Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Lacin en Van Kent over het bericht dat Maersk 24 Nederlandse werknemers op straat zet
Vragen van de leden Lacin en Van Kent (beiden SP) aan de Ministers van Infrastructuur en Waterstaat en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht dat Maersk 24 Nederlandse werknemers op straat zet (ingezonden 10 februari 2021).
Antwoord van Minister Van Nieuwenhuizen Wijbenga (Infrastructuur en Waterstaat), mede
            namens de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (ontvangen 2 maart 2021).
         
Vraag 1, 2
            
Wat is uw oordeel over het bericht «Radeloze Nederlandse Maersk-crew vraagt hulp aandeelhouders»?1
Wat vindt u ervan dat 24 Nederlandse werknemers van Maersk hun werk kwijtraken omdat
               het voor het bedrijf blijkbaar lucratiever is om voor een Liberiaanse vlag te kiezen?
            
Antwoord 1, 2
            
Ik betreur dat Maersk deze schepen uit het Nederlandse register heeft gehaald. Nederlandse
               zeevarenden zijn van belang voor het maritieme cluster. Ik heb begrepen dat het interne
               overwegingen van Maersk waren, die tot het omvlaggen hebben geleid. Maersk heeft het
               aantal vlaggen teruggebracht en als Deens bedrijf daarbij gekozen voor één Europese
               vlag (de Deense «moeder» vlag) en één of twee niet Europese vlaggen. Aangezien het
               hier om individueel bedrijfsbeleid gaat, is het niet aan mij om een oordeel over deze
               keuze te vormen.
            
Vraag 3
            
Klopt het dat het bedrijf deze 24 arbeidsplaatsen niet schrapt, maar de Nederlandse
               werknemers vervangt door goedkopere werknemers uit andere landen wanneer deze Nederlandse
               werknemers een deel van hun arbeidsomstandigheden niet willen opgeven?
            
Antwoord 3
            
Uit het artikel maak ik op dat deze groep zeevarenden wel werk is geboden, maar tegen
               slechtere arbeidsvoorwaarden. Vakbond Nautilus International, die deze groep Nederlandse
               zeevarenden steunt, heeft daarbij aangegeven dat deze slechtere arbeidsvoorwaarden
               onmogelijk kunnen worden geaccepteerd.
            
In de zeevaart is het een gegeven dat de vlaggenstaat maatgevend is voor de arbeidsomstandigheden
               en arbeidsvoorwaarden van de zeevarenden aan boord van de schepen.
            
Vraag 4
            
Met welke veranderingen in arbeidsvoorwaarden zullen deze medewerkers akkoord moeten
               gaan als zij onder Liberiaanse arbeidsvoorwaarden in dienst zouden blijven?
            
Antwoord 4
            
Daar ben ik niet van op de hoogte. Het is aan de zeevarenden om daar een oordeel over
               te vormen. Op Nederlands gevlagde schepen geldt dat de arbeidsvoorwaarden bij CAO
               (Handelsvaart) zijn geregeld. Andere vlaggenstaten hebben andere arbeidsvoorwaarden.
            
Vraag 5
            
Bent u het eens dat het getuigt van slecht werkgeverschap wanneer een bedrijf werknemers
               op straat zet om goedkopere werknemers aan te nemen?
            
Antwoord 5
            
In de context van het bericht waar de vragen over gesteld worden kan ik alleen vaststellen
               dat Maersk de keuze maakt om deze schepen niet meer onder de Nederlandse vlag te laten
               varen. Dat is een interne bedrijfsaangelegenheid en het is niet aan mij om individueel
               bedrijfsbeleid te beoordelen.
            
Zonder te willen suggereren dat in het onderhavige geval hiervan sprake zou zijn,
               wil ik in algemene zin opmerken dat, indien gekozen wordt voor een vlag met als enig
               doel te besparen op arbeidskosten en sociale lasten en daarmee internationale regels
               te ontduiken, de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en ik dit zien als
               een vorm van «social dumping». Er is internationale regelgeving op het gebied van
               arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden voor zeevarenden, zoals vastgelegd in
               het Maritiem Arbeidsverdrag (MAV) 2006. Het is de verantwoordelijkheid van de verdragspartijen
               om het verdrag te implementeren in nationale wetgeving en hierop toezicht uit te oefenen
               en te handhaven ten aanzien van de schepen die onder hun rechtsbevoegdheid vallen.
            
Vraag 6
            
Bent u bekend met het in het artikel aangehaalde gentlemen’s agreement uit 2011 die
               de arbeidsplaatsen van deze werknemers zou moeten beschermen? Kunt u aangeven hoe
               bindend deze overeenkomst is?
            
Antwoord 6
            
Voor zover ik begrijp betreft dit een agreement tussen vakbond Nautilus International
               en Maersk. Over de status en het juridische bindend zijn van de afspraak kan ik geen
               uitspraak doen.
            
Vraag 7
            
Bent u, of iemand anders in het kabinet, bereid contact op te nemen met Maersk om
               te kijken of er een oplossing kan worden gevonden voor de 24 Nederlandse werknemers?
               Is het bijvoorbeeld een optie dat de boten van Maersk verder varen onder een Europese
               vlag?
            
Antwoord 7
            
Het is niet aan mij, mijn collega van Sociale Zaken en Werkgelegenheid of één van
               onze collega’s om in deze interne aangelegenheden van Maersk te treden. Vakbond Nautilus
               International steunt deze zeevarenden in hun verzoek aan de aandeelhouders van dit
               Deense bedrijf. Het is aan werkgever en werknemer om tot een oplossing te komen.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
 C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- 
              
                  Mede namens
 W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.
