Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Alkaya over het bericht dat verzekeraars mogelijk meer dan 1 miljoen euro schade door de avondklokrellen gaan vergoeden
Vragen van het lid Alkaya (SP) aan de Ministers van Financiën en van Justitie en Veiligheid over het bericht dat verzekeraars mogelijk meer dan 1 miljoen euro schade door de avondklokrellen gaan vergoeden (ingezonden 12 februari 2021).
Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid), mede namens de Minister
van Financiën (ontvangen 11 maart 2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar
2020–2021, nr. 1955.
Vraag 1
Wat is de (geschatte) totale schade die aangericht is door de avondklokrellen?1
Antwoord 1
De totale verzekerde schade wordt na een eerste uitvraag onder verzekeraars geschat
op 1 miljoen euro. Daarnaast zal er ook een deel van de schade zijn die niet verzekerd
is. Hoe groot dat deel is, is op dit moment niet in te schatten.
Vraag 2
Welk percentage hiervan wordt vergoed door de verzekeraars? In welke verhouding wordt
schade vergoed door de verzekeraars of via de regeling bedrijvenschade coronarellen?
Kunt u deze verhouding bijhouden en hierover de Kamer inlichten?
Antwoord 2
Op dit moment is nog niet aan te geven welk deel van de schade wordt vergoed door
de verzekeraars en welke deel wordt vergoed via de regeling bedrijvenschade coronarellen.
De afhandeling van schades door verzekeraars is nog in volle gang. Daarnaast is nog
niet duidelijk hoe vaak er vervolgens een beroep zal worden op de regeling. Ik zal
hierover gegevens registreren en de Kamer hierover nader informeren.
Vraag 3
In welk deel van de polisvoorwaarden van de betrokken verzekeringen zijn vernielingen,
zoals bij de avondklokrellen, niet verzekerd? In hoeverre is het verbod op het verzekeren
van groot molest, artikel 3:38 Wet op het financieel toezicht (Wft), hier van toepassing?
Antwoord 3
Schade als gevolg van vernielingen door de avondklokrellen zal over het algemeen binnen
de polisvoorwaarden van de verzekering vallen, maar dat kan per verzekerde en verzekeraar
verschillen.
Als er sprake is van oproer en binnenlandse onlusten, ook wel groot molest genoemd,
mogen verzekeraars op grond van de Wet op het financieel toezicht geen dekking verlenen.
De Nederlandsche Bank heeft gemeld de avondklokrellen van afgelopen januari, mede
gegeven de wetsgeschiedenis, niet te beschouwen als groot molest. Het Verbond van
Verzekeraars (hierna: Verbond) heeft mij laten weten dat ook zo te zien.
Vraag 4, 5
Welke toets of toezicht op het proces wordt toegepast om te controleren dat verzekeraars
niet te makkelijk hun klanten doorsturen naar het schadefonds ondanks dat zij misschien
recht hebben op een schade-uitkering door de verzekeraar waar zij premie hebben betaald?
Gaat u minstens steekproefsgewijs controleren hoe de verzekeraars de polisvoorwaarden
hanteren? Deelt u de mening dat verzekeraars deze ruimhartig zouden moeten toepassen
in plaats van te strikt slechts de schade te vergoeden «conform de polisvoorwaarden»?2
Antwoord 4, 5
Verzekerden en verzekeraars hebben een verzekeringsovereenkomst met elkaar afgesloten.
Daarop zijn de afgesloten polisvoorwaarden van toepassing. De schade die is ontstaan
bij de rellen is bij uitstek schade die in de eerste plaats tussen verzekeraar en
verzekerde moet worden afgehandeld. De verzekerde heeft immers premie betaald, juist
om deze financiële risico’s af te dekken. Van verzekeraars wordt daarnaast, vanuit
hun maatschappelijke rol, verwacht dat zij hun verzekerden juist in dit soort situaties
bijstaan. Indien er sprake is van dekking onder de polisvoorwaarden dient de verzekeraar
de overeenkomst na te komen en de verzekerde schade te vergoeden.
Het Verbond heeft mij verzekerd dat de verzekeraars de schade zullen afwikkelen conform
de contractuele polisvoorwaarden. Het bestaan van de regeling bedrijvenschade coronarellen
doet hier niets aan af. Ik heb geen reden te twijfelen aan de zorgvuldige afhandeling
van schade als gevolg van de avondklokrellen door de verzekeraars. De afhandeling
van verzekerde schade op grond van de afgesloten verzekeringsovereenkomst is primair
een kwestie tussen verzekeraar en verzekerde. Ik zie hierin geen rol voor de overheid
en zie geen aanleiding om een steekproefsgewijze controle uit te voeren. De Rijksdienst
voor Ondernemend Nederland (RVO) zal vanzelfsprekend iedere aanvraag voor een beroep
op de regeling zorgvuldig beoordelen. Mocht ik van ondernemers signalen krijgen dat
verzekeraars hun claims onterecht afwijzen en doorverwijzen naar de regeling, dan
zal ik het Verbond daar uiteraard op aanspreken.
Vraag 6
Welke mogelijkheden zijn er om kosten van dit fonds terug te vorderen op verzekeraars
als blijkt dat zij mensen te makkelijk hebben doorverwezen naar het schadefonds?
Antwoord 6
Als er een aanvraag wordt ingediend bij de RVO moet het uitkeringenbericht en het
eventuele taxatierapport van de verzekering worden meegestuurd. Daarin staat de hoogte
van de schade en het door de verzekering uitgekeerde bedrag vermeld. Mochten er bij
de RVO vragen zijn over de uitkering door de verzekering, dan kunnen zij in overleg
treden met het Verbond dan wel de betreffende verzekeraar. In voorkomende gevallen
zal ik nader in gesprek gaan met het Verbond.
Vraag 7
Welke invloed heeft corona gehad op de winstcijfers en kosten van verzekeraars? Hoe
verhoudt dit zich tot de schade vanwege de avondklokrellen die onder de polissen zou
vallen?
Antwoord 7
Bij het Verbond van Verzekeraars zijn geen cijfers beschikbaar over de rendementen
van verzekeraars over 2020. Meer in het algemeen is het beeld van het Verbond dat
de meeste verzekeraars een redelijk normaal jaar hebben gehad, waarbij wel in veel
gevallen, in lijn met de ontwikkelingen bij hun klanten, de premieomzet lager was.
Enkele schadebranches springen er in negatieve zin uit. Met name verzekeraars van
evenementen, reis- en annulering en transport hebben flink hogere schades moeten uitkeren,
terwijl tegelijkertijd de premieomzet in 2020 (sterk) is gedaald. Deze daling zal
zich in 2021 vermoedelijk voortzetten.
Daarnaast heeft het Verbond mij laten weten dat verzekeraars bedrijven die als gevolg
van de coronamaatregelen in liquiditeitsproblemen zijn gekomen uitstel van (premie)betaling
hebben verleend. In hoeverre dit uiteindelijk leidt tot wanbetaling hangt af van de
verdere coronamaatregelen en de economische ontwikkelingen. Ook de gevolgen voor arbeidsongeschiktheid,
medische aansprakelijkheid en beroepsaansprakelijkheid zijn nog onduidelijk.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
W.B. Hoekstra, minister van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.