Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Regterschot en El Yassini over het artikel ‘Utrecht krijgt daklozenopvang voor LHBT’ers: ‘Ik ben zó blij dat er nu een veilige plek is voor deze groep’, van RTV Utrecht
Vragen van de leden Regterschot en El Yassini (beiden VVD) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het artikel «Utrecht krijgt daklozenopvang voor LHBT’ers: «Ik ben zó blij dat er nu een veilige plek is voor deze groep»», van RTV Utrecht. (ingezonden 19 februari 2021).
Antwoord van Staatssecretaris Blokhuis (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen
18 maart 2021).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Utrecht krijgt daklozenopvang voor LHBT’ers: «Ik ben
zó blij dat er nu een veilige plek is voor deze groep»»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoe kijkt u aan tegen het initiatief van Stichting De Tussenvoorziening om tot een
eigen LHBTIQ-huis voor deze doelgroep te komen?
Antwoord 2
Het initiatief sluit aan bij de aanbeveling uit het onderzoek naar dak- en thuisloze
jongeren in Nederland2 om veilige kleinschalige (crisis)opvang plekken te bieden waarin «LHBTI-jongeren»
zich veilig en welkom voelen en het verbinden van een passend individueel begeleidingstraject
aan deze plekken. Ik volg dit initiatief met belangstelling om kennis erover te delen
en samen te werken aan het doorontwikkelen van in de praktijk werkende aanpakken.
Dit kan leiden tot verbetering van de ondersteuning en opvang voor LHBTIQ+-jongeren.
Vraag 3
Welke inspanningen heeft u gepleegd om het plan van aanpak voor LHBTI-jongeren in
samenwerking met gemeenten op te zetten, zoals verzocht in de motie El Yassini/Regterschot?3 Welke concrete actiepunten zijn daar uit voort gekomen?
Antwoord 3
Door VWS en OCW zijn in afstemming met gemeenten, aanbieders en betrokken partijen
voor de ondersteuning van LHBTIQ+-jongeren de volgende acties ingezet waarmee we beter
in de behoeften van deze jongeren kunnen voorzien:4
Om dak- en thuisloosheid de komende jaren fors terug te dringen heeft het kabinet
voor de jaren 2020 en 2021 een financiële impuls beschikbaar gesteld van 200 miljoen
euro. Het bieden van perspectief en een zo zelfstandig mogelijk passende woonplek
met maatwerk-begeleiding aan (dreigend) dak- en thuisloze mensen staat hierin centraal.
LHBTIQ+-jongeren hebben behoefte aan meer privacy en veiligheid in de opvang. Dit
is mogelijk door in de opvang gebruik te maken van een- en tweepersoonskamers. Een
van de onderdelen in de aanpak Een (t)huis, een toekomst, is vernieuwing in de opvang.
De vernieuwing in de opvang richt zich op verbetering van de kwaliteit van opvang
en hulpverlening en het afbouwen van traditionele opvanglocaties, en het ombouwen
naar moderne opvanglocaties met een- en tweepersoonskamers (met sterke voorkeur voor
eenpersoonskamers).
Qpido heeft de training «LHBTIQ+ sensitief en inclusief werken voor jeugdhulpprofessionals»
ontwikkeld voor medewerkers in de jeugdzorg, jeugdpsychiatrie, jeugdbescherming, jeugdreclassering
en pleegzorg.
Er is een richtlijn «Seksuele Ontwikkeling» opgesteld voor professionals in het bredere
jeugdveld, die verplicht is voor SKJ-geregistreerde jeugdprofessionals. Deze richtlijn bevat ook werkkaarten voor professionals om het thema seksuele
ontwikkeling bespreekbaar te maken met jongeren en hun ouders.
De Alliantie Gezondheidszorg op Maat ontwikkelt samen met OCW online materiaal voor
professionals die met jeugdigen werken (onderwijs, zorg en welzijn).
Daarnaast werkt Movisie in afstemming met maatschappelijke opvang organisaties aan
het verder ontwikkelen en stimuleren van LHBTIQ+ sensitieve begeleiding in de opvang
en vindbaarheid van LHBTIQ+-sensitieve ondersteuning. Hiertoe worden trainingen en
factsheets voor professionals ontwikkeld.
Vraag 4
Waarom heeft u gekozen voor een plan waarbij alleen acties worden ondernomen die zich
richten op begeleiding? Bent u het eens dat huisvesting ook onderdeel moet zijn van
het plan? Hoe heeft u ervoor gezorgd dat dakloze LHBTI-jongeren niet in de kou hebben
gestaan deze winter?
Antwoord 4
Zoals in het antwoord op vraag 3 is aangegeven, zijn de acties niet alleen gericht
op begeleiding. Naast het ontwikkelen en stimuleren van LHBTIQ+ sensitieve begeleiding
in de opvang wordt vanuit de aanpak Een (t)huis, een toekomst gewerkt aan vernieuwing
van de opvang door te investeren in de kwaliteit en kleinschaligheid van de opvang,
namelijk opvang bestaande uit een- of tweepersoonskamers. Deze vernieuwing in de opvang
sluit aan bij de behoefte van onder meer LHBTIQ+-jongeren aan meer privacy en veiligheid
in de opvang. Om gemeenten hierin te ondersteunen, is een projectgroep Vernieuwen
Opvang opgericht, bestaande uit leden van Valente, VNG, Aedes, Stichting Werkplaats
COMO, het Jongerenpanel en VWS. Deze projectgroep richt zich tot eind 2021 op het
verspreiden van goede voorbeelden over de ombouw van bestaande opvanglocaties, het
inrichten van opvang in huizen en kwalitatief goede begeleiding in de maatschappelijke
opvang. Het doel is om gemeenten, opvanginstellingen, cliëntorganisaties, woningbouwcorporaties
en andere betrokken maatschappelijke organisaties praktische handvatten te bieden
voor het verbeteren van de kleinschaligheid en kwaliteit van de maatschappelijke opvang.
Zoals gezegd heeft het kabinet voor de jaren 2020 en 2021 een financiële impuls beschikbaar
gesteld van 200 miljoen euro om dak- en thuisloosheid de komende jaren fors terug
te dringen. Het bieden van perspectief en een zo zelfstandig mogelijk passende woonplek
met maatwerk-begeleiding aan (dreigend) dak- en thuisloze mensen staat hierin centraal.
De gezamenlijke ambitie is om eind 2021 10.000 extra tijdelijke of permanente woonplekken
te realiseren met de benodigde (ambulante) begeleiding voor (dreigend) dak- en thuisloze
mensen.
In het kader van de corona-maatregelen heeft het Ministerie van VWS in overleg met
o.a. het RIVM, Valente, de VNG en Stichting Werkplaats COMO een richtlijn5 gepubliceerd voor gemeenten over de opvang van dak- en thuisloze mensen. In het geval
van een landelijke lockdown stellen gemeenten de nachtopvang open voor alle dak- en
thuisloze mensen, ook de mensen die daar normaal geen recht op hebben. Gemeenten hebben
zodoende veel meer mensen opgevangen deze winter. Ik heb geen signalen ontvangen dat
er gemeenten waren die dakloze LHBTIQ+-jongeren deze winter niet hebben toegelaten
tot de opvang. Om volgens de corona richtlijnen opvang te bieden werden in de meeste
gevallen 1- of 2 persoonskamers aangeboden in de opvang. Deze vorm van kleinschalige
opvang sluit aan bij de behoefte van onder meer LHBTIQ+-jongeren aan meer privacy
en veiligheid in de opvang.
Vraag 5
Wat is er door u, sinds de aangenomen motie El Yassini/Regterschot, ondernomen om
te voorkomen dat zelfredzame personen oneigenlijk gebruik maken van voorzieningen
voor maatschappelijke opvang?
Antwoord 5
De afgelopen maanden hebben gemeenten in het kader van de lockdown dak- en thuisloze
mensen ruimhartiger opgevangen. De toelatingseisen die normaal gesproken worden gehanteerd
door gemeenten, zoals de controle op zelfredzaamheid, zijn daardoor het grootste deel
van de winter niet toegepast door de meeste gemeenten. Uw Kamer wordt telkens geïnformeerd
over aanpassingen in de richtlijn die hiervoor is opgesteld via de Covid-19 stand
van zakenbrief.
Op het moment dat de lockdown niet van kracht is, is het aan gemeenten om bij de toegang
tot de opvang te toetsen aan de reguliere toelatingseisen, waaronder het zelfredzaamheidscriterium.
Voor een specifieke groep zelfredzame mensen die een beroep doen op de opvang – zelfredzame
remigranten gezinnen met minderjarige kinderen die dakloos zijn – heb ik in het najaar
van 2020 in gezamenlijk opdrachtgeverschap met de VNG en BZK, onderzoek laten doen
naar oplossingsrichtingen voor de opvang en huisvesting van deze groep. Dit rapport
geeft onder andere een indicatie van het aantal zelfredzame remigranten gezinnen met
een huisvestingsvraag, dat daarbij een beroep op ondersteuning van gemeenten heeft
gedaan. Het is onduidelijk in hoeverre zij daadwerkelijk gebruik hebben gemaakt van
de maatschappelijke opvang. Met gemeenten en BZK heb ik overeenstemming over een oplossing
voor deze groep, die nu verder wordt uitgewerkt.
Vraag 6
Hoe wordt concreet extra aandacht besteedt aan de dubbel kwetsbare LHBTI-jongeren
in de aanpak Een (t)huis, een toekomst?
Antwoord 6
Zie het antwoord op vraag 3 en vraag 4.
Vraag 7
Hoe gaat u ervoor zorgen dat de juiste informatie bij dakloze LHBTI’ers terechtkomt,
aangezien in het artikel van RTV Utrecht wordt vermeld dat uit veiligheidsoverwegingen
de precieze locatie van het opvanghuis niet bekendgemaakt wordt?
Antwoord 7
Dat de locatie van het opvanghuis niet bekend gemaakt wordt, wil niet zeggen dat het
aanbod als zodanig niet bekend wordt gemaakt.
Door de samenwerking met LHBTIQ+-belangenorganisaties, Movisie, gemeente Utrecht en
partnerinstellingen zijn relevante «ingangen» op de hoogte. Daarnaast wordt informatie
gedeeld in stedelijk werkgroepverband. Aan de grote interesse merkt de Tussenvoorziening
in Utrecht dat het aanbod een groot bereik heeft.
Vraag 8
Welke veiligheidsoverwegingen zijn er om de locatie geheim te houden? Van welke dreiging
is sprake? Wat gaat u nog meer doen om de veiligheid van LHBTI’ers te waarborgen?
Antwoord 8
In Utrecht zijn er in het verleden situaties van geweld tegenover LHBTIQ+»ers geweest.
Dit en vormen van ongewenste aandacht wil de Tussenvoorziening voorkomen. De cliënten
zullen behoefte hebben aan rust, een veilige plek om zich terug te kunnen trekken.
Een anoniem adres in een reguliere woonomgeving past hier goed bij.
Vraag 9
Welke stappen gaat u ondernemen om ervoor te zorgen dat deze pilot ook uitgedraaid
wordt in andere steden?
Antwoord 9
Ik vind het van belang om pilots te volgen, kennis te delen en samen te werken aan
het door ontwikkelen van in de praktijk werkende aanpakken. Het benutten van de ervaringen
van Stichting De Tussenvoorziening is meegenomen in de opdracht die ik aan Movisie
heb gegeven om tools aan te bieden voor professionals en vrijwilligers in de maatschappelijke
opvang en crisisopvang, waardoor zij LHBTIQ+- vriendelijk kunnen werken. Met als doel
om uiteindelijk te komen tot verbetering van de ondersteuning en opvang voor LHBTI-jongeren.
Vraag 10
Bent u bereid in gesprek te gaan met de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) om
een plan op te stellen om zo veel mogelijk veilige opvanglocaties te regelen voor
dakloze LHBTI’ers? Zijn er al gesprekken gaande over het uitrollen van de pilot? Zo
ja, welke? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 10
Ik heb contact met de VNG over verschillende maatregelen die nodig zijn om dak- en
thuisloze LHBTIQ+-jongeren goed te helpen. We volgen de pilot en ik zal met de VNG
de resultaten bespreken.
Vraag 11
Wanneer wordt meer informatie verwacht over deze pilot en het uitrollen daarvan in
ander steden?
Antwoord 11
In augustus evalueert de Tussenvoorziening de eerste plaatsingen en stelt indien nodig
de aanpak bij. In de zomer van 2022 besluit de Tussenvoorziening of het initiatief
in deze vorm en omvang doorgaat. De vraag of deze vorm in de behoefte voorziet is
hierbij uiteraard leidend.
Vraag 12
Vindt u ook dat het een prioriteit moet zijn om een veilige opvang te bieden aan dakloze
LHBTI-jongeren, zodat iedereen in Nederland zichzelf kan zijn?
Antwoord 12
Ja. In het Actieprogramma Dak- en Thuisloze Jongeren (2019–2021) werk ik met de betrokken
departementen, gemeenten en andere organisaties aan een fundamentele afname van het
aantal dak- en thuisloze jongeren en streven we naar een continu verbeterende uitvoeringspraktijk.
Voor iedere jongere werken we aan geschikte huisvesting, een behoorlijke levensstandaard,
toegang tot zorg en volwaardige participatie, zeker ook specifiek voor LHBTIQ+-jongeren.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P. Blokhuis, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.