Schriftelijke vragen : Miljoenenfraude bij de landsadvocaat
Vragen van de leden Van Nispen en Leijten (beiden SP) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over miljoenenfraude bij de landsadvocaat (ingezonden 5 maart 2021).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de berichtgeving rondom de miljoenenfraude bij de landsadvocaat?1
2
3
Vraag 2
Hoe verklaart u dat deze fraude zo lang onder de radar heeft kunnen blijven? Wat zegt
dit over de staat van toezicht door het kantoor zelf?
Vraag 3
Is er voldoende capaciteit bij de onafhankelijke toezichthouder, maar ook bij opsporingsdiensten
om ingewikkelde fraudezaken op te sporen? Zo ja, waaruit blijkt dat?
Vraag 4
Vindt u het wenselijk dat aan het zogenoemde «vier-ogen-principe» door kantoren zelf
vorm kan worden gegeven? Zo ja, waarom? Wat zegt het over het systeem als het zelfs
bij de landsadvocaat dus niet goed geregeld lijkt te zijn? Is hier geen sprake van
te veel vrijblijvendheid?
Vraag 5
Welke digitale controlemogelijkheden zijn er die meer recht doen dan het vier-ogen-principe?
Bent u bereid deze controlemogelijkheden verplicht te stellen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 6
Hoe kan het dat pas na «intern» onderzoek van Deloitte is overgegaan tot maatregelen
als het aanstellen van een compliance officer, het controleren of notarissen nog andere
functies vervullen bij andere stichtingen en het opnemen van contact met de begunstigde
om de juistheid van een overboeking te controleren? Waarom zijn deze overduidelijke
omissies nooit eerder ontdekt door bijvoorbeeld de onafhankelijk toezichthouder en
de extern accountant? Wat zegt dit over de kwaliteit en zorgvuldigheid van dit toezicht?
Vraag 7
Waarom werkt de overheid eigenlijk met een «landsadvocaat», zonder daarbij een opdracht
aan te besteden? Kunt u verduidelijken waarom deze werkwijze wenselijk is?
Vraag 8
Bent u het met de mening eens dat de overheid alleen zaken zou moeten doen met instanties
die van onbesproken gedrag zijn? Kan de overheid wat u betreft nog steeds zaken blijven
doen met Pels Rijcken? Zo ja, waarom?
Vraag 9
Kunt u verklaren waarom u: «geen aanleiding tot zorg [heeft] ten aanzien van de kwaliteit
en legitimiteit van de landsadvocaat», terwijl de zaak nog bij het Openbaar Ministerie
en het Bureau Financieel Toezicht (BFT) ligt? Loopt u hiermee niet te ver vooruit
op mogelijke uitkomsten van de diverse onderzoeken die nu lopen tegen Pels Rijcken?
Vraag 10
Waarom sprak u in uw brief van 2 maart jl. aan de Kamer slechts over het feit dat
volgens uw eigen onderzoek (uitgevoerd door kantoor Houthoff) uit niets bleek dat
de rijksoverheid benadeeld zou zijn? Heeft kantoor Houthoff slechts onderzoek gedaan
naar zaken aangaande het Rijk? Zo ja, waarom? Zo nee, waar heeft kantoor Houthoff
dan precies onderzoek naar gedaan?4
Vraag 11
Wist u op het moment dat u bovengenoemde brief aan de Kamer stuurde van de misstanden
bij gemeenten en provincies, zoals die door NRC nu gepubliceerd zijn? Zo ja, waarom
heeft u de Kamer hierover niet geïnformeerd in de brief van 2 maart jongstleden? Zo
nee, waarom wist u hier niets van, maar kon het NRC dit klaarblijkelijk wel boven
tafel krijgen?5
Indieners
-
Gericht aan
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid -
Indiener
Michiel van Nispen, Kamerlid -
Medeindiener
R.M. Leijten, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.