Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Becker en Veldman over het voorkomen en bestrijden van genitale verminking
Vragen van de leden Becker en Veldman (beiden VVD) aan de ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het voorkomen en bestrijden van genitale verminking (ingezonden 17 december 2020).
Antwoord van Staatssecretaris Blokhuis (Volksgezondheid, Welzijn en Sport), mede namens
de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (ontvangen 4 februari 2021). Zie
ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 1242.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Delftse powervrouw zet zich in tegen vrouwenbesnijdenis:
«Dit gebeurt ook in Nederland»»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u de Kamer inzicht geven in de (vermoedelijke) cijfers van het aantal gevallen
van genitale verminking in Nederland (hoe vaak vindt het plaats in Nederland, hoe
vaak in het buitenland en hoeveel vrouwen in Nederland zijn besneden?) en het aantal
vrouwen dat zich jaarlijks meldt bij de huisarts met deze problematiek?
Antwoord 2
Op 3 juli 2019 heeft de Minister van VWS aan uw Kamer de beleidsreactie op het prevalentierapport
van Pharos verstuurd.2 Uit dit onderzoek blijkt dat naar schatting 41.000 vrouwen genitale verminking (VGV)
hebben ondergaan. Het onderzoek geeft geen actuele cijfers van waar deze besnijdenissen
hebben plaatsgevonden. Het geeft wel aan dat er enkele aanwijzingen zijn dat VGV plaatsvindt
in Europa (bijvoorbeeld in Frankrijk, Italië, Zwitserland en het Verenigd Koninkrijk),
en dat er aanwijzingen zijn dat meisjes slachtoffer worden van VGV tijdens een vakantie
in hun land van herkomst. Het aantal vrouwen dat zich meldt bij de huisarts omdat
zij slachtoffer zijn van VGV wordt niet gemonitord.
Vraag 3 en 8
Deelt u de mening dat preventie van groot belang is bij risicogroepen en dat al vanaf
de vruchtbare levensfase (nog voor een vrouw zwanger wordt), informatie ter preventie
moet worden geboden door de huisarts, om te voorkomen dat een in de toekomst geboren
dochtertje genitaal verminkt gaat worden? Zo ja, hoe kunt u ervoor zorgen dat huisartsen
te allen tijde deze informatie ook verstrekken?
Bent u bereid om met de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) in gesprek te gaan
om afspraken te maken over de preventie van genitale verminking, zoals het aangaan
van het eerste gesprek bij vermoeden van mogelijke genitale verminking of van het
vaststellen van reeds plaatsgevonden genitale verminking in de spreekkamer van de
huisartsenpost, zodat adequate hulp en in sommige gevallen een verwijzing naar een
gespecialiseerd arts kan worden geboden?
Antwoord 3 en 8
VGV is een vorm van ernstige en – voor het merendeel van de slachtoffers – onomkeerbare
mishandeling met grote gevolgen voor de mentale en fysieke gezondheid. Ik deel dan
ook de mening dat preventie essentieel is bij de aanpak van VGV. Het preventiebeleid
bestaat uit een aantal generieke en specifieke maatregelen om VGV te voorkomen, bijvoorbeeld
de inzet van sleutelpersonen.
In de Actieagenda schadelijke praktijken (hierna: de actieagenda) zijn aanvullende
maatregelen opgenomen om VGV te voorkomen.3 Ook het signaleren door medische professionals bij vermoedens van dreigende VGV is
een belangrijk onderdeel van preventie. VGV is een vorm van kindermishandeling, en
valt onder de Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling (hierna: de Meldcode).
De specifieke rol van de huisarts bij VGV betreft het signaleren en melden van vermoedens
van dreigende VGV, het bieden van nazorg en/of het behandelen van medische complicaties,
en het doorverwijzen naar medische specialisten bij reeds uitgevoerde VGV. Ik ben
bereid om met de LHV in gesprek te gaan over de vraag of er voldoende bekendheid bij
huisartsen is over deze problematiek, of dat aanvullende informatie nodig is.
Vraag 4 en 5
Deelt u de mening dat preventie een taak is van de gehele keten van zorg: de huisarts,
de verloskundige, gynaecoloog, kinderarts, consultatiebureau en Jeugd en Gezin, Veilig
Thuis?
In hoeverre functioneert de huidige ketenaanpak van genitale verminking? Hoeveel meldingen
van vrouwelijke genitale verminking heeft Veilig Thuis afgelopen twee jaar gekregen?
Hoe vaak heeft Veilig Thuis een onderzoek ingesteld? Heeft Veilig Thuis bij vastgestelde
vrouwelijke genitale verminking aangifte gedaan? Hoe vaak heeft Veilig Thuis een constatering
van vrouwelijke genitale verminking uitgezet bij de Raad voor de Kinderbescherming?
Hoe vaak heeft de Raad voor de Kinderbescherming kinderbeschermingsmaatregelen genomen
wegens vrouwelijke genitale verminking?
Antwoord: 4 en 5
In Nederland geldt al jaren een zero tolerance beleid ten aanzien van VGV. De Nederlandse
ketenaanpak van VGV bestaat uit een combinatie van preventie, wetshandhaving en goede
zorg voor vrouwen die een besnijdenis hebben ondergaan. Het beleid in Nederland is
vooral gericht op voorkomen dat een meisje besneden wordt. Als preventie niet gelukt
is, is repressie aan de orde. Veel professionals hebben een rol bij de aanpak van
VGV, waaronder de Jeugdgezondheidszorg, Veilig Thuis, het onderwijs en verloskundigen.
ZonMw laat momenteel een onderzoek uitvoeren naar het functioneren van de ketenaanpak
VGV, als onderdeel van het onderzoeksprogramma van Geweld Hoort Nergens Thuis.4
Alle professionals die geacht worden te werken met de Meldcode hebben een rol in het
signaleren en melden van dreigende VGV. Daarbij wordt binnen de Nederlandse ketenaanpak
nauw samengewerkt tussen alle betrokken partijen om VGV te voorkomen. De Veilig Thuis
organisaties registreren van elke adviesvraag en melding van huiselijk geweld en kindermishandeling
ook de aard van het vermoedelijke geweld, waaronder VGV. Vanwege het geringe aantal
adviezen en meldingen over VGV worden deze in de statistieken van het Centraal Bureau
voor Statistiek (CBS) meegeteld in de categorie fysieke kindermishandeling. De Raad
voor de Kinderbescherming verzoekt de kinderrechter om een kinderbeschermingsmaatregel
op te leggen als een minderjarige ernstig in zijn ontwikkeling wordt bedreigd. De
oorzaak van deze ontwikkelingsbedreiging wordt echter niet als zodanig geregistreerd.
Vraag 6 en 11
Bent u bereid de gehele keten beter te laten samenwerken rond deze problematiek? Zo
ja, hoe kunt u ervoor zorgen dat zorgverleners voldoende kennis hebben van de materie
(welke type vrouw heeft grote kans besneden te zijn, hoe ga je dat lastige gesprek
aan, urgentie van preventie inzien, etc.)?
Kunt u een overzicht overleggen van de educatie over genitale verminking die thans
wordt verstrekt aan huisartsen en verloskundigen en in samenspraak met de KNMG en
LHV bezien of er meer gerichte educatie kan worden gemaakt?
Antwoord 6 en 11
In de Actieagenda Schadelijke Praktijken zijn een aantal maatregelen aangekondigd
die er op gericht zijn om de ketenaanpak VGV verdergaand te verbeteren. Een voorbeeld
hiervan is het verbeteren van de registratie door de GGD en de JGZ.
Medische professionals zijn een belangrijke schakel in het voorkomen van VGV en het
bieden van de nodige nazorg voor besneden vrouwen en meisjes.
Momenteel beschikken medische professionals over een aantal bronnen van informatie
over VGV. Zo is onlangs de «Leidraad Medische zorg voor vrouwen en meisjes met vrouwelijke
genitale verminking» (hierna: de leidraad) ontwikkeld. De leidraad geeft medische
professionals informatie over preventie, signaleren en bespreken, gevolgen en behandeling
van (complicaties van) VGV. Met het oog op het verbeteren van de kennis van professionals
om VGV en andere vormen van schadelijke praktijken beter te herkennen, laat ik, als
onderdeel van de actieagenda, e-learning-modules ontwikkelen voor basisopleidingen
en deskundigheidsbevordering voor professionals. Expliciet onderdeel hiervan is het
toepassen van de Meldcode. Dit ontwikkeltraject wordt op korte termijn gestart.
Vraag 7
Bent u bekend met het handelingsprotocol Vrouwelijke Genitale Verminking bij minderjarigen
van Pharos? Vindt u deze aanpak geschikt en in hoeveel gemeenten wordt deze geïmplementeerd?
Zo ja, waarom wel en sinds wanneer? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Ja, ik ken dit handelingsprotocol. Het betreft afspraken die zijn gemaakt tussen onder
andere Veilig Thuis, de Raad voor de Kinderbescherming en de politie, over hoe gehandeld
dient te worden bij vermoedens van VGV. Het is een protocol met werkafspraken tussen
de partijen, met als doel om de ketensamenwerking te versterken. Ik beschik niet over
gegevens van hoeveel gemeenten gebruik maken van het protocol.
Vraag 9
Kunt u een toelichting geven op het huidige beleid rond de vergoeding van hersteloperaties
uit het basispakket en hoe wordt omgegaan met cosmetische hersteloperaties?
Antwoord 9
Uw Kamer is op 29 mei 2020 geïnformeerd5 over het advies van het Zorginstituut dat reconstructieve behandelingen zoals omschreven
in de leidraad behoren tot het basispakket van de zorgverzekering. Vrouwen die voldoen
aan de voorwaarden zoals omschreven door de beroepsgroep krijgen de hersteloperatie
dan ook vergoed uit de basisverzekering. In de leidraad is aangegeven dat er aan een
hersteloperatie nog veel risico’s op complicaties zijn verbonden. Om die reden worden
hersteloperaties enkel om cosmetische redenen nog niet uitgevoerd. Het is noodzakelijk
om eerst meer inzicht te verkrijgen in de veiligheid en effectiviteit van de hersteloperatie
alvorens beoordeeld kan worden of cosmetische hersteloperaties wenselijk zijn.
In de leidraad is tevens aangegeven dat het voor een dergelijk onderzoek naar de veiligheid
en effectiviteit van hersteloperaties nodig is dat een groep vrouwen voor enige tijd
gevolgd wordt. Het proces voor het doen van dit onderzoek loopt. Patiënten worden
doorverwezen naar het Amsterdam UMC waar multidisciplinaire zorg voor deze hersteloperaties
gecentraliseerd is vanwege de expertise die het UMC in huis heeft.
Vraag 10
Bent u bekend met het feit dat artsen momenteel een dot-registratie missen om medische
consulten en eventuele ingrepen bij genitaal verminkte vrouwen te kunnen registreren,
terwijl zij hier wel behoefte aan hebben, en waarmee ook de zorgsector en het Rijk
meer inzicht zou krijgen in de problematiek? Zo ja, bent u bereid een dot-registratie
voor deze zorgvraag met eventuele operaties te introduceren? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 10
Het klopt dat een onderdeel van de zorg zoals genoemd in de leidraad op dit moment
nog niet geregistreerd kan worden door de medisch specialist. Dit geldt alleen voor
de clitorisreconstructie. Voordat dit opgenomen kan worden in het Diagnose Behandelcombinatie
(dbc)systeem is het noodzakelijk voor de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) dat de organisatie
van zorg duidelijk is. De beroepsgroep en de NZa zijn hierover in gesprek en wanneer
dit helder is wordt gekeken hoe deze ingreep in de dbc’s opgenomen kan worden. Voor
de overige zorg genoemd in de leidraad is de bekostiging (in de medisch specialistische
zorg) geregeld.
Vraag 12 en 13
Welke specifieke maatregelen neemt u, de Minister van VWS, om kwetsbare vrouwen en
jonge meisjes uit gemeenschappen waar genitale verminking vaak (algemeen) geaccepteerd
is, tijdens deze gedeeltelijke lockdown alsnog te bereiken en te informeren over mogelijke
hulp die het Rijk en andere instanties omtrent dit onderwerp kunnen bieden?
Welke ondersteuning biedt u, de Minister van VWS, momenteel aan instanties als de
GGD die door het bestrijden van COVID-19 minder tijd hebben voor het informeren en
helpen van kwetsbare vrouwen en jonge meisjes die ofwel een reële kans lopen op genitale
verminking ofwel al genitaal verminkt zijn?
Antwoord 12 en 13
Het kabinet heeft sinds het begin van de coronacrisis verschillende maatregelen getroffen
om te voorkomen dat de spanningen thuis hoog oplopen, en om ervoor te zorgen dat slachtoffers
van huiselijk geweld en kindermishandeling op laagdrempelige manieren een melding
kunnen doen. Zo is een chatfunctie bij Veilig Thuis ingevoerd zodat slachtoffers niet
hoeven te bellen, en sinds 1 mei kunnen slachtoffers door het codewoord «masker 19»
een melding doen bij apotheken. Tot op heden heb ik geen signalen ontvangen dat door
de coronacrisis en gebrek aan capaciteit geen mogelijkheid is om in te zetten op VGV
preventie. Ik heb regelmatig contact met alle betrokken partijen en blijf daarbij
alert op deze signalen.
Vraag 14
Bent u, Minister van SZW, bereid in de inburgeringscursus en het examen specifiek
aandacht te besteden aan de schadelijkheid en illegaliteit van genitale verminking
en dit niet slechts in algemene normen te betrekken in het cursusaanbod en het examen?
Zo ja, hoe? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 14
In de nieuwe opzet van het inburgeringsstelsel wordt het minimum aantal uren van het
participatieverklaringstraject (PVT) uitgebreid van vier naar twaalf uur. Meer contactmomenten
en dus ook momenten van overdracht van kernwaarden, fundamentele vrijheden en rechten
vergroot de kennis van deze waarden. In het PVT is zowel bij de behandeling van de
kernwaarde vrijheid als bij gelijkwaardigheid ruimte om specifieke thema’s te adresseren.
Het zelfbeschikkingsrecht is expliciet in de participatieverklaring opgenomen. Het
doel van Kennis Nederlandse Maatschappij (KNM), als onderdeel van het inburgeringsexamen,
is om inburgeraars kennis te laten vergaren over regels, instanties, gebruiken en
gewoontes in de Nederlandse samenleving. Dit resulteert in een breed scala van onderwerpen
waarover de inburgeraar iets moet weten, de zogenaamde eindtermen. Zelfbeschikking,
vrijheid van meningsuiting, gelijkheid en daaraan verbonden rechten maken hier al
een belangrijk onderdeel van uit. Alles overziende zie ik geen aanleiding om het examen,
en daarvan afgeleid het cursusaanbod, aan te passen.
Ter uitvoering van het amendement van het lid Becker – gericht op het tegengaan van
culturele onderdrukking en ter bevordering van zelfbeschikking6 – zet het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid in op voorlichting aan
nieuwkomers over het thema zelfbeschikking, waaronder vrouwelijke genitale verminking.
Vraag 15
Per wanneer zal het aan de Kamer toegezegde beleid geeffectueerd worden om met extra
controles op Schiphol te voorkomen dat meisjes en vrouwen meegenomen worden naar het
buitenland om genitaal verminkt te worden?
Antwoord 15
De versterking van signalering door professionals op vliegvelden voor dreigende VGV
is onderdeel van de actieagenda. Vanwege de coronacrisis ligt de focus op maatregelen
die op dit moment kunnen worden uitgevoerd en ook in de huidige situatie een bijdrage
kunnen leveren aan de aanpak van VGV. Doordat het vliegverkeer in grote mate stil
ligt wordt de prioriteit aan andere maatregelen gegeven. Het is daarom niet te zeggen
vanaf wanneer dit geeffectueerd wordt.
Vraag 16
Hoe werkt momenteel de vrijwillige meldcode eergerelateerd geweld in het aantal meldingen
dat binnenkomt rond genitale verminking? Bent u bereid te onderzoeken om een meldplicht
te introduceren voor hulpverleners, onderwijzers en artsen bij Veilig Thuis, bij een
vermoeden van (aanstaande) genitale verminking, zodat altijd hulp wordt geboden en
ook een strafrechtelijk traject in gang kan worden gezet richting de daders? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord 16
Alle vormen van eergerelateerd geweld vallen onder de Meldcode. Daarnaast is het een
professionele norm om bij vermoedens van acute en structurele onveiligheid een melding
te doen bij Veilig Thuis. De factsheet van Movisie over (vermoedens van) eergerelateerd
geweld is een nuttig hulpmiddel ter invulling van de stappen van de Meldcode. Het
geeft professionals handvatten om de Meldcode toe te passen in situaties waar eer
een rol speelt, met daarbij speciale aandacht voor de familieverhoudingen. In deze
factsheet is VGV als onderwerp opgenomen, en is een verwijzing gemaakt naar het handelingsprotocol
VGV. Dit handelingsprotocol is dan ook leidend. Er zijn geen actuele cijfers over
de hoeveelheid meldingen van VGV die met behulp van de factsheet van Movisie zijn
gedaan.
Als onderdeel van de actieagenda wordt onderzocht wat professionals beweegt om bij
(vermoedens van) VGV al dan niet de stappen van de meldcode te doorlopen en waar nodig
een melding te doen bij Veilig Thuis. De reden voor het uitvoeren van het onderzoek
is het feit dat de geringe hoeveelheid meldingen van VGV niet overeenkomt met de prevalentiecijfers
van het onderzoek uitgevoerd door Pharos. In dit onderzoek, waarvan de resultaten
voor de zomer worden verwacht, worden professionals gevraagd welke stappen zij nemen
wanneer zij een vermoeden hebben van (dreigende) VGV. Op basis hiervan wordt bekeken
hoe de toepassing van de Meldcode in geval van mogelijke VGV kan worden verbeterd.
Daarnaast wordt de vraag voorgelegd of een meldplicht mogelijk behulpzaam kan zijn.
Tegelijkertijd heeft de Raad van State bij het ontwerpbesluit van de aangepaste Meldcode
in 2017 zich kritisch uitgelaten over het invoeren van een meldplicht. Zo bestaan
bijvoorbeeld zorgen over de autonomie van het slachtoffer en de beperking van de autonomie
van de deskundige professional.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P. Blokhuis, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede namens
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.