Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Stoffer over het bericht dat een glastuinbouwbedrijf door de verhoogde Opslag Duurzame Energieheffing (ODE) overschakelt van elektriciteit naar gas
Vragen van het lid Stoffer (SGP) aan de Ministers van Economische Zaken en Klimaat en van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de Staatssecretaris van Financiën over het bericht dat een glastuinbouwbedrijf door de verhoogde Opslag Duurzame Energieheffing (ODE) overschakelt van elektriciteit naar gas (ingezonden 18 december 2020).
Antwoord van Minister Van ’t Wout (Economische Zaken en Klimaat), mede namens de Minister
van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (ontvangen 8 februari 2021). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 1372.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Koppert Cress schakelt weer over van groene stroom
op gas: «Ik word hier echt verdrietig van»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Heeft u kennisgenomen van de omschakeling van Koppert Cress van stroom naar gas in
verband met de enorme verhoging van de ODE-heffing voor stroom?
Antwoord 2
Het artikel maakt duidelijk dat Koppert Cress terugschakelt van elektriciteit naar
gas uit kostenoverweging.
Vraag 3
Bent u bekend met het feit dat Koppert Cress een koploper was op het gebied van duurzaamheid
doordat er voor honderd procent gebruik werd gemaakt van groene energie en daar dit
jaar zelfs een prijs in het kader van Duurzaam Ondernemerschap voor gewonnen heeft?
Antwoord 3
Ja.
Vraag 4
Deelt u de analyse dat naast Koppert Cress veel meer bedrijven in onder meer de glastuinbouw
terug zullen gaan van stroom naar gas dan wel de gewenste elektrificatie in de ijskast
zullen zetten?
Antwoord 4
Naar aanleiding van de moties Essers (Kamerstuk I 35 304, nr. F) en Lodders (Kamerstuk II 35 302, nr. 42) is nader onderzoek gedaan naar de gevolgen van de in het Klimaatakkoord afgesproken
aanpassingen van de ODE. Deze externe onderzoeken van Wageningen Economic Research
(WEcR) en van CE Delft (bijlagen bij Kamerstuk 35 579, nr.3) constateren dat het totaal van de energiebelasting (EB) en de ODE voor enkele sectoren,
waaronder de glastuinbouw, geen prikkel geeft voor elektrificatie, terwijl dat wel
gewenst is met het oog op CO2-reductie.
Voor de middellange termijn geldt dat op dit moment de fiscale prikkels voor de energietransitie
worden geëvalueerd, onder andere in de evaluatie van de EB en ODE. Hierin zal ook
aandacht worden besteed aan prikkels die de transitie en meer specifiek de gewenste
omslag van aardgas naar elektriciteit ondersteunen.
Voor de korte termijn is het kabinet van mening dat de middelen die de komende twee
jaar aanvullend beschikbaar zijn voor een aantal sectoren (25 miljoen euro per jaar),
ondernemers tegemoet komen in de energiekosten en hen ertoe kunnen verleiden om vast
te houden aan de ingezette richting van inkoop van elektriciteit in plaats van aardgas.
Vraag 5
Bent u van mening dat juist ondernemingen die vooroplopen op het gebied van duurzaamheid
door de verhoogde ODE-heffing grote nadelen ondervinden?
Antwoord 5
In 2020 zijn de grootverbruikerstarieven van de ODE op aardgas en elektriciteit omhoog
gegaan, conform de afspraken in het Klimaatakkoord. Tijdens de behandeling van het
Belastingplan 2021 op 24 november 2020 heeft het kabinet reeds aangegeven dat het
twee keer 25 miljoen euro wil inzetten voor die bedrijven die een grote sprong maken
in hun ODE-rekening mede als gevolg van het feit dat ze vooroplopen op gebied van
verduurzaming. Ik ben evenwel niet van mening dat alle ondernemingen die vooroplopen
op het gebied van duurzaamheid door de verhoogde ODE grote nadelen ondervinden. Ten
opzichte van 2019 is sprake van een forse stijging van de ODE-tarieven op aardgas.
Deze stijging is groter dan de stijging van de ODE-tarieven voor elektriciteit. Hiermee
wordt de gewenste transitie in de meeste sectoren ondersteund.
Vraag 6
Hoe is de genoemde beweging (in vraag vier) te rijmen met de gewenste elektrificatie
zoals genoemd in het Klimaatakkoord?
Antwoord 6
Voor het antwoord op deze vraag zie mijn antwoorden op vragen 4 en 5.
Vraag 7 en 8
Kunt u inzicht geven in de wijze waarop de compensatiemiddelen voor de genoemde verhoging
van de ODE-heffing ingezet zullen worden?
Zijn er al middelen verstrekt uit de compensatieregeling? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7 en 8
De Minister van LNV en ik werken op dit moment, in overleg met de betreffende sectoren,
de benodigde regeling(en) uit. Het is van belang dat de betreffende sectoren betrokken
worden in de vormgeving zodat de compensatieregeling(en) zo effectief mogelijk ingezet
kunnen worden. Daarnaast is het van belang dat deze uitvoerbaar zijn en binnen de
staatsteunregels passen. De Minister van LNV en ik zullen op korte termijn uw Kamer
nader informeren over de uitwerking van de regeling(en). Nadat de regeling(en) zijn
uitgewerkt kunnen bedrijven aanspraak maken op de middelen.
Vraag 9
Bent u, gelet op het signaal dat bedrijven vanwege de ODE-heffing voor stroom daadwerkelijk
teruggaan van stroom naar gas, bereid op korte termijn de verhoogde tarieven voor
de ODE-heffing voor stroom in de derde schijf te heroverwegen?
Antwoord 9
Ik ben niet bereid om de tarieven op korte termijn te heroverwegen. Wel zal ik uw
Kamer op korte termijn informeren over de uitwerking van de regeling(en) zoals verwoord
in mijn antwoord op vraag 8. Daarnaast zal uw Kamer in het voorjaar van dit jaar worden
geïnformeerd over de evaluaties van de EB en ODE.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
B. van 't Wout, minister van Economische Zaken en Klimaat -
Mede namens
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.