Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Bergkamp over tekortschietende toegankelijkheid voor mensen met een assistentiehond
Vragen van het lid Bergkamp (D66) aan de Minister voor Medische Zorg over tekortschietende toegankelijkheid voor mensen met een assistentiehond (ingezonden 28 januari 2021).
Antwoord van Minister Van Ark (Medische Zorg) (ontvangen 17 maart 2021). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 1692.
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Deur staat op kier voor geleidehond» en wat vindt u
ervan dat, ondanks de wettelijke bepaling, circa 40% van de mensen aangeeft ergens
te zijn geweigerd met een assistentiehond in de afgelopen 12 maanden?1
Antwoord 1
Ja, ik ben bekend met het artikel «Deur staat op kier voor geleidehond». Ik realiseer
mij goed dat het belang van assistentiehonden voor mensen die daarvan gebruikmaken
groot is. Ik wil dan ook vooropstellen dat ik de situaties waarin assistentiehonden
onterecht geweigerd worden, betreur. Ik onderschrijf het belang van toelating van
assistentiehonden, zoals geborgd in de Wet gelijke behandeling op grond van handicap
of chronische ziekte (Wgbh/cz).
Vraag 2
Wat is uw reactie op de signalen die onze fractie bereiken dat assistentiehonden nog
vaak geweigerd worden in onder andere supermarkten, medische omgevingen, taxi’s en
horecagelegenheden, ondanks het wettelijk verbod hierop?2
Antwoord 2
Zoals ik eerder aan uw Kamer heb aangegeven, willen we bijna vijf jaar na de ratificatie
van het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap, en aanpassing
van de Wgbh/cz, natuurlijk het liefst dat iedereen het belang van toelating van assistentiehonden
zou begrijpen en ook in de praktijk zou toepassen. En daarmee dat onterechte weigeringen
niet meer voorkomen. Helaas is dat nog niet altijd het geval. Ik herken de signalen
dat gebruikers van assistentiehonden in de praktijk met weigeringen te maken hebben
en snap dat dat voor hen als een enorme belemmering wordt ervaren. Mede daarom ben
ik in gesprek gegaan met verschillende partijen om te onderzoeken hoe we de genoemde
sectoren bewuster kunnen maken van het belang van assistentiehonden en de plicht hen
toe te laten.
Ik wil daarbij wel markeren dat een assistentiehond in beginsel toegelaten moet worden,
tenzij dit een onevenredige belasting vormt bijvoorbeeld omdat de veiligheid of de
gezondheid in het geding is. Het geldende principe is daarmee «ja, tenzij...». Een
onevenredige belasting moet per specifieke omstandigheid worden bepaald. Dit betekent
dat niet in algemene zin gezegd kan worden dat het toelaten van assistentiehonden
een absoluut recht is.
Vraag 3
Erkent u dat dit probleem voor een aanzienlijk deel het gevolg is van de onbekendheid
met de geldende wet- en regelgeving of heeft u een andere verklaring?
Antwoord 3
Ik kan mij goed voorstellen dat veel ondernemers niet in detail op de hoogte zijn
van de plicht tot toelating, zoals vastgelegd in de Wgbh/cz.
Met het project MKB Toegankelijk werken VNO-NCW en MKB-Nederland actief aan de verbetering
van de toegankelijkheid bij ondernemers door onder meer het ondersteunen van het opstellen
van sectorplannen die bijdragen aan het verbeteren van de toegankelijkheid en door
zorg te dragen voor informatie over de verantwoordelijkheid die ondernemers op grond
van de Wgbh/cz en andere relevante regelgeving hebben. Informatie over de plicht tot
toelaten van assistentiehonden maakt daar onderdeel van uit.
Vraag 4
Denkt u dat meer eenduidigheid in het uiterlijk van de assistentiehond qua tuigjes
of door het gebruik van uniforme pasjes van mensen die gebruik maken van een assistentiehond,
kan helpen om de toegankelijkheid te vergroten?
Antwoord 4
Ja, dat denk ik zeker en dat wordt ook onderschreven door betrokken partijen. Dit
punt wordt meegenomen in het Europese normalisatietraject waarover ik u eerder heb
geïnformeerd3. Hierin worden in Europees verband normen ontwikkeld voor assistentiehonden. Een
van de betreffende normen waarover in dit traject wordt gesproken, is een eenduidig
systeem waarmee assistentiehonden kunnen worden herkend.
Vraag 5, 8, 9 en 10
Bent u bereid om in gesprek te gaan met opleidings- en trainingsinstituten van assistentiehonden
om samen met hen te kijken hoe de bekendheid van assistentiehonden vergroot kan worden?
Zo ja, kunt u de uitkomst hiervan medio 2021 naar de Kamer sturen?
Bent u bereid om in gesprek te gaan met vertegenwoordigers van supermarkten en taxicentrales
om zo de toegankelijkheid in die sectoren te vergroten, zodat ook mensen met een functionele
of psychische beperking zelfstandig boodschappen kunnen doen en een uitje kunnen ondernemen?
Zo ja, bent u het ermee eens dat met een sectorale campagne de voorlichting verbeterd
kan worden?
Op welke wijze wordt in de bewustwordingscampagne aandacht besteed aan de toegankelijkheid
van mensen met hun assistentiehond?
Wat is uw reactie op de resultaten van het onderzoek van Ditmeijers Research waaruit
onder andere naarvoren is gekomen dat ruim een derde van de respondenten wel eens
wordt geweigerd bij hotels door het meenemen van hun assistentiehond en slechts 20%
aangeeft naar een hotel naar keuze te kunnen gaan? Welke stappen kunnen gezet worden
om dit te verbeteren?
Antwoorden 5, 8, 9 en 10
Recent ben ik opnieuw in gesprek gegaan met MKB Nederland over dit onderwerp. Zij
voeren in het kader van het programma Onbeperkt Meedoen! het project MKB Toegankelijk
uit. MKB Nederland heeft op basis daarvan een vervolggesprek gevoerd met verschillende
vertegenwoordigers van branches om de toelating van assistentiehonden wederom onder
de aandacht te brengen.
Uit deze gesprekken kwam onder meer naar voren dat Koninklijke Horeca Nederland (waar
ook hotels onder vallen) en het Vakcentrum (branchevereniging voor supermarkten) met
enige regelmaat aandacht besteden aan de toelating van assistentiehonden op hun website
en in hun vakbladen. Naast horeca en supermarkten brengen ook diverse andere branches
dit thema onder de aandacht van leden. VNO-NCW en MKB-Nederland ondersteunen hen hierbij
vanuit het programma MKB Toegankelijk.
Verder heeft MKB Nederland mij geïnformeerd over contact met Koninklijk Nederlands
Vervoer (KNV), de brancheorganisatie voor onder meer taxivervoer, om daar de toegankelijkheid
van assistentiehonden onder de aandacht te brengen. Daaruit is naar voren gekomen
dat weigering van passagiers met geleidehonden voor zover bij KNV bekend, niet vaak
gebeurt. Als het echter gebeurt, is meestal sprake van een zelfstandige rijder die
niet bij een taxicentrale of een TTO (Toegelaten Taxi organisatie) is aangesloten.
Koninklijk Nederlands Vervoer adviseert reizigers altijd een voertuig van een herkenbaar
taxibedrijf/-centrale te nemen, of nog beter, een taxi bij deze organisatie te bestellen.
Dan is de kans dat iemand te maken krijgt met weigering van de hond kleiner.
MKB Nederland heeft aangegeven de sectorale campagnes opnieuw te willen oppakken in
samenwerking met verschillende brancheverenigingen. Ik heb MKB-Nederland in contact
gebracht met KNGF en Hulphond.nl, twee van de grootste opleidings- en trainingsinstituten
van assistentiehonden, om mee te denken over de aanpak van de sectorale campagnes.
Vraag 6
Is er sprake van een landelijk protocol of andere afspraken voor ziekenhuizen of andere
medische omgevingen op welke manier zij enerzijds zo veel mogelijk ruimte kunnen bieden
aan mensen met een assistentiehond en anderzijds ook rekening houden met de veiligheid
van patiënten? Zo ja, zorgt deze voor voldoende reële toegankelijkheid? Zo nee, bent
u bereid deze op te stellen om zo duidelijkheid te scheppen?
Antwoord 6
Er is op dit moment geen landelijk protocol voor ziekenhuizen met daarin regels over
hoe zij zoveel mogelijk ruimte kunnen bieden aan mensen met een assistentiehond. In
de beantwoording van eerdere Kamervragen over «honden afscheid laten nemen van baasje»4 heb ik aangegeven dat vanuit infectiepreventie veelal per casus in overleg met medisch
verantwoordelijken wordt gekeken of het microbiologisch verantwoord is dieren toe
te laten in bijvoorbeeld ziekenhuizen en zo ja, onder welke condities. Hierbij wordt
een afweging gemaakt tussen de individuele belangen en de risico’s voor andere patiënten,
bezoekers en zorgverleners. Er zijn diverse ziekenhuizen die expliciet informatie
over de toelating van assistentiehonden op hun website vermelden. De NVZ ziet op dit
moment geen noodzaak een landelijk protocol op te stellen, ook omdat de specifieke
situatie in ziekenhuizen verschilt.
Ik begrijp uit het artikel dat toch nog wel eens onduidelijkheid bestaat over de toelating
van assistentiehonden in medische omgevingen. Ik heb daarom contact gehad met de NVZ
en afgesproken dat zij de toegankelijkheid voor assistentiehonden nogmaals onder de
aandacht brengt bij al hun leden. Voor vragen ter voorbereiding op een bezoek aan
het ziekenhuis met een assistentiehond kan ik mij voorstellen dat in eerste instantie
contact wordt opgenomen met de desbetreffende instelling met de vraag welke regels
er bij die instelling gelden.
Vraag 7
Bent u bereid om in gesprek te gaan met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG)
om meer aandacht te vragen voor de rol die gemeenten kunnen spelen ten behoeve van
de inclusie van assistentiehonden in de samenleving? Zo ja, kunt u de uitkomst hiervan
medio 2021 naar de Kamer sturen?
Antwoord 7
De VNG heeft in een gesprek toegelicht dat de invloed van gemeenten op de naleving
van de verplichting assistentiehonden te verwelkomen, beperkt is. Thema’s waar de
gemeenten beleidsmatig verantwoordelijk voor zijn, hebben vrijwel geen link met de
inclusie van assistentiehonden in de samenleving.
Gemeenten zijn uiteraard wel aan zet om te zorgen dat assistentiehonden worden toegelaten
bij gemeentelijke diensten, zoals het gemeentehuis. De VNG heeft mij geïnformeerd
dat gemeenten daar ook voor zorgen. De VNG brengt het belang van assistentiehonden
ook onder de aandacht bij gemeenten, door goede praktijkvoorbeelden te delen.
Vraag 11
Wat kan Nederland leren van het buitenland als het gaat om de inclusiviteit van assistentiehonden
in de samenleving? Bent u bereid een onderzoek uit te voeren naar hetgeen Nederland
kan leren van het buitenland over de inclusiviteit van assistentiehonden in de samenleving?
Antwoord 11
Door middel van het Europese normalisatietraject waaraan Nederland actief deelneemt,
worden eenduidige Europese normen ontwikkeld voor assistentiehonden. Vanuit het Ministerie
van VWS is met de Nederlandse voorzitter en secretaris van dit traject gesproken over
de vergelijking met andere landen. Zij geven aan dat veel landen met dezelfde vraagstukken
worstelen, waardoor onderzoek doen waarschijnlijk geen nieuw inzicht gaat bieden.
Daarom heeft het mijn voorkeur nu in te zetten op het Europese normalisatietraject
dat voor eenduidigheid gaat zorgen. In dat traject wordt met vertegenwoordigers van
alle betrokken landen samen gewerkt aan normen die moeten bijdragen aan de oplossing
van de problemen met toegankelijkheid.
Vraag 12
Kunt u bevestigen dat pups in opleiding tot assistentiehond ook onder de wettelijke
bescherming vallen en niet mogen worden geweigerd? Zo ja, welke acties gaat u ondernemen
om de bekendheid hiermee beter te regelen, zodat zij niet meer geweigerd worden?
Antwoord 12
Pups in opleiding tot assistentiehond vallen onder de wettelijke bescherming. Dit
betekent dat zij niet per definitie geweigerd kunnen worden, maar alleen als het toelaten
een onevenredige belasting vormt. Dit kan zijn als de assistentiehond in opleiding
onvoldoende getraind is en bijvoorbeeld de hele tijd blaft of springt. Dit argument
geldt overigens voor alle assistentiehonden. De toelating van pups en jonge honden
die hun training recent hebben afgerond, maakt ook deel uit van het Europese normalisatietraject.
Het normalisatietraject moet ervoor gaan zorgen dat hierover meer eenduidigheid gaat
komen. De Nederlandse voorzitter van de normcommissie gaf aan dat een tip bij honden
in opleiding is om vooraf contact op te nemen, als de begeleider naar een nieuwe plek
gaat. Een toelichting op het opleidingstraject kan vaak op begrip rekenen, waardoor
de hond niet geweigerd wordt.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T. van Ark, minister voor Medische Zorg
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.