Lijst van vragen en antwoorden : Lijst van vragen en antwoorden over de vijfde Voortgangsrapportage Kinderopvangtoeslag
31 066 Belastingdienst
Nr. 795 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN
Vastgesteld 19 februari 2021
De vaste commissie voor Financiën heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Staatssecretaris
van Financiën over de brief van 1 februari 2021 inzake de vijfde Voortgangsrapportage
Kinderopvangtoeslag.
De Staatssecretaris heeft deze vragen beantwoord bij brief van 8 februari. Vragen
en antwoorden zijn hierna afgedrukt.
De voorzitter van de commissie, Tielen
De adjunct-griffier van de commissie, Freriks
1
Hoeveel mensuren, inclusief consultants, zijn besteed aan het maken van deze rapportage,
inclusief bijlagen?
Het is bij het Ministerie van Financiën niet gebruikelijk een urenregistratie bij
te houden bij het opstellen van een voortgangsrapportage. Indicatief zijn twee medewerkers
enkele weken het grootste deel van hun tijd kwijt aan de coördinatie en het schrijven,
en leveren tientallen medewerkers in verschillende rondes inhoud aan.
2
Welk deel van de herstelorganisatie bestaat uit consultants?
3
Waarop staat de teller voor uitgaven aan consultancy nu?
4
Wat verdienen de consultants aan deze hersteloperatie?
5
Welke consultants zijn betrokken en wat verdienen zij? Indien u niet gaat antwoorden:
waarom hebben bedrijven die alleen maar willen verdienen aan het leed van talloze
burgers zoveel meer rechten dan deze slachtoffers?
Om de gedupeerde ouders zo goed mogelijk te kunnen helpen, wordt in de herstelorganisatie
gezocht naar de juiste balans tussen snelheid, zorgvuldigheid en dienstverlening.
Daarvoor is het noodzakelijk dat er kennis en capaciteit van buiten Toeslagen wordt
ingezet. Zowel om in korte tijd voldoende capaciteit beschikbaar te kunnen hebben,
als om specialistische expertise te kunnen benutten die binnen de Belastingdienst
en Toeslagen – en breder de rijksoverheid – maar beperkt beschikbaar is. Hiervoor
worden verschillende consultants ingezet1.
Over 2020 is naar verwachting 15,5 miljoen uitgegeven aan externe inhuur. Deze kosten
zijn onder te verdelen in 3 categorieën:
• Inzet ten behoeve van het primaire proces en ondersteuning (structureel): inzet in
het primaire proces (de integrale beoordeling van de situatie en contact met ouders)
en ondersteunende processen waar structurele onderbezetting heerst. De kosten hiervan
in 2020 bedroegen € 7.953.317.
• Inzet ten behoeve van het opzetten en inrichten van organisatie (incidenteel): ondersteuning
bij het opbouwen en inrichten van de herstelorganisatie, ontwikkelen van methodes
voor de herbeoordeling en het inrichten van de vereiste werkprocessen die nodig zijn
deze organisatie werkend te krijgen. De kosten hiervan in 2020 bedroegen € 2.987.803
• Adviesopdrachten: externe onderzoeken, gerelateerd aan de herstelorganisatie. De kosten
hiervan in 2020 bedroegen € 4.553.387.
6
Kunt u de Kamer de in het plenaire debat van 19 januari 2021 beloofde lijst over wetten
die zijn overtreden, verstrekken?
Tijdens het debat over de POK op 19 januari (Handelingen II 2020/21, nr. 45, Debat
over verklaring van de Minister-President en over het verslag van de ondervragingscommissie
kinderopvangtoeslag) heb ik het lid Omtzigt toegezegd om binnen 2 weken op zijn vragen
rondom het onrechtmatig handelen van de overheid terug te komen. Ik heb in de vijfde
VGR aangegeven, dat dit helaas niet is gelukt vanwege de tijd en aandacht die nodig
is voor de uitwerking van de herstelregelingen die momenteel plaatsvindt. Dit geldt
eveneens voor een aantal andere toezeggingen, waarvan u het overzicht in de 5e VGR
aantreft. Tijdens het notaoverleg van 1 februari jl. (Kamerstuk 31 066, nr. 784) heeft de heer Omtzigt een motie (Kamerstuk 31 066, nr. 780) ingediend met een breder bereik, te weten een overzicht van welke wetten zijn overtreden.
Ik zal beide verzoeken gezamenlijk oppakken en u hierover informeren in de volgende
VGR.
7
Heeft u kennisgenomen van de aangifte tegen premier Rutte vanwege ambtsmisdrijven?
Kunt u reageren op die aangifte?
Ja, daar heb ik kennis van genomen. Het is aan het Openbaar Ministerie om hier op
te reageren.
8
Kunt u aangeven hoeveel persoonlijk zaakbehandelaars op dit moment bij de Uitvoeringsorganisatie
Herstel Toeslagen (UHT) werken?
9
Kunt u aangeven hoeveel persoonlijk zaakbehandelaars vertrokken zijn bij UHT in de
afgelopen vier maanden?
Op dit moment werken er 204 persoonlijk zaakbehandelaars bij UHT. In de maanden oktober
tot en met januari zijn in totaal 18 persoonlijk zaakbehandelaars vertrokken naar
een rol buiten UHT. In dezelfde periode zijn 22 nieuwe persoonlijk zaakbehandelaars
gestart. De komende drie maanden worden extra medewerkers geworven, onder meer voor
de uitvoering van de Catshuisregeling.
10
Met welke private schuldeisers is er overeenstemming over overname van de schulden?
11
Wanneer denkt u alle private schulden opgekocht te hebben?
Ik ben momenteel in gesprek met (de koepels van) meerdere grote schuldeisers – onder
andere de zorgverzekeraars, energieleveranciers, woningbouwcoöperaties, en verzekeraars.
Dit zijn constructieve gesprekken en ik heb er alle vertrouwen in dat we samen een
goede oplossing vinden, maar hier is nog geen definitieve overeenkomst over. Ik wil
dit proces wel zorgvuldig doorlopen, en zal uw Kamer informeren zodra hier een uitkomst
van is.
12
Klopt het dat iemand die € 100 moest terugbetalen ook een forfaitair bedrag van € 30.000
krijgt? Vindt u dat een verstandige manier van geld uitgeven?
Een gedupeerde ouder, die in het kader van een vooringenomen behandeling wordt gecompenseerd,
krijgt bij een terugvordering van € 100 inderdaad een aanvulling tot het forfaitaire
bedrag van € 30.000. Gezien de systematiek van de kinderopvangtoeslag is dit geen
veel voorkomende situatie. Het gemiddelde bedrag aan compensatie dat ouders tot nu
toe hebben gekregen op basis van een integrale beoordeling bedraagt circa € 30.000.
Een gedupeerde ouders met een dergelijke lage terugvordering zou daarnaast alleen
in aanmerking komen het forfaitaire bedrag van € 30.000 wanneer sprake is geweest
van institutionele vooringenomenheid. Indien sprake is van een terugvordering in het
kader van «hardheid van het stelsel» moet deze minimaal € 1.500 per jaar bedragen
alvorens de gedupeerde ouder in aanmerking komt voor het forfaitaire bedrag van € 30.000.
De € 1.500 drempel geldt ten aanzien van de toekenning van € 30.000, ook voor gedupeerde
ouders met een O/GS-predicaat. Het feit dat een gedupeerde ouder met de forfaitaire
vergoeding van € 30.000 méér kan ontvangen dan de werkelijke geleden schade, is inherent
aan de methodiek van de «Catshuisregeling» en berust op een bewuste keuze voor versnelling
en verruiming van de compensatieregeling.
13
Kunt u de memo's met de opties die de regering had om tot een forfaitaire uitkering
te komen of andere opties die op tafel lagen, aan de Kamer doen toekomen?
In de bijlage treft u vier memo’s met opties die tussen 18 december en 22 december
2020 naar de Minister en de Staatssecretaris Toeslagen & Douane gestuurd zijn. Hierbij
is per memo aangegeven hoe, wanneer en aan wie ze precies gestuurd zijn. Deze memo’s
zijn onder hoge tijdsdruk voorbereid en schetsen een aantal opties om tegemoet te
komen aan de wens van versnelling en verruiming en zijn opgesteld naar aanleiding
van de voorbereiding op de Catshuisbijeenkomst van 22 december2.
14
Kunt u limitatief en compleet opsommen aan welke organisaties binnen en buiten de
rijksoverheid gegevens zijn verstrekt uit Fraude Signalering Voorziening (FSV) in
de afgelopen vijf jaar?
15
Indien een ouder het stempel Opzet/Grove Schuld (O/GS) gekregen heeft en dat in FSV
is genoteerd, welke organisaties hebben dan potentieel dat gegeven ontvangen uit FSV
of op een andere manier van de Belastingdienst?
In de brief van 5 februari jl. ben ik samen met mijn collega Staatssecretaris van
Financiën ingegaan op het mogelijk delen van gegevens uit FSV aan samenwerkingspartners
van de Belastingdienst. Het is voor de Belastingdienst helaas niet herleidbaar of
en zo ja welke informatie uit FSV is betrokken in de informatieverstrekking. Daarom
heeft de Belastingdienst contact opgenomen met de samenwerkingsverbanden om hen te
informeren over het mogelijk gebruik van informatie uit FSV. De samenwerkingsverbanden
wordt per brief gevraagd om na te gaan of er nog herleidbare informatie te vinden
is, of zij de desbetreffende mensen kunnen informeren en de data wissen. Wij informeren
uw Kamer over een maand over de stand van zaken in dit proces.
16
Kunt u aangeven hoe de voortgang is van de uitvoering van de motie-Omtzigt c.s. over
een voorstel voor doorlichting van wetten en regelingen door een externe partij (Kamerstuk
35 510, nr. 13)?
De Minister van SZW informeert de Tweede Kamer binnen 1 à 2 weken over de uitvoering
van de motie3 van het lid Omtzigt c.s.
17
Kunt u aangeven op welke wijze een staatscommissie naar de rechtsstaat zal worden
ingesteld?
In nauw overleg met de Minister van BZK zal de Minister voor Rechtsbescherming uw
Kamer zo snel mogelijk over de voortgang van de voorbereidingen voor het instellen
van de Staatscommissie berichten.
18
Hoeveel mensen zijn gedetacheerd bij de UHT?
Bij UHT zijn 293 personen gedetacheerd, 284 vanuit de Belastingdienst en negen vanuit
andere ministeries.
19
Op welke wijze kan een ouder aan wie verteld is dat hij onterecht het stempel O/GS
gehad heeft, ervoor zorgen dat dat stempel O/GS uit alle overheidssystemen en alle
particuliere systemen verwijderd wordt?
De Belastingdienst gaat (overheids-)instanties vragen om eventuele aantekeningen in
hun systemen met betrekking tot een O/GS kwalificatie vanuit de Belastingdienst te
verwijderen. Ook ga ik proactief in gesprek met grote partijen zoals BKR en werk ik
aan een «getuigschrift» waarmee ouders kunnen laten zien dat zij eerder onterecht
als fraudeur zijn aangemerkt. De persoonlijk zaakbehandelaar bekijkt samen de ouder
welk maatwerk daarnaast nog op individueel niveau nodig is om een ouder te helpen
om registraties te laten verwijderen.
20
Waarom krijgen gedupeerde ouders codes in hun dossier? Bent u zich bewust van het
feit dat geheime codetaal bij gedupeerden enorme stress oplevert, daar in alle jaren
dat de Belastingdienst hen geen enkele openheid van zaken gaf altijd met dit soort
geheime codes werkte?
De Belastingdienst maakt gebruik van afkortingen en aanduidingen om onderscheid te
kunnen maken tussen verschillende groepen ouders, om hen zo goed mogelijk te kunnen
helpen. Ik betreur het dat er ouders zijn die bij deze aanduidingen een ongemakkelijk
gevoel krijgen. De ouder kan met vragen over bepaalde aanduidingen altijd in gesprek
met zijn of haar persoonlijk zaakbehandelaar. De persoonlijk zaakbehandelaar kan de
ouder vertellen waar de afkorting voor staat en kan uitleggen waar de aanduiding voor
dient. Ouders die nog geen persoonlijk zaakbehandelaar toegewezen hebben gekregen,
kunnen met hun vragen terecht bij het Serviceteam. Ik zal ook zorgen dat informatie
over deze afkortingen duidelijk op de website van de herstelorganisatie beschikbaar
komt.
21
Hoeveel ouders wachten al meer dan zes maanden op een zaakbehandelaar?
Zoals vermeld in de 5e VGR KOT hebben nu 2.588 ouders een persoonlijk zaakbehandelaar. Momenteel wachten
nog bijna 6.000 ouders al meer dan 6 maanden op een zaakbehandelaar. Over de planning,
ook ten aanzien van aantallen persoonlijk zaakbehandelaars, heb ik uw Kamer geïnformeerd
in de 5e VGR KOT.
22
Heeft u ook berichten ontvangen dat er mensen zijn die € 750 tegemoetkoming ontvangen
hebben maar nooit kinderopvangtoeslag hebben aangevraagd?
Ja, die berichten heb ik gehad. Om te garanderen dat zo veel mogelijk gedupeerden
nog vóór de Kerst de € 750 zouden ontvangen, hebben we vooraf een beperkt aantal controles
uitgevoerd. Dit heeft geleid tot enkele onterechte uitbetalingen. Zoals ook eerder
met uw Kamer gedeeld was dit helaas onvermijdelijk om de gewenste snelheid te kunnen
maken. Ik kies ervoor om dit bedrag niet terug te vragen.
23
Kunt u een overzicht geven van de codes die ouders achter hun naam krijgen en wat
ze betekenen?
Om verschillende groepen ouders te kunnen onderscheiden worden in de invorderingssystemen
verschillende aanduidingen gehanteerd. Specifiek voor de hersteloperatie zijn dit:
1S1: CAF 11, 1S2: Overige CAF-zaken, 1S3: OGS, 1S4: Zelfmelders. Naast deze aanduidingen bestaat ook de aanduiding 1S5,
die wordt gebruikt voor de ouders die betrokken waren bij kinderopvangorganisatie
Bebegim. Het apart benoemen van deze groep is enkel administratief en heeft geen implicaties
voor hun beoordeling. Deze aanduidingen zorgen ervoor dat de ouders niet te maken
krijgen met verrekeningen en er geen invorderingsrente in rekening wordt gebracht.
Ik zal deze lijst met codes ook publiceren op de website van de herstelorganisatie.
24
Op basis van welke informatie hebt u besloten om € 30.000 aan elke ouder over te maken?
Zie voor de totstandkoming van het besluit het antwoord op vraag 13. Dit besluit is
genomen vanuit de wens van het kabinet om gedupeerde ouders sneller en ruimer te helpen,
mede in het licht van de bevindingen van de POK en de ervaringen van UHT met het helpen
van ouders in november en december 2020. Om die reden keert het kabinet aan elke gedupeerde
ouder forfaitair het bedrag van € 30.000 uit. Ouders die behoefte hebben aan integrale
beoordeling, worden daarna altijd alsnog integraal beoordeeld. De bestaande compensatieregeling
blijft dus van kracht, met dien verstande dat het compensatiebedrag altijd tenminste
€ 30.000
bedraagt.
25
Kunt u dit hele codestelsel vervangen door begrijpelijke taal voor deze gedupeerden
die voor het leven zijn getekend door schimmig bureaucratisch gedoe van de Belastingdienst?
Zoals ik bij het antwoord op de vragen 23, 36 en 37 heb aangegeven, is het gebruik
van een bepaalde codering noodzakelijk om te zorgen dat gedupeerden ook in de systemen
van de Belastingdienst op de juiste manier geregistreerd worden. Door het gebruik
van codes kan bijvoorbeeld verrekening bij gedupeerde ouders in herstel voorkomen.
26
Bent u nog steeds van mening dat de overheid niet onrechtmatig gehandeld heeft?
27
Op welke punten heeft de overheid onrechtmatig gehandeld richting de ouders?
Zoals ook aangegeven in de kabinetsreactie op het rapport van de POK en in het debat
daarover is het helder dat de rechtstaat is geschonden en dat op meerdere fronten
onrechtmatig is gehandeld. Zie voor het onderzoek hiernaar het antwoord op vraag 6.
28
Waarom kreeg de Adviescommissie uitvoering toeslagen het memo-Palmen niet?
Zoals ook op 20 oktober 2020 aangegeven is het memo Palmen niet aangeboden aan de
AUT.4 De reden is dat de ambtelijke contactpersoon pas op 9 maart 2020 op de hoogte was
van het memo. Het is toen niet meer naar de AUT gestuurd voordat deze haar advies
op 12 maart 2020 aanbood (Kamerstuk 31 066, nr. 608). Achteraf bezien had dit memo – naast aan de ADR ten behoeve voor hun onderzoek –
ook aan de AUT beschikbaar moeten worden gesteld en idealiter reeds in 2019 toen zij
specifiek naar CAF-11 onderzoek deden. Echter, de AUT heeft ten behoeve van hun rapport
over CAF-11 ook zonder dit memo inzichtelijk gekregen wat er fout is gegaan onder
meer door het rapport van de NO en hun eigen werkzaamheden.
29
Hoe groot is het personeelsverloop bij de UHT?
Het personeelsverloop bij UHT is tussen de 1 en 5% per maand.
30
Hoeveel mensen werken bij de UHT?
31
Hoeveel uitzendkrachten werken bij de UHT?
32
Hoeveel mensen zijn er vanuit de Belastingdienst gedetacheerd bij de UHT? Hoeveel
gedetacheerde mensen hebben hun contract niet verlengd?
Op 1 februari 2021 werken 461 mensen bij UHT. Hiervan zijn 293 medewerkers gedetacheerd,
het merendeel daarvan is afkomstig van andere onderdelen binnen de Belastingdienst.
In de afgelopen 4 maanden tot 1 februari hebben 18 van hen hun contract niet verlengd.
Daarnaast werken er 168 uitzendkrachten bij UHT.
33
Kunt u aangeven welk kader de commissie werkelijke schade gaat gebruiken? Ofwel wilt
u met de Kamer delen hoe de werkelijke schade vastgesteld gaat worden?
De Commissie Werkelijke Schade (CWS) bepaalt haar eigen werkwijze. De uitgangspunten
daarvoor zijn gebaseerd op de herstelregelingen en het instellingsbesluit van de CWS,
dat inmiddels is omgezet naar een instellingsregeling die op korte termijn wordt gepubliceerd.
De CWS heeft op de website van Toeslagen aangegeven hoe de ouder de werkelijke schade
kan onderbouwen en aan welke schadeposten kan worden gedacht. Voor de uitbetaling
ervan geldt dat de ouder aannemelijk moet maken dat hij méér schade heeft geleden
dan op basis van de forfaitaire bedragen al is uitbetaald en dat deze schade verband
houdt met het vooringenomen handelen van Toeslagen, de hardheid van het stelsel en/of
een onterechte O/GS-kwalificatie. De CWS neemt het civielrechtelijke schadevergoedingsrecht
als leidraad. Zij betracht daarin een ruimhartige benadering. Zij raadpleegt incidenteel
externe deskundigen voor organisatorische en theoretische kwesties. De CWS schakelt
externe deskundigen in bij lastige schadebegrotingen. Om het proces voor beoordeling
van de schade te stroomlijnen heeft de CWS onder meer een Extern Reglement opgesteld.
Dit Reglement zal binnenkort op de website van de CWS (vindbaar op de website van
Toeslagen) worden geplaatst. De CWS heeft casussen bestudeerd, waaruit vaak blijkt
dat ouders het lastig vinden om hun (materiële en immateriële) schadeposten te formuleren
en te begroten en/of aannemelijk te maken. Dit maakt dat de CWS regelmatig aanvullende
vragen moet stellen aan de ouder of de persoonlijk zaakbehandelaar. De CWS roept ouders
op om gebruik te maken van juridische bijstand. Met de inwerkingtreding van de subsidieregeling
hiervoor wordt dit voor ouders eenvoudiger en kosteloos gemaakt.
Tot slot merk ik op dat de adviezen van de CWS over de werkelijke schade van ouders
leidend is voor UHT en in beginsel dan ook door UHT wordt opgevolgd. Mochten ouders
het hier niet mee eens zijn, dan staat bezwaar en beroep open tegen de beslissing
van UHT.
34
Waarom zijn de apparaatskosten verdubbeld, terwijl de regeling vereenvoudigd is?
De apparaatskosten voor 2021 en 2022 zijn geraamd op basis van de ervaringen tot nu
toe en met de aanname dat het merendeel van de gedupeerden alsnog gebruik wil maken
van de mogelijkheid om hun situatie integraal te laten beoordelen. De € 30.000 is
namelijk een toevoeging aan de compensatieregeling, maar niet het einde van het proces
omdat ouders nog altijd recht hebben op een integrale beoordeling van hun situatie
en wij ervan uitgaan dat het merendeel dit ook nog steeds zal willen. Daarom is de
capaciteit voor integrale beoordelingen alsnog nodig.
35
Tot 28 januari zijn 883 gedupeerde ouders uitbetaald; zijn alle 470 ouders die de
verhoging naar 30.000 euro hebben ontvangen onderdeel van de groep van 883 gedupeerde
ouders? Waarom zorgt de UHT er niet direct voor dat ook de andere gedupeerde ouders
van de groep van 883 ouders een aanvullende uitbetaling tot 30.000 euro hebben ontvangen?
De 470 uitbetaalde ouders zijn inderdaad onderdeel van de groep van 883 gedupeerde
ouders. De groep van 470 ouders was in 2020 al uitbetaald, en daarom kon in januari
2021 de aanvulling tot € 30.000 aan deze groep worden uitbetaald. 362 ouders hebben
geen nabetaling nodig omdat zij reeds meer dan € 30.000 hebben ontvangen. Aan 51 extra
ouders wordt nog nabetaling gedaan.
36
Wat betekenen de codes 1S1, 1S2, 1S3, 1S4?
37
Zijn er nog meer codes die ouders terugvinden door behandeling van de UHT?
Om verschillende groepen ouders te kunnen onderscheiden worden in de invorderingssystemen
verschillende aanduidingen gehanteerd. Specifiek voor de hersteloperatie zijn dit:
1S1: CAF 11, 1S2: Overige CAF-zaken, 1S3: OGS, 1S4: Zelfmelders. Naast deze aanduidingen bestaat ook de aanduiding 1S5,
die wordt gebruikt voor de ouders die betrokken waren bij kinderopvangorganisatie
Bebegim. Het apart benoemen van deze groep is enkel administratief en heeft geen implicaties
voor hun beoordeling. Deze aanduidingen zorgen ervoor dat de ouders niet te maken
krijgen met verrekeningen en er geen invorderingsrente in rekening wordt gebracht.
Zie ook de antwoorden op vraag 20, 23 en 25 hierboven.
38
Klopt het dat het aantal aangemelde gedupeerden en het aantal afgehandelde gevallen
beiden zijn verdubbeld in het afgelopen kwartaal? Klopt het dat het desondanks met
deze aantallen (18.000 en 900) nog knap lastig wordt om in 2022 iedere ouder behandeld
te hebben?
Het klopt dat het aantal aangemelde gedupeerden en het aantal afgehandelde gevallen
beiden zijn verdubbeld in het afgelopen kwartaal. De precieze aantallen staan in de
VGR. Zodra in februari en maart grote groepen ouders zijn uitbetaald kan ik meer inzicht
geven ten aanzien van de verdere planning in 2021. Over een eventuele doorloop in
2022 kan ik momenteel nog geen duidelijkheid geven. Dit zal ervan af hangen hoeveel
ouders na betaling van € 30.000 nog in aanmerking willen komen voor een integrale
beoordeling en of zich nog meer ouders zullen melden. Dit kan nog tot en met 2023.
39
Om wat voor redenen is besloten 162 ouders af te wijzen voor versnelde hulp? Waarom
zijn ook deze ouders niet meegenomen in de behandeling van de hulpverzoeken?
De reden van afwijzing varieert. Er zijn bijvoorbeeld mensen waarbij een verzoek op
de noodvoorziening wordt afgewezen omdat zij nooit een kinderopvangtoeslag of een
andere toeslag hebben aangevraagd. Daarnaast zijn er ouders die wel kinderopvangtoeslag
hebben aangevraagd, maar nooit te maken hebben gehad met terugvorderingen. Ook zijn
er ouders die een beroep doen op noodhulp, terwijl uit het persoonlijke contact blijkt
dat er geen sprake is van een acute situatie. Waar een betaling via de noodvoorziening
niet mogelijk is maar ouders wel hulp nodig hebben wordt in overleg met de ouders
en andere betrokken instanties gekeken wie hierbij zou kunnen helpen.
40
Waarom is de Belastingdienst niet op de hoogte van andere schulden? Is er buiten de
schuldenaar een organisatie die wel een volledig beeld heeft van de schuldenpost?
De Belastingdienst heeft geen wettelijke grondslag om de schuldenpositie van een burger
uit te vragen. De gemeente heeft dat wel vanuit de Wet Gemeentelijke Schuldhulpverlening
(WGS). Zodra een burger zich bij de gemeente meldt kan de gemeente met de ouder in
kaart brengen waar deze schulden heeft en hoe hoog deze bedragen zijn.
41
Op welke manier houdt u er rekening mee dat de integrale beoordeling doorloopt, terwijl
ongetwijfeld een deel van deze groep na ontvangst van de € 30.000 geen noodzaak meer
ziet in de integrale beoordeling?
De ouders die zich hebben gemeld voor een integrale beoordeling worden gekoppeld aan
een persoonlijk zaakbehandelaar. Deze vraagt de ouder of deze na ontvangst van de
€ 30.000 nog in aanmerking wil komen voor verdere beoordeling. De ouder heeft tot
1 januari 2024 de gelegenheid daarop terug te komen.
42
Hoe wordt de capaciteit van de UHT de komende weken (tot 1 mei 2021) ingezet? Hoeveel
uren worden er besteed aan de hersteloperatie en hoeveel uren worden er besteed aan
de verwerking van de toezegging van het kabinet om alle gedupeerde ouders voor 1 mei
een bedrag van 30.000 euro uit te keren?
Over de urenverdeling tussen het starten en uitvoeren van de uitbetaling van € 30.000
en de voort-zetting van de integrale beoordeling kan ik geen exact antwoord geven.
Over het algemeen geldt dat in januari veel capaciteit nodig was om nieuwe aanmeldingen
te verwerken en de aangepaste regelingen uit te werken, maar dat vanaf nu de integrale
beoordelingen conform de eerder afgegeven planning zullen doorlopen. Voor de uitvoering
van de lichte toets in het kader van de € 30.000 regeling worden 80 nieuwe medewerkers
geworven die de komende weken worden opgeleid. 65 hiervan zijn inmiddels geworven.
Naast deze medewerkers is binnen UHT een projectorganisatie met data-analisten, procesexperts
en inhoudelijk deskundigen ingericht om de uitbetaling mogelijk te maken.
43
Hoe zit de lichte toets er uit? Kunt u dit aan de hand van een twee- of drietal casussen
inzichtelijk maken?
De lichte toets bestaat uit een combinatie van data-analyse en handmatige checks.
Voor een uitgebreide toelichting hierop verwijs ik u naar de bijgaande kamerbrief
(Kamerstuk 31 066, nr. 796).
44
Waarom is niet voorzien dat meer ouders zich zouden aanmelden aangezien het aantal
mogelijke gedupeerden bekend is?
De verwachting was gerechtvaardigd dat de aankondiging van de € 30.000 regeling tot
een toename van het aantal ouders zou leiden. Ik ben daar blij mee, want mijn verwachting
is altijd geweest dat er méér gedupeerde ouders zijn dan de circa 9.000 die zich tot
december 2020 bij UHT hadden gemeld. Na de aankondiging van de € 30.000 regeling,
vlak na het uitkomen van het rapport «Ongekend onrecht», is op meerdere fronten extra
inzet gepleegd om de grotere toeloop aan meldingen op te vangen.
45
Welke garantie gaat worden afgegeven over dat eind maart 1.500 ouders «integraal»
zijn beoordeeld?
De toezegging is gedaan dat in het vierde kwartaal van 2020 de dossiers van de eerste
groep van 430 ouders in behandeling zouden worden genomen om integraal te worden beoordeeld.
Ik verwacht dat einde eerste kwartaal het totaal aantal afgehandelde beoordelingen
minimaal op 1.500 zal uitkomen, conform de eerder opgestelde planning. Om dit te realiseren
wordt voor de uitbetaling van € 30.000 grotendeels gedaan door nieuwe medewerkers
zodat de ingewerkte zaakbehandelaars en beoordelaars zich kunnen blijven richting
op de integrale hulp aan ouders.
46
Wat is «integrale» beoordeling en waarin verschilt dat van een normale beoordeling?
Onder integrale beoordeling verstaan we de persoonlijke benadering van de ouder, waarbij
aan de hand van het verhaal van de ouder en intensief persoonlijk contact een volledige
beoordeling van het hersteldossier plaatsvindt. In de integrale beoordeling zit de
herbeoordeling van alle toeslagjaren waarover de ouder herbeoordeling wil en de beoordeling
of er sprake is geweest van onterechte O/GS over één of meerdere ontstane vorderingen.
Resultaat van de integrale beoordeling is een herbeoordeling van de toeslagjaren,
berekening en uitbetaling van de compensatie en informeren van de ouder over de uitkomsten.
Daarnaast kijken we bij integrale beoordelingen ook nog of er andere zaken spelen
waarbij een ouder hulp nodig heeft, en wie deze hulp kan bieden.
47
Hoeveel uren worden besteed aan die lichte toets? Kan dan nog wel van licht worden
gesproken?
48
Waarom duurt het een half jaar om een lichte toets uit te voeren?
Voor de antwoorden op deze vragen over de lichte toets verwijs ik uw Kamer naar de
oplegbrief bij deze antwoordenset. Daarin ga ik uitgebreid in op de uitwerking van
de regeling met betrekking tot de uitbetaling van € 30.000 aan gedupeerde ouders.
49
Was voorzien dat de aankondiging dat bij iedereen die zich meldde voor € 30.000 gecontroleerd
moesten worden? Zo nee, waarom lukt het toch elke keer niet om fatsoenlijke voorspellingen
af te geven?
Zie het antwoord op vraag 44. Het is altijd zo geweest dat voor betaling van compensatie
altijd een vorm van toetsing plaats moet vinden. Er zit een spanningsveld tussen snelheid
en zorgvuldigheid. Met de keuze voor de Catshuisegeling is er bewust voor gekozen
snelheid te laten prevaleren. Zoals in de oplegbrief uiteengezet, is gekozen voor
een zo licht mogelijke toets, niet in de laatste plaats om ouders niet onnodig te
belasten.
50
Wat is de werkwijze bij het vaststellen of iemand recht heeft op € 30.000 en de uitbetaling
daarvan?
51
Welke elementen worden betrokken bij het vaststellen of iemand gedupeerd is en recht
heeft op € 30.000?
Voor de aanpak om vast te stellen of iemand gedupeerd is en recht heeft op € 30.000,
verwijs ik uw Kamer naar de oplegbrief. Daar zet ik uitgebreid de werkwijze uiteen
die UHT gaat hanteren.
52
Klopt het dat er nu al sowieso 80 gedupeerde ouders niet voor het vierde kwartaal
2021 hun dossier ontvangen buiten de groep ouders die op een later moment besluiten
ook het gehele dossier te willen ontvangen aangezien er 393 ouders zijn die hun volledige
dossier willen ontvangen, waarvan er op dit moment 59 zijn verstrekt en de verwachting
is dat er in het eerste kwartaal 115 worden afgerond aflopend naar 56 en 83 in kwartalen
2 en 3?
Met onze huidige bezetting en planning kunnen we dit jaar tussen de 283 en 364 volledige
dossiers maken. In 2020 zijn er 47 volledige dossiers afgerond. In totaal zullen er
met de huidige bezetting en planning tussen de 330 en 411 kunnen worden afgerond in
2021. Het klopt dat dus dat een aantal ouders pas in het vierde kwartaal een integraal
dossier kan ontvangen. Dit volledige dossier is echter uitgebreider dan de informatie
die nodig is om te beoordelen of een ouder in aanmerking komt voor compensatie. Voor
het vaststellen van het aan de ouder te betalen bedrag vormt dit dan ook geen belemmering.
53
Welke informatiebehoefte hebben de gedupeerde ouders die niet onder de groep ouders
vallen die het hele dossier of een samenvatting willen ontvangen? Hoe wordt aan de
informatiebehoefte van deze ouders tegemoet gekomen?
De informatiebehoefte van gedupeerde ouders die niet een heel dossier of samenvatting
willen ontvangen loopt erg uiteen. Vaak hebben ouders een vraag over een specifiek
deel van hun persoonlijk dossier. In het contact met de persoonlijk zaakbehandelaar
wordt met de ouder de precieze informatiebehoefte vastgesteld. De persoonlijk zaakbehandelaar
voorziet de ouder van de gewenste informatie en verstrekt het betreffende deel van
het persoonlijk dossier, als de ouder daar behoefte aan heeft.
54
Waarom zijn in 2020 geen dossiers aan ouders verstrekt?
In 2020 zijn 47 volledige dossiers aan ouders verstrekt. Verder heeft het team hard
gewerkt om te kunnen starten met de nieuwe (snellere) werkwijze van het samenstellen
van dossiers. r is in de laatste maanden van 2020 gewerkt aan het samenstellen van
dossiers, waarvan er 115 in het eerste kwartaal worden afgerond.
55
Welke mitigerende maatregelen worden getroffen om het aantal gevallen die geen recht
hebben op de € 30.000 zo klein mogelijk te houden?
Dit bestaat uit een combinatie van data-analyse en handmatige checks. Tevens worden
ouders voorafgaand aan de uitbetaling gebeld. Voor een uitgebreide toelichting hierop
verwijs ik u naar de bijgaande Kamerbrief.
56
In de Incidentele Suppletoire begroting (Kamerstuk 35 704) Herstel toeslagen is 250 miljoen euro apart gezet voor de uitvoering van onder meer
de kindregeling, terwijl er effectief 200 miljoen euro voor de kindregeling wordt
gereserveerd; op welke manier wordt de overige 50 miljoen euro besteed en wanneer
verwacht u meer duidelijkheid te kunnen geven over de uitvoering van de kindregeling?
De overige € 50 miljoen betreft niet-geoormerkte programmamiddelen om onvoorziene
programma-uitgaven en andere budgettaire effecten te dekken. Een mogelijke invulling
van deze post zijn de kosten die gemaakt worden voor hulp aan gedupeerden die niet
direct tot uiting komen in compensatiebetalingen, zoals de eerder aangekondigde subsidieregeling
voor sociale rechtsbijstand. Omdat dergelijke programmaonderdelen een belangrijke
pijler vormen in het herstel en de bredere hulp voor gedupeerden, houdt het kabinet
rekening met de mogelijkheid van dergelijke uitgaven in de toekomst.
Op dit moment is niet te zeggen wanneer we meer duidelijkheid kunnen bieden over de
kindregeling. De uitwerking van deze regeling wordt in nauwe samenwerking met de voorzitter
van het Kindpanel en het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid opgepakt.
Hierbij moet onder andere gekeken worden welke partij dit zal kunnen uitvoeren. Zodra
meer bekend is over deze regeling (en de budgettaire gevolgen daarvan) zal ik uw Kamer
daarover informeren. De volledige budgettaire verwerking van de uiteindelijke regeling
volgt als onderdeel van de reguliere budgettaire besluitvormingscyclus.
57
Wat verdient de voorzitter van het Kindpanel?
De voorzitter van het Kindpanel, ontvangt naast een reiskostenvergoeding een uurvergoeding
van € 60,00 en een vaste vergoeding per bijeenkomst van € 388,16.
58
Wanneer gaat er meer bekend worden over de kindregeling?
De kindregeling wordt op dit moment uitgewerkt in nauwe samenwerking met de voorzitter
van het Kindpanel en SZW willen. Zodra wij hier meer zicht op hebben zullen wij uw
Kamer hierover informeren. Zie ook het antwoord op vraag 56 en de 5e VGR KOT paragraaf 2.1.
59
Heeft u reeds meer inzicht in het aantal getroffen personen bij andere toeslagen?
Vanwege het recente kabinetsbesluit om gedupeerden van de kinderopvangtoeslag een
forfaitaire compensatie toe te kennen, zal de herstelorganisatie de uitwerking en
uitvoering van dit kabinetsbesluit de komende maanden met prioriteit oppakken. Het
is hierbij van belang dat de herstelorganisatie de ruimte heeft om voortvarend het
kabinetsbesluit uit te voeren. Hierdoor heeft het bepalen van de omvang van de groep
gedupeerden van andere toeslagen helaas vertraging opgelopen waardoor ik uw Kamer
nog niet bij deze VGR van gegevens kan voorzien. Inmiddels is een werkgroep gestart
met alle beleidsverantwoordelijke ministeries om meer inzicht te krijgen in de groep
en de regeling uit te werken. In de volgende voortgangsrapportages zal ik u blijven
informeren over de ontwikkelingen en voortgang op de verbreding naar andere toeslagen.
60
Hoeveel mensen hebben buiten toeslagen O/GS opgelegd gekregen?
Hier kan ik geen exacte inschatting van geven. Vooralsnog lijkt het dat het O/GS-label
niet buiten Toeslagen is gebruikt. Mogelijk is er wel een ander label of een andere
duiding gebruikt. Hier wordt onderzoek naar gedaan, nadere informatie hierover vindt
u in de brief die collega Vijlbrief en ik vrijdag 5 februari jl. aan uw Kamer hebben
gestuurd naar aanleiding van het overleg over FSV.
61
Op welke gronden zijn mensen gediscrimineerd, naast nationaliteit?
De AP heeft in zijn onderzoeksrapport geconcludeerd dat Belastingdienst/Toeslagen
twee verwerkingen uitvoerde, die discriminerend waren. De eerste discriminerende verwerking
betrof het gebruik van de indicator «Nederlander/niet-Nederlander» in het risico-classificatiemodel.
De tweede discriminerende verwerking betrof het gebruik van nationaliteit om georganiseerde
fraude aan te pakken.5 Deze verwerkingen vinden niet meer plaats.
Uiteraard zullen signalen van mogelijke discriminatie worden onderzocht en passend
worden opgevolgd. Daarnaast nemen wij als Belastingdienst en Toeslagen maatregelen
om discriminatie te voorkomen (zie Kamerbrief «Stand van zaken HVB» van 27 januari
jl.).
62
Kunnen mensen die zich gediscrimineerd voelen op basis van de risicoselectie HOTHOR
zich ook melden bij het College voor de Rechten van de Mens?
Iedereen die meent gediscrimineerd te zijn, kan zich melden bij het College.
Ik wil wel benadrukken dat in het HOTHOR-proces nationaliteit geen onderdeel is geweest
van de selectie. HOTHOR (hoge toekenning, hoog risico) ziet op het maandelijks controleren
van aanvragen of wijzigingen van kinderopvangtoeslag die tot een toekenning van meer
dan € 20.000 KOT per jaar leiden. De selectie is dus enkel getalsmatig. De reden is
dat een onbewuste of bewuste fout in deze aanvragen direct kan leiden tot hoge terugvorderingen
die Belastingdienst/Toeslagen wil voorkomen.
63
Welke verbeteringen worden er Belastingdienstbreed genomen om het aantal zoekgeraakte
poststukken zoveel mogelijk te beperken? Welke toegevoegde waarde ziet u daarbij voor
een «track-en-trace» conform de schriftelijke vragen van het lid Lodders van 11 januari
2021 over het bericht: Voorstel «Track & Trace» voor de Belastingdienst (Aanhangsel
Handelingen II 2020/21, nr. 1616)?
In een aanbiedingsbrief van onder meer het rapport «Onderzoek verloren fysieke stukken»
die ik samen met de beantwoording van deze vragen over de vijfde voortgangsrapportage
naar de Tweede Kamer stuur geef ik een opsomming van de verbeteringen die op het domein
van toeslagen worden geïmplementeerd. In het rapport wordt eveneens de wenselijkheid
van een Track & Trace voorziening bepleit.
Uit een eerste analyse blijkt dat het realiseren van een dergelijke voorziening op
het domein van Toeslagen een grote aanpassing van het primaire Toeslagen systeem (TVS)
vergt en derhalve niet snel mogelijk is. Wel kunnen er op korte termijn verbeteringen
worden geïmplementeerd om de transparantie van het proces richting de burger te vergroten
zoals het realiseren van een digitale «upload functie» voor het indienen van stukken
door de burger. Ook wordt de belastingtelefoon medewerkers beter in staat gesteld
om inzicht te geven in de status van een ingezonden stuk of verzoek.
De mogelijkheden om verdere stappen te zetten ook op het gebied van Track en Trace
worden in het ministerie brede programma «informatiehuishouding op orde» geanalyseerd.
64
Van hoeveel ouders is het beroepsdossier ten onrechte vernietigd?
In de op 29 september jl. (Kamerstuk 31 066, nr. 704) gestuurde derde Voortgangsrapportage kinderopvangtoeslag en de gelijktijdig verzonden
antwoorden op de vragen gesteld door de leden Omtzigt en Snels is uitgebreid ingegaan
op de ten onrechte vernietigde beroepsdossiers. Dit betrof 8.938 beroepsdossier van
8.441 ouders of overige toeslaggerechtigden. Graag herhaal ik hierbij mijn toezegging
dat de ouders niet de dupe mogen worden van het voortijdig vernietigen van de beroepsdossiers.
De inhoud van de beroepsdossiers kan met de wel aanwezige gegevens goed gereconstrueerd
worden ten behoeve van de beoordeling. Zo is alle correspondentie uit de bezwaarfase
indertijd gescand en nog beschikbaar evenals de formele toeslagenbeschikkingen, waaronder
ook herzieningen op uit het Toeslagen Verstrekkingen Systeem (TVS) waarover de beroepsfase
ging. Ook herzieningen van beslissingen op bezwaar, bijvoorbeeld na intrekking van
een beroepsprocedures zijn nog in de systemen beschikbaar. Waar desondanks belangrijke
informatie mist, krijgen ouders altijd het voordeel van de twijfel.
65
Behoren personen van wie dossiers vernietigd zijn tot een specifieke groep of groepen?
Het is niet uit de systemen te achterhalen of deze personen tot een specifieke groep
behoren. Het betreft ouders en andere toeslaggerechtigden die bij Toeslagen indertijd
in bezwaar zijn gegaan tegen een vastgestelde beschikking en daarna in beroep bij
de rechtbank en eventueel hoger beroep bij de Raad van State. Wel is er een analyse
op deze groep gedaan waaruit blijkt dat 1.351 ouders ook behoren tot de groep die
zich aangemeld heeft als mogelijk gedupeerde van de kinderopvangtoeslagaffaire. Dit
betreft het aantal van eind januari 2021. In deze situaties wordt met voorrang gekeken
in hoeverre de beroepsdossiers nog vanuit andere bronnen te reconstrueren zijn. Waar
dit niet het geval is krijgen gedupeerde ouders in het kader van de hersteloperatie
altijd het voordeel van de twijfel.
66
Wat wordt bedoelt met «het tempo van de dynamiek in de omgeving van UHT dermate groot
is dat de organisatie moeite heeft om het tempo bij te houden»?
67
Kan het advies over het slimmer kijken naar de productiesturing en het maken van gerichtere
keuzes als meer geconcretiseerd worden?
Deze typering komt uit de externe doorlichting van UHT door Andersson Elffers en Felix
(AEF). Ik beoordeel deze typering zo dat er vanuit beleidsmatig en politiek oogpunt
in korte tijd veel op UHT afkomt, waardoor werkprocessen regelmatig aangepast dienen
te worden en er scherpe keuzes gemaakt moeten worden. Voor meer informatie over deze
doorlichting verwijs ik uw Kamer naar de bijgevoegde Kamerbrief en het meegestuurde
rapport van AEF.
68
Welke leden van het kabinet nemen deel aan de Ministeriële Commissie Toeslagen Herstel
(MCTH) naast de al genoemde?
In de MCTH hebben de volgende leden van het kabinet zitting; de Minister-President,
de Minister van Financiën, de Staatssecretaris van Financiën – Toeslagen en Douane,
de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de Minister van Binnenlandse Zaken
en Koninkrijkrelaties, de Minister voor Medische Zorg, Welzijn en Sport, de Minister
voor Rechtsbescherming en de Minister voor Basis-en Voortgezet Onderwijs. Daarnaast
is er een vertegenwoordiging vanuit de VNG.
69
Hoeveel gemeenten hebben tot nu toe het machtigingsbesluit ondertekend?
Op 5 februari hebben wij 81 akkoorden op het machtigingsbesluit en een getekende verwerkersovereenkomst
ontvangen. Deze 81 gemeenten hebben toegang tot het portaal verkregen waarin de contactgegevens
van gedupeerden in de desbetreffende gemeente beschikbaar zijn gesteld.
70
Kunt u garanderen dat de vergaderingen en bijbehorende documenten van de Ministeriële
Commissie Toeslagen Herstel niet onder «staatsgeheim» zullen gaan vallen?
De Ministeriële Commissie Toeslagen Herstel is een ministeriële commissie als bedoeld
in artikel 25 van het reglement van orde van de ministerraad. Voor de Ministeriële
Commissie Toeslagen Herstel gelden geen afwijkende regels ten opzichte van andere
ministeriële commissies uit de ministerraad. De conclusies van de Ministeriële Commissie
Toeslagen Herstel vallen derhalve onder hetzelfde regime als de conclusies van andere
MC’s of onderraden en blijven geheim (stg. zeer geheim). Voor een nadere toelichting
verwijs ik naar de brief6 van de Minister van BZK van 4 december 2020. Ook voor documenten die worden opgesteld
ten behoeve van bespreking in de Ministeriele commissie Toeslagen Herstel gelden geen
afwijkende regels ten opzichte van andere documenten. De documenten worden openbaar
zodra de ministerraad heeft besloten het stuk aan de Tweede Kamer te zenden of anderszins
openbaar te maken. Daarbij worden vanaf 1 juli a.s. bij stukken die openbaar worden
gemaakt ook de onderliggende stukken verstrekt en wordt daarbij de grond «persoonlijke
beleidsopvattingen» niet langer gehanteerd als invulling van de weigeringsgrond «belang
van de staat» uit artikel 68 Grondwet. Daarnaast zullen op korte termijn de besluiten
van de Ministeriële Commissie Toeslagen Herstel openbaar worden gemaakt via de openbare
besluitenlijst van de ministerraad.
71
Kunt u reflecteren op de gegevensuitwisseling met gemeenten en dan specifiek op het
beter in kaart brengen van de groep gedupeerde ouders? Welke rol speelt de gemeente
bij het signaleren van gedupeerde ouders die mogelijk nog niet bekend zijn bij de
Belastingdienst/Toeslagen?
Gemeenten spelen een belangrijke rol om in contact te komen met gedupeerde ouders
die zich nog niet gemeld hebben of nog niet in beeld zijn. Ik waardeer de inzet en
de acties die gemeenten hierop nemen zeer. Als een gemeente in contact komt met een
inwoner die gedupeerde blijkt te zijn van de Toeslagenaffaire maar zich nog niet bij
UHT heeft gemeld, dan wijst de gemeente erop dat de gedupeerde zich kan melden bij
UHT. Als de inwoner hier toestemming toe geeft, dan kan de gemeente de inwoner helpen
bij deze aanmelding. Samen met VNG zijn hiervoor afspraken en een handleiding gemaakt
voor gemeenten. De gegevensuitwisseling zal helpen om een beter beeld te krijgen van
het aantal gedupeerden dat hulp nodig heeft van de gemeente. Op dit moment hebben
wij de gegevens gedeeld van degenen die zichzelf al hebben gemeld als gedupeerde bij
UHT. We werken er ook aan om de gegevens te delen van alle gedupeerden die we in beeld
hebben, maar die zich ondanks oproepen hiertoe nog niet hebben gemeld bij UHT. Hierdoor
kunnen ook deze gedupeerden extra gewezen worden op de hulp van de gemeente en UHT.
72
Heeft u in beeld of de eerder gedeelde 11 miljoen euro voldoende is voor het vervullen
van de gemeentelijke taken?
Gemeenten hebben in december 2020 € 11 miljoen ontvangen om snel te starten met het
helpen van gedupeerde ouders op de vijf leefgebieden: zorg, gezin, wonen, werk en
financiën. Dit was onderdeel van het akkoord dat ik met VNG en gemeenten heb gesloten
op 28 september 2020. De verdeling van de middelen, in samenspraak met de VNG, is
gebaseerd op het aantal gedupeerden per gemeente dat zich gemeld heeft bij de Belastingdienst/Toeslagen
per 12 oktober 2020 (8.400).
Onderdeel van dat akkoord is ook om de kosten die gemeenten maken voor de ondersteuning
van gedupeerde ouders in kaart te laten brengen. Dit onderzoek wordt op dit moment
uitgevoerd. Ik verwacht hiervan begin maart de eerste resultaten met u te kunnen delen.
Op basis van dit onderzoek zullen verdere gesprekken gevoerd worden met VNG over eventueel
aanvullende (financiële) afspraken over de hulp van gemeenten aan gedupeerde ouders.
73
Is deze extreem omslachtige manier van gemeenten in contact laten komen met een groep
mensen die extreem benadeeld is aanleiding om het sociaaleconomisch beleid ten aanzien
van armoede te herzien?
De aanpak van armoede- en schuldenproblematiek staat hoog op de politieke agenda.
Het kabinet heeft, in nauwe samenwerking met gemeenten en vele andere partijen de
afgelopen jaren diverse maatregelen genomen om schulden te voorkomen en armoede te
bestrijden, in het bijzonder onder kinderen. Daarin past ook het machtigingsbesluit.
Met het machtigingsbesluit worden gemeenten in staat gesteld om namens de Belastingdienst
direct in contact te treden met gedupeerde ouders om hen te wijzen op de mogelijkheden
van gemeentelijke hulp. Deze hulp ziet op de leefgebieden zorg, gezin, werk, wonen
en financiën. Mocht een gedupeerde bijvoorbeeld schuldhulpverlening nodig hebben,
dan kan de gemeente daarin ondersteuning bieden.
74
Gedupeerde ouders hebben zorgen en onzekerheden over de uitvoeringsregeling rond de
30.000 euro compensatie; hoe bent u voornemens deze zorgen zo veel als mogelijk weg
te nemen? Welke stappen zet u hiertoe?
Ik begrijp de zorgen die ouders hierover hebben. Veranderingen in de hersteloperatie
kunnen tot vragen en onzekerheden leiden bij ouders. Ook als het veranderingen betreft
die het proces sneller en de compensatie ruimhartiger maken. Op verschillende manier
zullen de ouders hierover geïnformeerd worden: via ouderwebinars, de reguliere interactiekanalen
zoals de website van de Herstelorganisatie, social-mediakanalen, onder andere mijn
blog en filmpjes, het Serviceteam gedupeerden Kinderopvangtoeslag en de persoonlijk
zaakbehandelaren.
75
Welke criteria zijn er om slachtofferhulp te krijgen? Gaat dit ook opengesteld worden
voor andere slachtoffers van de Belastingdienst zoals bij huur- en zorgtoeslag?
Elke gedupeerde ouder die daar behoefte aan heeft kan bij Slachtofferhulp Nederland
terecht voor emotionele ondersteuning, praktische hulp en advies, een luisterend oor
of een doorverwijzing naar de juiste gemeentelijke hulpinstanties. Dit geldt tevens
voor mogelijk gedupeerden van andere toeslagen zoals de huur- en zorgtoeslag. Wie
zich aanmeldt wordt ondersteund door een van de medewerkers van Slachtofferhulp Nederland.
Deze zijn opgeleid in emotionele ondersteuning en het reduceren van stress. Daarnaast
kunnen zij hun ervaringen delen en vragen stellen aan anderen op een beveiligd en
gemodereerd online platform van Slachtofferhulp Nederland. Slachtofferhulp is goed
op de hoogte van de mogelijke problemen waarmee ouders kunnen kampen en kunnen daardoor
snel passende hulp bieden. Er is een speciale pagina over dit onderwerp op de website
van zowel toeslagen herstel als Slachtofferhulp Nederland.
76
Ouders kunnen bij andere instanties aantonen dat zij buiten hun schuld om in de problemen
zijn gekomen met een brief en een verklaring van de UHT; waarom besluit u niet tot
een nieuw en schoon Burgerservicenummer (BSN), conform de schriftelijke vragen van
het lid zoals lid Lodders van 22 januari 2021 over het bericht «Geef slachtoffers
toeslagenaffaire een nieuw en schoon BSN» (Aanhangsel Handelingen II 2020/21, nr. 1623)?
De beantwoording van de Kamervragen waaraan gerefereerd wordt in de vraag stuur ik
zo spoedig mogelijk naar uw Kamer.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.Z.C.M. Tielen, voorzitter van de vaste commissie voor Financiën -
Mede ondertekenaar
J.F.C. Freriks, adjunct-griffier