Schriftelijke vragen : De aanpassing van de procedure omtrent het geldig verklaren en het tellen van binnengekomen briefstemmen.
Vragen van het lid Van Otterloo (50PLUS) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de aanpassing van de procedure omtrent het geldig verklaren en het tellen van binnengekomen briefstemmen (ingezonden 17 maart 2021).
Vraag 1
Hoe verhouden zich de foutpercentages die nu bij briefstemmen zijn opgetreden tot
die welke de afgelopen keren bij het briefstemmen vanuit het buitenland zijn vastgesteld?
Vraag 2
Is er sprake geweest van het enkel kopiëren van genoemde procedure, of zijn er testen
uitgevoerd onder de doelgroep teneinde mogelijke problemen te signaleren en aanpassingen
door te voeren?
Vraag 3
Is er in de testfase rekening gehouden met de diversiteit van de groep, bijvoorbeeld
voor wat betreft opleidingsniveau, laaggeletterdheid en verminderd begripsvermogen?
Kunt u uw antwoord toelichten?
Vraag 4
Welk deel van de formeel «fout» uitgebrachte stemmen kan als gevolg van deze procedurele
aanpassing alsnog meetellen en welk aantal stemmen kan nu als nog als geldig worden
aangemerkt?
Vraag 5
Is met deze maatregel het percentage ongeldige stemmen weer gereduceerd tot «normaal»
niveau? Zo niet, welk percentage respectievelijk welke aantallen ongeldig uitgebrachte
stemmen resteren nu nog?
Vraag 6
Zijn er nog andere fouten die vaker dan gemiddeld gemaakt worden door briefstemmers?
Zo ja, welke?
Vraag 7
Onder verwijzing naar uw brief waarin u de stand van zaken aangaf tot en met de op
woensdag 10 maart bij PostNL binnengekomen brieven en waarn u sprak over een percentage
van 2,5%, is dat percentage briefstemmen ingeleverd in een enveloppe zonder antwoordnummer
ongewijzigd gebleven dan wel hoger of lager geworden?
Vraag 8
Wat vindt u van het voorstel om, conform de nu gewijzigde instructies voor de afhandeling
van briefstemmen en stemkaarten in eenzelfde enveloppe, deze stembiljetten (die formeel
niet te bezorgen zijn, maar wel herkenbaar als envelop met stembiljet) naar het Centrale
stembureau in Den Haag te transporteren, en die daar op dezelfde wijze conform de
gewijzigde instructie tezamen met de stemmen uit het buitenland te tellen?
Vraag 9
Is inmiddels waterdicht geregeld dat stembrieven met het foutieve gemeentelijke adres
toch bij het juiste stembureau belanden?
Vraag 10
Op welke wijze administreert en verantwoordt PostNL de verwerkte stemmen vanaf het
moment van ophalen bij de brievenbussen tot aan het moment dat deze dagelijks in verzegelde
zakken worden afgeleverd bij de gemeenten?
Vraag 11
Op welke wijze kunnen de gemeenten respectievelijk het centraal stembureau er zeker
van zijn dat alle voor die gemeente bestemde biljetten ook daadwerkelijk ontvangen
en verwerkt zijn?
Vraag 12
Hoe heeft PostNL, naast het opbergen in beveiligde ruimten, de verzekering kunnen
geven dat de procedures het kwijtraken van stembiljetten niet toelaten ofwel hoe wordt
gecontroleerd dat alle geposte stembrieven ook daadwerkelijk zijn afgeleverd?
Vraag 13
Kunt u deze vragen uiterlijk drie dagen voor het vaststellen van de definitieve uitslag
(op maandag 29 maart) beantwoorden?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
G.J.P. van Otterloo, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.