Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van Raan en Van Esch over het bericht dat studenten van de Erasmus Universiteit een tweede camera moeten gebruiken bij tentamens
Vragen van de leden Van Raan en Van Esch (beiden PvdD) aan de Ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht dat studenten van de Erasmus Universiteit een tweede camera moeten gebruiken bij tentamens. (ingezonden 22 januari 2021).
Antwoord van MinisterVan Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen
2 maart 2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 1618.
Vraag 1
Kent u het bericht «Studenten moeten telefoon als tweede camera gebruiken bij proctoringtentamens»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Klopt het dat de Erasmus Universiteit, naast de webcam van de laptop, nu ook nog een
tweede camera verplicht stelt bij het maken van tentamens? Zo nee, hoe zit het dan?
Antwoord 2
Het College van Bestuur van Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR) heeft besloten om
bij bepaalde online gesurveilleerde tentamens een tweede camera in te zetten. Dit
op basis van signalen dat de bestaande maatregelen in sommige gevallen niet toereikend
zouden zijn. Er is een nieuwe vorm van mogelijkheid tot fraude opgekomen. Het gaat
hier om het omzeilen van een beveiligingssysteem dat erop is gericht te voorkomen
dat studenten tijdens het afleggen van een tentamen toegang hebben tot lesstof. De
EUR heeft aan de leverancier van de proctoring software gevraagd om mee te denken
over een manier om deze vorm van fraude verder tegen te gaan. Hierna heeft de EUR
besloten een tweede camera in te zetten bij het maken van bepaalde tentamens. Overigens
wordt bij het merendeel van tentamens geen proctoring gebruikt.
Via toevoeging van de tweede camera krijgt de surveillant een completer beeld van
de tentamenomgeving en het beeldscherm van de student. De tweede camera registreert
wat er op het scherm van de laptop gebeurt. Dit kan vanuit de frontcamera niet. Op
deze manier wil de EUR de kwaliteit van het tentamineren waarborgen en daarmee de
kwaliteit van het diploma.
Vraag 3 en 4
Deelt u de mening dat de Erasmus Universiteit met deze buitenproportionele stap volkomen
de verkeerde kant op beweegt? Zo nee, waarom niet?
In hoeverre past deze werkwijze van de Erasmus Universiteit binnen de huidige privacywetgeving?
Antwoord 3 en 4
Instellingen dienen zelf op basis van specifieke omstandigheden te bepalen welke maatregelen
zij nodig achten om fraude bij tentamens te minimaliseren om zo de kwaliteit van tentamens
en diploma’s te kunnen waarborgen. Daarbij dienen ze ook rekening te houden met de
privacy van de student en de studievoortgang.
De EUR heeft voor de inzet van een tweede camera een risicoanalyse uitgevoerd en de
belangen van verschillende stakeholders hierin meegenomen. De Functionaris Gegevensbescherming
(FG) is betrokken geweest bij de risicoanalyse. Naar aanleiding van het advies stelt
de FG vast dat er een zorgvuldige afweging heeft plaatsgevonden, conform de maatstaven
van de AVG, naar aanleiding van de gebleken risico op fraude. De EUR heeft aangegeven
dat de inzet van een tweede camera wordt gestaakt wanneer er een alternatieve toetsingsvorm
beschikbaar is voor de betreffende tentamens.
Ten slotte heeft EUR aangegeven dat indien een student bezwaar heeft tegen het gebruik
van proctoring, de EUR bereid is om aan de student een alternatief tentamen op locatie
te bieden.
Vraag 5
Bent u bereid om de Erasmus Universiteit terug te fluiten? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Ik roep onderwijsinstellingen op om terughoudend te zijn met de inzet van een tweede
camera bij online tentaminering en alleen over te gaan op deze maatregel als het strikt
noodzakelijk wordt geacht. Ik zal dit punt ook aankaarten in mijn gesprekken met de
koepelorganisaties.
De EUR heeft naar aanleiding van gesprekken met de universiteitsraad toegezegd het
afleggen van onlinetentamens met meekijksoftware tot een minimum te beperken. Ook
heeft de EUR aangegeven dat zij blijven zoeken naar andere maatregelen die de kwaliteit
van tentaminering kunnen waarborgen.
Vraag 6
Deelt u de mening dat de inzet van meekijksoftware bij tentamens zo snel mogelijk
moet stoppen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Het is van groot belang dat studenten zo min mogelijk studievertraging oplopen in
deze crisis. Het afnemen van tentamens in deze crisis blijft één van de grote uitdagingen
voor de instellingen en docenten. Instellingen zetten daarom meer in op privacy-vriendelijke
alternatieven zoals openboektentamens, mondelinge tentamens, inleveropdrachten en
tentamens op locatie. In sommige gevallen zijn al deze alternatieven niet geschikt
en wordt overgegaan op de inzet van proctoring software. Instellingen dienen op basis
van de specifieke omstandigheden zelf te bepalen welke toetsingsvorm en eventuele
maatregelen zij nodig achten.
Ik wil wel benadrukken dat indien een onderwijsinstelling een toets of tentamen op
een veilige manier kan organiseren die minder inbreuk maakt op de privacy van de student,
de instelling voor deze alternatieve toetsingsvorm moet kiezen. Dit komt overeen met
de richtlijnen van de AP, SURF en de motie van Futselaar2.
Vraag 7 en 8
Kunt u inzichtelijk maken hoe ver de verschillende onderwijsinstellingen op dit moment
zijn met het zo snel mogelijk stoppen met de inzet van meekijksoftware?
Hoe gaat u de Erasmus Universiteit en andere onderwijsinstellingen helpen om zo snel
mogelijk te stoppen met het inzetten van meekijksoftware?
Antwoord 7 en 8
Zoals ik al aangaf bij vraag 6, is het afnemen van tentamens een van de grote uitdagingen
voor hoger onderwijsinstellingen. Om studievertraging te voorkomen, kan de inzet van
proctoring en online surveillance noodzakelijk zijn. Instellingen die dergelijke software
gebruiken, dienen zich daarbij wel aan de AVG te houden.
Indien een student bezwaar heeft tegen de verwerking van persoonsgegevens met proctoring
en online surveillance kan de student de instelling verzoeken om een alternatief aan
te bieden. Instellingen zijn welwillend om in deze gevallen een alternatieve vorm
van toetsing aan te bieden, bijvoorbeeld een tentamen op locatie. Tegelijkertijd ontvang
ik ook signalen van studenten die uit gezondheidsoverwegingen liever een online tentamen
maken dan het tentamen op locatie afleggen. Denk hierbij aan studenten die in quarantaine
moeten of tot de risicogroepen voor het coronavirus behoren. Voor deze studenten geldt
dat proctoring en online surveillance juist een oplossing biedt. Ook internationale
studenten, topsporters en studenten die mantelzorg verrichten, ervaren de meerwaarde
van deze software. Het lijkt me daarom waardevol dat instellingen tijdens maar ook
na de crisis, flexibele tentaminering (blijven) bieden aan de student.
Vraag 9
Erkent u dat het in de praktijk – met de nodige aanpassingen – in principe nog steeds
mogelijk is om veilige fysieke tentamens te organiseren? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 9
Het is sinds de zomer van 2020 voor onderwijsinstellingen weer mogelijk om tentamens
op locatie te organiseren, zolang zij de richtlijnen van het RIVM in acht nemen. Ook
in de huidige lockdown mogen onderwijsinstellingen tentamens op locatie organiseren.
Veel instellingen organiseren ook een deel van de tentamens op locatie.
Vraag 10
Erkent u dat het in veel gevallen prima mogelijk is om tentamens op te stellen, waarbij
afkijken geen zin heeft en er dus ook geen meekijksoftware geïnstalleerd hoeft te
worden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 10
Ik erken dat in veel gevallen (andere)manieren van tentaminering mogelijk zijn waarbij
de inzet van online surveillance of proctoring software niet noodzakelijk is. Denk
hierbij aan openboektentamens, mondelinge toetsen, tentamens op locatie en inleveropdrachten.
Veel instellingen gebruiken ook deze alternatieve vormen van tentaminering. Het is
echter aan de instelling om zelf aan de hand van de specifieke omstandigheden te bepalen
of deze alternatieve toetsingsvormen mogelijk zijn voor hetgeen ze willen toetsen.
Sommige toetsingsvormen, zoals kennisgerichte toetsen, zijn echter fraudegevoeliger.
Bij deze toetsingsvormen geldt dat online surveillance en proctoring er voor zorgen
dat de fraudemogelijkheden worden geminimaliseerd en de kwaliteit van de toetsing
wordt geborgd. Het is aan de opleidingen, docenten en examencommissies om tentamens
op te stellen en om te besluiten of én welke vorm van online surveillance daarbij
nodig is. De onderwijsinstelling dient wel aan te tonen waarom het gebruik van proctoring
software gerechtvaardigd is.
Indien de onderwijsinstelling niet kan aantonen dat de dwingende gerechtvaardigde
belangen van de onderwijsinstelling zwaarder wegen dan de belangen, rechten en vrijheden
van de student, moet er een passende alternatieve vorm van toetsing worden aangeboden
die de privacy-bezwaren van de student in voldoende mate wegneemt.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.