Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Ellemeet over het bericht 'Medische hulpmiddelen: de patiënt betaalt de rekening'
Vragen van het lid Ellemeet (GroenLinks) aan de Minister voor Medische Zorg over het bericht «Medische hulpmiddelen: de patiënt betaalt de rekening» (ingezonden 18 december 2020).
Antwoord van Minister Van Ark (Medische Zorg) (ontvangen 22 februari 2021). Zie ook
Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 1254.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Medische hulpmiddelen: de patiënt betaalt de rekening»
van Reporter Radio van 13 december 2020?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2, 3, 4, 5
Vindt u ook dat producten waarvan artsen zeggen dat ze medisch noodzakelijk zijn,
vergoed moeten worden?
Wat is de juridische status van het begrip «medische noodzaak» en hoe verschilt dat
van het begrip «medische noodzaak» bij medicijnen?
Waarom kunnen verzekeraars ervoor kiezen producten niet te vergoeden als ze medisch
noodzakelijk zijn?
Kunt u bevestigen dat medische hulpmiddelen die conform het «het functioneringsgericht
voorschrijven» zijn voorgeschreven, vergoed dienen te worden? Zo niet, waarom niet?
Antwoord 2, 3, 4, 5
Of er al dan niet sprake is van «medische noodzaak» en een «medische indicatie», en
in het verlengde daarvan de vraag of deze zorg vergoed moet worden, zijn belangrijke
vragen voor het zorgstelsel en het functioneren van de Zorgverzekeringswet (Zvw).
In een Kamerbrief van mijn ambtsvoorganger van 21 juni 20192 is uiteengezet hoe een medische indicatie wordt vastgesteld, wat het vaststellen
van noodzakelijk betekent en wat dat betekent voor de vergoeding.
Kortweg komt het erop neer dat het aan de zorgprofessional is om de medische indicatie
vast te stellen. Alleen zorgprofessionals stellen vast of er medisch gezien iets aan
de hand is met een patiënt. Er moet sprake zijn van een noodzaak waaruit blijkt dat
de patiënt redelijkerwijs op verantwoorde (hulpmiddelen)zorg is aangewezen (artikel
2.1 Besluit zorgverzekering). Hierbij baseert een zorgverlener zich bij voorkeur op
de richtlijnen of kwaliteitstandaarden van de beroepsgroep. Juridisch gezien bestaat
er daarmee geen onderscheid tussen het vaststellen van de medische noodzakelijkheid
voor hulpmiddelen, geneesmiddelen of behandelingen.
Een separate vraag is of een medische behandeling in aanmerking komt voor vergoeding
vanuit de Zvw. Het wettelijk vastgelegde basispakket is voor iedereen gelijk en kent
met name voor de medisch specialistische behandelingen, geneesmiddelen en hulpmiddelen
een open instroom.
Daarin is de «zorg die zorgprofessionals plegen te bieden» in principe leidend voor
het verzekerde pakket. Tevens geldt voor het verzekerd pakket dat de behandeling,
geneesmiddel en hulpmiddel moet voldoen aan de stand van de wetenschap en praktijk,
dus effectief en werkzaam zijn bij de vastgestelde indicatie (artikel 2.1 lid 2 Besluit
zorgverzekering).
Voor de vergoeding van hulpmiddelen zijn bij ministeriële regeling zogenaamde «functionerende
hulpmiddelen» en verbandmiddelen aangewezen.3 De term «functionerende» betekent hier dat het hulpmiddel adequaat en gebruiksklaar
is. Daarmee kan worden geregeld in welke gevallen de verzekerde recht heeft op hulpmiddelenzorg.
Op die manier is de omschrijving van hulpmiddelenzorg zo dat uitgegaan wordt van het
opheffen of verminderen van de verloren gegane lichaamsfunctie, functiestoornis of
functioneringsproblemen. Deze functiegerichte omschrijving van de hulpmiddelenzorg
heeft als aangrijpingspunt de te corrigeren aandoening of handicap. Dit biedt meer
ruimte voor maatwerk en innovatie in tegenstelling tot een gesloten limitatieve lijst
van hulpmiddelen.
Ten aanzien van de in het nieuwsbericht aangehaalde lijmrestverwijderaar heb ik begrepen
dat de vergoedingsvraag momenteel onder de rechter ligt. Deze rechtszaak volgt op
een eerdere uitspraak waaruit bleek dat, onder voorwaarde, de lijmrestverwijderaar
voor vergoeding in aanmerking komt, waartegen de zorgverzekeraar hoger beroep heeft
aangetekend. Aangezien het onder de rechter ligt, laat ik mij hier niet verder over
uit.
Vraag 6
Klopt het dat verzekeraars vanuit het oogpunt van kostenbesparing aan leveranciers
steeds minder betalen voor medisch hulpmiddelen? Zo ja, hoeveel is daarop bespaard?
Antwoord 6
Uit de monitor hulpmiddelenzorg van de NZa 20194 blijkt dat zorgverzekeraars de afgelopen jaren voor de inkoop van diverse hulpmiddelen
aanpassingen hebben doorgevoerd. Daarbij signaleert men dat hulpmiddelen steeds vaker
in bruikleen worden gegeven, het aantal machtigingen wordt teruggedrongen, men vaker
gebruik maakt van meerjarencontracten en de selectieve inkoop verder wordt doorgevoerd.
Enerzijds leidt dat ertoe dat een deel van de hulpmiddelen beter worden ingekocht.
Dat is goed voor de betaalbaarheid van de zorg. Anderzijds vinden zowel zorgverzekeraars
als zorgaanbieders dat bij een aantal hulpmiddelen de bodem is bereikt en dat de prijs
niet verder omlaag kan. Ik heb geen zicht op hoeveel zorgverzekeraars voor hulpmiddelen
daadwerkelijk betalen of besparen. Dat wordt vastgelegd in de overeenkomsten tussen
zorgverzekeraars en zorgaanbieders.
Vraag 7
Bent u het ermee eens dat deze problematiek ook onder de noemer doorgeschoten marktwerking
valt, omdat dit ten koste van zorg voor meer complexe patiënten gaat? Zo niet, waarom
niet?
Antwoord 7
Met de manier waarop onze zorg is georganiseerd, creëren we zoveel mogelijk waarde
voor de patiënt. Als er signalen zijn dat het beter moet, dan kunnen de randvoorwaarden
en de prikkels daarop aangepast worden.
Vraag 8
Bij wie ligt de verantwoordelijkheid dat een patiënt de juiste hulpmiddelen krijgt?
Ligt dit bij de arts, de patiënt, de leverancier of de verzekeraar?
Antwoord 8
Ik zie het als een gezamenlijke verantwoordelijkheid van alle betrokken partijen dat
het juiste hulpmiddel bij de juiste patiënt wordt ingezet om zowel de kwaliteit als
de doelmatigheid van de zorg te bevorderen en te behouden. Bij voorkeur wordt dit
ingevuld op basis van gezamenlijk gedragen kwaliteitstandaarden zodat ook de kwaliteit
en uniformiteit van het basispakket gewaarborgd wordt, bijvoorbeeld met het generieke
kwaliteitskader voor de hulpmiddelenzorg.
Vraag 9, 10
Welke stappen kan en wilt u zetten om de toegang tot de juiste hulpmiddelen te verbeteren?
Bent u bereid in kaart te brengen hoe groot de groep mensen is die niet de juiste
hulpmiddelen krijgt, bij welke patiëntengroepen dit speelt en waar de knelpunten zitten?
Antwoord 9, 10
Mijn voorganger is gestart met het Bestuurlijk Overleg Hulpmiddelenzorg (BOH) dat
is bedoeld om hulpmiddelenzorg voor de gebruiker merkbaar beter te maken, onder het
motto» eenvoudig waar het kan, complex waar dat nodig is» In dit BOH van bestuurders
van patiënten vertegenwoordigers, zorgaanbieders en zorgverzekeraars worden verschillende
knelpunten besproken en worden afspraken gemaakt die onder andere worden verwerkt
in kwaliteitsstandaarden die onderdeel worden van de zorgplicht. Ten behoeve van het
BOH worden door patiëntverenigingen ook regelmatig enquêtes uitgevoerd om knelpunten
te verzamelen. Ik denk dat ik daardoor een redelijk goed beeld heb van de knelpunten
en welke de patiëntengroepen dit vooral treft. Over de doelstelling en voortgang van
het BOH heb ik u eerder geïnformeerd.5 6 Daarin heb ik genoemd dat een belangrijk obstakel vooral het gebrek aan transparantie
over de beoogde kwaliteit en daaruit volgende overeenkomsten tussen zorgverzekeraars
met zorgaanbieders is. Ik ben van plan om dat beter inzichtelijk te laten maken en
om in het volgend BOH daarover duidelijke afspraken te maken.
Vraag 11
Lijkt het u een goed idee om binnen het programma (Ont)Regel de Zorg ook initiatieven
te gaan ondersteunen om de regeldruk voor zorgvragers, specifiek voor mensen die hulpmiddelen
gebruiken, te verminderen? Zo niet, hoe wilt u dan die verantwoordingslast terugdringen?
Antwoord 11
Ik ondersteun die initiatieven en binnen het programma wordt al gewerkt aan het verminderen
van onnodige administratieve lasten op onderdelen van de hulpmiddelenzorg.
Vraag 12
Hoeveel producenten van medische hulpmiddelen zijn de afgelopen vijf jaar gestopt
met het aanbieden van hun producten in Nederland vanwege te lage prijzen? Wat zijn
daarvan de gevolgen voor de gebruikers van die hulpmiddelen geweest?
Antwoord 12
Ik heb daar geen exact beeld van, maar ik heb ook geen concrete signalen ontvangen
dat er op dit moment een risico bestaat met betrekking tot de beschikbaarheid van
kwalitatief volwaardige adequate en noodzakelijke hulpmiddelen in Nederland. Binnen
de sector zijn er veelal meerdere aanbieders met vergelijkbare producten waardoor
er alternatieven zijn.
Wel ben ik bekend met signalen van producenten dat de marktomstandigheden lastiger
zijn geworden. Producenten gaan daar verschillend mee om. Sommige partijen kiezen
voor een consolidatiestrategie, waarmee zij door fusies of overnames in staat blijven
hun bedrijfsmodel gezond te houden. Indien de beschikbaarheid van bepaalde hulpmiddelen
in gedrang is, dan is het aan zorgverzekeraars om daarop in te grijpen en voor passende
alternatieven te zorgen.
De zorgverzekeraars hebben die verantwoordelijkheid omdat ze een zorgplicht hebben
naar hun verzekerden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T. van Ark, minister voor Medische Zorg
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.