Mededeling (uitstel antwoord) : Uitstel beantwoording vragen van de leden Lodders, Aukje de Vries, Von Martels, De Groot en Dik-Faber over het signaal dat de NVWA niet overgaat tot het aanwijzen van verschillende havens als ‘dedicated landing port third countries’
Vragen van de leden Lodders, Aukje de Vries (beiden VVD), Von Martels (CDA), De Groot (D66) en Dik Faber (ChristenUnie) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het signaal dat de NVWA niet overgaat tot het aanwijzen van verschillende havens als «dedicated landing port third countries». (ingezonden 15 februari 2021).
Mededeling van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen
26 februari 2021).
Vraag 1
Klopt het dat de visserijsector in aanloop naar de Brexit gevraagd heeft om de haven
van Den Helder aan te wijzen als «dedicated landing port third countries»? Zo ja,
kunt u nadere informatie geven over het verzoek en waarom de sector dit verzoek heeft
gedaan en zo belangrijk vindt?
Vraag 2
Klopt het dat de sector hier al twee jaar voor pleit? Zo ja, kunt u toelichten waarom
deze discussie al twee jaar loopt en nog steeds niet naar tevredenheid is opgelost?
Op welke momenten heeft u de Kamer hierover geïnformeerd? Wat is de reden waarom u
de sector al twee jaar aan het lijntje houdt?
Vraag 3
Bent u bekend met de wens uit de sector om meer havens – naast de in vraag 1 genoemde
haven van Den Helder gaat het met name om de havens van Stellendam, Den Oever, Lauwersoog
en Oudeschild op Texel – aan te wijzen als «dedicated landing port third countries»?
Vraag 4
Bent u ermee bekend dat u, nu er geen toestemming is gegeven voor het aanwijzen de
in vraag 3 genoemde havens als «dedicated landing port third countries», de in deze
havens opgebouwde Nederlandse visserijwerven en machinefabrieken op het gebied van
vistuigen, vislieren en vangstsorteerdersexpertise de handel ontneemt, omdat Britse
viskotters deze havens niet kunnen aandoen voor het aanlanden, onderhoud en (grote)
renovatiewerkzaamheden?
Vraag 5
Kunt u een overzicht geven van de bedrijven die onderhoud en (grote) renovatiewerkzaamheden
(kunnen) uitvoeren in de in vraag 3 genoemde havens, welke bedrijven nadeel ondervinden
van het niet aanwijzen als «dedicated landing port third countries» en welke gevolgen
dat heeft voor die bedrijven? Zo nee, waarom niet?
Vraag 6
Kunt u aangeven wat het uitblijven van een besluit over het aanwijzen van deze havens
als «dedicated landing port third countries» voor de lokale economie en werkgelegenheid
betekent? Vindt u dit een wenselijke ontwikkeling? Zo nee, wat gaat u hieraan doen?
Vraag 7
Kunt u aangeven – in de wetenschap dat het Verenigd Koninkrijk na de Brexit gezien
wordt als een derde land, waardoor de regels voor illegal, unreported and unregulated
fishing (IUU) verbieden dat schepen uit derde landen deze havens invaren (ook al hebben
zij géén vis aan boord) omdat deze havens niet door Nederland zijn aangewezen als
haven voor derde landen met vissersvaartuigen – waarom u geen gebruik heeft gemaakt
van de administratieve aanpassing van de regelgeving zoals bijvoorbeeld Denemarken
heeft gedaan, waardoor de Britse kotters toch gebruik kunnen maken van de onder vraag
3 genoemde havens voor onderhoud en (grote) renovatie? Welke stappen moet u zetten
om dit alsnog mogelijk te maken?
Vraag 8
Kunt u aangeven waarom u en/of de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) geen
toestemming wenst te geven voor het binnenlopen van schepen onder de Britse vlag die
geen vis of lading hebben in de onder vraag 3 genoemde havens?
Vraag 9
Klopt het dat u met deze weigering Brits gevlagde schepen geen toestemming geeft om
het onderhoud of (grote) renovatie te laten uitvoeren bij de Nederlandse maritieme
industrie? Zo ja, kunt u toelichten wat hiervan de reden is?
Vraag 10
Klopt het dat de NVWA (en of andere inspectiediensten) hiervoor boetes hebben uitgeschreven?
Zo ja, kunt u een overzicht geven van het aantal boetes per haven?
Vraag 11
Kunt u een precies overzicht geven van de kosten die gemoeid zijn met de administratieve
aanpassing om (lege) schepen toestemming te geven om van de havens gebruik te maken
voor onderhoud en/of renovatie? Welke andere kosten zijn er verbonden van het aanwijzen
van de onder vraag 3 genoemde havens?
Vraag 12
Kunt u een precies overzicht geven van de kosten voor inzet van NVWA-inspecteurs en/of
andere diensten van de NVWA als er in deze havens ook producten aangeland worden en
indien er alleen schepen kunnen invaren voor onderhoud en/of (grote) renovatie? Kunt
u daarbij het verschuivingseffect weergeven, aangezien het toevoegen van een aantal
havens een verschuiving van aanlanding zal betekenen, wat tot lagere kosten zal leiden
in andere havens?
Vraag 13
Klopt het dat de haven van Den Oever niet is aangewezen maar dat er een kantoor van
de NVWA gehuisvest is? Hoe ligt dit in andere havens?
Vraag 14
Hoeveel schepen met een Britse vlag doen Nederlandse havens aan? Kunt u hiervan een
overzicht geven per haven per jaar over de afgelopen vijf jaar?
Vraag 15
Kunt u de toets op handhaving, uitvoerbaarheid en fraudebestendigheid (HUF-toets)
van de NVWA die ten grondslag ligt aan het besluit om niet over te gaan tot aanwijzing
van de onder vraag 3 genoemde havens zo snel mogelijk met de Kamer delen?
Vraag 16
Bent u bereid om uw besluit (of dat van de NVWA) te heroverwegen en de onder vraag
3 genoemde havens aan te wijzen als «dedicated landing port third countries»? Zo nee,
waarom niet?
Mededeling
De vragen van de leden Lodders, De Vries (beiden VVD), Von Martels (CDA), De Groot
(D66) en Dik Faber (ChristenUnie) over het signaal dat de NVWA niet overgaat tot het
aanwijzen van verschillende havens als «dedicated landing port third countries» (2021Z03178), kunnen niet binnen de gebruikelijke termijn worden beantwoord, omdat een zorgvuldige
beantwoording meer tijd vergt. Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.