Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Koerhuis en Harbers over het bericht dat bewoners in Transvaal al dagen in de kou zitten
Vragen van de leden Koerhuis en Harbers (beiden VVD) aan de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Economische Zaken en Klimaat en de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat over het bericht dat bewoners in Transvaal al dagen in de kou zitten (ingezonden 21 december 2020).
Antwoord van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen
8 februari 2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 1352.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht: «Bewoners Transvaal zitten al dagen bibberend thuis:
«Niemand wil ons helpen»» en de eerdere berichtgeving over deze problematiek?1 2
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Is het waar dat de bewoners in deze wijk die aangesloten zijn op het collectieve warmtenet
pas vanaf eind oktober warmte geleverd krijgen, terwijl hun oude verwarmingssysteem
is verwijderd en dat er ook na oktober meermaals problemen zijn (geweest) met de warmtelevering?
Antwoord 2
Navraag bij Staedion wijst erop dat dit niet juist is. Een deel van de woningen (Hertzogsstraat
en Kritzingerstraat) zijn huurwoningen van Staedion. De overige woningen (Morgenzonlaan)
zijn geen eigendom van Staedion. De woningen in de Hertzogstraat hadden inderdaad
voor de renovatie een individueel verwarmingssysteem, maar zijn na de renovatie/groot
onderhoudswerkzaamheden in 2009 aangesloten op het collectieve systeem.
In mei, augustus en december 2020 hebben zich storingen voorgedaan in het systeem,
waardoor enkele bewoners (ca. 50 woningen) geen warmte en warm tapwater hebben gehad
gedurende één of meerdere dagen. De storing in mei 2020 heeft langere tijd geduurd.
De bewoners hebben hiervoor een compensatie ontvangen. Dit geldt zowel voor huurders
van Staedion als voor bewoners die hun woning niet van Stadion huren. Ook zijn alternatieven
aangeboden om te kunnen douchen/wassen in leegstaande woningen van Staedion. In augustus
en december 2020 hebben zich ook storingen voorgedaan die, in tegenstelling tot de
storing in mei, een klein deel van de woningen (ca. 20) betroffen en waarvoor op grond
van de Warmtewet geen compensatie behoefde te worden uitgekeerd.
Vraag 3
Klopt het dat met de bewoners in deze wijk is afgesproken dat hun energierekening
niet zou stijgen, dit achteraf wel het geval bleek en de warmtelevering bovendien
hapert?
Antwoord 3
Ik heb Staedion van begrepen dat dergelijke afspraken niet zijn gemaakt. Voor de tarieven
van Energiek 2 b.v. worden de voorgeschreven maximumtarieven van de ACM gevolgd. De
bewoners en huurders betalen een lagere bijdrage voor vastrecht dan het maximum van
de ACM. Daar waar sprake is van een eventuele stijging heeft dit betrekking op eindafrekeningen
en over (meer) verbruik van warmte en/of warm tapwater. Voor het tweede gedeelte van
de vraag verwijs ik graag naar mijn antwoord op vraag 2.
Vraag 4
Wat vindt u ervan dat deze bewoners überhaupt maar een deel van het jaar warmte geleverd
krijgen? Deelt u de opvatting dat dit in strijd is met art. 2 van de Warmtewet?
Antwoord 4
Elke bewoner heeft recht op warmte en geniet hiertoe wettelijke bescherming. Bewoners
zijn wettelijk beschermd tegen situaties waarin wel warmte gevraagd wordt, maar dit
niet geleverd wordt. Ingeval van levering aan de huurders van Staedion loopt die bescherming
via het huurrecht. Ingeval van levering aan anderen dan de huurders van Staedion gelden
de bepalingen van de Warmtewet.
Verhuurders zijn gehouden eventuele gebreken aan de verhuurde woonruimte (waaronder
een warmtesysteem) te verhelpen. Bij geschillen ligt voor huurders de weg naar de
rechter of Huurcommissie open. Dit geldt ook indien een corporatie warmte aan haar
huurders levert via een dochteronderneming die voor 100% in eigendom van de corporatie
is, zoals het geval is bij Energiek 2 b.v. 3
Bij levering aan anderen dan de huurders van Staedion heeft ACM op grond van de Warmtewet
een handhavende taak. Het is niet aan mij om te beoordelen of er strijdigheid is met
de bepalingen van het huurrecht of de Warmtewet. In deze specifieke situatie wijs
ik op het feit dat de ACM eerder heeft geoordeeld dat een warmteleverancier waarop
de bepalingen van de Warmtewet van toepassing zijn, gedurende het gehele jaar warmte
moet kunnen leveren indien de verbruiker dat wenst.4
Vraag 5
Hoeveel gezinnen hebben één of meerdere dagen zonder warm water en verwarming gezeten
door deze storingen?
Antwoord 5
Tijdens de storing van mei 2020 hebben ca. 50 woningen één of meerdere dagen geen
warmte, koude en warm tapwater gehad. Tijdens de storingen van augustus en december
2020 heeft dit zich beperkt tot ca 20 woningen en voor een korte periode (minder dan
8 uur).
Vraag 6
Klopt het dat deze woningen worden verhuurd door corporatie Staedion en de warmtelevering
plaatsvindt door Energiek 2 b.v., dat voor 100% eigendom is van Staedion?5
Antwoord 6
Een deel van de woningen (Hertzogsstraat en Kritzingerstraat) zijn huurwoningen van
Staedion. De overige woningen (Morgenzonlaan) zijn geen eigendom van Staedion. Deze
woningen zijn in het bezit van een belegger die deze woningen in de vrije sector verhuurt.
Alle woningen worden door Energiek 2 b.v. van warmte voorzien.
Vraag 7 en 8
Hoe verhoudt het aanleggen en exploiteren van warmtenetten door een corporatie zich
met art. 45 Woningwet, waarin de kerntaken van corporaties zijn omschreven? Worden
deze bevoegdheden gewijzigd door het wetsvoorstel «wijziging van de Woningwet naar
aanleiding van de evaluatie van de herziene Woningwet»?
Op grond van welke wettelijke bepaling is toegestaan dat een corporatie warmtenetten
aanlegt en exploiteert?
Antwoord 7 en 8
Corporaties spelen een belangrijke rol in de verduurzaming van de gebouwde omgeving
en moeten hun vastgoed daarvoor optimaal kunnen inzetten. Artikel 45 van de Woningwet
en bijbehorend artikel 47 van het Besluit toegelaten instellingen 2015 (BTIV) leggen
vast wat corporaties binnen het domein van de volkshuisvesting kunnen doen aan verduurzaming.
Diensten die door nutsbedrijven geleverd kunnen worden zijn enkel toegestaan als dat
geschiedt met gebruikmaking van een in of nabij de woongelegenheid aanwezige voorziening
(bv. een zonnepaneel). Die diensten mogen geleverd worden aan de eigen bewoners en,
indien sprake is van een VvE of een bouwkundig geheel met corporatiewoningen, aan
bewoners van woningen van andere eigenaren.
Het gevolg van die begrenzing is dat verduurzamingsmaatregelen aan het gebouw of bijbehorende
grond zijn toegestaan, maar niet grootschalige energieopwekking of energieopwekking
buiten het bezit om. Het is immers niet de bedoeling dat corporaties activiteiten
oppakken die primair de verantwoordelijkheid van anderen zijn, zoals energieleveranciers.
Over de situatie rondom Staedion en Energiek 2 b.v. heeft de Autoriteit woningcorporaties
(Aw) geoordeeld dat deze is toegestaan onder het overgangsrecht, dat geldt voor werkzaamheden
waarmee reeds voor de inwerkingtreding van de herziene Woningwet aanvang is gemaakt.
Het wetsvoorstel «wijziging van de Woningwet naar aanleiding van de evaluatie van
de herziene Woningwet» (hierna: wetsvoorstel) verduidelijkt verder welke bevoegdheden
corporaties op het gebied van verduurzaming hebben en onderstreept dat het verbeteren
van de energetische kwaliteit van corporatiewoningen tot het gebied van de volkshuisvesting
behoort. Het wetsvoorstel brengt geen veranderingen teweeg in de bevoegdheden die
corporaties hebben rondom het aanleggen en/of exploiteren van warmtenetten.
Vraag 9
Hoeveel corporaties houden zich bezig met de aanleg en/of exploitatie van warmtenetten?
Antwoord 9
Er zijn geen cijfers beschikbaar over hoeveel corporaties zich bezighouden met bestaande
of nog aan te leggen warmtenetten. Warmtenetten zijn onderdeel van de aanpak om wijken
aardgasvrij te maken en het is aannemelijk dat veel corporaties met warmtenetten te
maken hebben. Dat blijkt ook uit het Startmotorkader, dat is ondertekend door 37 corporaties
en waarin corporaties en andere partijen toezeggen een groot aantal woningen versneld
aan te sluiten op warmtenetten. Van belang is wel dat zij zich daarbij aan de eerder
benoemde wettelijke kaders houden en zich niet bezighouden met de aanleg en/of exploitatie
van grootschalige collectieve warmtenetten die het eigen bezit overstijgt.
Vraag 10
Vindt u het aannemelijk dat corporaties de kennis en kunde in huis hebben om warmtenetten
aan te leggen?
Antwoord 10
De aanleg van grootschalige (collectieve) warmtenetten los van het eigen bezit is
een activiteit die primair bij energieleveranciers belegd is. Zij hebben daarvoor
de benodigde kennis en ervaring in huis. Corporaties beschikken over het algemeen
niet over die expertise. Wel mogen ze hun woningen (laten) aansluiten op een warmtenet
of zelf een kleinschalig warmtenet (bv. WKO of blokverwarming) voor het eigen bezit
aan laten leggen. Hiervoor is minder expertise nodig.
Vraag 11
Hoe vaak is door bewoners uit deze wijk melding gemaakt bij de ACM over problemen
in de warmtelevering met het warmtenet van Energiek? Wat heeft de ACM met deze meldingen
gedaan?
Antwoord 11
Als het gaat om meldingen van huurders van Staedion is niet de ACM, maar de rechter
of Huurcommissie het juiste loket. Wanneer huurders langere tijd zonder warmtelevering
zitten, kunnen zij naar de huurcommissie stappen. Mij hebben geen signalen bereikt
over meldingen die bij de Huurcommissie zijn gedaan over het warmtenet van Energiek
2 b.v. Bij meldingen van bewoners heeft de ACM wel een rol.
In algemene zin kan ik over die rol het volgende meegeven. De ACM is belast met het
toezicht op de naleving van de Warmtewet. Onderdeel van die taak is dat de ACM zo
goed als mogelijk informatie aan verbruikers en leveranciers verstrekt over de rechten
en plichten uit de Warmtewet, maar ook het onderscheid tussen bescherming via de Warmtewet
en via het huurrecht toelicht. Dit doet de ACM door informatie op de website te geven
of antwoorden te geven op specifieke vragen die binnenkomen per mail of telefonisch.
Indien nodig wordt een gesprek ingepland om een nadere toelichting te geven. Daarnaast
behandelt de ACM eventuele handhavingsverzoeken van belanghebbenden.
Vraag 12
Hoe vaak wordt landelijk melding gedaan bij de ACM van problemen met warmtenetten?
Antwoord 12
De ACM krijgt met enige regelmaat vragen binnen over de Warmtewet. Die komen dan telefonisch
of per mail binnen. In 2020 heeft de ACM 417 vragen en signalen ontvangen over diverse
onderwerpen en zijn enkele handhavingsverzoeken ingediend. Die handhavingsbesluiten
worden openbaar gemaakt op de website van ACM.
Vraag 13
Heeft de ACM voor het warmtenet van Energiek in Transvaal een vergunning afgegeven?
Zo ja, kan de ACM op basis daarvan handhavend optreden en is de ACM dat ook van plan
te doen?
Antwoord 13
Energiek 2 b.v. heeft op 8 maart 2016 op basis van de Warmtewet zoals die op dat moment
luidde een vergunning gekregen voor de levering van warmte aan verbruikers. Voor eventueel
handhavend optreden is niet noodzakelijk dat een warmteleverancier een vergunning
heeft. Ook leveranciers zonder vergunning moeten zich, voor zover de Warmtewet van
toepassing is, houden aan de verplichtingen uit de Warmtewet. Voor zover nodig kan
de ACM handhavend optreden.
De ACM gaat nooit in op de vraag in hoeverre zij in een specifiek geval handhavend
op gaat treden. Het gaat dan overigens uitsluitend om de levering van warmte aan anderen
dan de huurders van Staedion, aangezien de levering aan huurders niet onder de Warmtewet
valt (zie antwoord 14). Eventuele geschillen die in dat kader ontstaan kunnen worden
voorgelegd aan de rechter of Huurcommissie.
Vraag 14
Waarom zijn corporaties als categorie uitgezonderd van de vergunningsplicht voor het
aanleggen van warmtenetten? Bent u van plan dit te herzien, aangezien bewoners door
een slecht aangelegd warmtenet enorm in de problemen kunnen komen en dit niet eenvoudig
te herstellen is?
Antwoord 14
Corporaties en hun dochterondernemingen zijn niet per definitie uitgezonderd van de
vergunningsplicht. Bij de Wijziging van de Warmtewet (wijzigingen naar aanleiding
van de evaluatie van de Warmtewet) is in artikel 1a, eerste lid, onderdeel a, bepaald
dat de levering van warmte door een leverancier die tevens optreedt als verhuurder
voor de verbruiker aan wie hij warmte levert ten behoeve van de betreffende huurwoning
niet langer onder de Warmtewet valt. Met deze beperking van de reikwijdte is bereikt
dat de levering van warmte door een verhuurder aan haar huurder uitsluitend nog onder
de beschermende bepalingen van het huurrecht valt en niet langer onder zowel het huurrecht
als de Warmtewet (zie paragraaf 4.1 van de memorie van toelichting bij de wijziging
van de Warmtewet)6. Gelet op het feit dat de Warmtewet niet van toepassing is op verhuurders die uitsluitend
warmte aan hun huurders leveren, is de in de Warmtewet opgenomen vergunningplicht
in dergelijke gevallen ook niet meer van toepassing.
Voor Energiek 2 geldt de vergunningplicht nog wel, omdat zij ook warmte levert aan
anderen dan de huurders van Staedion. Een corporatie die niet onder de Warmtewet valt
wordt nog steeds door de Woningwet beperkt in welke activiteiten zij mag ondernemen,
zoals beschreven bij het antwoord op vraag 8.
Er zijn geen voornemens om de beperking van de reikwijdte van de Warmtewet te herzien.
Zoals gezegd bieden de bepalingen van het huurrecht huurders die warmte geleverd krijgen
door hun verhuurder voldoende bescherming. Met het wederom van toepassing verklaren
van de Warmtewet zouden de uit de evaluatie naar voren gekomen en in de memorie van
toelichting genoemde problemen die mede aanleiding waren voor het beperken van de
reikwijdte weer terugkomen. Dat acht ik ongewenst en gelet op het voorgaande ook niet
nodig.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.