Schriftelijke vragen : Het bericht dat studenten in Nederland China vrezen.
Vragen van de leden Van der Molen en Van Helvert (beiden CDA) aan de ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en van Buitenlandse Zaken over het bericht dat studenten in Nederland China vrezen. (ingezonden 19 februari 2021).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Studenten in Nederland vrezen China: Sommigen durven
hun mond niet open te doen»1 en «Zorgen om banden RUG en China: hoogleraar mag imago China niet beschadigen»?2
Vraag 2
Herinnert u zich uw uitspraak dat de academische vrijheid in Nederland nooit ter discussie
mag staan? Herinnert u zich de schriftelijke vragen van 17 april 2019 in hoeverre
het aanstellen van een hoogleraar bij de RUG met Confucius-middelen diens onafhankelijkheid
aantast, waarop u op 11 juni 2019 aangaf dat er geen reden tot zorg was?3
Vraag 3
Bent u bekend met de passage in het contract tussen een Groningse hoogleraar en het
Confuciusinstituut waarin het de Groningse hoogleraar wordt verboden het imago van
China zware schade toebrengen? Zo ja, wat vindt u hiervan? Wat vindt u van de mening
van het universiteitsbestuur in Groningen dat de overeenkomst «de academische vrijheid
niet onder druk zet»?
Vraag 4
Hoe verhoudt het contractueel verbieden van een hoogleraar om het imago van China
te beschadigen zich ten opzichte van de gedragscode wetenschappelijke integriteit?
Welke consequenties zijn er verbonden aan het schenden van de gedragscode wetenschappelijk
integriteit door een Nederlandse onderwijsinstelling?
Vraag 5
Hoe is het ondanks meerdere waarschuwingen vanuit de veiligheidsdiensten, onderzoeksinstituten
zoals Clingendael, en de Tweede Kamer over de gevaren van het Confuciusinstituut nu
toch mogelijk dat veel studenten en medewerkers van de RUG zich geïntimideerd voelen
door China en zij niet meer openlijk hun mening over China durven te geven?
Vraag 6
Deelt u de mening dat uit de berichtgeving blijkt dat de academische vrijheid bij
het Confuciusinstituut Groningen zwaar is aantast en dat dit ontoelaatbaar is? Kunt
u in uw antwoord het KNAW-rapport betrekken waarin de betekenis en grenzen van academische
vrijheid zijn uitgewerkt?4
Vraag 7
Vindt u dat de RUG maatregelen moeten nemen? Zo ja, welke maatregelen?
Vraag 8
Bent u bereid om naar aanleiding van de verontrustende berichtgeving de Inspectie
van het Onderwijs, vanwege hun taak om de naleving van de wet te controleren, opdracht
te geven om te onderzoeken in hoeverre bij de RUG en het Confuciusinstituut Groningen
artikel 1.6, «Aan de instellingen voor hoger onderwijs wordt de academische vrijheid
in acht genomen», wordt nageleefd? Bent u bereid om in dit onderzoek ook het Confuciusinstituut
Maastricht mee te nemen?
Vraag 9
Welke andere maatregelen bent u van plan te nemen om de academische vrijheid en de
vrijheid van meningsuiting bij het Confuciusinstituut Groningen te herstellen? Bent
u deze keer wel bereid de Rijksuniversiteit Groningen op te roepen het samenwerkingsverband
met het Confuciusinstituut te verbreken?
Vraag 10
Herinnert u zich de aanbeveling van de RVO met betrekking tot de tien risicovolle
Memoranda of Understanding (MoU’s) van Nederlandse universiteiten met Chinese partijen?5 Deelt u de mening dat deze 10 risicovolle MoU’s spoedig bekeken en beoordeelt moeten
worden? Hoe staat het met de oprichting van de onafhankelijke adviescommissie die
Nederlandse samenwerkingen met buitenlandse kennisinstellingeninhoudelijk moet gaan
toetsen op de mate van risico en het toetsingskader dat hier aan ten grondslag ligt?
Hoe ver reikt de invloed van deze onafhankelijke adviescommissie en wat gebeurt er
als een kennisinstelling een advies om een MoU te ontbinden naast zich neer legt?
Vraag 11
Bent u bekend met en in het bezit van de lijst van verboden onderwerpen die de Chinese
regering heeft opgesteld voor Chinese academici in het buitenland en gecontracteerde
partners? Wat vindt u van deze lijst en kunt u deze lijst, indien in uw bezit, zo
spoedig mogelijk delen met de Kamer?
Vraag 12
Bent u bereid om naar aanleiding van de berichtgeving en het recente rapport van de
veiligheidsdiensten over grootschalige Chinese spionage op Nederlandse onderwijsinstellingen
een onderzoek in te stellen naar «the Association of Chinese Students and Scholars
in the Netherlands» om in kaart te brengen welke rol deze organisatie speelt bij het
verklikken van studenten en bij de Chinese economische spionageactiviteiten op Nederlandse
kennisinstellingen?6
7
Vraag 13
Wilt u deze vragen afzonderlijk beantwoorden, graag binnen de reguliere termijn?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H. van der Molen, Tweede Kamerlid -
Mede ondertekenaar
M.J.F. van Helvert, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.