Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Futselaar over de uitnodiging van de UvA over de start van de selectie voor de opleiding psychologie, de studieweek en de toetsdag
Vragen van het lid Futselaar (SP) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de uitnodiging van de UvA over de start van de selectie voor de opleiding psychologie, de studieweek en de toetsdag (ingezonden 4 februari 2021).
Antwoord van Minister Van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen
26 februari 2021).
Vraag 1
Vindt u het redelijk dat de Universiteit van Amsterdam aan eindexamenleerlingen vraagt
om 24 uur aan studielast in een week te doen voor hun selectietoets naast hun reguliere
schoolwerk en voorbereiding op hun eindexamens? Kunt u dit toelichten?1
Antwoord 1
Bij de selectie voor numerus fixusopleidingen wordt door de instellingen zo goed mogelijk
geprobeerd om de juiste student op de juiste plek te krijgen. Instellingen kiezen
daarbij methoden die het beste bij de opleiding passen en zo goed mogelijk wetenschappelijk
onderbouwd zijn. Het is daarbij aan de instellingen om een balans te vinden tussen
het minimaliseren van de voorbereidingstijd en het maximaliseren van de inschatting
van geschiktheid van de student.
De UvA heeft bij de opleiding psychologie gekozen voor de wetenschappelijk onderbouwde
methode proefstuderen (curriculum sample). Tijdens het proefstuderen bestuderen de deelnemers een representatief onderdeel
van het curriculum. Een toets meet vervolgens hoe goed de deelnemers daarin geslaagd
zijn. Onderzoek2 3 heeft aangetoond dat proefstuderen als selectiemethode een goede voorspeller is van
studiesucces en één van de meest valide manieren van selectie.
De UvA heeft in een schriftelijke reactie aangegeven dat een lange periode tussen
de beschikbaarstelling van het studiemateriaal en de toets een onevenredig voordeel
kan opleveren voor deelnemers die de mogelijkheid hebben om meer tijd vrij te maken
voor de voorbereiding. Door de selectie voor het studiejaar 2021/2022 op twee momenten
aan te bieden, wil de UvA deelnemers tegemoet komen die bij het eerste selectiemoment
tegen tijdgebrek aanlopen.
Vraag 2
Op welke andere universiteiten en hogescholen, naast de UvA en de Universiteit van
Utrecht worden dit soort onredelijke eisen gevraagd van aankomend studenten?4 Bent u bereid hiervan een inventarisatie te doen?
Antwoord 2
De voorbereidingstijd voor de selectieprocedures van andere numerus fixusopleidingen
loopt uiteen, afhankelijk van de opleiding en de selectiemethode. De VSNU geeft op
basis van een uitvraag onder universiteiten aan dat de totale voorbereidingstijd voor
selecties tussen de 0 en 30 uur ligt, waarvan het merendeel tussen de 4 en 8 uur.
Dat de voorbereidingstijd verschilt komt doordat er per opleiding een afweging wordt
gemaakt.
Vraag 3
In hoeverre speelt de coronacrisis een rol bij deze strenge selectie-eisen? Zijn de
selectie-eisen bij de opleidingen die deze belachelijke eisen stellen strenger geworden?
Antwoord 3
De UvA geeft aan dat de selectie voor de betreffende opleiding niet is aangepast als
gevolg van de coronacrisis. Volgens de VSNU is het bij andere opleidingen mogelijk
dat de selectie is aangepast van fysieke naar digitale onderdelen. Deze aanpassing
verandert veelal niets aan de tijdsinvestering die van deelnemer wordt gevraagd.
Vraag 4
Deelt u de mening dat dit bij veel aankomend studenten mogelijk kan leiden tot zelfselectie,
omdat zij de tijd niet kunnen vrijmaken om aan deze studielast te kunnen voldoen?
Antwoord 4
Selectie is soms nodig, maar het is van belang om oog te hebben voor de neveneffecten
die bepaalde selectiemethoden kunnen hebben. Ik denk hierbij bijvoorbeeld aan het
zo veel mogelijk beperken en ondervangen van het mechanisme van bewuste of onbewuste
zelfselectie door (bepaalde groepen) studenten, waarmee ze zichzelf op voorhand uitsluiten
van deelname aan een studie.
Dat de studielast voor een selectieprocedure kan leiden tot zelfselectie is niet uit
te sluiten. Om beter zicht te krijgen op zelfselectie, voert de Inspectie van het
Onderwijs hier momenteel een onderzoek naar uit. Dit onderzoek is opgezet naar aanleiding
van de motie Van den Hul5. De Inspectie onderzoekt welke overwegingen een rol spelen in de keuze van jongeren
om af te zien van een studie in het hoger onderwijs, terwijl zij wel over de daarvoor
benodigde kwalificaties beschikken. De resultaten van het onderzoek worden vóór de
zomer naar de Tweede Kamer verstuurd.
Vraag 5
Bent u bereid na te gaan welke gevolgen deze strenge selectie-eisen hebben voor eindexamenleerlingen
en eventueel in overleg met de instellingen een einde te maken een deze strenge selectie-eisen?
Antwoord 5
Zie mijn antwoord op vraag 4.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.