Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Schonis over het gebruik van vervuilde grond voor de aanleg van de Perkpolder
Vragen van het lid Schonis (D66) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over het gebruik van vervuilde grond voor de aanleg van de Perkpolder (ingezonden 9 december 2020).
Antwoord van Minister Van Nieuwenhuizen Wijbenga (Infrastructuur en Waterstaat), mede
namens de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat (ontvangen 25 februari
2021).
Vraag 1
Bent u op de hoogte van de situatie rondom de vervuilde zeedijk bij Perkpolder?1
Antwoord 1
Ja
Vraag 2
Klopt het dat Rijkswaterstaat verantwoordelijk is voor de grond die is gebruikt in
de dijk?
Antwoord 2
Ja, Rijkswaterstaat is verantwoordelijk voor de aanleg van de dijk Perkpolder.
Het beheer en onderhoud van de dijk Perkpolder is in december 2015 overgedragen aan
het waterschap Scheldestromen. De verantwoordelijkheid voor mogelijke milieugevolgen
van de aanwezige thermisch gereinigde grond (TGG) ligt bij Rijkswaterstaat.
Vraag 3
Klopt het dat uit de monsters die zijn genomen van de dijk is gebleken dat hierin
stoffen aanwezig zijn die niet aanwezig zouden mogen zijn bij thermisch gereinigde
grond?
Antwoord 3
Ja, dat klopt. In het onderzoek van Deltares van 2017 en 2018 in de dijk Perkpolder,
uitgevoerd in opdracht van Rijkswaterstaat, is de kwaliteit van de toegepaste TGG
gecontroleerd.
In dit onderzoek werden bij een aantal monsters van de TGG stoffen aangetroffen in
gehalten hoger dan de normen die gelden voor een grootschalige toepassing (zoals een
dijk). Deze normen zijn vastgelegd in het Besluit bodemkwaliteit en de Regeling bodemkwaliteit
en hebben betrekking op de gemiddelde kwaliteit van een partij grond.
Het gaat hier om een aantal zware metalen, tolueen en fenol. Fenol en tolueen zijn
vluchtige en brandbare stoffen die als gevolg van het reinigingsproces (verbranden)
niet meer verwacht zouden worden.
Vraag 4
Weet u wat de oorsprong was van de grond die is gebruikt voor de dijk voordat deze
thermisch gereinigd werd? Zo ja, kunt u deze oorsprong delen? Zo nee, bent u bereid
deze oorsprong alsnog te achterhalen en dit met de Kamer te delen?
Antwoord 4
Het gaat erom dat TGG na de reiniging aan alle normen voldoet wanneer deze wordt toegepast.
Om dit te verduidelijken een korte toelichting bij het reinigingsproces.
De oorsprong van de TGG in zijn algemeenheid is verontreinigde grond die in combinatie
met teerhoudend asfalt granulaat (TAG) wordt gereinigd door verhitting. De reiniging
wordt uitgevoerd door een gecertificeerd en erkend reinigingsbedrijf (volgens SIKB
BRL 7500 en bijbehorend protocol 7510). Het samenvoegen van de verschillende materiaalstromen
voor reiniging is toegestaan, en hiermee wordt het reinigingsproces geoptimaliseerd.
Bij acceptatie wordt getoetst of de grond geschikt is voor reiniging. Er moet een
bewijsmiddel van de kwaliteit worden aangeleverd. Voor het TAG geldt dit niet omdat
dit een relatief homogene materiaalstroom is.
Voor aflevering wordt onderzocht of het materiaal geschikt is voor toepassing (volgens
protocol 9335–2).
Oftewel, er is sprake van een continu proces waarbij verontreinigde grond en TAG wordt
aangeleverd voor reiniging, materiaal wordt gemengd en gereinigd en vervolgens wordt
gereinigd materiaal vanuit een (de)centrale opslag geleverd aan de diverse afnemers.
Het herleiden van een specifieke overschrijding in de Perkpolderdijk naar een partij
materiaal die voor reiniging is aangeboden, is daardoor naar mijn verwachting niet
mogelijk.
Vraag 5
Kunt u aangeven in hoeverre nog te achterhalen valt of de aangeleverde thermisch gereinigde
grond volledig gereinigd is? Wordt dit proces door u nog nader onderzocht?
Antwoord 5
Zoals ik al heb aangegeven bij vraag 3 blijkt uit onderzoek van Deltares bij Perkpolder
dat er daar in de TGG vluchtige stoffen (waaronder tolueen en fenol) worden aangetroffen,
die er na thermische reiniging niet in verwacht werden.
De ILT heeft naar aanleiding van een andere constatering van afwijkende kwaliteit
van TGG (de Westdijk in Bunschoten-Spakenburg) in 2017 en 2018 onderzoek uitgevoerd
naar het thermisch reinigen van verontreinigde grond. Daarbij is getoetst aan de SIKB
BRL 7500 en de protocollen 7510 en 9335–2. Dit was aanleiding voor het opleggen van
lasten onder dwangsom. Deze lasten zijn in januari 2019 opgeheven nadat het bedrijf
zijn bedrijfsprocessen had aangepast.
Aansluitend is onder begeleiding van de ILT in 2019 verificatieonderzoek uitgevoerd
waarbij de kwaliteit van de toenmalige voorraden TGG nogmaals is vastgesteld en is
bepaald wat de toepassingsmogelijkheden van deze TGG zijn.
Hierover is uw kamer geïnformeerd bij brief van 14 april 2020.
Vraag 6
Kunt u toelichten waarom gekozen is om de Westdijk te Bunschoten-Spakenburg te saneren
en de dijk bij Perkpolder niet?
Antwoord 6
Bij de besluitvorming over de aanpak wordt rekening gehouden met de specifieke lokale
situatie en wat redelijkerwijs mogelijk en noodzakelijk is. De toepassing van thermisch
gereinigde grond en effecten daarvan op de omgeving zijn per situatie anders.
Het besluitvormingstraject inzake maatregelen voor de dijk Perkpolder zal nog enige
tijd in beslag nemen. Onderzoek door het RIVM naar de dijk Perkpolder heeft uitgewezen
dat er op dit moment geen sprake is van onaanvaardbare milieu hygiënische risico’s
als gevolg van de toepassing van TGG.
Het onderzoek (monitoring van de bodem- en waterkwaliteit) wordt voortgezet, om zeker
te stellen dat ook in de toekomst geen sprake is van onaanvaardbare milieu hygiënische
risico’s. Een definitief besluit over te nemen maatregelen zal mede worden gebaseerd
op de resultaten van de uitgevoerde onderzoeken en monitoringsresultaten.
Vraag 7
Kunt u deze vragen elk afzonderlijk zo spoedig mogelijk beantwoorden?
Antwoord 7
Door de benodigde afstemming is de beantwoording helaas vertraagd.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat -
Mede namens
S. van Veldhoven-van der Meer, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.