Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van der Molen, Van den Berg en Kuik over het bericht 'Schrikbarend veel misbruik van ADHD-medicatie onder Nederlandse studenten'
Vragen van de leden Van der Molen, Van den Berg en Kuik (allen CDA) aan de Ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en voor Medische Zorg over het bericht «Schrikbarend veel misbruik van ADHD-medicatie onder Nederlandse studenten» (ingezonden 25 januari 2021).
Antwoord van Minister Van Ark (Medische Zorg), mede namens de Minister van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap (ontvangen 22 februari 2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen,
vergaderjaar 2020–2021, nr. 1726.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Schrikbarend veel misbruik van ADHD-medicatie onder
Nederlandse studenten»?1
Antwoord 1
Ja, ik ben bekend met het bericht.
Vraag 2, 3, 4
Bent u ook geschrokken van deze conclusies? Bent u, in tegenstelling tot de resultaten
uit het eerdere onderzoek van de Universiteit van Amsterdam, het wel eens met de resultaten
uit dit onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen, oftewel dat studenten medicatie
gebruiken om de academische prestaties te verbeteren, zonder daarvoor een medische
indicatie te hebben? Indien u zich geen zorgen maakt over deze conclusies of het niet
eens bent met deze resultaten, vernemen deze leden ook wat voor u een grens is waarna
u zich wel zorgen gaat maken en erkent dat er een probleem is?
Wat zijn de conclusies met betrekking tot middelengebruik uit het onderzoek naar mentale
gezondheid opgezet door Het Trimbos Instituut en GGD GHOR Nederland, in samenwerking
met het RIVM? In hoeverre hebben deze resultaten al geleid tot aanvullende maatregelen
met betrekking tot oneigenlijk middelengebruik onder studenten?
Bent u naar aanleiding van deze resultaten alsnog bereid stappen te zetten, zodat
studenten zelf goede voorlichting krijgen over de gevaren van zogenaamde «studiedrugs»,
aangezien het zelfs tot psychoses en een plotselinge dood kan leiden? Zo ja, wat gaat
u concreet doen en op welke termijn? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2, 3, 4
In antwoord op eerdere Kamervragen over de berichten «Prestatiedruk in het hoger onderwijs
leidt tot misbruik ADHD-medicatie’en «Braindrug modafinil is populair onder studenten»2 heeft mijn voorganger vooral gewezen op de representativiteit van het onderzoek van
de Universiteit van Amsterdam voor de studenten in de rest van Nederland. Ook heeft
mijn voorganger gewezen op de monitor van het Trimbos Instituut naar de mentale gezondheid
en het middelengebruik onder studenten. De monitor moet meer inzicht geven in de aard
en omvang van het (oneigenlijk) gebruik van deze zogenoemde prestatie verhogende (recept-)geneesmiddelen.
De resultaten van de monitor komen medio 2021 beschikbaar. Tegelijkertijd ontvang
ik signalen vanuit het veld over de groeiende groep die deze middelen om de verkeerde
redenen gebruikt. Ik wil deze signalen niet naast me neerleggen en ga hier in de komende
maanden goed naar kijken. Ik betrek hierbij de resultaten van de monitor van het Trimbos
Instituut. Als de uitkomst geen geruststellend beeld oplevert, ben ik bereid over
te gaan tot actie om de ongewenste ontwikkeling af te remmen.
Vraag 5
Maakt u zich ook zorgen dat illegale aanbieders van medicatie websites in het buitenland
registeren, zodat ze tussen de mazen van de wet vallen en Inspectie Gezondheidszorg
en Jeugdhier geen zeggenschap over heeft? In welke landen worden deze websites met
name geregistreerd? Hoe verlopen de bilaterale contacten met het desbetreffende land
om ervoor te zorgen dat die websites alsnog offline gehaald worden? Welke andere mogelijkheden
zijn er om dit soort websites offline te kunnen halen?
Antwoord 5
Illegale aanbieders kunnen overal ter wereld hun domeinnaam registeren. Ook kunnen
ze kiezen om de inhoud van hun website overal ter wereld bij een dienstverlener op
een server onder te brengen. In een dergelijk geval heeft IGJ hier geen zeggenschap
over en beschikt zij dus niet over formele mogelijkheden om op te treden tegen de
houder van de website. Het is mij niet bekend in welke landen geneesmiddelenwebsites
met name worden geregistreerd. De IGJ onderhoudt op dit moment geen reguliere contacten
met toezichthouders in andere landen over dit soort websites. IGJ neemt al jaren deel
aan een jaarlijkse wereldwijde actie tegen illegale handel in geneesmiddelen in Interpol-verband
(Operatie PANGEA). In het kader daarvan informeren autoriteiten elkaar over websites
met illegaal aanbod van geneesmiddelen. Dit leidde tot inbeslagnemingen en arrestaties
en op basis daarvan werden meerdere websites geblokkeerd. De jaarlijkse publiciteit
over deze campagne droeg bij aan bewustwording over de risico’s van illegale aanbod
en handel. In 2020 heeft IGJ zich gericht op de illegale aanbod en handel in Covid-19
gerelateerde geneesmiddelen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T. van Ark, minister voor Medische Zorg -
Mede namens
I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.