Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van den Hul en Kuiken over de toename van seksueel geweld tijdens de coronacrisis
Vragen van de leden Van den Hul en Kuiken (beiden PvdA) aan de Minister van Justitie en Veiligheid, de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de toename van seksueel geweld tijdens de coronacrisis. (ingezonden 9 februari 2021).
Antwoord van Staatssecretaris Blokhuis (Volksgezondheid, Welzijn en Sport), mede namens
de ministers voor Rechtsbescherming en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (ontvangen
9 maart 2021)Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 1885.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht «Onderzoek Rutgers: jongeren hebben minder seks
en dates tijdens corona, wel meer seksueel geweld»?1
Antwoord 1
Ja, wij hebben kennisgenomen van dit bericht in de Volkskrant en de onderliggende
onderzoeken van Rutgers.
Vraag 2
Deelt u de mening dat deze toename van seksueel geweld uiterst zorgelijk is? Welke
stappen onderneemt u om hierop in te grijpen?
Antwoord 2
De aanpak van seksueel geweld heeft zeker onze aandacht, want elk geval van seksuele
grensoverschrijding is er een te veel. Slachtoffers van seksueel geweld kunnen altijd
terecht bij het CSG en Veilig Thuis voor hulp en advies of een melding doen bij politie
of Veilig Thuis.
Uit het onderzoeksrapport van Rutgers «Seksuele gezondheid van jongeren in Nederland
tijdens de coronacrisis» blijkt overigens niet dat seksueel geweld in de periode maart
tot december 2020 is toegenomen. Jongeren die meegenomen zijn in de steekproef geven
aan dat de meeste ervaringen met seksuele grensoverschrijding hebben plaatsgevonden
voor de coronacrisis.
Het is tegelijkertijd bekend dat slachtoffers vaak lang wachten met het doen van een
melding. Vandaar ook dat de Minister van Rechtsbescherming eind 2019 de campagne «Wat
kan mij helpen» is gestart om slachtoffers te motiveren snel professionele hulp te
zoeken als zij een nare seksuele ervaring hebben gehad. Voor een overzicht van de
stappen die gezet worden op het voorkomen en aanpakken van seksueel geweld verwijs
ik u naar de kamerbrief «interdepartementale aanpak seksueel geweld» van 4 februari
2021 met bijbehorend schema.3
Vraag 3
Heeft u zicht op de mate waarin deze stijging van seksueel geweld verband houdt met
huiselijk geweld? Zo nee, kunt u dat zo snel mogelijk onderzoeken?
Antwoord 3
Op basis van het onderzoeksrapport van Rutgers kan niet worden geconcludeerd dat er
sprake is van een stijging van seksueel geweld. De cijfers uit het onderzoek van Rutgers
kunnen niet goed vergeleken worden met cijfers uit eerdere onderzoeken. Dat komt mede
doordat de onderzoeksgroepen verschillen en het om een specifieke periode gaat.
Wel is er zicht op de mate waarin seksueel geweld verband houdt met huiselijk geweld.
De ministeries van VWS en JenV hebben de Prevalentiemonitor Huiselijk Geweld en Seksueel
Geweld laten ontwikkelen door het WODC en het CBS. Met dit onderzoek wordt tweejaarlijks
de aard en omvang gemeten van huiselijk geweld, seksuele intimidatie en seksueel geweld
via een steekproef onder de Nederlandse bevolking van zestien jaar en ouder. In de
eerste publicatie van de prevalentiemonitor in 2020 wordt geconstateerd dat er slechts
een kleine overlap bestaat tussen slachtofferschap van huiselijk geweld en het slachtofferschap
van seksueel geweld; 1 procent van de bevolking van zestien jaar of ouder werd slachtoffer
van seksueel geweld door iemand uit de huiselijke kring (familie-/gezinslid of (ex-)partner),
terwijl 8 procent slachtoffer werd van huiselijk geweld dat geen seksueel karakter
had. Seksueel geweld vindt voor het grootste deel niet in huiselijke kring plaats:
10 procent van de bevolking van zestien jaar of ouder is slachtoffer geweest van seksueel
geweld buiten huiselijke kring.4
Vraag 4
Heeft u contact gehad met politie en Openbaar Ministerie om te onderzoeken of zij
een gelijk beeld onderschrijven? Zo nee, bent u voornemens dat alsnog te doen?
Antwoord 4
Ik heb nauw contact met politie en OM over de ontwikkelingen op het gebied van seksueel
geweld tijdens de coronacrisis. Uit deze contacten blijkt dat er in 2020 sprake was
van een daling ten opzichte van 2019 in het aantal informatieve gesprekken en aangiftes
van seksueel geweld. Deze daling leidt tot een lagere instroom van zedenzaken bij
het OM. Voor de hele strafrechtketen is een monitor ingericht die maandelijks inzicht
geeft in de ontwikkeling van de werkvoorraden. De impact van corona wordt zo nauwkeuring
bijgehouden.
Vraag 5, 6
Ziet u reden tot zorgen over de algemene seksuele gezondheid van jongeren vanwege
de verstoringen die de coronamaatregelen hebben veroorzaakt?
Op welke manier kan extra aandacht worden gegeven aan het belang en nut van een gezond
seksleven onder jongeren, zodat de huidige restricties geen permanente schade aanrichten?
Antwoord 5, 6
Uit het onderzoek Seks onder je 25e (https://seksonderje25e.nl/) bleek dat het met de seksuele gezondheid onder jongeren vóór corona in het algemeen
goed was gesteld. Uit het recente onderzoek van Rutgers blijkt dat de coronamaatregelen
de seksuele ontwikkeling van jongeren belemmert. Of dit gevolgen heeft op de lange
termijn is nog niet te zeggen. Het onderzoek «Seks onder je 25e» wordt volgend jaar weer uitgevoerd en zal hopelijk meer informatie kunnen geven
over de gevolgen op de lange termijn. Er is voldoende reden om een vinger aan de pols
te houden en blijvend aandacht te schenken aan seksuele vorming. Momenteel wordt met
behulp van verschillende activiteiten en programma’s ook onder de huidige coronamaatregelen
informatie geboden aan jongeren en adolescenten over uiteenlopende thema’s op het
gebied van seksuele gezondheid. Een voorbeeld is het stimuleringsprogramma «Relaties
en Seksualiteit». Doel van dit programma is om een impuls te geven aan seksuele en
relationele vorming in het onderwijs. De aanvragen hiervoor vinden ook doorgang onder
de huidige coronamaatregelen. Een ander voorbeeld zijn de campagnes «Onbedoelde zwangerschappen»
en «Seksuele Gezondheid» die als doel hebben om de seksuele gezondheid onder jongeren
te bevorderen. De campagnes gaan over vragen die bij jongeren leven over seksualiteit,
anticonceptie en relaties en richten zich via diverse sociale mediakanalen op jongeren
en adolescenten. Via Sense.info kunnen jongeren informatie inwinnen over deze thematiek.
Jongeren kunnen bij veel GGD’en aankloppen voor advies en hulp bij seksualiteitsproblemen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P. Blokhuis, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede namens
I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
Mede namens
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.