Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Yesilgöz-Zegerius over het bericht 'Huisartsen 'niet onder de indruk' van brief Viruswaarheid'
Vragen van het lid Yesilgöz-Zegerius (VVD) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over het bericht «Huisartsen «niet onder de indruk» van brief Viruswaarheid» (ingezonden 18 januari 2021).
Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 9 februari 2021).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Huisartsen «niet onder de indruk» van brief Viruswaarheid»?1
Antwoord 1
Ja, ik heb van het bericht kennisgenomen.
Vraag 2
Bent u het ermee eens dat het totaal onacceptabel is dat huisartsen en medisch specialisten
bedreigd worden op het huisadres om hen te ontmoedigen hun vitale werk in deze pandemie
te verrichten?
Antwoord 2
Bedreigingen of intimiderende uitingen aan het huisadres van huisartsen en medisch
specialisten zijn volstrekt onacceptabel.
Vraag 3
Is bij u bekend of er aangifte is gedaan tegen Viruswaarheid voor het bedreigen van
artsen? Zo ja, is reeds bekend of het OM over gaat tot vervolging? Zo nee, bent u
bereid om met werkgevers in de zorg in gesprek te gaan zodat zij te allen tijde aangiften
doen namens hun personeel wanneer deze bij de uitoefening van hun vitale beroep worden
bedreigd?
Antwoord 3
Het Openbaar Ministerie heeft mij geïnformeerd dat er vooralsnog geen aangifte bekend
is naar aanleiding van de ontvangen brief. In het aangehaalde bericht was volgens
de Landelijke Huisartsen Vereniging de beroepsgroep niet onder de indruk van de ontvangen
brief. Gelet op deze reactie zie ik nu geen noodzaak tot een nader gesprek met werkgevers
in de zorg. Wel doe ik de oproep aan personeel om te allen tijde aangifte te doen
wanneer zij worden bedreigd.
Vraag 4
Klopt het dat Viruswaarheid het adressenbestand via het Handelsregister van de Kamer
van Koophandel heeft gekocht? Zo nee, hoe hebben zij dit wel verkregen?
Antwoord 4
De Kamer van Koophandel (KvK) heeft mij geïnformeerd dat zij hierover geen uitspraak
kan doen aangezien bij hen niet bekend is welke personen betrokken zijn bij Viruswaarheid.
Het is mogelijk om vestigingsadressen op te vragen bij de KvK en er is wettelijk ook
geen ruimte om levering te weigeren. Deze gegevens zijn echter, al dan niet in eerste
aanleg afkomstig van de KvK, ook via andere bronnen verkrijgbaar.
Vraag 5, 6, 7
Hoe kijkt u, na deze gebeurtenis aan tegen de unaniem aangenomen motie van het lid
Yesilgöz-Zegerius c.s. waarin de regering wordt verzocht om openbare registers zo
af te schermen dat deze alleen door het bevoegd gezag kunnen worden ingezien?2
Bent u het ermee eens dat deze gebeurtenis eens te meer aantoont dat het niet primair
aan de arts, agent, journalist, artiest en de politicus is om hun privéadres op voorhand
af te schermen omdat bedreiging niet altijd voorzienbaar is, maar dat het privéadres
alleen door bevoegd gezag moet kunnen worden ingezien?
Hoe staat het met de uitvoering van deze motie? Wanneer zijn alle privéadressen, ook
die gekoppeld zijn aan het vestigingsadres, afgeschermd en welke concrete stappen
worden momenteel gezet, en op welke termijn, om dit te realiseren?
Antwoord 5, 6, 7
Onder verwijzing naar mijn brief van 17 december 20203 in reactie op de op dezelfde dag aangenomen motie4 benadruk ik dat de openbaarheid van vestigingsadressen in het Handelsregister een
belangrijke rol vervult in het zakelijk verkeer. Daarom is registratie en openbaarmaking
van het vestigingsadres een wettelijke verplichting, die overigens mede voortvloeit
uit EU-regelgeving. Dat neemt niet weg dat we continu oog moeten hebben voor de balans
tussen de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en openbaarheid van registers.
De afscherming van als zodanig geregistreerde woonadressen wordt geëffectueerd door
een wijziging in het Handelsregisterbesluit die op korte termijn voor advies wordt
voorgelegd aan de Autoriteit Persoonsgegevens en vervolgens aan de Raad van State.
Na ontvangst van beide adviezen kan het gewijzigde besluit op korte termijn in werking
treden. Uw Kamer zal hierover worden geïnformeerd. Het woonadres is vanaf dat moment
dan alleen nog door bestuursorganen, advocaten, deurwaarders, notarissen en andere
bevoegde autoriteiten in te zien. De keuze van een adequaat vestigingsadres is en
blijft voorlopig de verantwoordelijkheid van de ondernemer. Er zijn in dat kader goede
voorbeelden van beroepsorganisaties die hun thuiswerkende leden de mogelijkheid bieden
van een vestigingsadres ten kantore van de beroepsvereniging, om zodoende zowel privacy
als rechtszekerheid te bieden.
In het Handelsregister zijn dan namelijk nog zichtbaar de woonadressen die tevens
zijn gebruikt als vestigingsadres van een ingeschreven onderneming. Alleen overheden,
deurwaarders, advocaten en andere bevoegde organen inzage geven heeft evenwel belangrijke
implicaties omdat ondernemingen, bijvoorbeeld in geval van een betalingsconflict,
voor hun crediteuren niet meer vindbaar zijn zonder het inschakelen van een bevoegde
dienstverlener zoals een advocaat of een deurwaarder, met alle kosten van dien. De
regering zal uw Kamer voor het zomerreces schriftelijk op de hoogte stellen van eventuele
verdere mogelijkheden om recht te doen aan zowel de privacy van geregistreerde personen
als de wettelijke doelstellingen van het Handelsregister. Daarbij zal ook aandacht
worden besteed aan de Openbare Registers van het Kadaster.
Vraag 8
Kunt u deze vragen voor 10 februari 2021 beantwoorden?
Antwoord 8
Ja, dit is gelukt.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.