Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Ellemeet over de publicatie van de scorekaart van Farma ter Verantwoording
Vragen van het lid Ellemeet (GroenLinks) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de publicatie van de scorekaart van Farma ter Verantwoording (ingezonden 28 januari 2021).
Antwoord van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport), mede namens de
Minister voor Medische Zorg (ontvangen 15 maart 2021).
Vraag 1
Bent u bekend met de recent gepubliceerde scorekaart van Farma ter Verantwoording
waarop verschillende farmaceutische producenten van geneesmiddelen tegen COVID-19
worden gescoord op mensenrechten?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2 en 3
Kunt u toelichten hoe u denkt over de bevinding van Farma ter Verantwoording dat geen
van de gescoorde farmaceutische producenten goed scoort binnen de categorie «publiceert
de tekst van de licentieovereenkomst»?
Denkt u dat de Nederlandse samenleving baat zou kunnen hebben bij de introductie van
transparantie inzake licentieovereenkomsten? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2 en 3
Een licentieovereenkomst is in de regel een vertrouwelijke overeenkomst tussen twee
partijen. Het is dan ook aan deze partijen om te bepalen of ze deze overeenkomst openbaar
willen maken. De Nederlandse overheid is zelf geen octrooi- of licentiehouder, wel
financiert ze onderzoek door Nederlandse publieke instellingen die mogelijk een octrooi
aanvragen op gedane ontdekkingen. Ik heb recentelijk aan u gecommuniceerd over de
verwachtingen die ik heb wanneer publieke instellingen een licentie verlenen op een
octrooi dat is verkregen door publiek gefinancierd onderzoek2. Nederlandse kennisinstellingen gaan rapporteren over het gebruik van de toolkit
en de 10 principes van Maatschappelijk Verantwoord Licentïeren in licenties, maar
ze zullen dat doen op geaggregeerde manier, om geen inbreuk te maken op de geheimhouding
van overeenkomsten. Het risico bestaat dat als de Nederlandse kennisinstellingen geen
geheimhouding accepteren er minder licentienemers (bedrijven) langs komen.
Dat laat onverlet dat openbaarheid van licentieovereenkomsten, als bedrijven dat toestaan,
een mooie vorm van transparantie kan zijn.
Vraag 4
Acht u het noodzakelijk dat de verschillende farmaceutische producenten voldoende
scoren op de verschillende categorieën in de scorekaart?
Antwoord 4
Nee, het gaat hier om een lijst categorieën die eenzijdig zijn opgesteld door een
stichting. Hoewel er zeker raakvlakken zijn met de beleidslijn die ik voorsta geldt
dit niet voor alle categorieën.
Vraag 5
Hoe bent u voornemens om ervoor te zorgen dat de onvoldoende scorende farmaceuten
in de nabije toekomst voldoende zullen scoren?
Antwoord 5
Mijn beleid is er niet op gericht om te zorgen dat farmaceutische producenten een
voldoende score in de beoordeling door deze stichting. Wel zijn er raakvlakken tussen
mijn beleid en de doelen die deze stichting nastreeft. Ik zet mij op diverse manieren
in om enerzijds transparantie over de kosten van medicijnonderzoek en -productie af
te dwingen, en anderzijds om beschikbaarheid te borgen, zowel in Nederland als wereldwijd.
Dit doe ik bijvoorbeeld door in gesprekken met farmaceutische producenten het belang
van transparantie over kosten en prijs te benadrukken, iets wat ik ook doe in alle
gesprekken over covid-19 medicatie. Daarnaast steunt de Nederlandse overheid een onafhankelijke
stichting, de Access to Medicine Foundation3, welke zich inzet voor deze onderwerpen en bedrijven en overheden een spiegel voorhoudt
door het opstellen van zogeheten «benchmarks». Zo steunt de Minister van Buitenlandse
Zaken een benchmark gericht op wereldwijde toegankelijkheid tot medicijnen, en steunt
VWS een benchmark gericht op onderzoek, ontwikkeling en toegankelijkheid van antibiotica.
Vraag 6
Deelt u de mening dat de verschillende farmaceutische producenten onvoldoende scoren
op punten die van cruciaal belang zijn voor een eerlijke wereldwijde toegang tot farmaceutische
middelen tegen COVID-19?
Antwoord 6
Het is mij niet helemaal duidelijk op welke punten u doelt. Ik kan wel aangeven dat
het kabinet zich continu inzet voor eerlijke toegang tot farmaceutische middelen tegen
covid-19. In de Kamerbrief «Kabinetsinzet solidaire verdeling covid-19 vaccins» van
18 december 20204 wordt hier uitgebreid op ingegaan.
Tevens zie ik dat sommige farmaceutische producenten ervoor kiezen om hun vaccin tegen
kostprijs op de markt te gaan brengen. Om toegang binnen de Europese Unie te borgen
roep ik farmaceutische producenten in bilaterale gesprekken op om hun producten in
Europa via een joint-procurement bij de Europese Commissie beschikbaar te maken, zodat
deze producten met gelijke toegang en op basis van de hoogste nood in Europa verdeeld
kunnen worden.
Vraag 7
Kunt u toelichten hoe u aankijkt tegen het feit dat Farma ter Verantwoording constateert
dat geen enkel van de verschillende farmaceutische producenten de gemiddelde of marginale
kosten van productie publiceert?
Antwoord 7
In de Voortgangsbrief algemeen geneesmiddelenbeleid 20215 heb ik u geïnformeerd over mijn beleid om tot maatschappelijk aanvaardbare prijzen
te komen. Ik vind de prijs van een geneesmiddel maatschappelijk aanvaardbaar als (1)
het geneesmiddel kosteneffectief is (de gezondheidsuitkomsten staan in verhouding
tot de extra kosten), (2) die zich in redelijke en proportionele mate verhoudt tot
de inspanningen en investeringen die zijn gedaan om tot het geneesmiddel te komen
en (3) deze voldoende ruimte biedt voor innovatie. Het gaat dus niet alleen om de
gemiddelde of marginale kosten van productie.
Vraag 8
Heeft u, en de Nederlandse regering als mede-onderhandelaar van de Europese aankoop
van COVID-19-vaccins, aangedrongen bij de farmaceutische producenten op het delen
van kennis en intellectueel eigendom? Zo ja, kunt u een weergave van deze discussie
delen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 8
De onderhandelingen door de Europese Commissie gingen primair over de aankoop van
vaccins. De farmaceutische producenten waarmee de EU contracten zijn aangegaan hebben
wel bij subcontractors de productie uitbesteedt. Dus de farmaceutische bedrijven delen
hun kennis met subcontractors of er worden samenwerkingsverbanden opgezocht om hun
productiecapaciteit te vergroten. Het delen van intellectueel eigendom is, buiten
voorgenoemde, niet uitgebreid aan de orde geweest.
Het belang van brede toegankelijkheid wordt ook door de Europese Commissie onderstreept.
Zie ook het antwoord op vraag 6.
Vraag 9
Acht u het noodzakelijk dat actieve kennisoverdracht en het delen van intellectueel
eigendom wordt gepromoot om zo wereldwijde vaccintekorten in te perken? Zo ja, wat
doet u hier aan? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 9
Nee, niet per se. Het is van belang dat de farmaceuten die nu een geregistreerd vaccin
hebben, niet alleen de beschikbare productiecapaciteit binnen hun eigen organisatie
aanwenden om het vaccin te produceren. We constateren dat zij samenwerkingsverbanden
aan gaan met onderaannemers en ook andere farmaceutische bedrijven om de productie
in brede zin te realiseren.
Vraag 10
Hoe is Nederland, als officiële co-sponsor, betrokken bij het operationaliseren van
het Coronavirus Treatment Acceleration Program (C-TAP)? Welke concrete stappen heeft
u uitgevoerd, naast de steun uitroepen tijdens de vorige World Health Assembly?
Antwoord 10
In het kader van C-TAP wordt mede gesproken over het succesvol positioneren van de
patentpool. Met WHO wordt verder gesproken over de invulling van C-TAP, zodat de data
van bedrijven voldoende beschermd zijn en de noodzakelijke informatie wel breder gedeeld
kan worden. Nederland maakt deel uit van een kerngroep op C-TAP met Brazilië, Maleisië,
Pakistan en Zuid-Afrika, onder leiding van Costa Rica. Nederland spreekt tevens in
dit kader met Portugal om in het kader van het Europese voorzitterschap een symposium
te organiseren over C-TAP.
Vraag 11
Overweegt de Europese Commissie ook potentieel werkzame geneesmiddelen tegen COVID-19
gezamenlijk in te kopen? Zo ja, kunt u garanderen dat actieve kennisoverdracht en
het delen van intellectueel eigendom gesprek worden van de onderhandelingen?
Antwoord 11
Ja, de Europese Commissie overweegt ook potentieel werkzame geneesmiddelen tegen COVID-19
gezamenlijk in te kopen. En ingaand op het tweede gedeelte van uw vraag, nee, dat
kan ik niet garanderen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede namens
T. van Ark, minister voor Medische Zorg
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.