Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Dik-Faber over de berichten dat steeds minder boeren de overstap naar biologische landbouw maken
Vragen van het lid Dik-Faber (ChristenUnie) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de berichten dat steeds minder boeren de overstap naar biologische landbouw maken. (ingezonden 26 januari 2021).
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 12 februari
            2021).
         
Vraag 1
            
Bent u bekend met de berichten «Biologische boer worden in Nederland? Het wordt steeds
               minder populair' en «Boer steeds huiveriger voor overstap naar biologisch, maar hulp
               is in aantocht»?1
               2
Antwoord 1
            
Ja.
Vraag 2
            
Klopt het dat steeds minder boeren de overstap naar biologische landbouw maken en
               wat is uw reactie op de in de artikelen gegeven verklaring dat dit komt doordat boeren
               minder perspectief zien in deze manier van bedrijfsvoering?
            
Antwoord 2
            
Het klopt dat minder boeren de overstap maken naar biologische landbouw. Het is niet
               precies duidelijk wat de oorzaken hiervan zijn. In algemene zin zie ik dat veel boeren
               op dit moment perspectief missen en mijn beleid is erop gericht om voor boeren dit
               perspectief te vergroten en om ondernemerschap te stimuleren in de transitie naar
               een duurzamere bedrijfsvoering (zie de agrarische ondernemerschapsagenda3). Dit doe ik bijvoorbeeld met het omschakelprogramma, waarmee ik ondernemers wil
               stimuleren en ondersteunen om versneld om te schakelen naar stikstofarme(re) en meer
               duurzame agrarische bedrijfsvoering, waaronder biologische landbouw.
            
Vraag 3
            
Deelt u de mening dat dit een zorgwekkende ontwikkeling is?
Antwoord 3
            
Ja, want door omschakeling naar biologische landbouw wordt een concrete bijdrage geleverd
               aan zowel de transitie naar kringlooplandbouw als aan de Europese ambitie «tenminste
               25% van het landbouwareaal van de EU biologisch in 2030».
            
Vraag 4
            
Zal Nederland met deze dalende trend de Europese ambities om tot gemiddeld 25 procent
               biologisch landbouwareaal in 2030 te groeien, kunnen halen?
            
Antwoord 4
            
De doelstelling voor 25% biologisch landbouwareaal heeft betrekking op de EU in haar
               geheel en de lidstaten zullen gezamenlijk bijdragen aan deze gemeenschappelijke doelstelling.
               Gelet op het huidige areaal van ca 3.8% is de doelstelling van de EU voor Nederland
               ambitieus. Daarbij zet het kabinet in op een transitie naar kringlooplandbouw en de
               omschakeling naar biologische landbouw is daar een onderdeel van. Vanzelfsprekend
               volg ik nauwgezet de uitwerking van de «Boer tot Bord» ambities in een «Biologisch
               Actieprogramma» (Organic Action Plan), dat de EC naar verwachting eind maart zal presenteren.
               Ik zal bekijken wat deze plannen voor Nederland kunnen betekenen. Uw Kamer zal hierover
               langs de gebruikelijke weg via een BNC-fiche geïnformeerd worden.
            
Vraag 5
            
Welke mogelijkheden ziet u om biologische boeren extra te ondersteunen vanuit het
               Gemeenschappelijk Landbouw Beleid voor hun inspanningen op het gebied van bodembeheer
               en biodiversiteit?
            
Antwoord 5
            
Het nieuwe GLB biedt volop mogelijkheden biologische boeren extra te steunen voor
               hun inspanningen op het gebied van bodembeheer en biodiversiteit. Een groot deel van
               de biologische boeren neemt nu al deel aan het agrarisch natuur- en landschapsbeheer.
               Bij de invulling van de ecoregelingen is het aan de lidstaat om er voor te kiezen
               om biologische landbouwers of landbouwers die de overstap willen maken, extra te steunen.
               Dit kan bijvoorbeeld door activiteiten in de ecoregelingen te laten aansluiten op
               activiteiten in de biologische landbouw. Mijn inzet is ook dat het mogelijk wordt
               om biologische bedrijven te vrijwaren van specifieke verplichtingen, bijvoorbeeld
               voor onderdelen van de uitgebreide conditionaliteit of bij ecoregelingen. Het SKAL-certificaat
               is dan het bewijs dat het bedrijf voldoet aan de duurzaamheidseisen. Deze mogelijkheid
               behoort nog wel bevestigd te worden in de nog vast te stellen Europese verordeningen.
               Daarnaast is het mogelijk om steun voor investeringen, kennisprojecten en samenwerkingsprojecten
               specifiek te richten op landbouwers die volgens de biologische productiemethode boeren
               of dat willen gaan doen. Welke keuzes Nederland in het Nationaal Strategisch Plan
               gaat maken, zal in de loop van dit jaar worden beslist en worden besproken met de
               biologische sector.
            
Vraag 6
            
Welke mogelijkheden ziet u om boeren vanuit de overheid meer perspectief te bieden
               voor biologische bedrijfsvoering?
            
Antwoord 6
            
Vanuit de overheid is breed ingezet op de omslag naar kringlooplandbouw als vorm van
               duurzame landbouw, waar biologisch een voorbeeld van is. Deze omslag wordt op allerlei
               verschillende wijzen ondersteund, bijvoorbeeld via het GLB, het Omschakelprogramma
               duurzame landbouw en aandacht voor duurzame voeding (zie diverse voorbeelden in de
               antwoorden op vraag 5, 8 en 9, 10 en 11). Verder volg ik de ontwikkeling van het Biologische
               Actieprogramma van de Europese Commissie nauwlettend en onderzoek ik wat dit voor
               Nederland kan betekenen.
            
Vraag 7
            
Welke mogelijkheden ziet u om de regeldruk te verlagen voor boeren die willen omschakelen
               naar biologische bedrijfsvoering?
            
Antwoord 7
            
Boeren die omschakelen van gangbare landbouw naar biologische landbouw, mogen pas
               het biologisch keurmerk voeren als aan alle Europese voorschriften voor biologische
               landbouw wordt voldaan. Dit is gedetailleerd beschreven in verordening (EG) nr. 834/2007,
               waar per landbouwproduct, voor alle stadia van productie, bereiding en distributie,
               is aangegeven waaraan moet worden voldaan om het biologisch keurmerk te mogen voeren.
               Dit is mede van belang ter waarborging van het consumentenvertrouwen.
            
Vanwege deze waarborgen wil ik goed kijken naar wat de mogelijkheden zijn om de regeldruk
               te beperken en/of te verminderen voor biologische boeren die aan bovenstaande regels
               moeten voldoen, bijvoorbeeld bij de uitwerking van instrumenten, zoals het GLB en
               het omschakelprogramma.
            
Vraag 8
            
Welke mogelijkheden ziet u om in de omschakelperiode naar biologische bedrijfsvoering
               boeren tegemoet te komen voor de extra lasten die zij al wel dragen, maar nog niet
               terug kunnen verdienen?
            
Antwoord 8
            
Er zijn regelingen om agrariërs te helpen om de omslag te maken. Zo kan de Borgstelling
               MKB-landbouwkredieten worden gebruikt voor een omschakelkrediet. Dit betekent dat
               de ondernemer over een werkkapitaalkrediet kan beschikken tijdens de omschakelperiode.
               Met dit krediet kan de ondernemer steeds over liquide middelen beschikken in de periode
               dat er sprake is van een hogere kostprijs van biologische productie, maar er nog niet
               de hogere prijs van biologische producten wordt ontvangen.
            
Ook werk ik aan het Omschakelprogramma Duurzame Landbouw, waarvan het «Investeringsfonds
               Omschakeling» naar verwachting in de loop van het voorjaar van start zal gaan (zie
               ook antwoord vraag 6). Met dit programma wil ik ook omschakelaars naar biologische
               landbouw een steun in de rug bieden bij de financiering die zij daarvoor nodig hebben.
               Daarmee beoog ik meer ondersteuning te geven met de omschakelfinanciering dan alleen
               met de reguliere borgstellingsregeling nu mogelijk is.
            
Vraag 9
            
Welke mogelijkheden ziet u om de marktpartijen te stimuleren om meer perspectief te
               bieden voor biologische bedrijfsvoering, bijvoorbeeld door supermarkten aan te moedigen
               biologische producten een prominente plek te geven in het schap en erop te wijzen
               dat het prijsverschil verwaarloosbaar is?
            
Antwoord 9
            
Om het perspectief voor een biologische bedrijfsvoering te verbeteren, is het van
               belang dat de vraag naar biologisch voedsel toeneemt. Ik juich pilots waarin bijvoorbeeld
               wordt geëxperimenteerd met de plek in het schap van harte toe, zoals nu wordt gedaan
               in de provincie Gelderland. Deze pilots laten in de praktijk zien dat het consumentengedrag
               hiermee beïnvloed kan worden. Om navolging door anderen te stimuleren is het van belang
               de uitkomsten van zulke pilots breed uit te dragen. Daarnaast blijft het belangrijk
               om de consument onafhankelijke informatie en voorlichting te bieden, zoals gebeurt
               via de Keurmerkenwijzer van Milieu Centraal en de website van het Voedingscentrum.
            
Vraag 10
            
Hoe kunt u maatschappelijke initiatieven zoals platform «Aardpeer», die grond aankopen
               en onder pachtprijs verpachten aan biologische boeren, verder stimuleren?
            
Antwoord 10
            
Allereerst wil ik aangeven dat ik dit soort regionale particuliere initiatieven zoals
               Aardpeer, maar ook vele andere, van harte verwelkom. Dit soort initiatieven geven
               de maatschappelijke steun voor kringlooplandbouw een praktische invulling. Hiermee
               kan ook de zekerheid aan biologische boeren worden gegeven die ze nodig hebben. Een
               boer zal niet investeren in een biologisch certificaat voor een pachtperceel zonder
               zekerheid over de langlopende beschikbaarheid van deze pachtgronden. Het zou goed
               zijn als alle verpachters biologische boeren hierbij zoveel mogelijk tegemoet willen
               te komen. Zoals ik in de hoofdlijnenbrief «herziening pachtbeleid»4 heb aangegeven, is het mijn inzet om het pachtbeleid aan te passen om langlopende
               pachtcontracten de standaard te maken en daarbij ook meer duurzaamheidseisen mogelijk
               te maken. Besluitvorming en invulling over de herziening van het pachtbeleid laat
               ik aan een volgend kabinet.
            
Naar aanleiding van de motie Bisschop5 wordt een onderzoek gestart naar wat lokale landcoöperaties, zoals Aardpeer, kunnen
               betekenen voor de transitie naar duurzame bedrijfsvoeringssystemen. De uitkomsten
               van dit onderzoek zullen met de Kamer worden gedeeld, op dat moment kan ook met u
               besproken worden of en welke ondersteuning van dergelijke initiatieven past bij de
               beoogde ontwikkeling van de land- en tuinbouw.
            
Vraag 11
            
Welke mogelijkheden ziet u om het gebruik van biologische producten te stimuleren
               in alle publiek gefinancierde maaltijden, zoals in Denemarken gebeurt?
            
Antwoord 11
            
In Nederland wordt op dit moment bij overheden de vraag naar voedsel, dat op een duurzamere
               manier is geproduceerd, gestimuleerd via de criteria van Maatschappelijk Verantwoord
               Inkopen (MVI) voor catering. Op deze manier wordt de inkoopkracht van overheden benut
               voor een duurzame transitie van Nederland. In de tool MVI-criteria voor catering staan
               verschillende eisen en gunningscriteria op het gebied van ecologie, waarbij wordt
               verwezen naar topkeurmerken zoals het Europees keurmerk voor biologische producten.
               Veel overheden hebben het Manifest MVI ondertekend, waarin ambities zijn vastgelegd
               die verder gaan dan het toepassen van minimumeisen. Overheden bepalen zelf hun ambities
               en doelstellingen. Bij de rijksoverheid worden de MVI-criteria standaard toegepast.
            
De EC heeft aangegeven om ook in het kader van het aangekondigde «Organic Action Plan»
               aanbevelingen op dit terrein te doen. Het is mijn inzet om de landbouw verder te verduurzamen
               en ik zal in beeld brengen wat deze aanbevelingen voor het nationale beleid kunnen
               betekenen.
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.