Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Nijboer, Gijs van Dijk en Moorlag over ondernemers in Groningen en Fryslân die knel komen te zitten
Vragen van de leden Nijboer, Gijs van Dijk en Moorlag (allen PvdA) aan de Minister en de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat en de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over ondernemers in Groningen en Fryslân die knel komen te zitten (ingezonden 8 januari 2021).
Antwoord van Staatssecretaris Keijzer (Economische Zaken en Klimaat), mede namens
de Ministers van Economische Zaken en Klimaat en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
(ontvangen 23 februari 2021).
Vraag 1
Bent u ervan op de hoogte dat horecaondernemers die vorig jaar startten onvoldoende
worden gecompenseerd voor de geleden schade?
Antwoord 1
Een deel van de ondernemingen die zijn gestart in 2020 kwam niet in aanmerking voor
de steunregelingen die onderdeel zijn van het steun- en herstelpakket. Deze bedrijven
hadden geen referentieomzet, die noodzakelijk is om zo het omzetverlies te berekenen.
Daarmee wordt vervolgens het recht op en de hoogte van de steun bepaald. Deze referentieomzet
is bij een deel van de starters niet beschikbaar of is niet representatief voor de
omzet die het bedrijf zou kunnen draaien. Met de op 21 januari jl. aangekondigde uitbreiding
van het steun- en herstelpakket realiseert het kabinet aparte steun voor starters1. Door de regeling uit te breiden van het oorspronkelijke voorstel (ondernemingen
gestart vanaf 1 januari 2020 tot en met 30 juni 2020) naar ondernemingen die gestart
zijn vanaf 1 oktober 2019 tot en met 30 juni 2020 geeft het kabinet ook invulling
aan de motie Aartsen c.s.2 door de groep ondernemers die potentieel in aanmerking komt te verbreden. Een regeling
voor starters is nu mogelijk omdat er nu omzetcijfers beschikbaar zijn over de omzet
in het derde kwartaal van 2020. Voor starters zal dat kwartaal als referentiekwartaal
gehanteerd worden om de hoogte van het omzetverlies te bepalen. Dit zal worden geregeld
in een aparte regeling «Tegemoetkoming Starters». Daarmee komt er een passende subsidie
voor de vaste lasten voor starters. Daarnaast komt er ook een kredietfaciliteit voor
starters bij Qredits, waar starters geld kunnen lenen tegen zeer lage tarieven. Deze
faciliteit is vanaf het tweede kwartaal van 2021 beschikbaar.
Vraag 2
Erkent u dat ondernemers niet konden weten dat het coronavirus zou toeslaan en beseft
u dat er ondernemers zijn die verplichtingen zijn aangegaan?
Antwoord 2
Het coronavirus slaat hard toe en leidt tot ongekend harde, maar noodzakelijke, maatregelen
om verdere verspreiding van het virus tegen te gaan en de druk op onze zorginstellingen
te verminderen. Dat is iets wat ondernemers niet konden zien aankomen. Ondernemers
hebben investeringen gedaan of zijn verplichtingen aangegaan, die vervolgens niet
binnen de verwachte termijn konden worden terugverdiend of nagekomen omdat zij ten
dele of volledig gesloten moesten blijven in een deel van 2020. Dit is een belangrijke
reden voor het kabinet om ondernemers te ondersteunen middels het steun- en herstelpakket,
en om deze verder uit te breiden waarbij, net als veel anderen, starters gecompenseerd
worden.
Vraag 3
Waarom krijgen ondernemers die startten en nog geen omzet hadden voor de crisis toesloeg
geen recht op de Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid (NOW-regeling) terwijl
zij wel personeel in dienst hebben? Bent u bereid dit aan te passen?
Antwoord 3
Door de gehanteerde systematiek in de NOW-regeling is het niet mogelijk om het recht
op en de hoogte van de steun te bepalen, als er geen referentieomzet bepaald kan worden.
De referentieomzet is nodig om het omzetverlies te berekenen. Het omzetverlies is
nodig om te bepalen of een werkgever recht heeft op NOW en om de hoogte van de subsidie
te bepalen. Deze referentieomzet is bij een deel van de starters niet beschikbaar.
Het kabinet heeft uitvoerig naar de opties gekeken om deze groep starters ook in hun
loonkosten tegemoet te komen.
Onderzocht is of het binnen NOW3 mogelijk is om met Q3 2020 als referentieomzet te
werken voor startende ondernemers die zijn gestart na 2 februari 2020. Starters onderbrengen
binnen de bestaande regeling vanaf de vierde aanvraagperiode (jan t/m maart) zou in
verband met de geplande openstelling van het loket van de vierde aanvraagperiode (15 februari)
enkel mogelijk zijn onder zo eenduidig mogelijke voorwaarden, terwijl het op dit moment
nog onduidelijk is hoe starters precies ondergebracht zouden kunnen worden in deze
regeling. Dit zou de openstelling en tijdige uitbetaling van de NOW voor het eerste
kwartaal van 2021 vertragen, en ook zouden andere lopende processen binnen de NOW
vertraging oplopen. Tevens zou dit leiden tot veel hogere risico’s op misbruik en
oneigenlijk gebruik. Het kabinet acht deze gevolgen zeer onwenselijk.
Daarbij komt dat de meeste startende ondernemers vooral gebaat zijn bij een tegemoetkoming
in de vaste lasten. De Regeling Tegemoetkoming Starters sluit hierdoor beter aan bij
startende ondernemingen dan de NOW.
Gelet op het voorgaande heeft het kabinet besloten om starters tegemoet te komen door
middel van een aparte Regeling Tegemoetkoming Starters die zo veel mogelijk is gebaseerd
op de TVL.
Vraag 4
Waarom hebben ondernemers, zoals bijvoorbeeld Oan Tafel in Wergea, geen recht op de
Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL)?
Antwoord 4
De Tegemoetkoming Vaste Lasten is alleen toegankelijk voor ondernemers die uiterlijk
op 15 maart 2020 zijn gestart, de dag dat de eerste ingrijpende maatregelen werden
aangekondigd. Ondernemers waarbij een referentieomzet ontbreekt, zoals starters als
Oan Tafel in Wergea, kunnen geen aanspraak maken op deze TVL-regeling.
Met de Tegemoetkoming Starters komt er een regeling die zoveel mogelijk gebaseerd
wordt op de TVL, maar dan speciaal gericht op ondernemingen gestart vanaf 1 oktober
2019 tot en met 30 juni 20203 4.
Vraag 5
Beseft u dat het zowel voor de ondernemers als voor de werkgelegenheid en het leven
in dorpen en steden van belang is dat de horeca blijft bestaan?
Antwoord 5
Het kabinet erkent dat horeca een belangrijk element is voor de werkgelegenheid, maar
ook voor het sociale netwerk in steden en dorpen. Daarom is het kabinet er ook veel
aan gelegen om zoveel mogelijk in de kern gezonde bedrijven door de crisis heen te
trekken en banen en bedrijvigheid te behouden. Het kabinet heeft daartoe recent het
steun- en herstelpakket verder uitgebreid.
Vraag 6
Wilt u voorstellen doen om ondernemers die net waren gestart een rechtvaardige compensatie
te bieden, zij kunnen er toch niks aan doen dat het coronavirus zo toeslaat?
Antwoord 6
Met de nieuwe regeling Tegemoetkoming Starters wil het kabinet deze ondernemers een
redelijke subsidie bieden voor hun vaste lasten.
Vraag 7
Bent u ermee bekend dat kappers die nu helemaal dichtmoeten veelal geen aanspraak
kunnen maken op de NOW-regeling, bijvoorbeeld omdat de omzet met net iets minder dan
30 procent terugliep?
Antwoord 7
Er moet op dit moment minimaal sprake zijn van 20% omzetverlies om voor de NOW 3,
in aanmerking te komen5. De kappers, en overige werkgevers, met 30% omzetverlies komen dus in aanmerking.
Vraag 8
Vindt u dat kapsalons, zoals Time Out in Winsum met zes vaste medewerkers en een aantal
stagiaires, zelf de geleden schade voor hun rekening moeten nemen?
Antwoord 8
Kapsalons, zoals Time Out in Winsum, en andere bedrijven kunnen steun krijgen van
de overheid wanneer zij voldoen aan de voorwaarden.
Hiermee hoopt de overheid banen en bedrijvigheid te behouden. Daartoe is de steun
ook recent flink geïntensiveerd waardoor bedrijven nu nog meer steun kunnen krijgen.
Wel roept het kabinet bedrijven op, om zoveel als kan, kosten te besparen en waar
mogelijk eigen omzet te genereren.
Vraag 9
Beseft u dat kappers veelal geen enorm grote marges hebben zodat een omzetverlies
van 30 procent per kwartaal, als ineens niemand meer geknipt wordt, domweg teveel
is om te dragen en personeel door te betalen?
Antwoord 9
Het kabinet erkent dat het steun- en herstelpakket niet alle ondernemers kan helpen.
Wel wil het kabinet met dit pakket zo veel mogelijk ondernemers tegemoetkomen. De
uitbreiding van het steun- en herstelpakket bevat onder meer een hoger vergoedingspercentage
voor de NOW, een verhoging van het minimum subsidiebedrag voor de TVL en een verhoging
van het subsidiepercentage. Tezamen met de Tegemoetkoming Starters wil het kabinet
op deze manier meer bedrijven beter helpen bij het betalen van de vaste lasten en
loonkosten.
Vraag 10
Bent u bereid, zeker nu de maatregelen mogelijk worden verlengd, om met de kappersbranche
te kijken of naar omzetverlies per maand gekeken kan worden?
Antwoord 10
Het overstappen van en kwartaalberekening naar een berekening op maandbasis is niet
mogelijk. Zo’n overstap levert grote complicaties en grote druk in de uitvoering op.
Voor de TVL is de belangrijkste reden dat de meeste ondernemingen per kwartaal Btw-aangifte
doen bij de Belastingdienst. Deze gegevens gebruikt RVO.nl om het omzetverlies te
kunnen vaststellen waardoor aanvragen sneller afgehandeld kunnen worden, ondernemers
minder gegevens hoeven aan te leveren en sneller steun krijgen. Het merendeel van
de aanvragen wordt geautomatiseerd binnen enkele werkdagen door RVO.nl verwerkt. De
omzet per maand is voor RVO niet verifieerbaar en leidt los van de extra werkzaamheden
tot een onaanvaardbaar risico op misbruik en oneigenlijk gebruik.
Ook bij de NOW is een regeling op maandbasis nagenoeg onmogelijk en onwenselijk. Dit
legt een te grote druk op de uitvoering. Dit zou betekenen dat de huidige processen
die nu per kwartaal plaatsvinden, op maandelijkse basis moeten gaan plaatsvinden.
Dit is een te grote belasting voor UWV.
Ook de druk op de vaststellingsprocedures zou te groot worden, waarbij risico’s op
misbruik en oneigenlijk gebruik ook nog zouden toenemen. Bovendien is bij de NOW bewust
gekozen om te rekenen met een meetperiode per kwartaal. Op deze manier wordt voorkomen
dat een vrij beperkte en kortdurende daling van de omzet al in aanmerking komt voor
subsidie.
Binnen de huidige vormgeving van NOW3 is het zo dat er bij een omzetdaling van 20%
in één maand6, terwijl in de maanden daaromheen wel een normale omzet wordt behaald, er geen recht
op een NOW-subsidie bestaat. Gemiddeld over drie maanden daalt de omzet in dat geval
met 6,7%. Verwacht mag worden dat een werkgever voldoende voorbereid is om een dergelijke
situatie het hoofd te bieden, ook als die zich ten gevolge van buitengewone omstandigheden
voordoet. Daalt de omzet in een maand tijd met 60%, dan is dat gemiddeld over drie
maanden 20% en bestaat wel recht op een subsidie.
Vraag 11
Bent u bereid te kijken om voor branches die nu volledig zijn gesloten een aparte
extra compensatie voor bijvoorbeeld vaste lasten in het leven te roepen?
Antwoord 11
Met de uitbreiding van het steun- en herstelpakket, met name de verhoging van het
subsidiepercentage van de TVL, worden gesloten sectoren tot 85% gesubsidieerd in de
vaste lasten. Op deze manier komt het kabinet nog meer dan voorheen ondernemers tegemoet
die door de coronamaatregelen hard worden getroffen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.C.G. Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat -
Mede namens
B. van 't Wout, minister van Economische Zaken en Klimaat -
Mede namens
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.