Voorstel van wet : Voorstel van wet
35 755 Wijziging van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek en de Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek in verband met de verlenging van de minimale geldigheidsduur van cadeaubonnen tot twee jaar
ARTIKEL I
ARTIKEL II
ARTIKEL III
Nr. 2
VOORSTEL VAN WET
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de bescherming van consumenten
te versterken door de minimale geldigheidsduur van cadeaubonnen te verlengen tot twee
jaar;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen
overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden
en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
Aan artikel 236 van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek wordt, onder vervanging van
de punt aan het slot van onderdeel s door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd,
luidende:
t. dat de geldigheidsduur van een cadeaubon beperkt tot minder dan twee jaar.
ARTIKEL II
Na artikel 191 van de Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek wordt een artikel ingevoegd,
luidende:
Artikel 191a
Artikel 236, onderdeel t, van Boek 6 is niet van toepassing op een in de algemene
voorwaarden voorkomend beding bij een overeenkomst gesloten voor het tijdstip van
inwerkingtreding van die bepaling.
ARTIKEL III
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries,
autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering
de hand zullen houden.
Gegeven
De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,
De Minister voor Rechtsbescherming,
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.