Memorie van toelichting : Memorie van toelichting
35 744 Wijziging van de Wet luchtvaart ter implementatie van Uitvoeringsverordening (EU) nr. 2019/317 van de Commissie van 11 februari 2019 tot vaststelling van een prestatie- en heffingsregeling in het gemeenschappelijk Europees luchtruim en tot intrekking van Uitvoeringsverordeningen (EU) nr. 390/2013 en (EU) nr. 391/2013 (PbEU 2019, L 56/1)
Nr. 3
MEMORIE VAN TOELICHTING
1. Algemeen deel
Hoofdlijnen
Het onderhavige voorstel van wet voorziet in de implementatie van een aantal bepalingen
uit Uitvoeringsverordening (EU) 2019/317 van de Commissie van 11 februari 2019 tot
vaststelling van een prestatie- en heffingsregeling in het gemeenschappelijk Europees
luchtruim en tot intrekking van Uitvoeringsverordeningen (EU) nr. 390/2013 en (EU)
nr. 391/2013 (PbEU 2019, L 56) (hierna: prestatie- en heffingsverordening).
In de prestatie- en heffingsverordening zijn de prestatieverordening1 en de vergoedingenverordening2 samengevoegd en geactualiseerd. De prestatie- en heffingsverordening regelt in de
hoofdstukken II tot en met IV de bepalingen die mutatis mutandis uit de prestatieverordening
zijn overgebracht. In de hoofdstukken V tot en met VII zijn de bepalingen uit de vergoedingenverordening
opgenomen. Blijkens de overwegingen van de prestatie- en heffingsverordening is het
noodzakelijk de uitvoeringsregels van de prestatieverordening en de vergoedingenverordening
te herzien en in één enkele uitvoeringsverordening te consolideren omwille van de
duidelijkheid, en om te zorgen voor een aangepast regelgevingskader voor de derde
referentieperiode. De derde referentieperiode omvat de EU-wijde prestatiedoelen die
de kalenderjaren 2020 tot en met 2024 bestrijkt. Hierdoor zijn niet alle bepalingen
identiek overgenomen in de prestatie- en heffingsverordening. Andere bepalingen zijn
geactualiseerd en begrijpelijker verwoord, zonder dat daar materieel iets aan de bepaling
is gewijzigd.
De prestatie- en heffingsverordening wijkt van de prestatieverordening en vergoedingenverordening
met name in de volgende bepalingen af:
Ten opzichte van de prestatieverordening:
• Het proces rondom de ontwikkeling, evaluatie en goedkeuring van het performanceplan
is uitvoeriger beschreven, de tijdslijnen zijn aangepast en met name de eindfase in
het proces is verduidelijkt.
• In artikel 38 van de prestatie- en heffingsverordening is een extra verplichting voor
de lidstaten opgenomen tot publicatie van de prestatieplannen, de ontwerpprestatieplannen,
de rapporteringstabellen en van bepaalde beslissingen die zijn genomen ter uitvoering
van de prestatie- en heffingsverordening.
Ten opzichte van de vergoedingenverordening:
• De procedure van de vaststelling van de kostenbasis is in het geheel verduidelijkt.
• Naar aanleiding van de inbreng van Nederland is in artikel 21, vijfde lid, van de
prestatie- en heffingsverordening een extra eis toegevoegd aan de gegevens die overgelegd
dienen te worden aan de Europese Commissie bij het tussentijds wijzigen van de heffingszone
voor plaatselijke luchtvaartnavigatiediensten. Het betreft een bijwerking van het
prestatieplan met de relevante gegevens. Hiermee is duidelijkheid gekomen over de
mogelijkheid de heffingszone voor plaatselijke luchtvaartnavigatiediensten tussentijds
te wijzigen en tussentijds de tarieven daarop aan te passen.
• In artikel 28 is vastgelegd dat wanneer de afschrijvingen lager uitvallen dan bepaald
en deze in de bepaalde kosten in het prestatieplan zijn opgenomen, dit gecorrigeerd
moet worden in jaar n+2 of in de volgende referentieperiode.
• In Bijlage VIII is geregeld dat voor het in rekening brengen van de heffing bij de
luchtruimgebruiker de heffing wordt bepaald door de werkelijk gevlogen route. In de
vergoedingenverordening was dit op basis van de geplande route. Voor de uiteindelijke
hoogte van de heffing zal dit vrijwel geen verschil maken.
De prestatie- en heffingsverordening werkt rechtstreeks door in het Nederlandse rechtssysteem
evenals dit bij de prestatieverordening en de vergoedingenverordening het geval was.
De uitvoering van een aantal bepalingen vergt echter nationale voorschriften zoals
een grondslag voor het vaststellen van een algemene maatregel van bestuur waarin de
verschillende heffingszones zijn vastgesteld en een bepaling waarin de handhaving
van de voorschriften uit de verordening zijn geregeld. Dergelijke bepalingen zijn
reeds bij de implementatie van de prestatieverordening en de vergoedingenverordening
in de Wet luchtvaart opgenomen. Het onderhavige wetsvoorstel voorziet derhalve vooral
in het opnemen van de verwijzingen naar de prestatie- en heffingsverordening en bevat
vrijwel geen materiële wijzigingen. Het gaat met name om wijziging van de artikelen
1.1, 5.20, 5.21, 11.1 en 11.15 van de Wet luchtvaart en het toevoegen van een artikel
5.21a in de Wet luchtvaart voor het vaststellen van aanvullende prestatiekernindicatoren.
De transponeringstabel is opgenomen na de artikelsgewijze toelichting.
Toezicht, uitvoering en handhaving
Door de ILT is een HUF-toets (handhaafbaarheid, uitvoerbaarheid en fraudebestendigheid)
uitgevoerd en positief beoordeeld.
Administratieve lasten en financiële gevolgen voor het bedrijfsleven
Het onderhavige wetsvoorstel leidt niet tot een verandering in de administratieve
lasten voor burgers of het bedrijfsleven. De prestatieverplichtingen en betalingsverplichtingen
die op grond van de prestatie- en heffingsverordening gelden, volgen namelijk niet
uit dit wetsvoorstel, maar vloeien rechtstreeks voort uit de verordening zelf.
Ook de sanctiebepalingen ter handhaving van de voorschriften leiden niet tot extra
informatieverplichtingen.
MKB-toets
Er is geen MKB-toets uitgevoerd omdat onderhavig wetsvoorstel geen regelgeving betreft
die het gevolg is van een stelsel- of systeemwijziging, geen substantiële wijzigingen
te verwachten zijn in het bedrijfsproces, geen sprake is van nieuwe additionele verplichtingen
en er geen extra regeldrukkosten worden verwacht.
Toetsing door Adviescollege Toetsing Regeldruk (ATR)
Het wetsvoorstel is aan het Adviescollege Toetsing Regeldruk voorgelegd ten behoeve
van een regeldruktoets. ATR deelt de analyse dat er geen omvangrijke gevolgen zijn
voor de regeldruk. ATR heeft om die reden geen formeel advies uitgebracht.
Advisering en internetconsultatie
Het voorstel van wet is niet op www.internetconsultatie.nl ter consultatie aangeboden, aangezien het voorstel in de één op één implementatie
van de Europese uitvoeringsverordening voorziet en die verordening daardoor geen noemenswaardige
beleidsruimte overlaat.
Vaste verandermomenten en inwerkingtreding
Het onderhavige voorstel van wet voorziet in de implementatie van Europese regelgeving
en valt onder de uitzonderingsgronden als bedoeld in het systeem van vaste verandermomenten.
In de inwerkingtreding van het voorstel van wet wordt voorzien bij koninklijk besluit
waarbij is voorgesteld af te wijken van de vaste verandermomenten. Bij deze inwerkingtreding
zal bovendien rekening worden gehouden met het gegeven dat de prestatie- en heffingsverordening
op 11 februari 2019 is vastgesteld en met ingang van 1 januari 2020 van toepassing
is. Doordat de uitvoeringsverordening rechtstreeks doorwerkt in Nederlandse rechtssysteem
en dit wetsvoorstel vooral voorstellen van wijzigingen bevat in de verwijzingen naar
de prestatie- en heffingsverordening, zijn er geen nadelige gevolgen in de periode
tussen het van toepassing worden van de prestatie- en heffingsverordening en de inwerkingtreding
van onderhavig wetsvoorstel.
2. Artikelsgewijze toelichting
Artikel I
Onderdeel A
In de voorgestelde wijziging van artikel 1.1 vervallen de begrippen «prestatieverordening»
en «vergoedingenverordening» en wordt de begripsbepaling van de nieuwe verordening
opgenomen.
Onderdeel B
In het voorgestelde artikel wordt de titel van de paragraaf uitgebreid om aan te sluiten
bij de terminologie van de verordening en er wordt een artikel toegevoegd op het terrein
van de prestatieregeling.
Onderdeel C
In artikel 5.20, van de Wet luchtvaart is uitvoering gegeven aan de vergoedingenverordening.
Met de inwerkingtreding van de prestatie- en heffingsverordening verandert de systematiek
van het gemeenschappelijke heffingenstelsel niet. De in artikel 5.20 van de Wet luchtvaart
opgenomen regels veranderen in beginsel niet met de voorgestelde wijzigingen, maar
de relevante verwijzingen naar de vergoedingenverordening worden vervangen door verwijzingen
naar de prestatie- en heffingsverordening.
In het negende lid is reeds een grondslag opgenomen om bij ministeriële regeling stimuleringsmaatregelen
te treffen. In artikel 11 en Bijlage XIII van de prestatie- en heffingsverordening
is reeds een gedetailleerd overzicht van voorschriften voor stimuleringsmaatregelen
gegeven. Hiermee is er nationaal beperkt ruimte om nog nadere voorschriften te stellen.
Voor de referentieperiode 2 zijn dergelijke voorschriften ook niet vastgesteld. In
de voorgestelde wijziging wordt de bepaling op zodanige wijze aangepast dat bij ministeriële
regeling eventueel nog wel voorschriften kunnen worden vastgesteld wanneer dit nodig
zal zijn voor de derde referentieperiode of opvolgende referentieperioden.
Onderdeel D
In de prestatie- en heffingsverordening is het toepassingsbereik van de verordening
aangepast. In artikel 1, derde en vierde lid, van de prestatieverordening, was de
prestatieregeling in beginsel niet van toepassing op luchthavens met minder dan 70.000
vliegtuigbewegingen volgens instrumentvliegvoorschriften per jaar wat betreft naderingsluchtvaartnavigatiediensten.
In de prestatie- en heffingsverordening is deze drempel verhoogd naar 80.000 vliegtuigbewegingen
volgens instrumentvliegvoorschriften per jaar wat betreft de naderingsluchtvaartnavigatiediensten.
Verder wordt wat betreft de terminologie aangesloten bij de prestatie- en heffingsverordening.
Met deze wijziging verandert niets aan de huidige praktijk in Nederland. De prestatie-
en heffingsverordening is wat betreft de terminalluchtvaartnavigatiediensten van toepassing
op alle luchthavens die deel uitmaken van de gezamenlijke terminalheffingszone, ook
«One Group of Airports» genaamd. Deze gezamenlijke heffingszone bestaat vooralsnog
uit de luchthavens Schiphol, Rotterdam, Eelde en Maastricht. In de voorgestelde wijziging
wordt artikel 5.21 van de Wet luchtvaart hierop aangepast.
Onderdeel E
In het voorgestelde nieuwe artikel 5.21a wordt een grondslag opgenomen om bij ministeriële
regeling met het oog op de monitoring van de prestatie van luchtvaartnavigatiediensten,
aanvullende prestatie- en monitoringindicatoren vast te stellen. Deze mogelijkheid
bestond reeds onder de prestatieverordening maar er was nog geen behoefte geweest
hier formeel invulling aan te geven. Met deze grondslag wordt het mogelijk in de toekomst
hier wel invulling aan te geven.
Onderdelen F en G
In de voorgestelde wijziging van artikel 11.15, onderdeel b, van de Wet luchtvaart,
worden wat betreft de handhaving door middel van een last onder bestuursdwang de verwijzingen
naar de oude verordeningen vervangen door een verwijzing naar de prestatie- en heffingsverordening.
Tevens is voorgesteld de verwijzing naar artikel 11.15, onderdeel b, in artikel 11.1,
tweede lid, hiermee in overeenstemming te brengen.
Artikel II
De voorgestelde inwerkingtreding van het wetsvoorstel wordt geregeld bij koninklijk
besluit waarbij is voorgesteld af te wijken van de vaste verandermomenten. Voor een
nadere toelichting wordt verwezen naar het algemene deel van de memorie van toelichting.
Transponeringstabel
Rechtstreekse werking volstaat
Betreft een feitelijke handeling
Richt zich tot de Europese Commissie
Bepaling prestatie- en heffingsverordening
Bepaling in implementatieregeling of bestaande regeling
Omschrijving beleidsruimte
Toelichting op de keuze(n) bij de invulling van de beleidsruimte
Artikel 1 (Onderwerp en toepassingsbereik)
Artikel 5.21, eerste lid, Wet luchtvaart
Geen
–
Artikel 2 (Definities)
Rechtstreekse werking volstaat
Geen
–
Artikel 3 (bijstand door het prestatiebeoordelingsorgaan)
Richt zich tot de Europese Commissie
Geen
–
Artikel 4 (Informatieverstrekking en facilitering van de monitoring door verleners
van luchtvaartnavigatiediensten)
Rechtstreekse werking volstaat
Geen
–
Artikel 5 (Bijstand door de Netwerkbeheerder)
Rechtstreekse werking volstaat
Geen
–
Artikel 6 (Overleg met het Agentschap van de Europese Unie voor de veiligheid van
de luchtvaart
Rechtstreekse werking volstaat
Geen
–
Artikel 7 (Duur van de referentieperioden)
Rechtstreekse werking volstaat
Geen
–
Artikel 8 (Prestatiekernindicatoren en indicatoren voor monitoring)
Artikel 5.21a van de Wet luchtvaart
Geen
–
Artikel 9 (EU-wijde prestatiedoelstellingen)
Rechtstreekse werking volstaat
Geen
–
Artikel 10 (Prestatieplannen)
Rechtstreekse werking volstaat
Geen
–
Artikel 11 (Stimuleringsregelingen)
Rechtstreekse werking volstaat
Geen
–
Artikel 12 (Vaststelling en indiening van ontwerpprestatieplannen)
Rechtstreekse werking volstaat
Geen
–
Artikel 13 (Controle van de volledigheid van de ontwerpprestatieplannen)
Richt zich tot de Europese Commissie
Geen
–
Artikel 14 (Beoordeling en herziening van de ontwerpprestatieplannen en -doelstellingen)
Richt zich tot de Europese Commissie
Geen
–
Artikel 15 (Beoordeling van de herziene ontwerpprestatieplannen en -doelstellingen
en vaststelling van corrigerende maatregelen)
Richt zich tot de Europese Commissie
Geen
–
Artikel 16 (Vaststelling van prestatieplannen)
Rechtstreekse werking volstaat
Geen
–
Artikel 17 (Prestatiedoelstellingen of corrigerende maatregelen die na het begin van
de referentieperiode worden vastgesteld)
Rechtstreekse werking volstaat
Geen
–
Artikel 18 (Herziening van de prestatiedoelstelling tijdens een referentieperiode)
Rechtstreekse werking volstaat
Geen
–
Artikel 19 (Goedkeuring van de netwerkprestatieplan)
Richt zich tot de Europese Commissie
Geen
–
Artikel 20 (Beginselen voor de financiering van luchtvaartnavigatiediensten)
Rechtstreekse werking volstaat
Geen
–
Artikel 21 (Vaststelling van heffingszones)
Artikel 2 van het Besluit luchtvaartnavigatiediensten 2010
Invulling van de bevoegdheid tot het instellen van heffingszones
Bestaand recht in artikel 2 van het Besluit luchtvaartnavigatiediensten 2010
Artikel 22 (Vaststelling van de kostenbasis heffingen)
Rechtstreekse werking volstaat
Geen
–
Artikel 23 (Werkelijke kosten)
Rechtstreekse werking volstaat
Geen
–
Artikel 24 (Transparantie van de kosten)
Artikel 5.20, elfde lid, en artikel 5.36 Wet luchtvaart, artikel 5.13a Wet luchtvaart
en artikel 1b Regeling luchtvaartmeteorologische inlichtingen
Geen
Bestaand recht in artikel 5.20, elfde lid, en artikel 5.36 Wet luchtvaart, artikel
5.13a Wet luchtvaart en artikel 1b Regeling luchtvaartmeteorologische inlichtingen
Artikel 25 (Berekening van de eenheidstarieven)
Artikel 5.20, tweede en derde lid, Wet luchtvaart
Geen
–
Artikel 26 (Aanpassing aan de inflatie)
Rechtstreekse werking volstaat
Geen
–
Artikel 27 (Mechanisme voor verkeersrisicospreiding)
Rechtstreekse werking volstaat
Geen
–
Artikel 28 (Mechanisme voor kostenrisicospreiding)
Rechtstreekse werking volstaat
Geen
–
Artikel 29 (De vaststelling van eenheidstarieven voor heffingszones)
Artikel 5.20, tweede en derde lid, Wet luchtvaart, en artikelen 3 en 6 Besluit luchtvaartnavigatiediensten
2010
Invulling van de bevoegdheid eenheidstarieven vast te stellen
Bestaand recht in artikel 5.20, tweede en derde lid, Wet luchtvaart, en artikelen
3 en 6 Besluit luchtvaartnavigatiediensten 2010
Artikel 30 (Transparantie van eenheidstarieven)
Rechtstreekse werking volstaat
Geen
–
Artikel 31 (Berekening van heffingen)
Artikel 5.20, tweede, derde en achtste lid, Wet luchtvaart en artikel 5 Besluit vergoedingen
luchtvaartnavigatiediensten 2010
Vaststelling van vrijgestelde vluchten
Bestaand recht in artikel 5.20, tweede, derde en achtste lid, Wet luchtvaart en artikel
5 Besluit vergoedingen luchtvaartnavigatiediensten 2010
Artikel 32 (Modulering van de luchtvaartnavigatieheffingen)
Artikel 5.20, twaalfde lid, Wet luchtvaart
Geen
–
Artikel 33, eerste tot en met derde lid (De inning van de heffingen)
Artikel 5.20, vierde en vijfde lid, Wet luchtvaart en artikel 4 Besluit vergoedingen
luchtvaartnavigatieheffingen
Nadere concretisering van de termijn van inning van de heffingen
Bestaand recht in artikel 5.20, vierde en vijfde lid, Wet luchtvaart en artikel 4
Besluit vergoedingen luchtvaartnavigatieheffingen
Artikel 33, vierde lid (Handhaving m.b.t. de inning van de heffingen)
Artikel 11.16a Wet luchtvaart
Bepaling van effectieve en evenredige handhavingsmaatregelen
Bestaand recht in artikel 11.16a Wet luchtvaart
Artikel 34 (Vereenvoudigde heffingsregeling)
Rechtstreekse werking volstaat
Geen
-
Artikel 35 (Terminalluchtvaartnavigatiediensten en CNS-, MET- en AIS-diensten en ATM-gegevensdiensten
die onderhevig zijn aan marktvoorwaarden)
Rechtstreekse werking volstaat
Geen
–
Artikel 36 (Informatieverstrekking)
Rechtstreekse werking volstaat
Geen
–
Artikel 37 (Toezicht en rapportering)
Artikelen 11.1, tweede lid, en 11.15, onderdeel b, subonderdeel 8°, Wet luchtvaart
Geen
–
Artikel 38 (Publicatie)
Rechtstreekse werking volstaat
Geen
–
Artikel 39 (Verantwoording van en beroep tegen nationale beslissingen)
Algemene wet bestuursrecht
Geen
–
Artikel 40 (Intrekking)
Betreft een feitelijke handeling
Geen
–
Artikel 41 (Inwerkingtreding)
Betreft een feitelijke handeling
Geen
–
Bijlage I (Prestatiekernindicatoren voor de vaststelling van de doelstellingen en
indicatoren voor monitoring)
Rechtstreekse werking volstaat
Geen
–
Bijlage II (Model voor prestatieplannen op nationaal niveau of op het niveau van functionele
luchtruimblokken, zoals vermeld in artikel 10, lid 1)
Rechtstreekse werking volstaat
Geen
–
Bijlage III Model voor het netwerkprestatieplan, zoals vermeld in artikel 10, lid
5
Rechtstreekse werking volstaat
Geen
–
Bijlage IV (Criteria voor de beoordeling van prestatieplannen en doelstellingen op
nationaal niveau of op het niveau van functionele luchtruimblokken)
Rechtstreekse werking volstaat
Geen
–
Bijlage V (Criteria voor de beoordeling van het ontwerpnetwerkprestatieplan)
Rechtstreekse werking volstaat
Geen
–
Bijlage VI Lijst van prestatiegerelateerde gegevens die aan de commissie moeten worden
verstrekt met het oog op de monitoring van de prestaties, overeenkomstig artikel 36,
lid 1, en artikel 37
Rechtstreekse werking volstaat
Geen
–
Bijlage VII (Bepaalde en werkelijke kosten)
Rechtstreekse werking volstaat
Geen
–
Bijlage VIII (Voorschriften voor de berekening van de in artikel 25 vermelde en-route-
en terminaldiensteenheden)
Rechtstreekse werking volstaat
Geen
–
Bijlage IX (Eenheidstarieven)
Rechtstreekse werking volstaat
Geen
–
Bijlage X (Criteria om te beoordelen of de in artikel 35, lid 1, vermelde diensten
volgens marktvoorwaarden moeten worden verleend)
Rechtstreekse werking volstaat
Geen
–
Bijlage XI (Rapporteringstabellen ter ondersteuning van de kostenbasis en eenheidstarieven
die overeenkomstig artikel 35, lid 6, aan de commissie moeten worden verstrekt)
Rechtstreekse werking volstaat
Geen
–
Bijlage XII (Essentiële elementen voor het overleg als bedoeld in artikel 24, lid
3, en artikel 30, lid 1)
Rechtstreekse werking volstaat
Geen
–
Bijlage XIII (Specifieke eisen met betrekking tot de in artikel 11, lid 3, bedoelde
stimuleringsregelingen)
Rechtstreekse werking volstaat
Geen
–
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.