Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Leijten over gestopte grenscontroles in Noord-Ierland en het EU-only gehalte van het akkoord met het Verenigd Koninkrijk
Vragen van het lid Leijten (SP) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over gestopte grenscontroles in Noord-Ierland en het EU-only gehalte van het akkoord met het Verenigd Koninkrijk. (ingezonden 11 februari 2021).
Antwoord van Minister Blok (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 5 maart 2021).
Vraag 1
Wat vindt u van het feit dat Noord-Ierland zelf heeft besloten personeel terug te
trekken na aanhoudende intimidaties aan de grens met het Verenigd Koninkrijk?1
Antwoord 1
De situatie in Noord-Ierland heeft de volle aandacht van het kabinet, de Europese
Commissie en de Ierse en Britse regeringen. Het bewaken en bewaren van de vrede en
stabiliteit op het Ierse eiland en verzekeren van eenieders veiligheid staat voorop.
Juist daarom zijn de afspraken in het Protocol Ierland/Noord-Ierland in het Terugtrekkingsakkoord
zo belangrijk: de daarin gemaakte afspraken voorkomen een grens op het Ierse eiland,
borgen de Goede Vrijdagakkoorden en beschermen de integriteit van de interne markt
van de Europese Unie. De Commissie staat in nauw contact met het VK, ook via het Gespecialiseerd
Comité Ierland-Noord-Ierland en het Gemengd Comité onder het Terugtrekkingsakkoord,
om zo snel mogelijk oplossingen te vinden voor de ontstane situatie. Het uitgangspunt
daarbij is dat die oplossingen worden gevonden binnen de afspraken in het Protocol
Ierland/Noord-Ierland. Het kabinet volgt dit proces nauwgezet. Het personeel dat controles
uitvoert in de havens in Noord-Ierland heeft inmiddels het werk weer hervat.
Vraag 2
Laat dit niet per definitie zien dat er bevoegdheden zijn die door de lidstaten zelf
kunnen worden uitgevoerd, en dus niet EU-only zijn?
Antwoord 2
De afspraken in het Protocol Ierland/Noord-Ierland vormen onderdeel van het Terugtrekkingsakkoord,
niet van de Handels- en Samenwerkingsovereenkomst (HSO) tussen de EU en het VK.
Een keuze om personeel terug te trekken in Noord-Ierland betreft een interne situatie
van het Verenigd Koninkrijk, waar Noord-Ierland onderdeel van uitmaakt. Een dergelijke
keuze van het VK raakt uiteraard aan de afspraken uit het Protocol Ierland/Noord-Ierland,
dat deel is van het Terugtrekkingsakkoord EU-VK dat als EU-only is gesloten, maar zegt niets over de juridische aard van het Terugtrekkingsakkoord
of de onderliggende interne bevoegdheidsverdeling tussen de Unie en haar lidstaten.
In algemene zin zijn lidstaten van de Unie gebonden om het Unierecht toe te passen.
Dat geldt ook voor internationale overeenkomsten van de Unie, die onderdeel zijn van
de Unierechtsorde en op grond van artikel 216, lid 2, VWEU verbindend zijn voor de
lidstaten. Met andere woorden, lidstaten zijn verplicht om internationale overeenkomsten
van de Unie toe te passen, ongeacht of de overeenkomst EU-only of gemengd is. Dat lidstaten gebonden zijn om het EU-only Terugtrekkingsakkoord toe te passen en ook de EU-only Handels- en Samenwerkingsovereenkomst (HSO) tussen de EU en het VK, zegt op zichzelf
niets over de aard van die overeenkomsten. Dat in het geval van de HSO sprake is van
een EU-only akkoord volgt uit de tekst van de overeenkomst en is het gevolg van een keuze van
de Raad met uitdrukkelijk steun van alle EU-lidstaten.
Vraag 3
Hoe ziet de inzet er volgens Nederland uit als het Verenigd Koninkrijk inderdaad ertoe
besluit om terug naar de tekentafel te gaan met de EU betreffende deze spanningen
aan de grens?
Antwoord 3
Het Terugtrekkingsakkoord, en het Protocol Ierland/Noord-Ierland als onderdeel daarvan,
is geratificeerd door zowel de EU als het VK en vormt daarmee onderdeel van bindend
internationaal recht. Wat Nederland en de EU betreft is er geen reden om de gemaakte
afspraken te veranderen. Eventuele kwesties met betrekking tot de implementatie of
toepassing van het terugtrekkingsakkoord worden in het daartoe bestemde Gespecialiseerd
Comité en het Gemengd Comité besproken.
Vraag 4
Hoe oordeelt u de tactische blunder die de Europese Unie heeft gemaakt door te oordelen
dat de strengere vaccincontroles tussen de grenzen van de EU en de buitengrenzen ook
zouden gelden voor Noord-Ierland en het Verenigd Koninkrijk?
Antwoord 4
De Europese Commissie heeft bij monde van Voorzitter Ursula von der Leyen op 10 februari
jl. aangegeven dat er fouten zijn gemaakt in aanloop naar de totstandkoming van het
export-autorisatiesysteem. Het kabinet had liever gezien dat dit proces anders was
verlopen, maar benadrukt dat de Europese Commissie uiteindelijk de in Artikel 16 van
het Protocol Ierland/Noord-Ierland genoemde passende vrijwaringsmaatregelen niet heeft
genomen.
Vraag 5
Bent u op de hoogte van het feit dat Duitsland en Frankrijk naar aanleiding van het
bereikte akkoord met het VK hoorzittingen in het parlement hebben gehad?
Antwoord 5
Ja.
Vraag 6
Kunt u overzichtelijk maken over welke zaken er in deze hoorzittingen concreet gesproken
is en welke zaken hierin werden bestempeld als niet EU-only?
Antwoord 6
Uit de tekst van de HSO volgt dat dit een EU-only akkoord is. Het betreft een overeenkomst tussen de EU (en dus niet ook de afzonderlijke
lidstaten) enerzijds en het VK anderzijds. Het Raadsbesluit tot ondertekening en voorlopige
toepassing2 van de overeenkomst is op 29 december jl. door de Raad met eenparigheid van stemmen
van de 27 EU-lidstaten aangenomen. In overweging 6 van dit Raadsbesluit is neergelegd
dat, gezien de uitzonderlijke en unieke aard van de HSO, de Raad gebruik maakt van
de mogelijkheid dat de Unie haar externe bevoegdheid ten aanzien van het VK uitoefent.
Door het vaststellen van het Raadsbesluit tot ondertekening heeft de Raad met uitdrukkelijke
steun van alle EU-lidstaten de keuze gemaakt voor een EU-only akkoord.
Het kabinet gaat niet over de procedurele dan wel inhoudelijke behandeling van het
akkoord in de parlementen van de overige 26 EU-lidstaten. Uiteraard kunnen parlementen
in de overige 26 EU-lidstaten net als uw Kamer besluiten het akkoord, dat reeds voorlopig
wordt toegepast, alsnog te behandelen. Dit laat echter onverlet dat de HSO een EU-only akkoord is en dat met het vaststellen van het Raadsbesluit tot ondertekening alle
27 EU-lidstaten deze status uitdrukkelijk hebben onderschreven, zoals hierboven uiteengezet.
Vraag 7
Waarom denkt u dat deze landen ertoe hebben besloten om tot een meer uitgebreide wijze
het handelsakkoord te behandelen dan in Nederland?
Antwoord 7
Gedurende de onderhandelingen over de terugtrekking van het VK uit de EU heeft het
kabinet zich er steeds voor ingespannen om het Nederlandse parlement zo snel en volledig
mogelijk te informeren over de stand van zaken. Zo ontving uw Kamer een procesbrief
voor de goedkeuring van het bereikte akkoord op dezelfde dag dat het akkoord werd
gepubliceerd3 en twee dagen later een kabinetsappreciatie van de HSO4. Daarnaast heeft een technische briefing en een Notaoverleg ter bespreking van de
HSO plaatsgevonden op 28 december jl. Deze planning was erop gericht om uw Kamer voorafgaand
aan de besluitvorming over het Raadsbesluit tot ondertekening en voorlopige toepassing
te informeren. Sinds 1 januari wordt de HSO voorlopig toegepast. Voor zover bekend
bij het kabinet zijn de parlementen van overige lidstaten in het kerstreces (dus voorafgaand
aan voorlopige toepassing) niet bijeengekomen om de HSO te bespreken zoals dat in
Nederland is gedaan. Uiteraard kunnen parlementen in de overige 26 EU-lidstaten, net
als uw Kamer, besluiten het akkoord dat reeds voorlopig wordt toegepast alsnog te
behandelen.
Vraag 8
Kunt u uitleggen wat momenteel de beleidsmatige of juridische fundering geeft om de
niet EU-only elementen in Nederland goed te keuren?
Antwoord 8
Uit de tekst van de HSO volgt dat dit een EU-only akkoord is. Door het vaststellen van het Raadsbesluit tot ondertekening heeft de
Raad met uitdrukkelijk steun van alle EU-lidstaten de keuze gemaakt voor een EU-only akkoord. De Raad kan, na goedkeuring door het Europees Parlement, het besluit tot
sluiting van het akkoord vaststellen. Dit besluit zal, net als het Raadsbesluit tot
ondertekening, artikel 217 VWEU als materiële rechtsgrondslag hebben, en als gevolg
daarvan met eenparigheid moeten worden vastgesteld. In de brieven van 27 december
jl., 4 januari jl. en 26 januari jl. en 12 februari jl.5 wordt de juridische aard van het akkoord nader toegelicht.
Vraag 9
Is het aannemen van Artikel X een reden geweest voor u om de procedures omtrent het
Handelsakkoord te laten lopen zoals ze nu zijn ingepland?
Antwoord 9
Nee. Artikel X bevat een wettelijke grondslag om gedurende 6 maanden bij amvb of ministeriële
regeling voorzieningen te treffen in situaties waarin de bestaande wettelijke kaders
niet voorzien. Dit artikel staat geheel los van de juridische aard van de HSO tussen
de EU en het VK en de besluitvormingsprocedures die daar het gevolg van zijn en heeft
daar ook geen enkele rol in gespeeld.
Vraag 10
Bent u alsnog bereid om meer uitgebreide procedures omtrent de impact van het Handelsakkoord
voor te stellen?
Antwoord 10
Uw Kamer heeft op 15 februari jl. een brief ontvangen met daarin een uiteenzetting
van de ervaringen van de eerste periode na het aflopen van de overgangsperiode. Naar
verwachting zullen de EU-VK betrekkingen en de implementatie van de HSO regelmatig
geagendeerd worden op Raadsbijeenkomsten, hetgeen ook de gelegenheid biedt hierover
met uw Kamer te spreken. Voorts gaat uw Kamer over zijn eigen agenda.
Vraag 11
Wat bent u van plan concreet te doen om de Kamer op een duidelijke manier mee te nemen
in de gevolgen van het handelsakkoord en de invloed die de Kamer heeft op het akkoord?
Antwoord 11
Gedurende de onderhandelingen over de terugtrekking van het VK uit de EU heeft het
kabinet zich er steeds voor ingespannen om het Nederlandse parlement zo snel en volledig
mogelijk te informeren over de stand van zaken. Ook nu het akkoord van toepassing
is, zal het kabinet deze inspanning voortzetten. Uw Kamer heeft op 15 februari jl.
een brief ontvangen met daarin een uiteenzetting van de ervaringen van de eerste periode
na het aflopen van de overgangsperiode. Naar verwachting zullen de EU-VK-betrekkingen
en de implementatie van de HSO regelmatig geagendeerd worden op Raadsbijeenkomsten,
hetgeen ook de gelegenheid biedt hierover met uw Kamer te spreken. Voorts gaat uw
Kamer over zijn eigen agenda.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.