toeslagen en Douane
en de Staatssecretaris van Justitie & Veiligheid te willen bezien wat mogelijk is
om stopzettingen en latere nabetalingen te voorkomen (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar
2018–2019, nr. 3290). Inmiddels is de voorlichting op www.toeslagen.nl verbeterd. In aanvulling daarop verken ik de mogelijkheid om de leeftijdsgrens waarop
de status van de medebewoner voor het recht op toeslagen relevant is te verhogen.
Zie ook het antwoord op vraag 13 en 14.
Vraag 10
Vindt u het wrang en oneerlijk dat toeslagen van ouders stopgezet worden door de overheid,
terwijl het dankzij diezelfde overheid – specifiek de niet goed functionerende Immigratie-
en Naturalisatiedienst – meerdere maanden kan duren voordat een legale verblijfsvergunning
afgegeven is?
Antwoord 10
Ik zal hieronder kort weergeven hoe de IND te werk gaat vanaf het moment dat het kind
is geboren en aangifte daarvan is gedaan. De IND ontvangt geautomatiseerd een bericht
van de aangifte en stuurt vervolgens binnen drie weken na de geboorte van het kind
een brief aan de ouders, waarin staat dat ze een aanvraag voor een verblijfsvergunning
moeten indienen. In deze servicebrief wordt uitgelegd dat de ouders digitaal via www.ind.nl/kind-geboren een aanvraag voor hun kind kunnen indienen. Dit is de snelste en meest eenvoudige
manier om de verblijfsvergunning voor het kind te regelen. Uiteraard behoort ook het
indienen van een schriftelijke aanvraag tot de mogelijkheden zodra aangifte is gedaan.
In de brief en op de website van de IND staat informatie over de te nemen stappen,
de procedure en de geldende voorwaarden. Op het moment dat vervolgens een aanvraag
wordt ingediend wordt daarop tijdig, maar in ieder geval binnen de wettelijke termijn
van drie maanden door de IND beslist. De servicebrief wordt op dit moment aangepast
om deze klantvriendelijker te maken onder andere door het opnemen van een passage
over het belang van het tijdig indienen van een aanvraag in verband met de gevolgen
voor huurtoeslag.
Voor voortzetting of opnieuw vaststellen van de huurtoeslag is het overigens niet
noodzakelijk dat de verblijfsvergunning al is toegekend. Voor een pasgeborene en andere
medebewoners is het voldoende dat de aanvraag om een verblijfsvergunning uiterlijk
drie maanden na de geboorte door de IND in behandeling is genomen. De beslistermijn
van de IND heeft bij pasgeborene daarom geen directe gevolgen voor de huurtoeslag.
Vraag 11
Deelt u de mening dat een dergelijke toepassing van het recht op toeslagen het maatschappelijk
draagvlak voor het toeslagensysteem en het functioneren van de Belastingdienst ondermijnt?
Waarom wel/niet?
Antwoord 11
Het kan hard uitpakken als in dit soort gevallen de huurtoeslag wordt stopgezet, ook
al is dat tijdelijk en volgt na het verkrijgen van de status een nabetaling. Tegelijkertijd
is het draagvlak van het toeslagensysteem ook niet gebaat bij de situatie dat onverkort
alle bewoning ongeacht de rechtmatige status van de bewoners wordt gesubsidieerd.
Het is blijvend zoeken naar een balans tussen een systeem dat recht doet aan het koppelingsbeginsel2 en tegelijkertijd de burger niet onnodig belast in de uitvoering. Met het pas na
vier maanden na de geboorte van een kind stopzetten van de huurtoeslag, als er geen
aanvraag voor een verblijfsvergunning in behandeling is genomen, en herstellen van
de toeslag zodra dit wel het geval is, is deze balans gezocht. Desalniettemin verken
ik mogelijkheden voor aanpassingen in regelgeving, zoals aangegeven in antwoord 13
en 14.
Vraag 12
Deelt u de mening dat in de in vraag 1 genoemde casus beginselen van behoorlijk bestuur,
met name het evenredigheidsbeginsel, geschonden worden? Waarom wel/niet?
Antwoord 12
Zoals in het antwoord op vraag 2 is aangegeven is deze casus naar tevredenheid van
alle betrokkenen opgelost. Ik kan niet ingaan op de specifieke omstandigheden van
een individuele casus, maar ik ben niet van mening dat het evenredigheidsbeginsel
is geschonden.
Vraag 13
Deelt u de mening dat de in eerdere vragen genoemde uitwerking van het stopzetten
van toeslagen, bij geboorte van een kind dat niet direct een legale verblijfsvergunning
heeft, zo spoedig mogelijk gestopt moet worden?
Antwoord 13
Dat een pasgeborene niet direct een verblijfsstatus heeft, betekent niet zonder meer
dat de toeslag wordt stopgezet. Ik verwijs u naar het antwoord op vraag 4. Onder meer
in het kader van de motie van de leden Lodders en Van Weyenberg wordt bekeken welke
verbeteringen binnen het huidige toeslagenstelsel mogelijk zijn. Samen met de Staatssecretaris
van Financiën – Toeslagen en Douane zal ik in dat kader een voorstel doen om deze
situatie van (tijdelijk) stopzetten huurtoeslag bij geboorte van een kind bij een
vergunninghouder op te lossen, bijvoorbeeld door verhoging van de leeftijd waarop
de verblijfsstatus van de medebewoner relevant is naar 18 jaar.
Vraag 14
Welke stappen bent u in het domein van wetgeving dan wel de interpretatie van wetgeving
bereid te zetten om bovengenoemde onevenredige uitwerking te stoppen? Wanneer bent
u van plan deze stappen te zetten? Hoe gaat u de Kamer hierover informeren?
Antwoord 14
Ik verwijs u naar het antwoord op vraag 4 en het antwoord op vraag 13. Onder meer
in het kader van de motie van de leden Lodders en Van Weyenberg wordt bekeken welke
verbeteringen binnen het huidige toeslagenstelsel mogelijk zijn. Hierbij zal ook bekeken
worden of het mogelijk is de leeftijdsgrens voor de voorwaarde van een rechtmatige
status te verhogen.
Vraag 15
Kunt u bovenstaande vragen één voor één en binnen drie weken beantwoorden?
Antwoord 15
Het is helaas niet gelukt deze vragen binnen drie weken te beantwoorden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Mede namens
A.C. van Huffelen, staatssecretaris van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.