Lijst van vragen en antwoorden : Lijst van vragen en antwoorden over het EU-China investeringsakkoord
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 2269 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
Vastgesteld 22 februari 2021
De algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking heeft
een aantal vragen voorgelegd aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
over de brief van 5 januari 2021 inzake het EU-China investeringsakkoord (Kamerstuk
21 501-02, nr. 2255).
De Minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 12 februari 2021. Vragen en
antwoorden zijn hierna afgedrukt.
De voorzitter van de commissie, De Roon
De adjunct-griffier van de commissie, Meijers
1
Wat is er, de laatste keer dat de Kamer over de voortgang van dit verdrag is geïnformeerd,
op 9 november 2020, gedeeld met de Kamer? Wanneer en hoe is de Kamer verder geïnformeerd?
Kunt u een overzicht geven van de overige momenten dat de Kamer is geïnformeerd?
Antwoord van het kabinet:
In het verslag van de Raad Buitenlandse Zaken Handel van 9 november 2020 (Kamerstuk
21 501-02, nr. 2249) staat:
Commissaris Dombrovskis informeerde de Raad over de voortgang in de onderhandelingen
met China over het Comprehensive Agreement on Investment (CAI). Op een aantal terreinen
is de afgelopen periode stevige voortgang geboekt in de onderhandelingen. Er liggen
conceptafspraken over onder andere state-owned-enterprises, gedwongen technologieoverdracht
en transparantie van subsidies. China heeft een markttoegang bod op tafel gelegd dat
verder gaat dan het tot nu toe aan andere bilaterale partners heeft toegezegd. Dit
markttoegang bod ligt desalniettemin nog niet op het niveau dat de Europese Unie vraagt.
Op het gebied van telecom (cloud services), gezondheidszorg (private ziekenhuizen,
biotech) en elektrische voertuigen ligt het aanbod bijvoorbeeld nog behoorlijk verwijderd
van waar de EU om vraagt.
Andere nog belangrijke openstaande punten betreffen afspraken over geschillenbeslechting
alsook over milieu en arbeidsstandaarden, waar de partijen nog ver uit elkaar liggen.
Nederland en een groot aantal lidstaten gaf aan dat stevige afspraken hierover essentieel
zijn om te komen tot een uiteindelijk akkoord. Daarbij stelden de meeste lidstaten,
waaronder Nederland, dat de inhoud van het akkoord belangrijker is dan de snelheid
waarmee het wordt afgerond («substance over speed») en dat de EU niet overhaast een
akkoord moet afsluiten.
Daarna is uw Kamer op 5 januari jl. per brief geïnformeerd over het op 30 december
jl. aangekondigde conceptakkoord (Kamerstuk 21 501-02 nr. 2255).
In de afgelopen periode is de Kamer op verschillende momenten geïnformeerd over de
voortgang van de onderhandelingen, vooral in het kader van een Raad
Buitenlandse Zaken Handel, bijvoorbeeld via de geannoteerde agenda of de «Voortgangsrapportage
Handelsakkoorden».
2
Maakten van de rapportage, over de voortgang van de onderhandelingen over het verdrag,
ook verwachtingen deel uit? Zo ja, kunt u daarvan een overzicht delen?
Antwoord van het kabinet:
Nee, rapportage over voortgang richt zich doorgaans op de Nederlandse (of Europese)
inzet en niet op verwachtingen.
3
Wanneer kunnen we de tekst van het verdrag verwachten?
Antwoord van het kabinet:
Het definitieve, juridisch geschoonde en vertaalde verdrag, op basis waarvan de Raad
zal besluiten over ondertekening, en de Raad en het Europees Parlement vervolgens
zullen besluiten over sluiting van het verdrag, wordt niet eerder dan tegen eind 2021
verwacht.
De concepttekst van het principeakkoord is inmiddels gepubliceerd op de website van
de Europese Commissie.1
4
Waarom hoeft het verdrag alleen geratificeerd te worden door het Europees Parlement
en de Raad, en niet de nationale parlementen?
Antwoord van het kabinet:
De Commissie onderhandelt sinds 2013 over een investeringsakkoord op grond van een
mandaat dat gevormd wordt door zowel een Raadsbesluit als een intergouvernementeel
besluit van de lidstaten. De Commissie lijkt nu met China een principeakkoord te hebben
bereikt over een EU-only overeenkomst zonder bepalingen over investeerder-staat geschillenbeslechting. Daarmee
zou er geen juridische noodzaak zijn voor het sluiten van een gemengd akkoord.
5
Zal dit verdrag EU-only zijn of zullen de nationale parlementen hier goedkeuring aan moeten geven?
Antwoord van het kabinet:
Zie het antwoord op vraag 4.
6
Mochten onderdelen van dit verdrag niet EU-only zijn, kan er een overzicht worden gegeven van deze onderdelen?
Antwoord van het kabinet:
Het principeakkoord dat is bereikt door de onderhandelaars van de EU en China lijkt
uit te gaan van een EU-only overeenkomst. Indien in de EU-China investeringsovereenkomst geen bepalingen worden
opgenomen over investeerder-staat geschillenbeslechting, dan is er geen juridische
noodzaak om een gemengd akkoord te sluiten. Een definitieve analyse van het akkoord
kan pas gemaakt worden als een definitieve tekst beschikbaar komt inclusief alle bijlagen.
7
Wat is de gehele parlementaire procedure voor de onderdelen in dit handelsakkoord
die niet EU-only zijn?
Antwoord van het kabinet:
Zie de antwoorden op vragen 5 en 6.
8
Wat zijn precies de artikelen en delen uit het EU-China Investeringsakkoord (CAI)
die vallen onder respectievelijk de exclusieve, gedeelde dan wel ondersteunende bevoegdheden
van de Europese Unie?
Antwoord van het kabinet:
Zie het antwoord op vraag 6.
9
Wanneer wordt het verdrag in de Raad verwacht?
Antwoord van het kabinet:
Het definitieve, juridisch geschoonde en vertaalde verdrag, op basis waarvan lidstaten
zullen moeten besluiten over ondertekening van het verdrag, wordt niet eerder dan
tegen eind 2021 verwacht.
10
Kunt u het ratificatieproces van dit investeringsakkoord schetsen? Wat is uw inschatting
van het krachtenveld in de Raad en het Parlement?
Antwoord van het kabinet:
Er zijn nog de nodige stappen te gaan voordat de overeenkomst in werking kan treden.
Allereerst moeten de definitieve teksten gereed komen, waarbij zal moeten blijken
of de Commissie inderdaad een EU-only overeenkomst zal voorstellen. Dan zal de Europese Commissie de Raad een voorstel
doen voor een besluit tot ondertekening en eventueel voorlopige toepassing. Daarover
moet de Raad een besluit nemen. Als de Raad besluit tot ondertekening, zal de Commissie
na ondertekening door beide partijen, de Raad een voorstel doen tot sluiting van de
overeenkomst. Dat voorstel wordt ter goedkeuring aan het Europees Parlement voorgelegd.
Als het Europees Parlement het voorstel goedkeurt en de Raad besluit tot sluiting,
kan de Europese Unie aan China mededelen dat de interne procedure voor goedkeuring
is afgerond. Als China de Europese Unie ook heeft medegedeeld dat hun interne procedure
voor goedkeuring is afgerond, treedt de overeenkomst in werking op de eerste dag van
de tweede maand volgend op de dag waarop beide partijen die mededeling hebben gedaan.
Alle lidstaten, waaronder Nederland, moeten nog hun appreciatie van het investeringsakkoord
maken. De Raad en het Europees Parlement zullen het akkoord naar verwachting nog vaak
bespreken voordat het bovenstaande proces volledig is doorlopen.
11
Kunt u de uitspraak van de EU en China in september jl. delen waarin zij uitspraken
de onderhandelingen nog in 2020 af te ronden?
Antwoord van het kabinet:
«With regard to the negotiations for an ambitious EU-China Comprehensive Investment
Agreement (CAI) ... The two sides reaffirmed their objective of closing the remaining
gaps before the end of the year.»2
12
Begin december jl. kwamen de onderhandelingen plotseling en onverwacht in een stroomversnelling,
waarom onverwacht?
Antwoord van het kabinet:
In november was de status van de onderhandelingen nog dat China geen toezeggingen
wilde doen inzake de ratificatie van de ILO-conventies, hier leek op dat moment geen
oplossing voor te zijn. Begin december gaf de Commissie aan dat China toch bereid
leek te bewegen op dit voor de EU belangrijke punt. Dit was onverwacht.
13
Wat is uw inschatting van de reden van de «onverwachte» bereidheid van China tot het
komen tot een akkoord?
Antwoord van het kabinet:
Het kabinet kan niet namens China spreken over de afweging die is gemaakt.
14
Waarom is ervoor gekozen om nog ter elfde ure in 2020 de onderhandelingen af te ronden?
Antwoord van het kabinet:
Zoals vermeld in vraag 11, hadden de EU en China de wens uitgesproken om in 2020 de
onderhandelingen af te ronden. De bereidheid van China begin december om concessies
te doen op voor de EU belangrijke punten gaf het momentum om af te kunnen ronden.
Dit mondde uit in de virtuele bijeenkomst van 30 december 2020 waarin het principeakkoord
werd aangekondigd.
15
Wat is er – na 7 jaar onderhandelen – in december 2020 gebeurd waardoor de onderhandelingen
in een stroomversnelling kwamen? In hoeverre speelde het streven van Duitsland om
een akkoord tijdens hun voorzitterschap af te sluiten een rol? Welke concessies zijn
er gedaan om dat streven te behalen?
Antwoord van het kabinet:
Zie het antwoord op vraag 12. Onder het Duitse voorzitterschap is een brede impuls
gegeven aan de EU-China relatie. De onderhandelingen over het CAI zijn gevoerd door
de Commissie, op basis van het onderhandelingsmandaat dat hiervoor door de Raad en
de lidstaten in 2013 is gegeven.
16
Welke concessies zijn er door de EU gedaan om ervoor te zorgen dat het akkoord nog
in 2020 kon worden bereikt?
Antwoord van het kabinet:
In de laatste fase van de onderhandelingen gaf de Commissie aan dat een extra toezegging
op de energiemarkt nodig was om China over de streep te trekken. De Commissie heeft
daarop een aanpassing gedaan, bovenop het markttoegangsaanbod, waarmee Chinese investeerders
extra toegang krijgen van maximaal 5 procent per lidstaat in productie van wind- en
zonne-energie. Investeringen in energie-infrastructuur en niet-hernieuwbare energie
zijn hiervan uitgesloten. Bovendien is de toegang op basis van wederkerigheid, dus
Chinese investeerders mogen maximaal evenveel investeren als het marktaandeel dat
Europese investeerders in China hebben in wind- en zonne-energie. Volgens de Commissie
is dat momenteel ongeveer 2 procent. De lidstaten hebben de Commissie toestemming
gegeven voor dit extra aanbod.
17
Is de timing van dit akkoord, na 7 jaar gesteggel, niet heel opvallend? In hoeverre
speelde het feit dat het Brexit-akkoord vlak ervoor was gesloten hierbij een rol?
Antwoord van het kabinet:
De EU heeft eerder de doelstelling geformuleerd om de onderhandelingen over een mogelijk
investeringsakkoord met China voor het einde van 2020 af te ronden. Deze onderhandelingen
zijn in de laatste weken van 2020 in een stroomversnelling geraakt, wat heeft geleid
tot de virtuele bijeenkomst van 30 december 2020 waarin het principeakkoord werd gesloten.
De onderhandelingen over de toekomstige relatie met het Verenigd Koninkrijk die hebben
geleid tot de Handels- en Samenwerkingsovereenkomst staan los van de onderhandelingen
met China over een investeringsakkoord.
18
Kunt u, de voor Nederland essentiële elementen, delen welke voor
30 december 2020 bij de Franse en Duitse verantwoordelijken en bij de Eurocommissaris
voor Handel Dombrovskis zijn gepresenteerd zoals in de brief wordt gesteld?
Antwoord van het kabinet:
De essentiële elementen die Nederland herhaaldelijk naar voren heeft gebracht zijn:
een daadwerkelijke verbeterde markttoegang voor EU-investeerders in China, een gelijk
speelveld en concrete Chinese toezeggingen ten aanzien van duurzaamheid, met name
arbeidsrechten.
19
Is de door u ingebrachte en breed gedragen wens van de Kamer en het kabinet om eventuele
misstanden doorlopend te adresseren, op bilateraal of multilateraal niveau door uw
Franse en Duitse collega’s, alsook door Eurocommissaris voor Handel Dombrovskis, alleen
voor kennisgeving aangenomen of zijn er concrete afspraken gemaakt over het adresseren
van de misstanden? Zo ja, welk afspraken zijn hierover gemaakt? Is hierbij in het
bijzonder de situatie van Oeigoeren en andere minderheden in China benoemd?
Antwoord van het kabinet:
Zoals gebruikelijk bij investeringsakkoorden zijn binnen het CAI geen afspraken gemaakt
over specifieke misstanden. De zorgen over de mensenrechtensituatie in China, waaronder
die van Oeigoeren, worden doorlopend besproken in contacten met China, op bilateraal,
Europees, en multilateraal niveau. Zo heeft de EU ook tijdens de EU-China leaders meeting van 30 december 2020 nogmaals haar ernstige zorgen over de mensenrechtensituatie
in China uitgesproken.3
20
Zijn er in reactie op, de door u ingebrachte en breed gedragen wens van de Kamer en
het kabinet om eventuele misstanden doorlopend te adresseren, op bilateraal of multilateraal
niveau in samenspraak met uw Franse en Duitse collega’s, alsook door Eurocommissaris
voor Handel Dombrovskis, al concrete plannen gemaakt om de misstanden in China te
adresseren? Zo ja, over welke misstanden zijn afspraken gemaakt? Is er ook gesproken
over de in China bestaande heropvoedingskampen en de wijze waarop daarmee mensenrechten
worden geschonden? Zo ja, hoe is dit geadresseerd? Zo nee, waarom niet?
Antwoord van het kabinet:
Het adresseren van specifieke mensenrechtenschendingen vergt de inzet van een breed
instrumentarium, op bilateraal, Europees en multilateraal niveau. Het kabinet blijft
daarom zowel bilateraal als in EU- en VN-verband aandacht vragen voor de mensenrechtensituatie
in China, in het bijzonder in Xinjiang, en trekt hierbij zo veel mogelijk op met gelijkgezinde
(EU) landen. De EU heeft onder andere in de 45ste zitting van de VN-Mensenrechtenraad (MRR) van september jl. specifiek zorgen geuit
over de misstanden waaronder dwangarbeid, gedwongen sterilisatie en geboortebeperkingen
in Xinjiang. De Minister-President heeft op 23 december jl. in gesprek met premier
Li Keqiang de mensenrechten-situatie in Xinjiang opgebracht.
Tegelijkertijd is het CAI een investeringsakkoord en daarmee in eerste instantie bedoeld
om de toegang van investeerders tot elkaars markt te reguleren en het gelijk speelveld
tussen de EU en China voor investeerders te verbeteren.
Het kabinet heeft ten aanzien van het CAI wel aangedrongen op stevige afspraken over
investeringen en duurzame ontwikkeling, waaronder arbeidsrechten.
21
Welke voor Nederland belangrijke punten heeft het kabinet op tafel gelegd bij de Europese
Commissie toen duidelijk werd dat een deal in zicht was? Welke daarvan zijn ingewilligd
in het principeakkoord?
Antwoord van het kabinet:
Zie het antwoord op vraag 18. Deze punten lijken te zijn geadresseerd in het principeakkoord,
maar het kabinet moet nog een zorgvuldige weging van alle teksten maken voordat hier
een eindoordeel over gegeven kan worden. Het definitieve, juridisch geschoonde en
vertaalde verdrag, wordt niet eerder dan tegen eind 2021 verwacht.
22
Welke toezeggingen heeft China op het laatste moment gedaan op het gebied van markttoegang
en duurzaamheid?
Antwoord van het kabinet:
Volgens de Commissie maakte China in de laatste weken significante stappen wat betreft
markttoegang op de volgende gebieden: gezondheidszorg (private ziekenhuizen), elektrische
auto’s en research in biotech. Wat betreft duurzaamheid, was de toezegging van China om toe te werken
naar ratificatie van de openstaande ILO-conventies.
23
Op welk moment wist u dat het sluiten van een concept-akkoord met China nabij was?
Antwoord van het kabinet:
Op 15 december 2020 liet de Commissie weten met de onderhandelingen richting een afronding
te willen laten gaan. Het was toen echter niet duidelijk of dat ook zou kunnen worden
waargemaakt.
24
Klopt het dat er een politieke akkoord gepresenteerd is op 30 december 2020 voordat
Nederland de volledige tekst van dit politieke akkoord heeft gezien?
Antwoord van het kabinet:
Op 30 december 2020 is een politiek akkoord aangekondigd, zonder dat lidstaten de
volledige tekst van het akkoord hadden gezien. Lidstaten hebben wel conceptversies
van overeengekomen tekst gezien. Maar voor onderwerpen waarover nog geen overeenstemming
was, waaronder een aantal belangrijke onderwerpen, hadden lidstaten geen overeengekomen
tekst gezien.
25
Welke gedeelten van het akkoord zijn, voorafgaand aan het sluiten van het conceptakkoord,
met Nederland gedeeld?
Antwoord van het kabinet:
De Commissie onderhandelt op basis van een onderhandelingsmandaat dat door de Raad
en de lidstaten is verleend. Tijdens de onderhandelingen heeft het op grond van artikel 207
VWEU ingestelde Handelspolitiek Comité de onderhandelingen vanuit de Raad intensief
begeleid. Ook heeft het kabinet tijdens de onderhandelingen concepten ingezien om
de voortgang van de onderhandelingen te kunnen bewaken. Op een aantal belangrijke
onderwerpen werd lange tijd geen voortgang geboekt. Nederland kan pas op basis van
de definitieve en volledige tekst van het akkoord beoordelen of de uiteindelijke tekst
van het akkoord binnen het onderhandelingsmandaat ligt. Daartoe was en is nu nog geen
gelegenheid.
26
Kan in algemene termen een politiek akkoord worden gesloten zonder dat de leden van
de Raad de tekst hebben gezien?
Antwoord van het kabinet:
Ja, de Commissie kan tot een onderhandelaarsakkoord komen. Dat is een politiek akkoord.
Om te voorkomen dat de Raad, nadat de onderhandelaars tot overeenstemming zijn gekomen,
de Commissie terugstuurt naar de onderhandelingstafel, is het van belang dat het akkoord
inhoudelijk goed is voorbereid. De Commissie koppelt dan ook tussentijds terug over
de voortgang van de onderhandelingen. Uw Kamer is daarover zoals gebruikelijk geïnformeerd
middels de geannoteerde agenda’s en verslagen van de Raad Buitenlandse Zaken voor
Handel, alsook in de kwartaalrapportage inzake lopende onderhandelingen. Verder geeft
de Raad, naast het onderhandelingsmandaat, ook richtsnoeren voor de onderhandelingen
en maken lidstaten hun offensieve doelstellingen kenbaar. Zoals hierboven al aangegeven,
moet nog worden beoordeeld of de principeovereenkomst binnen de door de Raad gestelde
kaders valt.
27
Welke aanpassingen zijn er gemaakt in het akkoord tussen begin december, toen uitstel
door COREPER werd gevraagd, en eind december, toen het uiteindelijk politieke akkoord
gesloten werd?
Antwoord van het kabinet:
COREPER heeft niet om uitstel gevraagd. Zie de antwoorden op vragen 16 en 22 voor
wat betreft de aanpassingen.
28
Heeft u, formeel of informeel, enige instemming namens Nederland laten blijken met
het sluiten van een conceptakkoord bij de Europese Commissie?
Antwoord van het kabinet:
Het kabinet heeft altijd duidelijk aangegeven dat Nederland pas een definitief standpunt
in kan nemen als we de definitieve en volledige teksten hebben geanalyseerd. Gedurende
de gehele CAI onderhandelingen is voor Nederland de inhoud leidend geweest en niet
de snelheid.
29
Hebben andere EU-lidstaten zich positief of negatief uitgelaten over het gesloten
conceptakkoord? Zo ja, welke lidstaten, en hoe?
Antwoord van het kabinet:
Er is nog geen definitieve tekst van het akkoord voorgelegd aan de Raad. Derhalve
heeft nog geen enkele lidstaat een formeel standpunt ingenomen.
30
Kunt u duiden wat in de praktijk de meerwaarde zal zijn van het feit dat China zich
committeert aan het «toewerken naar» ratificatie en naleving van de conventies van
de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO)?
Antwoord van het kabinet:
De meerwaarde in de praktijk zal zich moeten bewijzen, maar de overeenkomst biedt
een extra handvat voor het boeken van voortgang op het gebied van arbeidsrechten,
met name om de vier openstaande fundamentele ILO-conventies te ratificeren en in China’s
nationale regelgeving te respecteren. China heeft, buiten de ILO, niet eerder de toezegging
gedaan om toe te werken naar ratificatie van de vier fundamentele ILO-conventies.
Het CAI geeft de EU een instrument om deze toezegging te agenderen in gesprekken met
China. Ook voorafgaand aan de inwerkingtreding van het CAI bieden deze afspraken een
concreet aanknopingspunt voor agendering van dit onderwerp.
De vier fundamentele ILO-conventies die China nog niet geratificeerd heeft, hebben
betrekking op vrijheid van organisatie in vakbonden en collectieve onderhandelingen
over arbeidsvoorwaarden (Conventies 87 en 98) en op dwangarbeid (Conventies 29 en
105).
31
Op welk moment zal het «toewerken naar ratificatie en naleving» van de ILO-conventies
door China afdwingbaar zijn? Welk tijdspad krijgt China voor de ratificatie en toepassing?
Welke sancties volgen wanneer dit tijdspad niet wordt gevolgd?
Antwoord van het kabinet:
De afspraken inzake investeringen en duurzame ontwikkeling, inclusief de toezegging
van China om toe te werken naar ratificatie van de fundamentele ILO-conventies, zijn
juridisch bindend vanaf het moment van ratificatie en inwerkingtreding van het CAI.
Het is aan de EU om bij vermeende gebrekkige naleving consultaties met de verdragspartij
aan te gaan, waarbij – indien partijen er niet uit komen – uiteindelijk een deskundigenpanel
een rapport met aanbevelingen opstelt. Dat rapport zal – nadat het beschikbaar is
gesteld aan de verdragspartijen – openbaar worden gemaakt, met waarborgen voor vertrouwelijke
informatie. De verdragspartijen dienen binnen 30 dagen nadat het rapport aan hen beschikbaar
is gesteld, te consulteren en op basis van het rapport maatregelen te bespreken om
de kwestie te adresseren. Hierbij kunnen zij inbreng van stakeholders (niet statelijke-actoren)
over de implementatie van de maatregelen ontvangen. Dit mechanisme wordt ook in andere
akkoorden gebruikt.
Verdragspartijen zijn verplicht om stappen te zetten richting ratificatie van de ILO-conventies.
Het CAI schetst hiervoor geen concreet tijdpad; er zijn dus ook geen sancties mogelijk
op het niet realiseren van een tijdpad.
32
Hoe staat het met het toewerken van China naar de ratificatie en naleving van alle
fundamentele conventies van de ILO, in het bijzonder ten aanzien van dwangarbeid (C29
en C105), maar ook de fundamentele conventies over vrijheid van vereniging (C87) en
collectieve onderhandelingen (C98)? Hoe wordt dat gemonitord? Wat gebeurt er als blijkt
dat China in gebreken is gebleven? Is dit een voorwaarde voordat het verdrag in werking
treedt?
Antwoord van het kabinet:
In de ILO wordt gestreefd naar ratificatie van alle acht fundamentele ILO-conventies
door alle lidstaten. Het CAI is een extra drukmiddel op China om ook de vier fundamentele
conventies te ratificeren die het tot nu toe niet geratificeerd heeft en om deze ILO-conventies
in nationale wetgeving effectief te implementeren. De werkgroep inzake duurzame ontwikkeling,
waarin verdragspartijen zitting hebben, zal toezien op de naleving van deze afspraken
middels een jaarlijkse dialoog. Daarnaast voorziet het akkoord in een mechanisme waarbij
de verdragspartijen meningsverschillen over de naleving van de betreffende bepalingen
in het CAI kunnen adresseren en oplossen. Het investeringsakkoord is daarmee een instrument
om voortgang te bereiken. Implementatie en ratificatie van de fundamentele ILO-conventies
worden niet als voorwaarde voor inwerkingtreding gesteld.
De Europese Commissie heeft onlangs een Chief Trade Enforcement Officer aangesteld die onder andere naleving en handhaving van duurzaamheidsafspraken in
EU-handelsakkoorden als taak heeft. Tevens heeft de Europese Commissie op 16 november
jl. een klachtenmechanisme, ofwel het Single Entry Point, opgezet waar EU maatschappelijke organisaties vermeende gebrekkige naleving van
arbeidsafspraken in EU-handelsakkoorden kunnen notificeren. Het ligt voor de hand
dat een dergelijk mechanisme ook van toepassing zou zijn op de afspraken in het duurzaamheidshoofdstuk
in een investeringsakkoord tussen de EU en China.
Zoals aangegeven bij vraag 31, is het aan de EU om bij vermeende gebrekkige naleving
consultaties met de verdragspartij aan te gaan, waarbij indien partijen er niet uitkomen,
uiteindelijk een deskundigenpanel een rapport met aanbevelingen opstelt. Dat rapport
zal nadat het beschikbaar is gesteld aan de verdragspartijen openbaar worden gemaakt,
met waarborgen voor vertrouwelijke informatie. De verdragspartijen dienen binnen 30
dagen nadat het rapport aan hen beschikbaar is gesteld, te consulteren en op basis
van het rapport maatregelen te bespreken om de kwestie te adresseren. Hierbij kunnen
zij inbreng van stakeholders (niet statelijke-actoren) over de implementatie van de
maatregelen ontvangen. Dit mechanisme wordt ook in andere akkoorden gebruikt.
33
Wat is precies afgesproken over het ratificeren van de fundamentele ILO-conventies,
nu China die nog niet geratificeerd heeft? Binnen welke termijn zal China deze conventies
ratificeren? Hoe wordt gezorgd dat de artikelen in de conventies daadwerkelijk worden
nageleefd?
Antwoord van het kabinet:
Zie de antwoorden op vragen 31 en 32.
34
Wat is uw oordeel over de huidige jaarlijkse rapportages van China over de stand van
zaken met betrekking tot bestaande wetgeving, beleid en praktijk ten opzichte van
de bepalingen van de ILO-conventies?
Antwoord van het kabinet:
Met de jaarlijkse rapportage geven lidstaten de ILO inzicht in de mate waarin bestaande
wet- en regelgeving in overeenstemming is met de bepalingen in de conventies. Elk
land rapporteert jaarlijks aan de ILO Office over door de ILO Office geselecteerde conventies die door dat land geratificeerd zijn en geeft tevens een
update ten aanzien van de principes zoals opgenomen in de door dat land niet-geratificeerde
fundamentele ILO-conventies. Deze rapportages zijn niet openbaar, maar worden besproken
en beoordeeld door het ILO Committee of Experts on the Application of Conventions and Recommendations (CEACR). Het CEACR stelt een rapport op en een selectie van de zaken daaruit wordt
besproken in het tripartiet samengestelde Conference Committee on the Application of Standards (CAS) tijdens de Internationale Arbeidsconferentie. Wanneer een zaak wordt geagendeerd
in het CAS, velt de Conferentie een oordeel over de zaak aan de hand van de inhoud
van de voorliggende zaak en de bevindingen van het CEACR. Het Conference Committee is, net als de ILO in het algemeen, tripartiet samengesteld en bestaat uit vertegenwoordigers
van overheden, werkgevers en werknemers.
Op basis van de rapportages van China heeft de CEACR in 2019 nadere toelichting gevraagd
over de naleving van een aantal conventies op het gebied van arbeidsomstandigheden.
De door China opgeleverde rapportages hebben in 2019 geen aanleiding gegeven tot bespreking
in het CAS. In verband met de COVID-19 crisis heeft het CAS in 2020 geen doorgang
gevonden. Eerstvolgende CAS vindt plaats in juni 2021.
35
In hoeverre verwacht u dat Chinese toezeggingen om de ILO-conventies te volgen, gehandhaafd
kunnen worden uit hoofde van het investeringsverdrag?
Antwoord van het kabinet:
Zie de antwoorden op vragen 31 en 32.
36
Welke afspraken zijn er precies gemaakt met betrekking tot de ILO-conventies?
Antwoord van het kabinet:
In het CAI onderstrepen verdragspartijen het belang van investeringen die hand in
hand gaan met duurzame ontwikkeling, milieubescherming en arbeidsrechten. Verdragspartijen
spannen zich in voor een hoog beschermingsniveau van arbeidsrechten en deze niet te
verlagen of onvoldoende te handhaven teneinde investeringen aan te trekken. Ook bevestigen
zij overeenkomstig de verplichtingen als lidstaat van de ILO en de daaruit voortvloeiende
afspraken, om de beginselen van de fundamentele arbeidsrechten te respecteren, te
promoten en te verwezenlijken. Partijen zeggen toe om continued and sustained efforts richting ratificatie van fundamentele ILO-conventies te ondernemen en reeds geratificeerde
ILO-conventies effectief te implementeren. Ook zullen zij de ratificatie van andere
«up to date» ILO-verdragen overwegen.
37
Binnen welke termijn zal China de fundamentele ILO-conventies ratificeren? Klopt het
dat er op het gebied van de ratificatie en naleving van een aantal fundamentele ILO-normen
slechts toezeggingen zijn gedaan zonder tijdpad?
Antwoord van het kabinet:
Zie het antwoord op vraag 31.
38
Welke mechanismes zijn er overeengekomen om de naleving van de fundamentele ILO-conventies
af te dwingen?
Antwoord van het kabinet:
Zie de antwoorden op vragen 31 en 32.
39
Welke effecten verwacht u dat de gemaakte afspraken over de ILO-conventies zullen
hebben op de mensenrechtensituatie in China, in het bijzonder wat betreft de situatie
rondom dwangarbeid onder de Oeigoerse bevolking?
Antwoord van het kabinet:
China heeft, buiten de ILO, niet eerder de toezegging gedaan om toe te werken naar
ratificatie van de vier fundamentele ILO-conventies. Ook bevestigen verdragspartijen
overeenkomstig de verplichtingen onder de ILO en de daaruit voortvloeiende afspraken
van de beginselen van de fundamentele arbeidsrechten te respecteren, te promoten en
te verwezenlijken. Het CAI geeft de EU hiermee een instrument om de ILO- conventies
regelmatig met China te bespreken. De vier fundamentele ILO- conventies die China
nog niet geratificeerd heeft, hebben betrekking op dwangarbeid (Conventies 29 en 105)
en de vrijheid van organisatie in vakbonden en collectieve onderhandelingen over arbeidsvoorwaarden
(Conventies 87 en 98).
Ratificatie van de vier resterende fundamentele ILO-conventies door China levert additionele
mogelijkheden op om schending van fundamentele mensenrechten op het gebied van werk
en sociale bescherming te kunnen constateren in de ILO.
Een EU-China investeringsakkoord kan en zal niet het antwoord op alle problemen zijn
en het kabinet wil dan ook niet de illusie wekken dat het akkoord directe verlichting
zal brengen in Xinjiang. Het adresseren van specifieke mensenrechtenschendingen vergt
de inzet van een breed instrumentarium, op bilateraal, Europees en multilateraal niveau.
Het kabinet heeft ten aanzien van het CAI daarom aangedrongen op stevige afspraken
over investeringen en duurzame ontwikkeling, waaronder arbeidsrechten.
Op die manier geeft het akkoord de EU wel een manier om arbeidsrechten aan de orde
te stellen en op langere termijn voortgang te boeken.
40
Welke ILO-conventies gaat China niet ratificeren? Waarom niet?
Antwoord van het kabinet:
In totaal zijn er 190 ILO-conventies, waarvan China er 26 heeft geratificeerd. De
afspraak in het CAI gaat over vier van de acht fundamentele ILO-conventies. Of en
wanneer China deze en andere ILO-conventies gaat ratificeren, is niet te voorspellen.
41
Welke gevolgen heeft het feit dat China niet alle fundamentele ILO-conventies ondertekent
voor een gelijk speelveld tussen de EU en China?
Antwoord van het kabinet:
Het creëren van een gelijk speelveld heeft te maken met een veelheid aan factoren
en is niet terug te leiden tot één bepaald onderdeel. Belangrijk voor de concurrentiepositie
van het bedrijfsleven zijn onder meer infrastructuur, scholing, innovatie en arbeidsproductiviteit.
Nederland is een van de meest concurrerende economieën ter wereld en aan deze positie
zal weinig veranderen door ratificatie en implementatie van ILO-conventies in China.
Uit onderzoek van de OESO en de ILO blijkt dat er geen directe relatie bestaat tussen
implementatie van fundamentele ILO-conventies en de concurrentiepositie van landen
in de context van handelsliberalisatie4.
De EU maakt afspraken over handel en arbeid in bilaterale handels- en investeringsakkoorden
om duurzame ontwikkeling te stimuleren. Handels- en investeringsakkoorden dragen bij
aan economische ontwikkeling in de EU en elders.
42
Wat is de inschatting van de termijn van harmonisatie van relevante nationale wetgeving,
beleid en praktijk – gebaseerd op de huidige jaarlijkse rapportages van China over
de stand van zaken met betrekking tot bestaande wetgeving, beleid en praktijk ten
opzichte van de bepalingen van de ILO-conventies?
Antwoord van het kabinet:
Door de jaarlijkse rapportage aan ILO over de stand van zaken op de verhouding tussen
bestaande wet- en regelgeving en de fundamentele ILO- conventies is er al goed zicht
op eventuele noodzakelijke aanpassingen in de bestaande wet- en regelgeving. Het toezichthoudend
mechanisme van de ILO en de mogelijkheid tot indienen van klachten over gebrek aan
naleving bij de ILO gaan onmiddellijk in na ratificatie van de openstaande fundamentele
ILO-conventies door China.
43
Is het voor Nederland acceptabel om een investeringsakkoord met China te sluiten zolang
geen einde is gemaakt aan de gedwongen tewerkstelling, «heropvoeding» en sterilisatie
van Oeigoeren?
Antwoord van het kabinet:
Zoals bekend maakt het kabinet zich ernstig zorgen over de mensenrechtensituatie in
China, waaronder dwangarbeid door Oeigoeren. Nederland heeft daarom ook steeds in
EU-verband het belang benadrukt van stevige afspraken over investeringen en duurzaamheid,
waaronder arbeidsrechten.
Het kabinet zal, wanneer de definitieve tekst van het CAI beschikbaar is, de balans
van de verschillende onderdelen en de context van het CAI opmaken om vervolgens tot
een oordeel te komen.
44
Kunt u reeds een analyse maken van het risico dat het conceptakkoord de handel in,
door Oeigoerse dwangarbeid geproduceerde goederen, vergemakkelijkt en/of stimuleert?
Zo nee, op welk moment verwacht u deze analyse te kunnen maken?
Antwoord van het kabinet:
Zoals bekend maakt het kabinet zich ernstig zorgen over mensenrechtenschendingen in
China en Xinjiang en over Oeigoerse dwangarbeid. Nederland spreekt zich in alle relevante
fora uit tegen deze zorgwekkende situatie en pleit onder andere voor betekenisvolle
en ongehinderde toegang voor onafhankelijke waarnemers zoals de Hoge Commissaris voor
de Mensenrechten van de VN tot Xinjiang. Op 16 december jl. heb ik in mijn gesprek
met de viceminister van het Chinese Ministerie van Handel, Yu Jianhua, mijn zorgen
geuit en China opgeroepen om toegang te verlenen tot Xinjiang en bedrijven in staat
te stellen hun due diligence uit te voeren. Tevens heb ik China opgeroepen de ILO-conventies op het gebied van
dwangarbeid te ratificeren. Het onderwerp is ook aan de orde gekomen tijdens het gesprek
van Minister-President Rutte en Premier Li Keqiang op 23 december 2020. Ook wijst
het kabinet bedrijven actief op de risico’s van zakendoen in Xinjiang. In EU-verband
heeft Nederland consequent het belang van afspraken over arbeidsrechten in het investeringsakkoord
benadrukt.
Het CAI is een investeringsakkoord. Het richt zich op het vergroten van de markttoegang
van investeerders tot elkaars markt en het gelijk speelveld tussen de EU en China
voor investeerders te verbeteren. Het CAI richt zich niet op de productie van goederen
en bevat geen afspraken over de handel van goederen tussen de EU en China.
Wel is het CAI een extra instrument om bepaalde zaken die verband houden met investeringen,
zoals arbeidsrechten, bespreekbaar te maken. De verdragspartijen spreken in het CAI
af om beschermingsniveaus op het gebied van arbeidsrechten niet te verlagen of onvoldoende
te handhaven teneinde investeringen aan te trekken. In 2017 was de verwachting volgens
het Sustainability Impact Assessment dat het CAI een indirect positief effect zou hebben op de bescherming van mensenrechten
vanwege een intensievere dialoog over arbeidsrechten en het betrekken van niet-statelijke
actoren daarbij.5 In het voorlopige akkoord zijn bepalingen over het betrekken van dergelijke actoren
opgenomen.
Het kabinet zal, wanneer de definitieve tekst van het CAI beschikbaar is, de balans
van de verschillende onderdelen en de context van het CAI opmaken om vervolgens tot
een oordeel te komen.
45
Is het voor Nederland acceptabel om een investeringsakkoord met China te sluiten zolang
de persvrijheid en mensenrechten in Hongkong door China niet worden gerespecteerd?
Antwoord van het kabinet:
Het kabinet zal, wanneer de definitieve tekst van het CAI beschikbaar is, de balans
van de verschillende onderdelen en de context van het CAI opmaken om vervolgens tot
een oordeel te komen.
46
Zijn in het concept-investeringsakkoord afspraken gemaakt ten aanzien van de voortdurende
onderdrukking van Tibet door China?
Antwoord van het kabinet:
Investeringsakkoorden bevatten geen afspraken over specifieke mensenrechtenkwesties.
Het CAI bevat geen afspraken over Tibet.
47
Welke rol speelden de situatie in en onafhankelijkheid van Hongkong en Taiwan in de
onderhandelingen over en totstandkoming van het CAI?
Antwoord van het kabinet:
De Europese Commissie heeft sinds 2013 namens de Unie en de lidstaten met China onderhandeld
over het CAI op basis van een mandaat van de Raad en de lidstaten. De wens van de
EU om de markttoegang en het gelijk speelveld van EU investeerders ten opzichte van
China te versterken lag aan de totstandkoming van dat mandaat ten grondslag. De situatie
in en de status van Hongkong en Taiwan speelden daarbij geen rol, en zijn daarom voor
zover bekend niet besproken tijdens de onderhandelingen tussen de EU en China over
de inhoud van het akkoord.
48
Zijn in het concept-investeringsakkoord afspraken gemaakt over de grootschalige toepassing
van de doodstraf door China?
Antwoord van het kabinet:
Als regel bevatten investeringsakkoorden geen punten over specifieke mensenrechtenkwesties.
Het CAI bevat geen afspraken over de doodstraf.
49
Kan China door investeringen op basis van het CAI, bijvoorbeeld de surveillance en
controle van eigen burgers verbeteren, de greep op de burgerbevolking verder verstevigen?
Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord van het kabinet:
Het CAI voorziet in afspraken voor de toegang van Europese en Chinese investeerders
in elkaars markt. Het bevat geen afspraken over surveillance en controle van de eigen
burgers door China.
Van Nederlandse bedrijven verwacht het kabinet dat zij zich houden aan de OESO-richtlijnen
voor multinationale ondernemingen, en dus dat zij voorkomen en tegengaan dat hun producten
worden misbruikt voor eventuele mensenrechtenschendingen.
Als er sprake is van een Chinese investering in een Europees bedrijf dat in bijvoorbeeld
cybersurveillancetechnologie handelt, en de technologie valt onder de exportcontrolewetgeving,
dan zal het Europese bedrijf alleen naar China kunnen exporteren met een vergunning.
In het geval er sprake is van risico’s op mensenrechtenschendingen, wijst Nederland
dergelijke vergunningen af.
50
Hoe verhoudt het CAI zich tot de Nederlandse China-strategie, en tot de door de Tweede
Kamer aangegeven wens tot het aanvullen van deze notitie, op het terrein van mensenrechten?
Antwoord van het kabinet:
De relatie met China is complex en veelomvattend. Zoals aangegeven in de Chinanotitie
(2019, Kamerstuk 35 207, nr. 1), vraagt dat om een breed instrumentarium om kansen te verzilveren en de uitdagingen
het hoofd te bieden. De Chinanotitie geeft aan dat de EU het belangrijkste kanaal
is in de relatie met China en dat het kabinet via de EU inzet op specifieke thema’s,
waaronder handel en investeringen en mensenrechten.
M.b.t. handel en investeringen stelt de Chinanotitie dat het kabinet op Europees niveau
richting China met name inzet op een gelijk internationaal speelveld. Ook stelt de
notitie dat ingezet wordt op een investeringsverdrag tussen de EU en China, waarbij
de EU zich als eigenstandig economisch en politiek blok opstelt bij het maken van
afspraken met China.
M.b.t. mensenrechten geeft de Chinanotitie aan dat het kabinet op Europees niveau
inzet op blijvende aandacht voor de mensenrechtensituatie, in het bijzonder de verslechterende
situatie van de Oeigoeren in China en daarbuiten. Dat is ook de reden dat Nederland
heeft aangedrongen op stevige afspraken over arbeidsrechten in het CAI.
Zie het antwoord op vraag 51 over de manier waarop arbeidsrechten in het CAI zijn
geadresseerd en het antwoord op vraag 30 over de meerwaarde van het opnemen van ILO-conventies
in het verdrag. Het CAI geeft de EU een instrument om de toezegging van China inzake
de ILO-conventies (inclusief ratificatie van ILO-conventies m.b.t. dwangarbeid) steeds
te agenderen in gesprekken met China. Daarmee vormt het een aanvulling op de instrumenten
die in de Kamerbrief Mensenrechten China (referentie Min-BuZa.2019.4411) zijn genoemd.
51
Kunt u aangeven op welke manier mensenrechten in het verdrag zijn geadresseerd?
Antwoord van het kabinet:
In de preambule van het verdrag bevestigen verdragspartijen hun verbintenis aan het
Handvest van de Verenigde Naties en verwijzen daarbij naar de Mensenrechtenverklaring.
Daarnaast zeggen verdragspartijen toe dat zij zich zullen inspannen om openstaande
fundamentele ILO-conventies te ratificeren en reeds geratificeerde ILO- conventies
effectief te implementeren. Ook bevestigen zij overeenkomstig de verplichtingen als
lidstaat van de ILO en de daaruit voortvloeiende afspraken, om de beginselen van de
fundamentele arbeidsrechten te respecteren, te promoten en te verwezenlijken.
52
Hoeveel onderhandelingsruimte heeft de EU nog, als het gaat om het stellen van eisen
ten aanzien van de verbetering van de mensenrechtensituatie in China, nu er een principeakkoord
is bereikt?
Antwoord van het kabinet:
De concepttekst wordt juridisch opgeschoond en vertaald. Zodra dit proces is afgerond
zal de Commissie een voorstel doen aan de Raad voor ondertekening en sluiting van
het akkoord. Het besluit van de Raad vormt de basis voor volgende stappen.
53
Op welke wijze kan het CAI mensenrechtenschendingen in China, onder meer op het vlak
van arbeidsomstandigheden en godsdienstvrijheid, helpen tegengaan?
Antwoord van het kabinet:
Zie het antwoord op vraag 51. Het CAI is een extra instrument om arbeidsrechten met
China te bespreken. Godsdienstvrijheid is doorgaans geen onderdeel van investeringsakkoorden.
Nederland kaart zorgen over godsdienstvrijheid in China consequent aan, zowel bilateraal,
in EU-verband, als in VN-vergaderingen over mensenrechten.
54
Op welke wijze kan het CAI mensenrechtenschendingen in China (ongewild) bevorderen,
en hoe is met de risico’s daaromtrent rekening gehouden in de onderhandelingen?
Antwoord van het kabinet:
Zie het antwoord op vraag 44.
55
Welke concrete afspraken zijn er gemaakt over duurzaamheid en op het gebied van de
mensenrechten? Hoe wordt toegezien op de naleving van deze afspraken?
Antwoord van het kabinet:
Zie de antwoorden op vragen 31, 32 en 51.
56
Kunt u schetsen hoe het aangekondigde nalevingsmechanisme voor duurzaamheid, vergelijkbaar
met bestaande mechanismes in handelsakkoorden van de EU met andere landen, werkt?
Antwoord van het kabinet:
Het nalevingsmechanisme in het CAI inzake duurzame ontwikkeling is vergelijkbaar met
soortgelijke mechanismen in EU-handelsakkoorden. Het verdrag voorziet in een werkgroep
inzake duurzame ontwikkeling, die bevoegd is om effectieve implementatie van de afspraken
over investeringen en duurzame ontwikkeling te faciliteren en daarop toe te zien.
Ook voorziet het CAI in de mogelijkheid van inbreng van niet-statelijke actoren wat
betreft duurzaamheidsbepalingen. Het is aan de EU om bij vermeende gebrekkige naleving
consultaties met de verdragspartij aan te gaan, waarbij indien ze er niet uitkomen,
uiteindelijk een deskundigenpanel een rapport met aanbevelingen opstelt. Dat rapport
zal nadat het beschikbaar is gesteld aan de verdragspartijen openbaar worden gemaakt,
met waarborgen voor vertrouwelijke informatie. De verdragspartijen dienen binnen 30
dagen nadat het rapport aan hen beschikbaar is gesteld, te consulteren en op basis
van het rapport maatregelen te bespreken om de kwestie te adresseren. Hierbij kunnen
zij inbreng van stakeholders (niet statelijke-actoren) over de implementatie van de
maatregelen ontvangen.
57
Hoe komt het nalevingsmechanisme voor duurzaamheid, vergelijkbaar met bestaande mechanismen
in handelsakkoorden van de EU met andere landen, er voor China specifiek uit te zien?
Wordt hierover nog apart onderhandeld? Zo ja, met wie? Op welke termijn zal dit nalevingsmechanisme
gaan gelden? Komen er bijzondere voorwaarden gezien de huidige mensenrechtensituatie
in China en het ontbreken van een democratische rechtstaat? Zo ja welke? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord van het kabinet:
Zie het antwoord op vraag 56.
58
Komt de hardheid en afdwingbaarheid van de afspraken op het gebied van duurzaamheid
en mensenrechten overeen met de hardheid en afdwingbaarheid van de afspraken over
markttoegang voor investeerders?
Antwoord van het kabinet:
Zoals nader uiteengezet in de antwoorden op vragen 31, 32 en 56, bevat het CAI mechanismen
om de afspraken op het gebied van investeringen en duurzame ontwikkeling af te dwingen.
Voor eventuele geschillen over de interpretatie en toepassing van de overige bepalingen
uit het akkoord, gericht op de afspraken over markttoegang, voorziet het akkoord in
consultaties, mediation en uiteindelijk de mogelijkheid om het geschil voor te leggen aan een arbitragepanel,
een procedure die vergelijkbaar is met het geschillenbeslechtingsmechanisme onder
de Wereldhandelsorganisatie (WTO). De afspraken op het gebied van duurzaamheid, arbeidsrechten,
en markttoegang voor investeerders zijn bindend. Onder beide nalevingsmechanismen
kunnen verdragspartijen elkaar aanspreken op implementatie en toepassing van door
de verdragspartijen aangegane internationale afspraken op het terrein van investeringen
en duurzaamheid.
59
Klopt het dat het hoofdstuk over Handel en Duurzame Ontwikkeling in het CAI minder
sterk is dan in andere recent gesloten verdragen?
Antwoord van het kabinet:
Het hoofdstuk over investeringen en duurzame ontwikkeling in het CAI bevat vergelijkbare
afspraken en nalevingsmechanismen, als in hoofdstukken over handel en duurzame ontwikkeling
in recent gesloten EU-handelsakkoorden.
60
Wat verwacht u dat de gevolgen zullen zijn van het doorlopend adresseren van eventuele
misstanden?
Antwoord van het kabinet:
Zoals aangegeven in de antwoorden op vragen 31, 32, 36, 50 en 56, geeft het CAI een
extra handvat om China aan te spreken op arbeidsrechten (inclusief ratificatie van
ILO-conventies m.b.t. dwangarbeid), naast andere bilaterale en multilaterale handvatten.
Zoals ook verwoord in de beleidsnotitie «Nederland-China: een nieuwe balans» uit 2019
(Kamerstuk 35 207, nr. 1), blijft het kabinet zich inzetten voor internationale standaarden en afspraken inzake
mensenrechten. Nederland draagt dit actief uit en zet zich ook in voor een sterker
EU-geluid op dit vlak.
Het kabinet streeft ernaar dit te blijven doen op een wijze die zoveel mogelijk concreet
bijdraagt aan het uitbannen en voorkomen van misstanden, en zal misstanden ook blijven
adresseren wanneer de gevolgen van die inzet niet direct zichtbaar zijn.
61
Als deze misstanden niet voldoende worden aangepakt, heeft de EU dan de mogelijkheid
om op basis hiervan de overeenkomst op te schorten?
Antwoord van het kabinet:
Het CAI bevat geen bepaling die partijen de mogelijkheid biedt de overeenkomst in
dat geval op te schorten. Wel geeft het geschillenbeslechtingsmechanisme van het CAI
de mogelijkheid tot het (tijdelijk) opschorten van bepaalde verplichtingen op het
moment dat de andere partij de door een arbitragepanel geconstateerde tekortkomingen
niet (tijdig) of onvoldoende adresseert. Dit is echter niet van toepassing op het
hoofdstuk over investeringen en duurzame ontwikkeling, hiervoor geldt een ander nalevingsmechanisme.
Zie de antwoorden op vragen 31, 32 en 56.
62
Kunt u het mandaat van de Raad voor de onderhandelingen met de Kamer delen? Kunt u
tevens de aanpassing die daarop gemaakt zijn in 2016, met name op het gebied van arbeidsomstandigheden,
delen?
Antwoord van het kabinet:
De onderhandelingsrichtsnoeren hebben de rubricering «restreint», waardoor het kabinet
gehouden is om hier vertrouwelijk mee om te gaan. Het kabinet bepleit openbaarmaking
van de onderhandelingsrichtsnoeren, maar een besluit daartoe kan alleen door de Raad
en de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten worden genomen, in onderlinge
overeenstemming.
63
Hoe kan naleving van de afspraken in het verdrag worden gecontroleerd en afgedwongen?
Antwoord van het kabinet:
Het akkoord is gestoeld op een institutioneel raamwerk dat voorziet in mechanismen
voor de monitoring van de implementatie van het akkoord. Zo zal een Comité voor investeringen
worden opgericht, dat de taak heeft om de implementatie van het akkoord te controleren
en te faciliteren. Ook bevat het akkoord een robuust mechanisme bij geschillen tussen
verdragspartijen over de interpretatie en toepassing van het verdrag, waarmee de naleving
van het akkoord kan worden afgedwongen. Tot slot voorziet het akkoord in een ad hoc
mechanisme voor eventueel snel ingrijpen op politiek niveau.
De werkgroep inzake duurzame ontwikkeling, waarin verdragspartijen zitting hebben,
zal toezien op de naleving van afspraken over investeringen en duurzame ontwikkeling
middels een jaarlijkse dialoog. Het is aan de EU om bij vermeende gebrekkige naleving
consultaties met de verdragspartij aan te gaan, waarbij indien ze er niet uitkomen,
uiteindelijk een deskundigenpanel een rapport met aanbevelingen opstelt. Dat rapport
zal nadat het beschikbaar is gesteld aan de verdragspartijen openbaar worden gemaakt,
met waarborgen voor vertrouwelijke informatie. De verdragspartijen dienen binnen 30
dagen nadat het rapport aan hen beschikbaar is gesteld, te consulteren en op basis
van het rapport maatregelen te bespreken om de kwestie te adresseren. Hierbij kunnen
zij inbreng van stakeholders (niet statelijke-actoren) over de implementatie van de
maatregelen ontvangen. Dit mechanisme wordt ook in andere akkoorden gebruikt.
64
Zullen er, parallel aan dit investeringsakkoord, nog afspraken worden gemaakt met
China over investeringsgeschillenbeslechting? Zo ja, waarom is dit niet in het akkoord
opgenomen?
Antwoord van het kabinet:
De EU en China hebben tot nu toe geen overeenstemming over dit onderdeel kunnen bereiken.
In het akkoord verbinden de verdragspartijen zich tot het voortzetten van reeds gevorderde
onderhandelingen om tot een overeenkomst over investeringsbescherming en investeringsgeschillenbeslechting
te komen (in een zogenaamde «rendez-vous clausule»). Dit betekent dat hierover verder
zal worden onderhandeld. De afspraak is om dit proces af te ronden binnen twee jaar
na ondertekening van het CAI. In de tussentijd blijft de bilaterale investeringsovereenkomst
tussen Nederland en China van kracht (Trb. 2004, nr. 237).
65
Wat voor afspraken zijn er in het principeakkoord gemaakt over investeringsbescherming?
Antwoord van het kabinet:
Zie het antwoord op vraag 64.
66
Wat is de inzet van Nederland als het gaat om het bereiken van een akkoord over een
investeerdersbeschermingsmechanisme in het CAI? Is dit in lijn met de inzet van de
EU?
Antwoord van het kabinet:
Het kabinet steunt de moderne EU inzet op het gebied van investeringsbescherming,
te weten het Investment Court System (ICS). Nederland heeft zich actief in Brussel ingezet bij de totstandkoming van de
gemoderniseerde EU-inzet en de ontwikkeling van de ICS bepalingen. Als er een akkoord
over investeringsbescherming (met ICS bepalingen) wordt bereikt, zal dat het bestaande
bilaterale investeringsverdrag tussen Nederland en China, dat nog niet dergelijke
gemoderniseerde bepalingen bevat, vervangen, alsook de andere bilaterale investeringsverdragen
tussen andere EU-lidstaten en China.
67
Is de Nederlandse inzet dat er aparte rechtbanken of arbitragecommissies moeten komen,
zoals Investor State Dispute Settlement (ISDS) of een Investment Court System (ICS), waarbij investeerders landen kunnen aanklagen? Zo ja, krijgen maatschappelijke
organisaties hier ook toegang toe?
Antwoord van het kabinet:
Ja, zoals ook genoemd in het antwoord op vraag 66, is het kabinet voorstander van
het opnemen van investeringsbescherming-clausules en het bijhorende investeerder-staat
geschillenbeslechtingsmechanisme. Het kabinet steunt de EU inzet op dit gebied, te
weten het Investment Court System (ICS).
Het ICS ziet toe op afspraken over investeringsbescherming, die primair gaan over
het beschermen van investeerders tegen onrechtmatig overheidsoptreden. Het ICS biedt
derde partijen de mogelijkheid om hun zienswijze naar voren te brengen in een specifiek
investeringsgeschil onder het ICS. Derde partijen kunnen zich in deze procedures tussen
een investeerder en een staat voegen als amicus curiae. Vakbonden, NGO’s en burgers die een belang hebben bij het geschil, kunnen hun visie
op en belangen bij het geschil rechtstreeks bij het tribunaal voor het voetlicht brengen,
ook als die afwijkt van één van de beide partijen in het geschil. Hierbij kunnen ICS
rechters die zienswijze en ook de reactie daarop van de partijen in het geschil meenemen
bij haar beraadslagingen over het geschil.
Los van het ICS heeft de Europese Commissie onlangs een nieuw klachtenmechanisme gelanceerd,
het Single Entry Point, waar EU maatschappelijke organisaties vermeende gebrekkige naleving van afspraken
over investeringen en duurzame ontwikkeling in EU handelsakkoorden kunnen notificeren.
Het ligt voor de hand dat een dergelijk mechanisme ook van toepassing zou zijn op
de afspraken in het duurzaamheidshoofdstuk in een investeringsakkoord tussen de EU
en China.
68
Hoe wordt het arbitragesysteem vormgegeven en welke rol spelen de Europese lidstaten
daarbinnen?
Antwoord van het kabinet:
Dit akkoord bevat geen bepalingen over investeerder-staat geschillenbeslechting. Zoals
ook toegelicht bij de voorafgaande vragen, vormt het zogenoemde Investment Court System (ICS) de EU onderhandelingsinzet op het gebied van investeringsbescherming en het
bijhorende investeerder-staat geschillenbeslechtingsmechanisme. Over de precieze vormgeving
van eventuele toekomstige bepalingen over investeerder-staat geschillenbeslechting
zal worden onderhandeld, zoals ook vastgelegd in de eerdergenoemde «rendez-vous clausule».
69
Hoe zal de afspraak dat Chinese staatsondernemingen zich beperken tot commerciële
activiteiten, worden gehandhaafd?
Antwoord van het kabinet:
Het CAI bevat bepalingen die zich tevens richten op de commerciële activiteiten van
staatsondernemingen van beide verdragspartijen. Zoals genoemd in het antwoord op vraag
63, zal een Comité voor investeringen worden opgericht, dat de taak heeft om de implementatie
van het akkoord te controleren en te faciliteren. Hierbij kunnen kwesties over de
implementatie van alle bepalingen uit het akkoord geadresseerd worden. Daarnaast voorziet
het akkoord in een geschillenbeslechtingsmechanisme tussen verdragspartijen bij geschillen
over de interpretatie en toepassing van het akkoord. Deze procedure is ook van toepassing
op de bepalingen over commerciële activiteiten van staatsondernemingen, waarmee op
de naleving daarvan kan worden toegezien. Daarnaast doet het verdrag volgens de Commissie
geen afbreuk aan bestaande of in ontwikkeling zijnde Europese wetgeving voor het realiseren
van een gelijk speelveld (zoals het witboek buitenlandse subsidies) of aan belangen
van economische veiligheid, zoals geregeld in de EU FDI Screening Regulation.
70
Kunt u een toelichting geven op de wederkerigheid en evenwichtigheid van het politieke
akkoord tussen Europa en China?
Antwoord van het kabinet:
Een belangrijk doel van een EU-China investeringsakkoord is het adresseren van de
bestaande asymmetrie in de investeringsrelatie. De economie van de EU is immers veel
opener dan de economie van China. Echter, volledige wederkerigheid tussen China en
Europe lijkt niet mogelijk vanwege de rol die de overheid speelt in de sturing van
de Chinese economie. In hoeverre de wederkerigheid verbeterd is, kan nu nog niet goed
beantwoord worden, dat hangt namelijk onder meer af van de details in de annexen van
het akkoord, die momenteel nog niet gepubliceerd zijn. Wanneer de volledige en definitieve
teksten gereed zijn, zal het kabinet een zorgvuldige afweging maken.
71
Welke economische sectoren en welke bedrijven profiteren van dit verdrag? Geldt daarbij
ook dat alle landen evenredig profiteren, dus Nederland even veel als bijvoorbeeld
Duitsland? Op basis van welke cijfers wordt dit onderzocht?
Antwoord van het kabinet:
Het CAI heeft als doel om de toegang tot de Chinese markt te verbeteren en het gelijk
speelveld voor Europese investeerders in China te verbeteren. Voorafgaand aan het
onderhandelingsmandaat in 2013 is een impact assessment uitgevoerd. Dit impact assessment geeft een bandbreedte van 0,6% tot 1,9% procent aan voor de groei van Europese investeringen
in China en 0,3% tot 0,9% voor de groei van Chinese investeringen in Europa. De groei
zit in verschillende sectoren, voornamelijk in de transport en automobiel. Hoe groot
de voordelen in de praktijk zullen zijn, hangt onder andere af van de sectorspecifieke
afspraken die in de annex staan. De annex is nog niet gepubliceerd.
Pas met deze annex wordt duidelijk welke regels gelden voor welke sectoren, en dus
wat de voordelen per sector zijn. De Commissie heeft al wel een aantal sectoren bekend
gemaakt waarin de toegang voor Europese bedrijven zal verbeteren. Dit zijn onder andere:
industrie, auto’s, financiële diensten, gezondheidszorg (ziekenhuizen), biotechnologie,
telecommunicatie/cloud diensten, computerdiensten, maritiem en luchttransport.
Alle lidstaten kunnen derhalve profiteren van dit verdrag. De mate waarin individuele
lidstaten profiteren is echter van vele factoren afhankelijk en daarom op voorhand
lastig in te schatten.
72
Kunt u inzicht geven in de afspraken die gemaakt zijn in het politieke akkoord rondom
subsidieverlening? Is er een gelijk speelveld tussen China en de EU-lidstaten gecreëerd?
Antwoord van het kabinet:
De doelstelling van het CAI is om bij te dragen aan een gelijk speelveld voor Europese
investeerders in China door de bestaande asymmetrie in de handelsrelatie terug te
dringen. Het is een grote uitdaging om Chinese subsidies aan Chinese ondernemingen
effectief te adresseren. Er zijn geen bilaterale afspraken over subsidieregimes met
China. En op multilateraal niveau blijken de afspraken uit de WTO lastig toe te passen
in de specifieke Chinese context. Immers, om in WTO-verband te kunnen acteren, moet
eerst aangetoond worden dat er sprake is van een «subsidie» die een specifiek voordeel
geeft en «verboden» of «actionable» is. Dat blijkt in de praktijk een lastige opgave
te zijn, zeker omdat de informatie over subsidies in China niet transparant is. Bovendien
geldt het WTO-subsidie regime alleen maar voor subsidies met betrekking tot handel
in goederen en vallen subsidies in de dienstensector buiten de reikwijdte, waarbij
het nu lijkt dat het CAI verder gaat dan huidige WTO-verplichtingen omdat het ook
de transparantie over subsidieverlening in bepaalde dienstensectoren vergroot. Daarnaast
kan de EU om consultaties verzoeken waarbij China extra informatie kan aanleveren
over subsidies die een potentieel negatief effect hebben op investeringsbelangen van
de EU (zowel op het gebied van goederen als diensten). Deze bepalingen zijn echter
uitgezonderd van Sectie X (staat-staat geschillenbeslechting). Nederland zal de samenhang
van het CAI met recente initiatieven om het verstorende effect van buitenlandse subsidies
op de interne markt te adresseren, bestuderen wanneer de volledige en definitieve
teksten van het CAI beschikbaar zijn.
73
Neemt de EU volgens u met dit verdrag een autonome positie in ten opzichte van de
Verenigde Staten (VS), gezien het voornemen van de EU om samen met de VS oneerlijke
handelspraktijken te bestrijden? Heeft het bijvoorbeeld gevolgen inzake secundaire
sancties van de VS?
Antwoord van het kabinet:
De EU voert een zelfstandige handelspolitiek. De Commissie treedt op namens de EU-lidstaten.
Ten aanzien van oneerlijke handelspraktijken door bijvoorbeeld China delen de VS en
Europa dezelfde zorgen. In de Gezamenlijke Mededeling «A new EU-US agenda for global
change» van 2 december jl.6 doen de Hoge Vertegenwoordiger en de Commissie voorstellen voor trans-Atlantische
samenwerking op handelsgebied. De nieuwe Amerikaanse administratie heeft ook de ambitie
uitgesproken om op dit gebied nauwer samen te werken met Europa. Nederland is voorstander
van dergelijke samenwerking.
Het kabinet zal de eventuele effecten inzake secundaire sancties van de VS, analyseren
wanneer de volledige en definitieve teksten van het CAI beschikbaar zijn.
74
Is – gezien de reactie van de EU over het begin 2020 door de VS gesloten investeringsakkoord
met China – de VS geïnformeerd over het gesloten handelsakkoord? Zo ja, hoe was de
reactie? Zo nee, waarom niet?
Antwoord van het kabinet:
De Europese Commissie opereert eigenstandig als onderhandelaar namens de Unie en de
lidstaten. Voor zover bekend heeft de Commissie de VS niet geïnformeerd tijdens de
eindfase van de onderhandelingen, maar is de VS op de hoogte gesteld zodra het akkoord
was bereikt.
75
Welke invulling krijgt de samenwerking van de EU (en Nederland) met de VS om oneerlijke
Chinese handelspraktijken te bestrijden nu de VS heeft verklaard dat China genocide
en misdaden tegen de menselijkheid pleegt door de onderdrukking van Oeigoeren (New
York Times, 19 januari jl.)?
Antwoord van het kabinet:
Ten aanzien van oneerlijke handelspraktijken door bijvoorbeeld China delen de VS en
Europa dezelfde zorgen. In de Gezamenlijke Mededeling «A new EU-US agenda for global
change» van 2 december jl. doen de Hoge Vertegenwoordiger en de Commissie voorstellen
voor trans-Atlantische samenwerking op handelsgebied. De nieuwe Amerikaanse administratie
heeft ook de ambitie uitgesproken om op dit gebied nauwer samen te werken met Europa.
Nederland is voorstander van dergelijke samenwerking.
Het is nog niet duidelijk of de nieuwe Amerikaanse administratie de vaststelling betreffende
genocide door de Chinese staat in Xinjiang over zal nemen en welke gevolgen zij hieraan
zal verbinden. Wel heeft Secretary of State Blinken tijdens zijn hoorzitting met de Senate Foreign Relations Committee aangegeven deze kwalificatie te onderschrijven. Nadere besluitvorming door de Amerikaanse
overheid moet worden afgewacht, voordat eventuele gevolgen in kaart kunnen worden
gebracht.
76
Hoe verhoudt de razendsnelle afronding van de onderhandelingen in 2020 zich tot de
noodzaak om inzake China zo veel mogelijk samen op te trekken met de VS?
Antwoord van het kabinet:
De Commissie heeft verklaard dat zich in december een unieke kans voordeed om de onderhandelingen
tot een succesvol einde te brengen, doordat China tot toezeggingen bereid was die
het tot dan toe had afgehouden. De Commissie heeft aangegeven dat het CAI nauwere
trans-Atlantische samenwerking, o.a. op gebied van handelspolitiek en China, niet
in de weg staat7 en heeft samen met de Hoge Vertegenwoordiger op 2 december jl. de Gezamenlijke Mededeling
«A new EU-US agenda for global change» gepubliceerd, die hiertoe ook voorstellen bevat.
In zijn toespraak van 25 januari jl. ging Eurocommissaris Dombrovskis hier ook expliciet
op in.8
77
Op welke wijze is tot en met de laatste fase van de onderhandelingen contact en afstemming
geweest met de Verenigde Staten over het CAI?
Antwoord van het kabinet:
Zie het antwoord op vraag 74.
78
Wat is de inzet van Nederland en van de EU voor nadere samenwerking en afstemming
met de VS tijdens en na de inwerkingtreding van het CAI?
Antwoord van het kabinet:
Nederland pleit voor verdieping en versterking van de samenwerking tussen de EU en
de VS, waarbij onder andere de relatie met China en de mogelijke Amerikaanse terugkeer
naar het Joint Comprehensive Plan of Action (JCPOA) prioritair zijn. In de geannoteerde agenda voor de Raad Buitenlandse Zaken van 7 december
jl. (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2246), alsook het verslag van die bijeenkomst (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2250), is deze inzet uiteengezet en is tevens de kabinetsappreciatie van de Gezamenlijke
Mededeling «A new EU-US agenda for global change» van 2 december jl. opgenomen.
79
Kunt u een roadmap delen waar we naartoe werken tussen de EU en China de komende jaren?
Hoe past dit verdrag daarin?
Antwoord van het kabinet:
In 2013 kwamen de EU en China de «EU-China 2020 Strategic Agenda for Cooperation»9 overeen waarin beschreven staat hoe zij tot 2020 invulling wilden geven aan de onderlinge
samenwerking. Deze agenda bevatte ook de intentie toe te werken naar een investeringsakkoord.
Momenteel onderhandelen de EU en China over een nieuwe meerjarige samenwerkingsagenda.
Het is de intentie om gedurende 2021 tot vaststelling van deze nieuwe agenda te komen.
Naast de samenwerkingsagenda gaven de EU en China ook verdere invulling aan hun samenwerking
middels enkele gezamenlijke slotverklaringen bij de EU-China Toppen die de afgelopen
jaren plaatsvonden.
De brede beleidsinzet van de EU ten aanzien van China is vastgelegd in de EU-China
strategie uit 2016.10 Daarnaast presenteerden de Europese Commissie en de Hoge Vertegenwoordiger van de
Unie voor Buitenlandse Zaken en Veiligheidsbeleid in hun Gezamenlijke Mededeling «EU-China:
een strategische visie»11 van maart 2019 actiepunten om de relatie van de EU met China verder vorm te geven.
80
Hoe is de algemene monitoring van dit verdrag geregeld? Hoe kunnen eventuele oneffenheden
of dwalingen gecorrigeerd worden?
Antwoord van het kabinet:
De onderhavige tekst betreft nog geen definitieve versie van het akkoord, maar een
principeakkoord. De tekst zal nog door juristen worden opgeschoond en eventueel gecorrigeerd
indien er sprake is van dwalingen.
Verder, zoals ook nader toegelicht in het antwoord op vraag 63, is het akkoord gestoeld
op een institutioneel raamwerk dat voorziet in mechanismen voor de monitoring van
de implementatie van het akkoord. Voor de uitvoering van het akkoord zal een Comité
voor investeringen in het leven worden geroepen. Volgens het principeakkoord mag dit
Comité onder andere aanbevelingen uitbrengen die relevant zijn voor de implementatie
en het functioneren van dit akkoord. Ook is het Comité bevoegd wijzigingen van dit
akkoord voor te stellen, welke goedgekeurd dienen te worden via de gebruikelijke interne
goedkeuringsprocedures van de verdragspartijen. Tot slot mag het Comité bindende interpretaties
van bepalingen van dit akkoord aannemen. Met deze bevoegdheden kunnen eventuele dwalingen
worden ondervangen.
81
Op welke wijze is het SER-advies (uitgebracht naar aanleiding van TTIP) opgevolgd
om de onderhandelingen transparant te laten verlopen?
Antwoord van het kabinet:
Het kabinet zet zich in voor het vergroten van transparantie in handelspolitiek onder
andere door publicatie van onderhandelingsmandaten. Tevens zet het kabinet in op tijdige
publicatie van de Sustainability Impact Assessments die de Europese Commissie laat uitvoeren. Het kabinet blijft hierop inzetten, bijvoorbeeld
in het kader van de EU Trade Policy Review.
82
Kent u de kritiek van NGO’s en (internationale en Europese) vakbonden op dit akkoord?
Wat heeft u met deze kritiek gedaan? Op welke manier heeft afstemming plaatsgevonden
met deze sociale partners?
Antwoord van het kabinet:
Het kabinet is bekend met de zorgen die vakbonden en NGO’s uiten over arbeidsrechten
in China. Het kabinet deelt de zorgen over arbeidsrechten en heeft dan ook steeds
het belang van afspraken over arbeidsrechten in het investeringsakkoord benadrukt
in EU-verband. Het kabinet zal wat betreft het investeringsakkoord de balans opmaken
wanneer de definitieve teksten beschikbaar zijn.
In Nederland zijn er verschillende manieren waarop maatschappelijke organisaties hun
visie en zorgen op handelsterrein kenbaar kunnen maken. Zo kan het maatschappelijk
middenveld via het Breed Handelsberaad (BHB) inbreng leveren op onderhandelingen van
handels- en investeringsakkoorden. Doorgaans wordt tijdens de bijeenkomsten van het
BHB de Geannoteerde Agenda van de Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) Handel behandeld.
Het CAI was onderdeel van de geannoteerde agenda in aanloop naar de RBZ Handel van
9 november jl.
Ook de Europese Commissie consulteert regelmatig het maatschappelijk middenveld over
lopende onderhandelingen en handelspolitieke beleidsontwikkelingen middels het zogenaamde
Civil Society Dialogue programma.
83
Op welke manier zijn maatschappelijke organisaties, zoals NGO’s en vakbonden, betrokken
bij de onderhandelingen over dit akkoord?
Antwoord van het kabinet:
Zie het antwoord op vraag 82.
84
Wanneer komen de nadere regels tegen de gedwongen overdracht van technologie, over
het opereren van staatsbedrijven en ten aanzien van beter inzicht in subsidieverlening?
Zijn deze nadere regels voorwaardelijk voor het inwerkingtreding van het CAI? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord van het kabinet:
Het CAI is een op zichzelf staande principeovereenkomst tussen China en de EU, waarvan
de details nog moeten worden uitgewerkt. De uiteindelijke bepalingen zullen van kracht
worden na besluitvorming in de Europese Unie. Dit doet niets af aan de Nederlandse
en Europese inzet, en de reeds ingezette (wetgevende) trajecten, met betrekking tot
het tegengaan van gedwongen overdracht van technologie, het opereren van staatsbedrijven
en ten aanzien van beter inzicht in subsidieverlening.
85
Acht u het opportuun dat een dergelijke investeringsakkoord met China is gesloten
aan het eind van een jaar waarin China Hongkong aan zich onderwerpt, de Oeigoeren
dwangarbeid laat doen en onderzoeken naar de oorsprong van het COVID-19 virus heel
lang heeft tegengehouden? Is dit vanuit strategisch oogpunt voor de Chinese overheid
niet uitermate handig dat zij nu kunnen laten zien dat ongeacht de internationale
reacties op eerdergenoemd optreden, landen bereid zijn een dergelijk investeringsakkoord
te sluiten?
Antwoord van het kabinet:
De onderhandelingen over het CAI zijn in 2013 begonnen. Het was een gezamenlijk streven
van de EU en China om voor eind 2020 tot een afronding van de onderhandelingen over
de inhoud van een investeringsverdrag te komen, en die inhoud raakt niet direct aan
de genoemde omstandigheden – met uitzondering van gedwongen arbeid. Het is de Europese
en Chinese onderhandelaars uiteindelijk gelukt om inderdaad nog voor eind 2020 een
principeakkoord te bereiken, inclusief een toezegging van China om toe te werken naar
ratificatie van de fundamentele ILO-conventies over onder meer gedwongen arbeid. Nederland
heeft steeds het belang van stevige afspraken over investeringen en duurzaamheid,
waaronder arbeidsrechten, benadrukt in EU-verband. Het kabinet zal, wanneer de definitieve
tekst van het CAI beschikbaar is, de balans van de verschillende onderdelen en de
context van het CAI opmaken om vervolgens tot een oordeel te komen.
86
Zal het akkoord leiden tot meer ruimte voor Chinese bedrijven om te investeren in
de vitale infrastructuur van de EU?
Antwoord van het kabinet:
In het CAI is een bepaling opgenomen die partijen in staat stelt om te handelen indien
zij dit nodig achten voor de bescherming van hun essentiële veiligheidsbelangen en
er zijn volgens de Commissie waarborgen en uitzonderingen opgenomen t.a.v. het doen
van investeringen in gevoelige en vitale infrastructuur. Op basis van de definitieve
teksten zal het kabinet een standpunt innemen over het CAI, waarbij de juiste bescherming
van met name vitale infrastructuur een belangrijk onderdeel zal zijn.
87
Zijn er controle- of handhavingsmechanismen opgenomen in het verdrag waarmee gemaakte
afspraken over onder andere markttoegang en een gelijk speelveld gewaarborgd kunnen
worden? Zo ja, welke zijn dat?
Antwoord van het kabinet:
Zie het antwoord op vraag 63.
88
Klopt het dat de EU met het investeringsverdrag toezeggingen op het gebied van investeringsbescherming
binnenhaalt die de afgelopen jaren onder president Trump ook al aan de Verenigde Staten
zijn gedaan?
Antwoord van het kabinet:
Het CAI bevat afspraken over onderwerpen die ook in de «Economic and Trade Agreement»
tussen de VS en China (ook bekend als de «Phase One Trade deal») aan bod komen, zoals
geschillenbeslechting en gedwongen technologieoverdracht. Het is echter belangrijk
om te onderstrepen dat de «Phase One Trade deal» en het CAI verschillende verdragen
zijn. Wanneer alle CAI-gerelateerde teksten beschikbaar zijn en de juridische analyse
van deze teksten is afgerond, kan nader worden bezien hoe het CAI zich tot dit akkoord
verhoudt. De Amerikaanse administratie heeft op 29 januari aangegeven dat het beleid
van de vorige administratie op nationaal veiligheidsterrein, waaronder de «Phase One
Trade deal», momenteel heroverwogen wordt.
89
Kunt u de voordelen en bescherming die Europese bedrijven in China en Chinese bedrijven
in Europa uit het investeringsverdrag halen, vergelijken met de rechten die Amerikaanse
bedrijven in China en Chinese bedrijven in de Verenigde Staten hebben?
Antwoord van het kabinet:
Zie het antwoord op vraag 88.
90
Biedt het investeringsverdrag Chinese telecombedrijven in enigerlei vorm rechten,
toezeggingen of beschermingen waardoor het voor Europese overheden moeilijker wordt
hen te weren bij de aanleg van 5G?
Antwoord van het kabinet:
De Europese Commissie heeft benadrukt dat het CAI geen invloed heeft op veiligheid
gerelateerde mechanismes van de EU en/of lidstaten, zoals de 5G security toolbox. Artikel 10 van subsectie II (sectie VI) biedt de ruimte om de acties te ondernemen
die noodzakelijk zijn voor de bescherming van essentiële veiligheidsbelangen. Het
kabinet zal dit aspect zorgvuldig wegen op basis van de definitieve teksten.
91
Kan er bij de mogelijke toepassing van de beoogde maatregelen uit het International Procurement Instrument (IPI) en het White Paper over buitenlandse subsidies jegens Chinese bedrijven, ook gekeken gaan worden naar
het feit dat China het investeringsverdrag heeft getekend, in plaats van alleen naar
de feitelijke gedragingen van bedrijven?
Antwoord van het kabinet:
Het International Procurement Instrument (IPI)-voorstel beoogt de Europese Commissie de mogelijkheid te geven om maatregelen
te treffen als een derde land de toegang tot zijn markt voor overheidsopdrachten afschermt.
Het investeringsverdrag met China heeft geen betrekking op overheidsopdrachten. Daarom
speelt dit geen rol in de mogelijkheden voor de toepassing van het IPI. Voor wat betreft
het witboek buitenlandse subsidies geldt dat het CAI ziet op wederzijdse markttoegang,
terwijl de in het witboek voorgestelde instrumenten niet zien op markttoegang, maar
op verstorende subsidies in individuele gevallen op de interne markt. Mogelijk is
het CAI wel relevant voor de in het witboek voorgestelde instrumenten als het gaat
om transparantie over het verstrekken van subsidies: hier zijn in het CAI namelijk
bepalingen over opgenomen. In hoeverre het CAI uiteindelijk relevant is, hangt af
van de definitieve tekst van het CAI, het IPI en de instrumenten uit het witboek.
Nederland blijft scherp letten op een goede onderlinge samenhang.
92
Begrenst het akkoord op enigerlei wijze de mogelijkheden van de toepassing van de
beoogde maatregelen uit het IPI en het White Paper over buitenlandse subsidies jegens Chinese bedrijven?
Antwoord van het kabinet:
Hoewel het IPI nog niet uitgekristalliseerd is en de definitieve tekst van het CAI
inclusief annexen nog niet beschikbaar is, staat vast dat het CAI geen betrekking
heeft op overheidsopdrachten. Derhalve begrenst het CAI niet de mogelijkheden voor
eventuele toepassing van het IPI jegens China – en daarmee jegens Chinese bedrijven –
in de toekomst. Tot slot valt ten aanzien van het witboek buitenlandse subsidies nog
niet met zekerheid te zeggen of het CAI een toekomstig instrument uit het witboek
zal begrenzen: een wetgevend voorstel op basis van het witboek wordt verwacht in het
tweede kwartaal van 2021.
93
Kunt u de economische voordelen van het akkoord voor Nederland becijferen, waaronder
in banen en welvaart?
Antwoord van het kabinet:
Zie het antwoord op vraag 71.
94
Hoe kijkt u in dit kader aan tegen de onvrede in veel landen (bijvoorbeeld rond het
Belt and Road Initiative), dat Chinese bedrijven bij werkzaamheden veel eigen tijdelijke werknemers meesturen,
waardoor de lokale werkgelegenheid van een investering of infrastructureel project
beperkt blijft?
Antwoord van het kabinet:
De signalen van onvrede in veel landen zijn bekend, maar tevens is er veel vraag naar
investeringen door China. Nederland vindt ownership van overheden en lokale bevolking bij investeringen in het eigen land zeer belangrijk
en vindt het gewenst dat de investeringen en werkzaamheden leiden tot lokale werkgelegenheid.
Indien het landen binnen de EU betreft, dient er uiteraard gehouden te worden aan
de in de EU geldende regels. In oktober 2018 is de «EU Strategy on Connecting Europe
and Asia»12 aangenomen, waarin ook waarden als transparantie, gelijk speelveld, good governance en het houden aan internationale normen en standaarden staan opgenomen.
95
Welke restricties en voorwaarden zijn hieraan gekoppeld zoals screening, minimumsalaris
of eisen rond het beschikken over speciale hoogwaardige beroepskwalificaties?
Antwoord van het kabinet:
De arbeidsrechten en beroepskwalificaties die van toepassing zijn op werknemers bij
projecten die deel uitmaken van het Belt and Road Initiative verschillen per land. In het EU-China investeringsakkoord bevestigen verdragspartijen
hun toezeggingen onder multilaterale overeenkomsten op het gebied van milieubescherming
en arbeidsrechten.
96
Klopt het dat door het investeringsakkoord Chinezen makkelijker tijdelijk in de Europese
Unie kunnen werken, als zij dat doen in dienst van een Chinees bedrijf dat hier actief
is en hen vanuit China uitzendt?
Antwoord van het kabinet:
Het principeakkoord bevat beperkte afspraken over het tijdelijk verblijf van natuurlijke
personen voor zakelijke doeleinden in zowel de EU als China. Het gaat om zakelijke
bezoekers voor vestigingsdoeleinden en managers of specialisten die tijdelijk overgeplaatst
worden binnen een onderneming (van een concernonderdeel binnen China naar een concernonderdeel
binnen de EU, of andersom). Toelating en verblijf zijn conditioneel aan verschillende
voorwaarden. Zo moeten zakelijke bezoekers voor vestigingsdoeleinden bijvoorbeeld
een senior functie hebben en verantwoordelijk zijn voor de oprichting van een onderneming
voor het bedrijf waarvoor zij werken in het land van tijdelijk verblijf. De zakelijke
bezoeker mag enkel economische activiteiten ondernemen die noodzakelijk zijn voor
de vestiging van de onderneming. Bovendien mag de zakelijke bezoeker ook geen beloning
ontvangen van een bron binnen het land van verblijf. Daarnaast is de maximale verblijfsduur
respectievelijk 90 dagen in een periode van 12 maanden voor zakelijke bezoekers voor
vestigingsdoeleinden en 3 jaar voor intra-corporate transferees, dit laatste conform EU-richtlijn 2014/66/EU i nzake de toelating en verblijf van
intra-corporate transferees. Verder blijven eisen omtrent beroepskwalificaties die de wet- of regelgeving voorschrijft
voor het uitoefenen van de desbetreffende activiteiten onverminderd van toepassing.
97
Welke Nederlandse sectoren verwacht u dat het meest zullen profiteren van het CAI?
Antwoord van het kabinet:
Zie het antwoord op vraag 71.
98
Hoe verhoudt het CAI zich tot de Europese ambities als het gaat om het versterken
van strategische autonomie, die ook van toepassing is op het handelsbeleid van de
EU?
Antwoord van het kabinet:
Het verwezenlijken van strategische autonomie, met behoud van een open economie, is
een van de belangrijkste doelstellingen van de Unie13. De Europese Commissie heeft benadrukt dat het CAI aansluit bij bestaande en nog
in ontwikkeling zijnde maatregelen in dit kader. Wat het kabinet betreft, heeft het
streven naar strategische autonomie vooral betrekking op de weerbaarheid van de EU
en haar vermogen om publieke belangen te kunnen borgen. Op basis van de definitieve
teksten zal het kabinet bezien of het CAI geen afbreuk doet aan het vermogen om deze
publieke belangen te borgen.
99
Hoe beïnvloedt het CAI de kansen van Chinese investeerders om overnames te doen in
belangrijke sectoren zoals de voedingsindustrie, de gezondheidszorg en de tech-sector?
Antwoord van het kabinet:
Het CAI is bedoeld om wederzijdse investeringen te faciliteren. De exacte regels per
sector staan in de annex, die nog niet verschenen is (zie het antwoord op vraag 71).
Los van het CAI, hebben de EU en de lidstaten bepaalde veiligheidsmechanismen, zoals
op het gebied van investeringstoetsing, die onverminderd van kracht blijven. Hiermee
kunnen Europese overheden maatregelen nemen om hun eigen markten te beschermen tegen
overnames die een bedreiging voor de openbare orde en veiligheid betekenen.
100
Hoe zullen publieke diensten in het CAI worden beschermd?
Antwoord van het kabinet:
Op basis van artikel 1.2 (c) (toepassingsgebied) in sectie II van het principeakkoord,
vallen publieke diensten niet onder de reikwijdte van de afspraken over liberalisering
van investeringen in het akkoord.
101
Welke afspraken die zijn gemaakt in het principeakkoord zullen onder het Most Favored Nation-principe vallen, indien zij worden opgenomen in het uiteindelijke akkoord?
Antwoord van het kabinet:
In artikel 5 in sectie II van het akkoord staat dat de verdragspartijen het Most Favored Nation-principe toepassen op investeerders en bedrijven die onder het akkoord vallen. Echter,
er zijn ook uitzonderingen van toepassing, genoemd in artikel 1, 5 en 7 van sectie
II en artikel 11 van sectie VI.
102
Vergemakkelijkt het CAI investeringen door China in Europese strategische infrastructuur,
zoals (lucht)havens en/of in gevoelige (informatie) technologie?
Antwoord van het kabinet:
Het CAI biedt in principe de mogelijkheid om strategische sectoren uit te sluiten
bij het verlenen van markttoegang. Voor welke sectoren dit precies het geval is, is
uitgewerkt in de annexen. Deze waren op het moment van beantwoording van deze vraag
nog niet beschikbaar. Zie voor het overige de antwoorden op vragen 86 en 98.
103
Kan, ondanks het CAI, voorkomen worden dat China investeert in strategische infrastructuur
in Nederland en/of de EU, of in (technologie)bedrijven, waardoor bijvoorbeeld intellectueel eigendom verloren kan gaan? Zo
ja, onder welke voorwaarden? Zo nee, wat betekent dit voor de Nederlandse steun voor
het CAI?
Antwoord van het kabinet:
Zie het antwoord op vraag 102.
104
In hoeverre en hoe zorgt het CAI voor versterking van gelijke markttoegang voor Nederlandse
en Europese bedrijven in China?
Antwoord van het kabinet:
Zie het antwoord op vraag 71.
105
Welke economische winst valt er te verwachten voor Nederlandse bedrijven als gevolg
van het CAI? Kunt u een zo compleet mogelijk overzicht geven?
Antwoord van het kabinet:
Zie het antwoord op vraag 71.
106
Welke economische winst valt er te verwachten voor Chinese bedrijven als gevolg van
het CAI?
Antwoord van het kabinet:
Zoals vermeld in vraag 71, was de Europese markt al meer open voor buitenlandse investeerders.
Hoe het CAI een verbetering brengt voor Chinese bedrijven zal moeten blijken uit de
afspraken in de annex.
107
Op welke wijze kan of zal het CAI bijdragen aan de vervolmaking van de Chinese «Nieuwe
Zijderoute» en hoe verhoudt dit zich tot Nederlandse en Europese (handels)belangen
wereldwijd?
Antwoord van het kabinet:
Het Belt and Road Initiative (BRI) is een grootschalig Chinees initiatief dat verbindingen («nieuwe zijderoutes»)
tussen continenten en hun aangrenzende zeeën beoogt te stimuleren. Nederland vindt
connectiviteit belangrijk en staat daarom achter de EU-strategie voor de verbinding
van Europa en Azië. Deze strategie benadrukt het belang van duurzaamheid in al haar
aspecten, zoals fiscale, financiële en sociale duurzaamheid en aandacht voor het milieu.
Nederland en China vinden elkaar op het gebied van connectiviteit – zolang die duurzaam
is, binnen de EU-lijnen valt en concrete kansen en projecten voor beide partijen biedt.
De Europese markt is al open voor buitenlandse investeringen, dus wat dat betreft
houdt het CAI geen uitbreiding van de Chinese markttoegang tot de EU in. Het gaat
voor China vooral om behoud van bestaande markttoegang via het akkoord. In die zin
heeft het CAI geen significante impact op de vervolmaking van het BRI.
108
Welke oneerlijke handelspraktijken van China zijn door dit verdrag niet meer mogelijk?
Antwoord van het kabinet:
Pas als alle CAI-gerelateerde teksten beschikbaar zijn en de juridische analyse afgerond
is, kan aangegeven worden welke oneerlijke handelspraktijken door het CAI geadresseerd
worden en in welke mate. De doelstelling van het CAI is om bij te dragen aan een gelijk
speelveld voor Europese investeerders in China door de bestaande asymmetrie in de
handelsrelatie terug te dringen. Zo zullen Europese investeerders betere toegang krijgen
tot een aantal Chinese sectoren. Volgens de Commissie gaat het onder andere om cloud-diensten,
financiële dienstverlening en gezondheidszorg. Daarnaast hebben de partijen nadere
regels vastgesteld met betrekking tot de gedwongen overdracht van technologie, het
opereren van staatsbedrijven en een verbetering van inzichten in subsidieverlening.
Ook zijn er afspraken gemaakt over gelijke toegang voor bedrijven tot consultaties
op het gebied van de ontwikkeling van standaarden.
109
Welke oneerlijke handelspraktijken van China, die de EU samen met de VS wil bestrijden,
blijven onder dit verdrag nog steeds mogelijk?
Antwoord van het kabinet:
Pas als alle CAI-gerelateerde teksten beschikbaar zijn en de juridische analyse afgerond
is kan aangegeven worden welke oneerlijke handelspraktijken door het CAI geadresseerd
worden en in welke mate. Het is belangrijk om te onderstrepen dat dit verdrag niet
alle oneerlijke handelspraktijken van China effectief kan aanpakken. Het CAI is onderdeel
van de bredere EU-China strategie, waarbij bilaterale en multilaterale betrokkenheid
gecombineerd worden met op zichzelf staande en generieke autonome instrumenten, zoals
het witboek voor buitenlandse subsidies op de interne markt, om oneerlijke handelspraktijken
aan te pakken en onze belangen te verdedigen. Het investeringsakkoord heeft geen invloed
op onze behoefte en interesse om samen te werken met de VS en andere gelijkgezinde
landen in de context van de WTO of anderszins.
110
Op welke manieren worden Chinese investeringen in de Europese Unie door dit verdrag
vergemakkelijkt?
Antwoord van het kabinet:
Pas als alle CAI-gerelateerde teksten beschikbaar zijn en de juridische analyse is
afgerond, zal duidelijker worden hoe het CAI een verbetering brengt voor Chinese bedrijven.
De annex van het CAI is nog niet gepubliceerd. Deze wordt in de tweede helft van februari
verwacht. Pas met deze annex wordt duidelijk welke toegang voor welke sectoren onder
welke voorwaarden verleend wordt. De Europese markt is echter al relatief open voor
buitenlandse investeringen en biedt onder het General Agreement on Trade in Services van de WTO al een zekere mate van markttoegang voor diensten aan WTO-leden. Via het
CAI biedt de EU minder markttoegang aan China dan China dat aan de EU biedt. Het gaat
voor China vooral om behoud van bestaande markttoegang via het akkoord. In het algemeen
geldt dat de EU waakzaam blijft op het terrein van buitenlandse investeringen, waaronder
via de FDI-screeningsverordening.
De partijen bij het CAI committeren zich aan de verbetering van hun investeringsklimaat,
en het faciliteren van handel en investeringen over en weer. Zo zullen partijen ervoor
zorgen dat hun nationale wet- en regelgevingskader, alsmede rechtspraak die van belang
is voor investeerders, transparant en toegankelijk is. Voor een effectieve implementatie
van dit akkoord zullen de partijen ook een nationaal contactpunt voor investeerders
aanwijzen. Deze contactpunten zullen investeerders van de andere partijen voorzien
van informatie. Tot slot verbinden partijen zich, conform het hoofdstuk over investeringen
en duurzame ontwikkeling, eraan investeringen in milieugoederen en -diensten, en klimaatvriendelijke
investeringen te faciliteren. Hiertoe zullen partijen informatie en best practices uitwisselen en samenwerken in internationale fora, waar passend.
111
Welke voordelen heeft het verdrag voor China? Welke voordelen heeft het verdrag voor
de Europese Unie?
Antwoord van het kabinet:
De cumulatieve buitenlandse directe investeringen (FDI) van de Europese Unie naar
China bedroegen in de afgelopen twintig jaar meer dan EUR 140 miljard. Voor Chinese
buitenlandse directe investeringen in de EU was dit bijna EUR 120 miljard. Met deze
investeringen over en weer, ligt het voor de hand dat de EU en China afspraken over
deze investeringen maken. Dit biedt investeerders meer duidelijkheid en zekerheid.
De EU is altijd opener geweest dan China waar het buitenlandse investeringen betreft.
De Commissie geeft aan14 dat China zich via het investeringsakkoord committeert aan meer markttoegang voor
Europese bedrijven dan ooit tevoren. China committeert zich voorts aan eerlijke behandeling
van Europese bedrijven (inclusief in relatie tot staatsbedrijven), transparantie m.b.t.
subsidies en regels m.b.t. gedwongen overdracht van technologie. Op deze manier ontstaat
een gelijker speelveld in China. China is ook akkoord gegaan met ambitieuze afspraken
over duurzaamheid, inclusief toezeggingen m.b.t. gedwongen arbeidsrechten en ratificatie
van relevante ILO-conventies. China stelt zelf bij monde van president Xi dat er sprake
zal zijn van grotere markttoegang, een verbeterd zakelijk klimaat, sterkere institutionele
garanties en betere vooruitzichten voor wederzijdse investeringen15.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R. de Roon, voorzitter van de algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking -
Mede ondertekenaar
E.A.M. Meijers, adjunct-griffier