Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Hijink over het bericht 'Restcapaciteit reguliere zorg bleef lang onbenut'
Vragen van het lid Hijink (SP) aan de Minister voor Medische Zorg over het bericht «Restcapaciteit reguliere zorg bleef lang onbenut» (ingezonden 9 februari 2021).
Antwoord van Minister Van Ark (Medische Zorg) (ontvangen 2 maart 2021).
Vraag 1
Wat is uw reactie op het bericht «Restcapaciteit reguliere zorg bleef lang onbenut»?1
Antwoord 1
Het artikel bevestigt voor mij de noodzaak om de lessen van de eerste coronagolf van
maart 2020 verder te ontwikkelen en toe te passen binnen het Nederlandse zorgstelsel.
Deze lessen zijn onder andere verwerkt in het tijdelijk beleidskader voor het waarborgen
acute zorg in de covid-19 pandemie2 dat ik op 23 oktober heb gedeeld met de Kamer. Met behulp van dit tijdelijk beleidskader
beoog ik de toegankelijkheid van de acute en kritiek planbare zorg zo goed mogelijk
te waarborgen, met in heel Nederland een zo gelijk en evenwichtig mogelijk niveau
van toegankelijkheid van zorg voor de patiënten.
Vraag 2
Vindt u het ook schokkend dat de restcapaciteit voor reguliere zorg gedurende de eerste
coronagolf vanwege strategische belangen gedeeltelijk onbenut is gebleven?
Antwoord 2
Er zijn mij geen feiten bekend over zorgcapaciteit die tijdens de eerste golf doelbewust
onbenut is gebleven. Er zijn geen afspraken gemaakt tussen zorgaanbieders en zorgverzekeraars
dat bepaalde zorg niet geleverd mocht worden en er zijn in dat kader ook geen beperkingen
opgelegd in het verlenen van zorg aan individuele patiënten.
Dat er restcapaciteit voor reguliere zorg gedurende de eerste golf gedeeltelijk onbenut
is gebleven komt voort uit verschillende redenen. Vanwege een zeer plotselinge toename
van patiënten op de verpleegafdelingen en de Intensive Care (IC) is in de eerste coronagolf
besloten tot het nationaal afschalen van reguliere zorg om capaciteit te creëren voor
de opvang of overname van patiënten. In deze acute setting waarin er per regio en
zelfs per instelling verschillend was afgeschaald was het moeilijk om de restcapaciteit
van de reguliere zorg in kaart te brengen.
Een andere reden dat er onvolledig gebruik is gemaakt van de beschikbare reguliere
zorg is dat er minder verwijzingen hebben plaatsgevonden omdat veel mensen die niet
naar de huisarts gingen dat niet durfden of de zorg niet verder wilden belasten. Daarnaast
zijn er ook patiënten die niet de voorkeur hebben, met name bij complexe behandelingen
of ingrepen, om verwezen te worden naar een andere zorginstelling en/of behandelend
arts om eerder zorg te kunnen ontvangen.
Vraag 3
Begrijpt u de beslissing van covid-ziekenhuizen om patiënten niet door te verwijzen
naar plekken waar nog wel plaats was, uit angst om deze patiënten kwijt te raken?
Deelt u de mening dat deze beslissing van de ziekenhuizen veroorzaakt is door de rol
van concurrentie in het zorgstelsel? Zo ja, ziet u hierin ook bewijs dat concurrentie
niet thuishoort in de zorg?
Antwoord 3
Zoals in het voorgaande antwoord is toegelicht, zijn er geen feiten of signalen bekend
over het (al dan niet doelbewust) onthouden van zorg aan mensen terwijl die wel beschikbaar
was.
Bij het besluit om patiënten over te plaatsen spelen veel verschillende overwegingen,
waaronder natuurlijk het belang van continuïteit in de behandeling en de eigen voorkeur
van patiënten. Er zijn geen concrete signalen bekend dat financiële overwegingen een
rol hebben gespeeld bij het besluit om patiënten al dan niet over te plaatsen of door
te verwijzen.
Veldpartijen hebben aangegeven dat overwegingen rond concurrentie in sommige gevallen
belemmerend hebben gewerkt bij de totstandkoming van samenwerkingsafspraken, maar
er zijn ook juist in deze periode diverse nieuwe vormen van samenwerking opgezet.
Zo was er een veel grotere behoefte aan samenwerking en regie, bijvoorbeeld op het
gebied van coördinatie van IC-capaciteit, dan in een normale situatie en die ruimte
is er ook binnen het huidige stelsel. Zorgverzekeraars hebben intensief samengewerkt
om de zorg toegankelijk te kunnen houden. Ze hebben bijvoorbeeld snel samen regelingen
kunnen en mogen optuigen om zorgaanbieders financieel comfort te geven. Hierin was
marktwerking nadrukkelijk niet het leidende principe, maar continuïteit van zorg en
hiermee zijn de randvoorwaarden geschapen waarbinnen zorgaanbieders zich maximaal
konden richten op het belang van de patiënt.
Overigens zijn patiënten niet afhankelijk van een verwijzing om te wisselen van zorgaanbieder.
Zij kunnen zelf contact opnemen met hun zorgverzekeraar voor zorgbemiddeling, of rechtstreeks
met een andere zorgaanbieder. De NZa heeft het ontsluiten van informatie over het
aanbod van reguliere zorg bevorderd en ook zijn financiële afspraken gemaakt over
het zo efficiënt mogelijk benutten van de beschikbare capaciteit.
Vraag 4
Heeft u enig inzicht in de omvang van de zorg die niet is doorgegaan terwijl er wel
restcapaciteit beschikbaar was en wat de gevolgen zijn van deze uitgestelde zorg?
Zo nee, bent u bereid dit te onderzoeken?
Antwoord 4
Gedurende de eerste coronagolf bleef de (semi-)acute en kritiek planbare zorg beschikbaar,
en tevens werden manieren gevonden om zorg te vervangen zoals bijvoorbeeld het videoconsult
om zorg op afstand te blijven leveren. Wanneer
afspraken voor reguliere zorg werden uitgesteld had dit niet als gevolg dat mensen
géén zorg zouden ontvangen.
De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft nader onderzoek gedaan naar de beschikbaarheid
van zorg door de wachttijden landelijk en regionaal in kaart te brengen en te vergelijken
met de treeknorm. Het aantal overschrijdingen van de treeknorm voor de polikliniek
en diagnostiek lag in juni en juli van 2020 ongeveer op het niveau van begin 2020.
Voor behandelingen in het ziekenhuis is er sprake van een lichte stijging van het
aantal overschrijdingen van de treeknorm, waarbij er behoorlijke regionale verschillen
zijn. Voor verschillende behandelingen in het ziekenhuis waren de wachttijden ook
voor de corona-uitbraak al langer dan de Treeknormen.
Op basis van de gegevens van ZorgDomein kan geconcludeerd worden dat tijdens de eerste
golf van de coronacrisis het aantal verwijzingen van huisartsen naar het ziekenhuis
over de gehele breedte van de zorg was afgenomen. Vanaf begin april nam het aantal
verwijzingen weer gestaag toe en was in augustus gestabiliseerd rond het niveau van
eerdere jaren. Een deel van deze verwijzingen zullen niet ingehaald hoeven worden,
omdat klachten vanzelf zijn overgegaan of op een andere manier aan de zorgvraag (bijvoorbeeld
door de huisarts) is voldaan. Een deel echter zal nu een zwaardere zorgvraag zijn.
Vraag 5
Hoe beoordeelt u de opmerking dat de vangnetregeling van de zorgverzekeraars bijdraagt
of heeft bijgedragen aan het feit dat covid-ziekenhuizen hun patiënten niet doorverwezen
naar andere plekken waar wel capaciteit was, aangezien gesteld wordt dat «de verzekeraar
niet twee keer gaat betalen en liever de wachtlijsten wat laat oplopen»? Indien u
dit signaal herkent, bent u bereid zorgverzekeraars hierop aan te spreken en in te
zetten op een aanpassing van de vangnetregeling?
Antwoord 5
Ik ben van mening dat het onwenselijk is als er reguliere zorg onnodig wordt uitgesteld
vanwege de vangnetregeling. De vangnetregeling van verzekeraars heeft dat ook niet
als doel. Ongeacht het bestaan van een vangnetregeling kunnen verzekerden die te lang
moeten wachten bij een bepaalde zorgaanbieder zich melden bij hun zorgverzekeraar
voor zorgbemiddeling.
Ik ken geen feiten of signalen over zorgverzekeraars die doelbewust de wachtlijsten
zouden hebben laten oplopen. Met alle ziekenhuizen en klinieken zijn in 2020 continuïteitsregelingen
getroffen, wat maakte dat zij gecompenseerd zijn voor productieverlies. Daarbij is
steeds aangegeven dat bij het verplaatsen van patiënten naar een kliniek de financiering
moet volgen en dat tussen ziekenhuis en kliniek een financiële afrekening moet plaatsvinden.
Anders wordt de zorg dubbel betaald en dat is ook in een pandemie niet gewenst en
verantwoord. Zorgverzekeraars werken samen met de NZa aan het inzichtelijk krijgen
van de beschikbare capaciteit en nemen deze inzichten mee naar de ROAZ-tafels en zorgbemiddeling.
Het is belangrijk om te realiseren dat klinieken niet alle reguliere zorg kunnen leveren,
omdat ze hiervoor niet geëquipeerd zijn. Het is daarom in een situatie als de covid-pandemie
onvermijdelijk dat wachtlijsten oplopen.
Zorgverzekeraars hebben op basis van hun zorgplicht ook de taak om ziekenhuizen aan
te spreken als dergelijke situaties zich zichtbaar voordoen en zij monitoren hier
dan ook op.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T. van Ark, minister voor Medische Zorg
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.