Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Özütok over het bericht 'burgemeester Sjors Fröhlich over schadevergoeding Niemans: Dit is een mokerslag'?
Vragen van het lid Özütok (GroenLinks) aan de Minister van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht «burgemeester Sjors Fröhlich over schadevergoeding Niemans: Dit is een mokerslag»? (ingezonden 16 december 2020).
Antwoord van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), mede
namens de Staatssecretaris van Financiën (Fiscaliteit en Belastingdienst) (ontvangen
4 februari 2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 1345.
Vraag 1
Kent u het bericht: «burgemeester Sjors Fröhlich over schadevergoeding Niemans: Dit
is een mokerslag»?1
Antwoord 1
Ja
Vraag 2
Wat zijn de praktische gevolgen voor de gemeente Vijfheerenlanden in geval de gemeente
niet in cassatie gaat of de uitspraak in cassatie in stand zal blijven en deze uitspraak
definitief wordt? Moet de gemeente het bedrag op korte termijn uit de eigen middelen
betalen? Moet de gemeente Vijfheerenlanden dan bijvoorbeeld (fors) gaan bezuinigen
op de voorzieningen voor inwoners?
Antwoord 2
Het Gerechtshof in Den Haag heeft op 15 december van vorig jaar bepaald dat de gemeente
Vijfheerenlanden ruim € 90 mln. moet voldoen. De gemeente moet dit op korte termijn
uit eigen middelen betalen en de kosten van eventuele financiering dekken binnen haar
begroting. Momenteel onderzoekt de gemeente Vijfheerenlanden zelf de uitspraak en
implicaties. Mijn ambtenaren hebben hierover gesproken met de provincie en gemeente.
Volgens de gemeente is de begroting voor het jaar 2021 in evenwicht. Wel geeft de
gemeente aan dat de betalingsverplichting «een enorme bres slaat in de reserves» en
dat de maatschappelijke impact groot is. Volgens de gemeente kan zij haar doelstellingen
op het gebied van onder andere duurzaamheid, woningbouw en mobiliteit niet meer realiseren.
Ik ga hier nader op in bij vraag zes.
Vraag 3
Deelt u de mening dat het maatschappelijk niet te verantwoorden is dat de inwoners
van de huidige gemeente Vijfheerenlanden grote gevolgen ondervinden van een schadevergoeding
die betaald dient te worden voor een gebeurtenis van meer dan 40 jaar geleden bij
een van de rechtsvoorgangers van de huidige gemeente? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
De gemeente is een autonome bestuurslaag. Een gemeente is daarom in de eerste plaats
zelf verantwoordelijk voor haar financiële positie en de (financiële) consequenties
van haar handelen. De rechtelijke uitspraak is het gevolg van een langlopende kwestie
waarover de drie rechtsvoorgangers (Leerdam, Zederik en Vianen) zijn geïnformeerd
in het kader van het haalbaarheidsonderzoek voor de herindeling die heeft geleid tot
de gemeente Vijfheerenlanden.
Vraag 4
Kunt u het juridische kader schetsen wat er gebeurt als een gemeente zo’n grote schuld
heeft die zij niet (op korte termijn) kan aflossen?
Antwoord 4
Uitgangspunt is dat de gemeente zelf de schuld voldoet. Wanneer de gemeente dit niet
(op korte termijn) kan en het de gemeente niet lukt de baten en de lasten in de begroting
structureel in evenwicht te krijgen, kunnen gedeputeerde staten preventief toezicht
instellen. In dat geval moeten begrotingswijzigingen worden goedgekeurd door de provincie.
Dit is momenteel ook van toepassing op de gemeente Vijfheerenlanden. Doel van preventief
toezicht is te zorgen dat de gemeente de begroting weer structureel in evenwicht krijgt.
Voor gemeenten die financiële problemen ondanks het preventief toezicht alsnog niet
zelf kunnen oplossen bestaat er een vangnet. Dit vangnet is beschreven in de Financiële-verhoudingswet,
artikel 12 en de Handleiding Artikel 12 Financiële-verhoudingswet. Een artikel 12-gemeente
krijgt geld bovenop de gewone uitkering uit het gemeentefonds. Daarom heet het geld
een aanvullende uitkering. Alle gemeenten betalen dus aan de aanvullende uitkering
mee. Artikel 12-gemeenten moeten aan een aantal voorwaarden van het Rijk voldoen om
het extra geld te ontvangen. Die zien op de omvang en de duur van het tekort, de minimale
hoogte van de OZB en het maximale uitgavenniveau. De gemeente en provincie hebben
in het overleg aangegeven dat het niet in de verwachting ligt dat een beroep op artikel
12 nodig zal zijn.
Vraag 5
Zijn er meer soortgelijke gevallen bekend waarbij een fusiegemeente geconfronteerd
is met een grote claim uit het verleden van een van de rechtsvoorgangers? Zo ja, kunt
u daar voorbeelden van geven? Hoe is daar toen mee omgegaan?
Antwoord 5
Er zijn geen gevallen bekend waarbij een fusiegemeente geconfronteerd is met een grote
claim uit het verleden van een van de rechtsvoorgangers. Wel liep er een procedure
tegen de gemeente Muiden, die is afgerond met een vaststellingsovereenkomst. De gemeente
Muiden heeft hierna een beroep gedaan op Artikel 12 Financiële-verhoudingswet. Zowel
de vaststellingsovereenkomst als de procedure in het kader van Artikel 12 hebben plaatsgevonden
voorafgaand aan de herindeling van Muiden met andere gemeenten in de gemeente Gooise
Meren.
Vraag 6
Bent u bereid om, zeker nu veel gemeenten al kampen met financiële tekorten, samen
met de provincie Utrecht, de gemeente Vijfheerenlanden en haar inwoners te ondersteunen
bij de gevolgen die deze uitspraak met zich meebrengt? Zo ja, op welke wijze? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord 6
Uitgangspunt is de wet- en regelgeving zoals hierboven geschetst. Ik begrijp dat dit
voor deze net opgerichte gemeente een lastige en gevoelige situatie is. Direct na
de uitspraak van het Gerechtshof hebben mijn ambtenaren contact gehad met de gemeente.
Het gesprek heeft geleid tot de afspraak dat de gemeente Vijfheerenlanden met ondersteuning
van BZK en de provincie Utrecht de gevolgen van de uitspraak voor de ambities van
Vijfheerenlanden in relatie tot de financiële positie in kaart gaat brengen en vervolgens
inventariseert welke mogelijkheden er zijn om welke ambities in verloop van tijd te
realiseren zijn. Daarbij wordt ook gekeken welke mogelijkheden er zijn om koppelingen
te maken met provinciaal- en Rijksbeleid.
De ondersteuning van de provincie en BZK wordt op twee manieren vormgegeven. Allereerst
betalen de provincie en BZK mee aan de verkenning die onder opdrachtgeverschap van
de gemeente wordt uitgevoerd door een externe verkenner of bureau. Daarnaast brengen
de provincie en BZK expertise in. De eerste stap is om in samenspraak met provincie
en BZK een opdracht te formuleren voor een externe verkenner of bureau, die deze opdracht
gaat uitvoeren. Het streven is om de verkenning binnen 3 maanden af te ronden.
Vraag 7
Kunt u deze vragen één voor één beantwoorden?
Antwoord 7
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Mede namens
J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.