Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg inzake ontwerpbesluit houdende regels voor experimenten met het verstrekken van subsidies voor generieke werkgeversvoorzieningen (Besluit experimentele subsidie generieke werkgeversvoorzieningen) (Kamerstuk 34352-206)
2021D08016 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
In de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid bestond bij enkele fracties
de behoefte een aantal vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid over de op 1 februari 2021 ontvangen brief inzake het ontwerpbesluit
houdende regels voor experimenten met het verstrekken van subsidies voor generieke
werkgeversvoorzieningen (Besluit experimentele subsidie generieke werkgeversvoorzieningen)
(Kamerstuk 34 352, nr. 206).
De voorzitter van de commissie, Van Toorenburg
De adjunct-griffier van de commissie, Van Tilburg
Inhoudsopgave
blz.
I
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
2
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
2
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
3
Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP-fractie
3
II
Antwoord/Reactie van de Minister
3
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het ontwerpbesluit
houdende regels voor experimenten met het verstrekken van subsidies voor generieke
werkgeversvoorzieningen (Besluit experimentele subsidie generieke werkgeversvoorzieningen)
(Kamerstuk 34 352, nr. 206). Deze leden zijn positief over dit ontwerpbesluit en hopen dat dit experiment bijdraagt
aan een meer inclusieve arbeidsmarkt.
De leden van de VVD-fractie willen benadrukken dat het belangrijk is dat er tussentijds
verslag wordt uitgebracht over hoe het experiment verloopt. Het is voor deze leden
essentieel dat ook signalen vanuit de praktijk hierbij betrokken worden. Kan de Minister
aangeven op welke wijze hij hier invulling aan gaat geven?
De leden van de VVD-fractie vinden het positief dat het voorstel beoogt werkgevers
te stimuleren mensen met een beperking een dienstverband aan te bieden. De verwachting
is dat het koppelen van de voorziening aan de werkplek zelf, in plaats van een specifiek
dienstverband, zal leiden tot minder terughoudendheid bij werkgevers. Wanneer de desbetreffende
werknemer nog niet in beeld is, zijn werkgevers afhankelijk van de inschattingen en
expertise van arbeidsdeskundigen van het UWV. Kan de complexiteit en onzekerheid ook
leiden tot meer risicomijdend gedrag bij werkgevers? Wordt in het advies van het UWV
ook rekening gehouden met de hoeveelheid potentiële werknemers?
De leden van de VVD-fractie vragen of het koppelen van de voorziening aan de werkplek
zelf in plaats van een specifiek dienstverband ertoe kan leiden dat werkgevers zich
voornamelijk gaan richten op het creëren van werkplekken voor mensen met arbeidsbeperkingen
die veel voorkomen, om zo het risico op niet invullen van de vacature te verkleinen,
waardoor mensen met een minder vaak voorkomende beperking alsnog buiten de boot vallen.
De leden van de VVD-fractie lezen dat de werkgever zich moet inspannen om werk te
bieden, de werkgever wordt daarin ondersteund door het werkgeversservicepunt. Het
is van belang dat de samenwerking tussen werkgeversservicepunten en werkgevers optimaal
wordt benut. Deze leden ontvangen signalen die onderschrijven dat dit in de praktijk
niet altijd het geval is. Wordt de samenwerking tussen werkgevers en werkgeversservicepunten
ook meegenomen in het tussentijds verslag? Ziet de Minister ook nu al mogelijkheden
om deze samenwerking te verbeteren?
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met grote belangstelling kennisgenomen van het
ontwerpbesluit houdende regels voor experimenten met het verstrekken van subsidies
voor generieke werkgeversvoorzieningen. Deze leden zijn verheugd dat de mogelijkheden
om werkgevers te subsidiëren als zij een voorziening treffen om mensen met een beperking
een werkplek te geven, worden uitgebreid. Deze leden hebben hierover nog enkele vragen.
De leden van de D66-fractie vragen of er ook is gekeken naar de mogelijkheid om de
voorziening helemaal los te knippen van uitkeringsregelingen als de Wet werk en inkomen
naar arbeidsvermogen (WIA), Wajong en de Participatiewet. Deze leden vragen wat er
gebeurt als bijvoorbeeld een niet-uitkeringsgerechtigde met een arbeidsbeperking aan
het werk komt maar wel een aanpassing nodig heeft op de werkplek.
De leden van de D66-fractie vragen daarnaast waarom expliciet dienstbetrekkingen met
een proeftijd zijn uitgesloten. Deze leden vragen of dit niet een drempel opwerpt
om langere contracten aan te bieden aan mensen met een arbeidsbeperking.
Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP-fractie
De leden van de SGP-fractie hebben met instemming kennisgenomen van het ontwerpbesluit.
Deze leden hebben nog wel een aantal vragen. Hoe gaat de Minister deze regeling onder
de aandacht brengen van werkgevers en gemeenten zodat deze maximaal effect sorteert?
De leden van de SGP-fractie lezen dat de werkgever de plicht heeft om UWV te informeren
over veranderingen in het gebruik van de voorziening en om medewerking aan werkbezoeken.
Om welke specifieke veranderingen gaat het? Waarom moet de werkgever het UWV hierover
informeren en welke consequenties heeft niet informeren voor de werkgever? Hoe wordt
dit op een manier opgepakt, die zo min mogelijk rompslomp oplevert voor de werkgevers?
Kan de Minister ook nader ingaan op alle administratieve lasten voor de werkgever
die voortvloeien uit dit ontwerpbesluit bij gebruikmaking van deze subsidieregeling?
II Antwoord/Reactie van de Minister
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.M. van Toorenburg, voorzitter van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Mede ondertekenaar
I. van Tilburg, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.