Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van der Linde, Lodders en Aukje de Vries over het rapport ‘Basel III Reforms: Updated Impact Study’ van de Europese Bankenautoriteit
Vragen van de leden Van der Linde, Lodders en Aukje de Vries (allen VVD) aan de ministers van Financiën en van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het rapport «Basel III Reforms: Updated Impact Study» uit december 2020 (ingezonden 29 januari 2021).
Antwoord van Minister Hoekstra (Financiën), mede namens de Minister van Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit (ontvangen 11 februari 2021).
Vraag 1
Hebt u kennisgenomen van het rapport «Basel III Reforms: Updated Impact Study» van
de European Banking Authority (EBA) uit december 2020?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de conclusie van de EBA dat Nederlandse banken naar verwachting gemiddeld
21% meer kapitaal moeten aanhouden onder «Bazel 3.5»? In hoeverre worden aan Nederlandse
banken hogere kapitaaleisen gesteld dan aan banken in andere EU-lidstaten? Wat betekent
dat voor de kredietverlening in Nederland? Welke gevolgen heeft dit voor de verstrekking
van hypotheken en de financiering van de energietransitie?
Antwoord 2
De analyse van EBA is gebaseerd op data van rond de 100 Europese banken, waaronder
zeven Nederlandse, over het laatste kwartaal van 2019. De EBA schat op basis van deze
analyse voor deze Nederlandse banken een stijging van de tier-1 kapitaalvereisten
van rond de 21%. Deze inschatting is gebaseerd op de volledige implementatie van Bazel
3.5 aan het einde van het ingroeipad in 2028.
De kern van het Bazel-raamwerk is dat banken genoeg kapitaal dienen aan te houden
voor de risico’s die ze lopen. Het is dus niet zo dat de richtlijnen bepalen welke
activiteiten wel of niet gefinancierd mogen worden. Er worden slechts minimumeisen
gesteld aan de wijze waarop banken risico’s dienen af te dekken. Daarnaast is het
op dit moment nog onduidelijk hoe Bazel 3.5 binnen de EU geïmplementeerd zal worden.
Naar verwachting presenteert de Europese Commissie (CIE) in de eerste helft van dit
jaar haar wetgevende voorstel ten aanzien van Bazel 3.5. Zodra de CIE met een wetgevend
voorstel komt, zal het kabinet uw Kamer informeren over haar inzet volgens de gebruikelijke
weg van een BNC-fiche. Daarna zal een Europees onderhandelingstraject volgen.
Na implementatie van Bazel 3.5 in Europa zullen de Bazelse eisen in alle EU-lidstaten
gelden en zullen er dus geen hogere kapitaaleisen aan Nederlandse banken worden gesteld
dan aan banken in andere EU-lidstaten. Wel is het zo dat de impact voor een groot
deel afhankelijk is van de samenstelling van de balans, activiteiten en verschillen
in de vaststelling van risicowegingen van individuele banken. Hierdoor zal de impact
per bank en per lidstaat verschillen. Eerder heb ik u geschreven dat de Nederlandse
hypotheekportefeuilles een belangrijke factor zijn in de impact voor Nederlandse banken.1 De precieze gevolgen van Bazel 3.5 op de kredietverlening en de financiering van
de energietransitie hangt voor een groot deel af van de uiteindelijke vormgeving van
het wetgevend voorstel voor de implementatie in Europa en de keuzes die banken maken
om aan de nieuwe eisen te voldoen. Daarover is dus meer te zeggen zodra dat voorstel
er is.
Vraag 3
Klopt het dat banken onder Bazel 5 onderpand minder zwaar mogen laten wegen bij het
bepalen van de risico’s? Is het juist dat banken daardoor risico’s in de toekomst
aanzienlijk hoger moeten inschatten dan op basis van historische verliezen nodig is?
Antwoord 3
Bazel 3.5 richt zich op het beperken van de variabiliteit in risicogewichten die banken
zelf met interne modellen berekenen. In de afgelopen jaren is gebleken dat de variatie
in de risicowegingen, en daarmee de kapitaalratio’s van banken, niet altijd te verklaren
waren door verschillen in onderliggende risico’s in de portefeuilles. Door Bazel 3.5
moeten banken met overeenkomstige risico’s een meer vergelijkbare hoeveelheid kapitaal
aanhouden, waardoor het speelveld voor banken gelijker wordt.
Eén van de maatregelen om de variabiliteit te beperken is de introductie van minimumwaardes
voor de inputvariabelen die worden gebruikt bij de interne risicoberekening. Het onverwachte
verlies, waarvoor banken kapitaal dienen aan te houden, wordt hierbij berekend op
basis van de verwachting dat wanbetaling optreedt en het potentiële verlies gegeven
wanbetaling. Voor zowel het verwachte verlies als het potentiële verlies gegeven wanbetaling
zullen minimumwaardes gaan gelden. De minimumwaarde voor het potentiële verlies gegeven
wanbetaling is gekoppeld aan de vorm van onderpand. In het geval er geen onderpand
is volgt er bijvoorbeeld een hogere minimumwaarde dan wanneer grond of een woning
als onderpand dient. Bazel 3.5 introduceert voor verschillende categorieën onderpand
verschillende minimumwaardes die het risico van het onderpand reflecteren.
De introductie van deze minimumwaardes heeft tot doel dat alle banken een minimum
aan kapitaal aanhouden voor deze activiteiten. Dit minimum aan kapitaal dient niet
alleen bescherming te bieden voor verliezen als gevolg van de conjunctuurcyclus, maar
ook tegen stresssituaties die zich niet in het recente verleden hebben voorgedaan.
Vraag 4 en 5
Herinnert u zich de notitie «Inkomsten en verdienmodel van agrarische ondernemers»
van de Nederlandse Vereniging van Banken uit juli 2020 en de toezegging van de Minister
van LNV om daarover overleg te voeren met de Minister van Financiën2? Heeft dit overleg inderdaad op het niveau van de ministers plaatsgevonden? Zo ja,
wat was de conclusie, welke acties zijn door de respectievelijke ministers op nationaal
en internationaal niveau in gang gezet en wat is de stand van zaken op dit moment?
Zo nee, waarom niet?
Deelt u inmiddels de conclusie dat de kredietverlening aan agrarische ondernemingen
onevenredig hard wordt getroffen? Wat gaat u daar in concreto aan doen?
Antwoord 4 en 5
Er is op ambtelijk niveau overleg geweest tussen de ministeries van Financiën en LNV
over de notitie «Inkomsten en verdienmodel van agrarische ondernemers» en er is hierover
gezamenlijk gesproken met de NVB. De precieze gevolgen van Bazel 3.5 op de kredietverlening
en de financiering van de landbouw hangen voor een groot deel af van de uiteindelijke
vormgeving van de implementatie in Europa en van de keuzes die banken maken om aan
de nieuwe eisen te voldoen. Zoals de Minister van LNV eerder aan de Vaste Commissie
LNV heeft gemeld verwachten we het voorstel van de CIE ter implementatie van Bazel
3.5 in de eerste helft van dit jaar.3 Dit voorstel zal worden vergezeld door een brede impactanalyse van de CIE, in aanvulling
op de impactanalyses die de EBA al heeft gedaan. Op basis van het daadwerkelijke voorstel
en deze impactanalyse zal het kabinet haar definitieve inzet bepalen. In de tussentijd
blijven de ministeries van Financiën en LNV in gesprek met de banken om ook de gevolgen
voor agrofinanciering verder te verkennen.
Vraag 6
Kunt u aangeven welke andere sectoren in het bijzonder worden getroffen door Bazel
3.5? Hebt u hiervoor een impactanalyse laten opstellen? Zo nee, waarom niet? Bent
u dan bereid om, vooruitlopend op verdere bespreking en besluitvorming en in samenwerking
met banken en bedrijfsleven, zo’n analyse op te zetten? Bent u bereid om naast een
Nederlandse impactanalyse ook in Europees verband te pleiten voor een impactanalyse,
zodat ook andere lidstaten inzichtelijk krijgen wat de gevolgen zijn?
Antwoord 6
De impact van Bazel 3.5 is in belangrijke mate afhankelijk van de exacte implementatie
van de Bazelse richtlijnen in de Europese wet- en regelgeving. Het wetgevende voorstel
van de CIE zal voorzien worden van een uitgebreide impactanalyse. Deze impactanalyse
zal ingaan op de gevolgen voor verschillende typen banken. Ik vind een dergelijk impactanalyse
noodzakelijk om de gevolgen voor de Europese banken in kaart te brengen. Bovendien
heeft EBA, mede op verzoek van de CIE, al diverse impactanalyses gedaan.4 Deze impactanalyses zijn gedetailleerd en toegesneden op vragen die rondom de Europese
implementatie spelen. Daarnaast is er regelmatig contact met de banken om de gevolgen
van de implementatie van Bazel 3.5 te bespreken.
Vraag 7
Hoe voorkomt u dat banken door Bazel 3.5 de kredietverlening inperken of de kosten
verhogen?
Antwoord 7
Om te voorkomen dat banken plotseling geconfronteerd worden met hogere kapitaaleisen
door de implementatie van Bazel 3.5 kent het voorstel een lang ingroeipad. Dit moet
banken de gelegenheid geven om tijdig aan de nieuwe eisen te voldoen. Het is uiteindelijk
echter aan de banken om te bepalen op welke wijze zij daar invulling aan gaan geven.
Vraag 8
Kunt u deze vragen beantwoorden voor aanvang van het aanstaande verkiezingsreces?
Antwoord 8
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Financiën -
Mede namens
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.