Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden De Groot en Sjoerdsma over ‘De quota worden duur betaald‘
Vragen van de leden De Groot en Sjoerdsma (beiden D66) aan de Minister van Buitenlandse Zaken en de Minister-President over het bericht «De quota worden duur betaald» (ingezonden 17 februari 2021).
Antwoord van Minister Rutte (Algemene Zaken), mede namens de Minister van Buitenlandse
            Zaken (ontvangen 17 maart 2021).
         
Vraag 1
            
Bent u op de hoogte van het bericht «De quota worden duur betaald»?1
Antwoord 1
            
Ja.
Vraag 2
            
Klopt het dat premier Rutte op 21 juni 2017 dreigde de vrijhandelsverdragen tussen
               de Europese Unie en de Faeröer eilanden te beïnvloeden als de nieuwe visserijwet werd
               ingevoerd?
            
Antwoord 2
            
Nee, de Minister-President heeft tijdens het gesprek met Minister-President Johannesen
               van de Faeröer eilanden aangegeven dat het wetsvoorstel, indien aangenomen, van negatieve
               invloed zou zijn op de Nederlandse economie en heeft daarom verzocht om het voorstel
               te herzien. MP heeft daarbij de optie genoemd dit op Europees niveau te bespreken.
            
Vraag 3
            
Indien dit klopt, kunt u toelichten waarom ervoor is gekozen om de premier contact
               op te laten nemen met de regering van de Faeröer en niet de Ministers van Visserij
               of Buitenlandse Zaken?
            
Antwoord 3
            
Zie antwoord onder vraag 2. De Minister-President heeft tijdens een gesprek met Eerste
               Kamerlid en adviseur uit de visserijsector, de heer Van Kesteren, toegezegd contact
               op te zullen nemen met zijn Faeröerse counterpart. Tijdens het gesprek met Minister-President
               Johannesen heeft hij aangegeven dat het wetsvoorstel, indien aangenomen, van negatieve
               invloed zou zijn op de Nederlandse economie. Er is vervolgens voor gekozen om de toenmalige
               Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking Ploumen niet ook met
               haar counterpart te laten bellen omdat de Nederlandse zorgen rondom dit wetsvoorstel,
               na het telefoongesprek van de Minister-President, reeds bekend waren.
            
Vraag 4
            
Kunt u de verslagen van het contact tussen de Nederlandse regering en de Faeröer over
               deze kwestie openbaar maken?
            
Antwoord 4
            
Niet van ieder gesprek met de autoriteiten van de Faeröer eilanden is een verslag
               opgemaakt. Daar waar wel een verslag is opgemaakt, wordt dit niet openbaar gemaakt
               vanwege de mogelijk nadelige gevolgen voor de bilaterale betrekkingen.
            
Vraag 5
            
Kunt u toelichten waarom Nederland hier besloot om op eigen houtje contact op te nemen
               met de regering van de Faeröer en niet op Europees niveau, terwijl het om een Europees
               vrijhandelsverdrag gaat en ging?
            
Antwoord 5
            
Nederland heeft het Faeröer wetsvoorstel ook op Europees niveau opgebracht. De Nederlandse
               Permanente Vertegenwoordiging bij de Europese Unie en het Ministerie van Economische
               Zaken en Klimaat hebben daartoe contact gelegd met de Europese Commissie. De Europese
               Commissie is vervolgens autonoom in het al dan niet agenderen en de kwestie is niet
               geagendeerd voor de jaarlijkse onderhandelingen over de visserijquota of via het tweejaarlijks
               Joint Comittee waar het EU-Faeröer vrijhandelsakkoord wordt besproken.
            
Vraag 6
            
Klopt het dat het hierbij in feite maar om de visserijbelangen van één bedrijf ging?
               Kunt u toelichten waarom deze belangen zo belangrijk waren dat er dit dreigement aan
               te pas moest komen?
            
Antwoord 6
            
Nee, meerdere Europese visserijondernemingen hebben belangen in de Faeröerse visserij.
               Voor Nederland had deze aanstaande wijziging in beleid inderdaad met name gevolgen
               voor een grote speler in de visserijsector. De Nederlandse reserveringen bij het wetsvoorstel,
               waarbij buitenlandse eigenaren verplicht werden om binnen vier jaar afstand te doen
               van hun aandelen in Faeröerse visserijbedrijven binnen, zijn in algemene zin bij de
               Faeröerse overheid opgebracht.
            
Vraag 7
            
Bent u het ermee eens dat het onwenselijk is voor Nederland om zich op een dergelijke
               wijze te mengen met de democratische processen in een derde land, enkel omdat dit
               ten goede komt van een enkel Nederlands bedrijf? Zo ja, kunt u toelichten waarom u
               er dan toch voor heeft gekozen om u op een dergelijke manier in de lokale democratie
               te mengen?
            
Antwoord 7
            
Zie antwoord onder vraag 6. Meerdere Europese visserijondernemingen hebben belangen
               in de Faeröerse visserij. De Nederlandse regering heeft onder andere als taak het
               opkomen voor Nederlandse (economische) belangen in het buitenland. Deze nieuw voorgestelde
               wetgeving zou mogelijk verregaande negatieve gevolgen hebben voor de Nederlandse visserijsector.
               De gedane interventies zijn vanuit dat perspectief ondernomen. Tijdens de bilaterale
               contacten is kenbaar gemaakt dat Nederland zich bewust is van de autonomie van Faeröer
               op dit gebied en deze respecteert.
            
Vraag 8
            
Heeft de Nederlandse regering inzake deze kwestie contact gezocht met Denemarken,
               aangezien deze verantwoordelijkheid draagt voor buitenlandse aangelegenheden en voor
               de rechtsprekende macht op de eilanden?
            
Antwoord 8
            
Ja, er is ook contact gezocht met Denemarken over deze kwestie, o.a. via de Nederlandse
               ambassade in Kopenhagen.
            
Vraag 9
            
Klopt het dat het Nederlandse quotumbezit in de Faeröer eilanden problemen oplevert
               voor lokale vissers? Kunt u reflecteren op de vraag of dat wenselijk is voor de lokale
               economie op deze eilanden? Kunt u bovendien reflecteren op de vraag wat dit doet met
               de banden tussen beide landen en het sentiment dat op de eilanden wordt gevoeld jegens
               Nederland? Is dit sentiment wenselijk volgens u?
            
Antwoord 9
            
Het is ingewikkeld voor mij om een oordeel te vellen over Nederlands quotumbezit in
               Faeröer. Ik begrijp dat deze kwestie gevoelig ligt, onder andere vanwege het feit
               dat de visserijsector op Faeröer een belangrijke sector is. Belangrijk is natuurlijk
               dat de autonomie van een land wordt gerespecteerd. Maar we moeten de rechten van belanghebbenden
               niet uit het oog verliezen. Vanwege de wederzijdse interdependentie van Nederland
               en Faeröer op het vlak van visserij zijn Nederland en Faeröer op elkaar aangewezen.
               Het is daarbij derhalve belangrijk dat de bilaterale relatie tussen beide landen goed
               blijft. Mocht visserij een wissel trekken op deze relatie dan is dat een punt van
               aandacht.
            
Vraag 10
            
Acht u het wenselijk dat de Nederlandse diplomatieke vertegenwoordiger (bedrijfs)belangen
               heeft die aanleiding zijn tot directe interventies in het wetgevingsproces van het
               land waar hij wordt geacht Nederland te vertegenwoordigen?
            
Antwoord 10
            
U doelt hierbij naar ik aanneem op het ambt van Honorair Consul. Honoraire Consuls
               zijn onbezoldigde ambtenaren van het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Zij vervullen
               hun ambt als nevenfunctie en dragen onder andere zorg voor de promotie van economische
               relaties. Door hun grondige kennis van de lokale omstandigheden en hun brede netwerken
               vormen zij een belangrijk onderdeel van het postennet. In Faeröer is de visserij de
               belangrijkste economische sector. Hier zijn ook economische belangen van Nederland
               mee gemoeid. Bij de aanstelling van de Honoraire Consul was bekend dat hij als zakenman
               in de visserijsector actief was. Er is toen de afweging gemaakt dat zijn positie en
               netwerk zeer relevant waren voor de behartiging van de economische belangen van Nederland
               in Faeröer. Het zijn uitsluitend die belangen, die aanleiding hebben gegeven voor
               het handelen van de Nederlandse regering in het onderhavige geval.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 M. (Mark) Rutte, minister van Algemene Zaken
- 
              
                  Mede namens
 S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.
