Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Beckerman over huurders die na sloop/nieuwbouw niet terug kunnen naar hun oude plek
Vragen van het lid Beckerman (SP) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over huurders die na sloop/nieuwbouw niet terug kunnen naar hun oude plek 1OOG TV, 9 januari 2021, «Sociale huurders Ten Post; «Is het expres? Is het om mensen te naaien? Dit is onacceptabel»» (https://www.oogtv.nl/2021/01/sociale-huurders-ten-post-is-het-expres-is-het-om-mensen-te-naaien-dit-is-onacceptabel/) (ingezonden 13 januari 2021).
Antwoord van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen
11 februari 2021 )
Vraag 1
Bent u er van op de hoogte dat huurders in het gaswinningsgebied na noodzakelijke
sloop van hun woning niet altijd terug kunnen naar een nieuw huis op hun geliefde
woonplek? Of dat ze een kleiner huis terug krijgen? Wat is daarop uw reactie?
Antwoord 1
Om uw vraag te kunnen beantwoorden heb ik navraag gedaan bij de corporaties. De corporatie
is als eigenaar van de woning die de huurder van de corporatie huurt verantwoordelijk
voor de herbouw van de nieuwe woning. De corporatie gaat in dat geval altijd persoonlijk
in gesprek met de betreffende huurder over de gevolgen van de versterkingsopgave voor
de woning die zij huren en om de woonvragen- en woonwensen op te halen. Een passende
woning is hierbij het uitgangspunt. Er wordt dan gekeken naar de huidige en toekomstige
woonwensen van de huurder. Als het mogelijk is faciliteert de corporatie dat de huurder
in dezelfde straat of wijk terugkeert. In sommige gevallen is dat minder goed of niet
mogelijk, bijvoorbeeld vanwege herstructurering van een straat of wijk. De huurder
heeft vanzelfsprekend ook een eigen keuze en kan ervoor kiezen om elders te gaan wonen.
Vraag 2
Eerder zagen we ook bij eigenaren dat ze niet terug kregen wat ze hadden. Welke stappen
gaat u ondernemen om er voor te zorgen dat alle huurders en kopers terug krijgen wat
zij hadden?
Antwoord 2
Ik vind het belangrijk dat de bewoner, in het geval van de corporaties de huurder,
centraal staat. De corporaties delen dit uitgangspunt en dit staat ook centraal tijdens
onze gesprekken tijdens de corporatietafel waaraan ook het Huurdersplatform Aardbeving
Groningen (HPAG), waarin de huurdersverenigingen van de woningcorporaties in het aardbevingsgebied
vertegenwoordigd zijn, deelneemt. Corporaties houden zo veel mogelijk rekening met
de huidige situatie van de woningen en de wensen van de bewoners. De corporatie gaat
altijd persoonlijk in gesprek met de betreffende huurder om de woonvragen- en woonwensen
op te halen. Een passende woning is hierbij het uitgangspunt. Er wordt dan gekeken
naar de huidige en toekomstige woonwensen van de huurder.
Uit navraag bij de corporaties blijkt dat indien de huurder wenst naar een nieuwe
woning terug te keren van dezelfde grootte dit mogelijk wordt gemaakt als dit inderdaad
kan. Ditzelfde geldt als een huurder kleiner wenst te gaan wonen.
Het is niet altijd mogelijk exact terug te bouwen wat er stond. Er wordt gebouwd voor
de huurders die momenteel een woning huren en er wordt tegelijk gekeken naar een toekomstbestendig
woningaanbod, waarbij demografische ontwikkelingen ook een rol spelen. Zoals ik ook
heb geantwoord op uw vragen van 5 november 2020 (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar
2020–2021, nr. 673) dient daarbij rekening te worden gehouden met de wet- en regelgeving van het Bouwbesluit.
Indien er sprake is van een rij woningen die wordt gesloopt, dan wordt de bewoners
verzocht om gezamenlijk te kiezen welk model woning na sloop wordt nieuwgebouwd. Een
rijtje woningen bestaat in principe uit hetzelfde model woningen. Hierdoor kan helaas
niet worden gegarandeerd dat op individueel niveau aan alle wensen van de bewoners
wordt tegemoetgekomen.
Vraag 3, 4 en 5
Wat is uw reactie op het feit dat huurders in Ten Boer en Ten Post wordt voorgesteld
dat ze maar kleiner moeten gaan wonen?
Wat is uw reactie op het feit dat sommige huurders maar elders moeten gaan wonen?
Waarom worden zij hun dorp uitgejaagd?
Waar komen dit soort situaties nog meer voor? Is dit bij alle woningbouwcorporaties
in het gaswinningsgebied het geval, of alleen bij Wierden en Borgen?
Antwoord 3, 4, en 5
Zoals eerder aangegeven blijkt uit navraag bij corporaties dat de corporatie altijd
persoonlijk in gesprek met de betreffende huurder gaat over de woonvragen- en woonwensen
van de huurder. Een passende woning is hierbij het uitgangspunt, waarbij ook de grootte
van de woning aan bod komt. Er wordt gekeken naar de huidige en toekomstige woonwensen
van de huurder. Huurders kunnen altijd blijven wonen in hetzelfde dorp. Als het mogelijk
is faciliteert de corporatie dat de huurder in dezelfde straat of wijk terugkeert.
In sommige gevallen is dat minder goed of niet mogelijk, bijvoorbeeld vanwege herstructurering
van een straat of wijk. Het is niet altijd mogelijk exact terug te bouwen wat er stond.
Er wordt gebouwd voor de huurders die momenteel een woning huren en er wordt tegelijk
gekeken naar een toekomstbestendig woningaanbod, waarbij demografische ontwikkelingen
ook een rol spelen. De huurder heeft vanzelfsprekend ook een eigen keuze en kan ervoor
kiezen om elders te gaan wonen. Alle corporaties hebben eenzelfde werkwijze. Huurders
worden zowel collectief als individueel geïnformeerd en benaderd. Corporaties gaan
met iedere huurder in gesprek over een voor de huurder passende oplossing die aansluit
bij zijn of haar woonvraag en woonwensen.
Vraag 6
Welk beleid ligt hier aan ten grondslag? Of zijn er financiële redenen die woningcorporaties
tot deze ongewenste voorstellen dwingen? Wanneer het om een misverstand zou gaan,
hoe en door wie wordt dit misverstand dan veroorzaakt?
Antwoord 6
Het beleid van zowel corporaties als gemeenten is dat het kunnen blijven wonen in
de huidige omgeving uitgangspunt is. Huurders kunnen altijd blijven wonen in hetzelfde
dorp. Als het mogelijk is, faciliteert de corporatie dat de huurder in dezelfde straat
of wijk terugkeert. In sommige gevallen is dat minder goed of niet mogelijk, bijvoorbeeld
vanwege herstructurering van een straat of wijk. Het is niet altijd mogelijk exact
terug te bouwen wat er stond. Er wordt gebouwd voor de huurders die momenteel een
woning huren en er wordt tegelijk gekeken naar een toekomstbestendig woningaanbod,
waarbij demografische ontwikkelingen ook een rol spelen. De planvorming voor de versterkingsopgave
in combinatie met de gesprekken over de woonwensen van de bewoners is veelomvattend
en neemt de nodige tijd in beslag. Tussen het ontvouwen van de plannen voor sloop
en de plannen voor nieuwbouw kan enige tijd zitten waardoor de huurder niet direct
een bevestiging van de afspraken krijgt.
Vraag 7
Op hoeveel plekken waar huurwoningen staan, worden plannen gewijzigd? Door wie worden
die plannen gewijzigd? Wat is het doel van de gewijzigde plannen?
Antwoord 7
Als plannen wijzigen, bijvoorbeeld voor een rijtje woningen die allen in bezit zijn
van dezelfde corporatie, dan worden de betreffende huurders en betrokken huurdersorganisatie
hier collectief bij betrokken. Uiteindelijk gaat de corporatie altijd ook individueel
in gesprek met de huurders om de woonvragen- en woonwensen op te halen om te zorgen
dat aan de woonwensen zoveel als mogelijk kan blijven worden voldaan. Een gewenste
herstructurering van straat of wijk door de betreffende gemeente kan voor gewijzigde
plannen zorgen.
Vraag 8, 9 en 10
Op welke wijze zijn huurders bij die gewijzigde plannen betrokken? Welke inspraak
hadden huurders hier?
Wat gaat u doen om te zorgen dat deze huurders op zijn minst inspraak krijgen in hoe
en waar hun huis wordt teruggebouwd?
Is er iemand achter een tekentafel vergeten dat er in deze mensen huizen wonen? Hoe
verhoudt dit zich tot de belofte van het kabinet dat gedupeerden zelf zeggenschap
(het heft in eigen hand) moeten hebben? Wat is hierop uw reactie?
Antwoord 8, 9 en 10
Gemeenten en corporaties informeren en betrekken de huurders, huurdersorganisaties
en particuliere eigenaren over en bij de plannen. Dit gebeurt op meerdere niveaus.
Collectief (bijvoorbeeld in bijeenkomsten van een dorpsraad of bewonerscommissie)
en individueel met de bewoners (onder andere tijdens de woonwensengesprekken). Bewoners
worden intensief betrokken en hebben invloed op de (te maken) plannen. Ook omwonenden
worden geïnformeerd over de plannen. Ook zijn bewoners betrokken via klankborgroepen,
zoals bijvoorbeeld in het Hart van Opwierde waarbij de klankbordgroep heeft meegedacht
over versterkingsaanpak voor die wijk.
Vraag 11
Wat betekenen uw woorden dat de bewoner centraal moet staan? Waaruit blijkt concreet
dat de bewoner centraal staat in deze specifieke situatie?
Antwoord 11
Ik vind het belangrijk dat bewoners grip kunnen houden op de versterkingsopgave van
hun eigen huis. Met het wetsvoorstel Versterken (Kamerdossier 35 603) wordt geborgd
dat de eigenaar controle kan houden over zijn of haar versterkingsopgave en indien
gewenst hier regie op kan nemen. Ook biedt het wetsvoorstel laagdrempelige bestuursrechtelijke
rechtsbescherming aan eigenaren en is de besluitvormingsprocedure van de versterking
sterk vereenvoudigd. In de memorie van toelichting is een «routekaart naar herstel»
beschreven, waarin de stappen uit het versterkingstraject worden beschreven, en voor
bewoners duidelijk wordt wat er van hen en andere partijen op welk moment wordt verwacht.
In de bestuurlijke afspraken van 6 november 2020 staat bieden van keuzevrijheid en
perspectief van de bewoners centraal. Zo krijgen eigenaren die in het bezit zijn van
een versterkingsadvies de keuze tussen het onverkort laten doorgaan van hun oude versterkingsadvies,
of een herbeoordeling volgens de nieuwste inzichten en zijn er middelen beschikbaar
gesteld om woningen van huurders te verduurzamen en te verbeteren en wordt een bedrag
van € 750 rechtstreeks aan huurders beschikbaar gesteld. Zoals gezegd delen de corporaties
en ik het uitgangspunt dat de bewoner en in dit geval de huurder centraal staat in
de versterkingsoperatie. In de overleggen die met de corporaties plaatsvinden staat
dit uitgangspunt centraal.
Vraag 12
Wat gaat u precies doen om te zorgen dat bewoners die graag een huis terug willen
dat even groot is, dat ook krijgen? En hoe ziet u er op toe dat dit ook gebeurt?
Antwoord 12
Indien een corporatie eigenaar is van een woning die gesloopt moet worden in verband
met de versterkingsopgave is de corporatie verantwoordelijk voor de herbouw van de
woning. Ik vind het belangrijk dat de bewoner, in het geval van de corporaties de
huurder, centraal staat. Corporaties houden zo veel mogelijk rekening met de huidige
situatie van de woningen en de wensen van de bewoners. Hierover spreek ik regelmatig
met corporaties en de HPAG tijdens de corporatietafel. Ook voor de corporaties staat
de huurder centraal.
Vraag 13
Deelt u de mening dat dat «de bewoner centraal» en «terugkrijgen wat je hebt» uitspraken
van het kabinet zijn, die logischerwijs gewoon uitgevoerd dienen te worden? Kunt u
uw antwoord toelichten?
Antwoord 13
Ik deel met u dat de bewoner centraal staat en zet hier in het geval van huurders
op in door met corporaties en de HPAG in gesprek te gaan. Voor corporaties staan de
huurders centraal. Daarom gaan zij met huurders in gesprek om een passende woning
voor de huurder te realiseren. Dit hoeft niet altijd gelijk te zijn aan wat de huurder
had. Indien de huurder wenst kleiner te gaan wonen, bijvoorbeeld vanwege een lagere
huur, dan wordt hier rekening mee gehouden. Ook kan de huurder bijvoorbeeld aangeven
in een levensloopbestendige woning te willen gaan wonen waardoor het principe terugkrijgen
wat je had niet altijd gewenst wordt door de huurder.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.