Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Jasper van Dijk over "de rol van het Inlichtingenbureau bij de opsporing van bijstandsfraude"
Vragen van het lid Jasper van Dijk (SP) aan de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de rol van het Inlichtingenbureau bij de opsporing van bijstandsfraude (ingezonden 11 januari 2021).
Antwoord van Minister Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 5 februari
2021).
Vraag 1
Wat is uw reactie op het bericht «Deze zoektocht naar boodschappenfraude is ondemocratisch»?1
Antwoord 1
Ik heb kennisgenomen van het bericht en maak graag gebruik van de door u gestelde
vragen om de taken en positie van het Inlichtingenbureau (IB) toe te lichten.
Vraag 2 en 3
Welke bevoegdheden heeft het Inlichtingenbureau bij de opsporing van uitkeringsfraude?
In welke gevallen wordt het Inlichtingenbureau ingeschakeld? Zijn gemeenten verplicht
tot het inschakelen van het bureau?
Antwoord 2 en 3
Het IB verwerkt (persoons)gegevens en ondersteunt daarmee gemeenten bij het vaststellen
van de rechtmatigheid in de uitvoering van hun taken. Dit doet het IB op vier beleidsterreinen:
Werk en Inkomen, Onderwijs, Belastingen en Wmo en Jeugdzorg. Het IB fungeert hierin
als informatieknooppunt. Door de juiste informatie van de benodigde bronnen terug
te koppelen aan gemeenten, kunnen de gemeenten zich concentreren op de inhoudelijke
vaststelling. Daarmee speelt het IB een waardevolle rol bij de vaststelling van het
recht op uitkeringen door gemeenten. Bovendien wordt zo voorkomen dat alle gemeenten
afzonderlijk de verscheidene benodigde gegevensbronnen hoeven te raadplegen. De informatieverschaffing
aan gemeenten is hiermee veiliger en efficiënter ingericht.
Een praktisch voorbeeld is het zogenaamde Digitaal Klantdossier. In de Participatiewet
is vastgelegd dat gemeenten de wettelijke taak hebben om bijstandsuitkeringen te verstrekken,
en ook om zowel bij aanvang als tijdens de looptijd van de uitkering de rechtmatigheid
te controleren. Door gegevenskoppeling door het IB kunnen gemeenten hiervoor de correcte
gegevens van diverse overheidsinstanties inzien. Dit kan een gemeenteambtenaar vervolgens
helpen om te bepalen of iemand recht heeft op een bijstandsuitkering, doordat hij
of zij kan zien of iemand een dienstverband heeft met inkomsten of recht heeft op
een andere uitkering.
Gemeenten zijn niet verplicht om van de diensten van het IB gebruik te maken, maar
zij kunnen op eigen initiatief een beroep doen op het IB. Nog een voorbeeld is dat
gemeenten eenvoudig inzicht kunnen krijgen in de mensen die recht hebben op (gedeeltelijke)
kwijtschelding van de gemeentelijke belastingen, waardoor die burgers daar zelf –
na dat eenmaal te hebben gedaan en toestemming te hebben gegeven voor deze dienstverlening
– niet jaarlijks een aanvraag voor hoeven te doen.
De rol van het IB als informatieknooppunt voor gemeenten is bij wet in het leven geroepen.
Zelf heeft het IB geen opsporingsbevoegdheid en het IB is niet verder betrokken bij
de handhaving op mogelijke uitkeringsfraude.
Vraag 4, 5 en 6
Welke democratische controle is er op het Inlichtingenbureau? Hoe wordt bijvoorbeeld
de Kamer op de hoogte gehouden?
Waarom zijn opsporingsbevoegdheden ondergebracht in een private stichting die formeel
geen enkele verantwoording verschuldigd is aan vertegenwoordigende lichamen?
Deelt u de mening dat democratische controle over dit soort bevoegdheden cruciaal
is? Zo ja, gaat u ervoor zorgen dat deze taken niet langer door een private stichting
worden uitgevoerd?
Antwoord 4, 5 en 6
Bij de oprichting van het IB is voor een duidelijke scheiding tussen beleid, uitvoering
en toezicht gekozen door de structuur van een private stichting. De bestuurlijke relatie
tussen het IB en de Minister van SZW volgt uit de publieke taak van het IB zoals opgenomen
in de Wet Structuur uitvoering werk en inkomen (Wet SUWI), het Besluit SUWI (§ 5.7)
en de statuten van de Stichting IB. Ik deel de mening dat democratische controle van
bevoegdheden cruciaal is. Dit bestaat in de eerste plaats uit controle door de formele
wetgever, via het formuleren van de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van
het IB. De Minister van SZW ziet er als opdrachtgever op toe dat het IB in lijn met
deze wettelijk omschreven taken en bevoegdheden handelt. Er zijn geen aanwijzingen
dat in strijd daarmee is of wordt gehandeld.
Verder legt het IB verantwoording af in de vorm van een jaarverslag, accountantscontrole
en externe onafhankelijke EDP-audit op de gegevensverwerking (vanuit informatieveiligheidsperspectief).
De rechtsvorm van private stichting staat niet aan deze vormen van controle in de
weg.
Het IB levert informatiediensten aan gemeenten op basis van een wettelijke taak, als
omschreven in de artikelen 1 van de Wet SUWI en 5.24 van het Besluit SUWI. De werkzaamheden
van het IB zijn in lijn met deze regelgeving intermediair en ondersteunend aan de
uitvoering van gemeentelijke regelgeving. Daarbij is aan het IB geen opsporingsbevoegdheid
toegekend. Het IB zorgt er slechts voor dat, zoals bijvoorbeeld beschreven bij vraag
2 en 3, een bevoegde -dat wil zeggen daartoe geautoriseerde – gemeenteambtenaar eenvoudig
inzicht krijgt in relevante gegevens van mensen die recht hebben op bijvoorbeeld kwijtschelding
van gemeentelijke belastingen. Als die gegevens aanleiding geven tot verder onderzoek,
dan wordt dat bepaald door de gemeenteambtenaar.
Vraag 7
Klopt het dat u de huidige juridische status «verwarrend en onduidelijk» vindt, zoals
Trouw schrijft? Op welke manier gaat u deze constructie veranderen per 1 juli? Krijgt
de Kamer hierover inspraak?2
Antwoord 7
Deze classificering betrof specifiek de juridische status van het IB als verwerker
in de zin van de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) en de omstandigheid
dat alleen individuele gemeenten als verwerkingsverantwoordelijke aangesproken kunnen
worden op de naleving van de AVG-verplichtingen door het IB.
In het huidige stelsel fungeert het IB, vanuit zijn eigen dienstenaanbod, als intermediair
tussen gemeenten en bronpartijen. Deze bronpartijen zijn wettelijk bepaald en ten
aanzien daarvan biedt het IB standaard-informatieproducten aan die individuele gemeenten
kunnen afnemen. De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) constateerde dat de gegevensverwerkingen
die gepaard gaan met deze intermediaire rol de reikwijdte overstijgen van de verantwoordelijkheden
van individuele gemeenten. Daarom is in samenspraak met de AP een wijziging van het
Besluit SUWI opgesteld om de situatie te verduidelijken en meer in lijn te brengen
met de rol van het IB als stelselvoorziening. Hierbij is de aanwijzing van het IB
als gezamenlijk verwerkingsverantwoordelijke, samen met de per geval betrokken gemeente,
passender.
Dit wordt geregeld met een wijziging van het Besluit SUWI. De wijziging is, na advisering
door AP en Raad van State, al vastgesteld door de ministerraad en reeds bekrachtigd
door de Koning. De wijziging wordt binnenkort gepubliceerd en zal op de derde maand
na publicatie ingaan. Daarmee wordt het IB samen met de betrokken colleges van burgemeester
en wethouders gezamenlijk verwerkingsverantwoordelijk als bedoeld in artikel 26 van
de AVG.
Vraag 8 en 9
Wat zijn de werkinstructies voor medewerkers van het Inlichtingenbureau betreffende
verhoormethoden, privacy, huiszoekingen en afluisterpraktijken?
Worden mensen die verhoord worden door medewerkers van het Inlichtingenbureau altijd
gewezen op hun rechten? Is een advocaat aanwezig tijdens de verhoren?
Antwoord 8 en 9
Medewerkers van het IB hebben geen opsporingsbevoegdheden en houden zich niet bezig
met huiszoekingen, verhoormethoden of afluisterpraktijken. Hier zijn dan ook geen
werkinstructies voor.
Vraag 10
Gebruikt het Inlichtingenbureau Syri of soortgelijke systemen? Over welke gegevensbestanden
kan het Inlichtingenbureau beschikken?
Antwoord 10
In het verleden – inmiddels is SyRI buiten werking – was het IB verwerker voor SyRI-projecten.
Het IB koppelt bestanden, maar kent hierbij zelf geen scores toe op basis waarvan
wel of juist géén informatie verzameld, verrijkt en beschikbaar gesteld wordt. Het
IB gebruikt ook geen andere programma’s of algoritmen die voorspellende, classificerende
of associërende elementen hebben. Omdat het IB slechts zorgt voor de bestandskoppeling
van bestanden uit verschillende gegevensbronnen, beschikt het IB zelf niet direct
over de gegevensbestanden. (Persoons)gegevens van bijvoorbeeld de RDW of UWV zijn
voor het IB beschikbaar om informatie op te halen, waarmee die gemeenten vervolgens
de rechtmatigheid van een uitkering vast kunnen stellen of juist kwijtschelding van
lokale lasten kunnen verlenen.
Vraag 11
Waarom kan over deze stichting niet geklaagd worden bij de Ombudsman? Gaat u ervoor
zorgen dat klachten hieromtrent wel bij de Ombudsman ingediend kunnen worden?
Antwoord 11
De taken en bevoegdheden van de Nationale ombudsman zijn vastgelegd in de Wet op de
Nationale ombudsman en de Algemene Wet bestuursrecht. De Nationale ombudsman bepaalt
zelf waar hij onderzoek naar doet of op welke klachten hij ingaat.
Op de verwerking van persoonsgegevens door het IB zijn de waarborgen van de AVG en
de rechten die in dat kader aan burgers zijn toegekend, van toepassing. Een burger
die meent dat sprake is van een onrechtmatige verwerking van persoonsgegevens, kan
een klacht indienen bij de AP.
Vraag 12
Deelt u de mening dat «burgers negen van de tien keer geen idee hebben welke gegevens
waar worden gedeeld en hoe ze die kunnen opvragen»? Bent u het er mee eens dat dit
wordt veroorzaakt «door de lappendeken aan stichtingen die persoonsgegevens verwerken»?
Wat onderneemt u hiertegen?
Antwoord 12
Mijn uitgangspunt is ook dat een burger zoveel mogelijk inzicht moet kunnen krijgen
wie welke gegevens over hem of haar verwerkt. De manier waarop binnen de sociale zekerheid
gegevens worden uitgewisseld, is behoorlijk complex, waardoor het voor een individuele
burger lastig kan zijn om te achterhalen welke gegevens door wie zijn verwerkt. Deze
gegevensuitwisseling is echter randvoorwaardelijk voor zowel de dienstverlening aan
burgers als de handhaving door gemeenten. Die uitwisselingen kennen een wettelijke
basis en daarnaast hebben alle uitkeringsinstanties en ook het IB in hun verwerkingenregisters
vastgelegd welke gegevens ze verwerken.
Met het programma Toekomst Gegevensuitwisseling Werk & Inkomen werk ik samen met UWV,
SVB, VNG, BKWI en IB aan het versterken van de eigen regie van de burger over zijn
gegevens. Daar hoort meer inzicht in wie welke gegevens verwerkt en ook het digitaal
beschikken over en kunnen delen van je eigen gegevens bij.
Tot slot maak ik van de gelegenheid gebruik om op te merken dat momenteel ook de beleidsdoorlichting
artikel 11 Uitvoering en de evaluatie van de Wet SUWI wordt uitgevoerd. De centrale
vraagstelling van deze evaluatie beziet de doeltreffendheid en de doelmatigheid van
de structuur van de uitvoering werk en inkomen (het SUWI-stelsel). Hierin wordt gekeken
naar de inrichting, de aansturing, de uitvoering, het toezicht en de participatie
van cliënten binnen het SUWI-stelsel, waar ook het IB onderdeel van is. Deze evaluatie
en de kabinetsreactie daarop doe ik u voor de zomer toekomen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.