Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van den Bosch over het bericht waarin oud-Dutchbatters vinden dat er alsnog erkenning moet komen van overheid, defensie en media
Vragen van het lid Van den Bosch (VVD) aan de Minister van Defensie over het bericht waarin oud-Dutchbatters vinden dat er alsnog erkenning moet komen van overheid, defensie en media (ingezonden 15 december 2020).
Antwoord van Minister Bijleveld-Schouten (Defensie) (ontvangen 10 februari 2021).
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 1299.
Vraag 1
Kent u het bericht: «Oud-Dutchbatters: overheid, defensie en media moeten alsnog met
erkenning komen»?1
Antwoord 1
Het krantenartikel waar u naar verwijst is gepubliceerd naar aanleiding van de presentatie
van het rapport «Focus op Dutchbat-III» en de aanbevelingen van de begeleidingscommissie
Borstlap. Ik heb het rapport en de aanbevelingen op 14 december jl. in ontvangst mogen
nemen tijdens een presentatie in Nieuwspoort. Met mijn brief (Kamerstuk 26 122, nr. 48. van 14 december 2020) heb ik deze documenten aan uw Kamer toegestuurd. Daarbij heb
ik aangegeven dat ik begin 2021 mijn beleidsreactie zal geven. Deze heb ik u vandaag
toegezonden.
Vraag 2, 6, 7 en 8
Hoe beoordeelt u dat één op de drie oud-Dutchbatters een actuele behoefte heeft aan
zorg of ondersteuning?
Gaat u mee in de visie van de oud-Dutchbatters dat erkenning van Defensie tekort schiet?
Kunt u zich er maximaal voor inzetten dat de oud-Dutchbatters adequate extra hulp
ontvangen zonder dat zij hiervoor eerst juridische stappen moeten zetten?
Wat gaat u doen voor de oud-Dutchbatters die zich onvoldoende gewaardeerd voelen door
Defensie?
Antwoord 2, 6, 7 en 8
Het is van groot belang om de juiste zorg, waardering en erkenning te geven aan de
Dutchbat-veteranen. Dat is ook de reden dat ik er uitvoerig onderzoek naar heb laten
doen. Het onderzoeksrapport en de aanbevelingen zijn voor mij daarom belangrijke documenten.
In mijn beleidsreactie – die u vandaag ontving – ben ik nader ingegaan op deze vragen.
Om handen en voeten te kunnen geven aan de aanbevelingen, is er uiteraard voldoende
budget nodig. De financiële consequenties van het overnemen van de aanbevelingen zullen
bij Voorjaarsbesluitvorming in overleg met de ministers van Financiën en Buitenlandse
Zaken worden gedekt op de departementale begroting.
Vraag 3, 4 en 5
Hoe kan het dat één op de vijf hulpbehoevende veteranen geen professionele hulp ontvangt,
terwijl zij aangeven dat wel nodig te hebben?
Gaat u zo snel mogelijk maatwerk leveren om deze groep te helpen?
Bent u bereid ook te kijken of er bij andere groepen veteranen ook een dergelijke
substantiële groep is die tussen wal en schip valt?
Antwoord 3, 4 en 5
Elke veteraan die bij Defensie aangeeft dat hij of zij hulp nodig heeft, kan dat ontvangen.
Dat is niet alleen belangrijk voor Defensie maar het vloeit ook voort uit de Veteranenwet
en het Veteranenbesluit. Voor goede en snelle zorg is het Landelijk Zorgsysteem voor
Veteranen opgezet. Het loket voor zorg is 24-uur per dag geopend en zeven dagen in
de week. Helaas komt het voor dat er veteranen zijn die zich nog niet hebben gemeld
voor hulp of dat wel willen ontvangen maar niet van Defensie. Ik raad hen aan om (toch)
deze stap te zetten. In beginsel levert het LZV voor elke hulpvraag een aanbod op
maat. Dat geld niet alleen voor Dutchbat-veteranen – waar nu het onderzoek op gericht
is geweest – maar voor elke veteraan. Uit het onderzoek “Veteraan, hoe gaat het u?”
gepubliceerd in 2019 en het onderzoek onder ISAF-veteranen dat begin 2020 is gepubliceerd,
is bekend dat er groepen veteranen zijn die zorg mijden en om die reden lastig te
bereiken zijn. In de beleidsreactie ben ik ook op dat thema ingegaan. Alle Dutchbat-III-veteranen
en hun thuisfront ontvangen binnenkort een brief, waarin zij expliciet worden uitgenodigd
om contact op te nemen met het zorgloket indien zij nog professionele hulp behoeven
vanwege de uitzending.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.Th.B. Bijleveld-Schouten, minister van Defensie
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.