Schriftelijke vragen : Recht op reparatie van apparatuur
Vragen van de leden Dik-Faber (ChristenUnie) en Van Eijs (D66) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over recht op reparatie van apparatuur (ingezonden 10 maart 2021).
Vraag 1
Kent u het bericht «Recht op reparatie van apparatuur komt steeds dichterbij»?1
Vraag 2
Bent u ervan op de hoogte dat de aanschaf van «spullen»,conform onderzoek van CE Delft,
op nummer één staat in de klimaatimpact van de gemiddelde consument? Deelt u het standpunt
dat reparatie een veel prominentere plek moet krijgen in de circulaire economie en
de trits «reduce-reuse-recycle» altijd moet worden aangevuld met «repair»?
Vraag 3
Deelt u het beeld van reparateurs van het Repair Café dat repareren duur en onaantrekkelijk
blijft, ondanks de verschillende aanpassingen in de op 1 maart 2021 van kracht geworden
Europese verordening uit de Ecodesign-richtlijn?
Vraag 4
Klopt het dat vrijwillige reparateurs minder toegang hebben tot informatie en reserveonderdelen
om apparaten te repareren? Bent u bereid om vrijwillige reparateurs niet te beperken
in informatievoorziening en toegang tot reserveonderdelen om de door u genoemde onevenredige
belemmeringen te voorkomen?2
Vraag 5
Klopt het dat de stichting Repair Café, ondanks het aangenomen amendement-Dik-Faber/Van
Eijs (Kamerstuk 35 300 XII, nr. 10) waarin gehint wordt op langjarige, structurele financiering, niet jaarlijks gefinancierd
wordt?
Vraag 6
Kunt u onderzoeken hoe de reparatiecafés als onderdeel van de essentiële reparatie-infrastructuur
kunnen worden ondersteund zonder dat Europese regels betreffende staatssteun worden
overtreden? Zo nee, kunt u in overleg treden met de Europese instanties om ervoor
te zorgen dat stichtingen ten behoeve van reparatie blijvend ondersteund kunnen worden?
Indieners
-
Gericht aan
S. van Veldhoven-van der Meer, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat -
Indiener
R.K. Dik-Faber, Tweede Kamerlid -
Medeindiener
J.M. van Eijs, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.