Schriftelijke vragen : Het rapport ‘The Sobering Truth: Incentivizing Alcohol Death and Disability’
Vragen van de leden Alkaya en Van Gerven (beiden SP) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over het rapport «The Sobering Truth: Incentivizing Alcohol Death and Disability» (ingezonden 2 februari 2021).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het rapport van Vital Strategies met de titel «The Sobering
Truth: Incentivizing Alcohol Death and Disability»?1
Vraag 2
Hoe beoordeelt u de strekking van dit rapport, namelijk dat onder meer financiële
steun aan projecten in ontwikkelingslanden waar alcoholproducenten bij betrokken zijn,
bijdraagt aan de toename van de alcoholproblematiek in de betreffende landen en daarmee
in strijd is met de Duurzame Ontwikkelingsdoelen (SDG's) van de Verenigde Naties,
waarin landen zich hebben gecommitteerd aan het versterken van de preventie en de
behandeling van schadelijk alcoholgebruik (SDG 3.5), dit zowel op nationaal als internationaal
niveau?
Vraag 3
Herinnert u zich het antwoord op Kamervragen dat er tussen 2007 en begin 2018 € 6,5
miljoen subsidie in het kader van ontwikkelingssamenwerking is verleend aan projecten
in Afrikaanse landen waarbij Heineken betrokken was? Is er sinds begin 2018 door de
Nederlandse overheid nog (direct of indirect) subsidie verleend aan ontwikkelingsprojecten,
in Afrika en andere ontwikkelingslanden, waarbij Heineken of andere Nederlandse alcoholproducenten
betrokken waren? Zo ja, kunt u een overzicht geven van die subsidies?2
Vraag 4
Zijn de projecten, waarvan u eerder aangaf dat er in 2018 in zes Afrikaanse landen
partnerschappen waren waarin Heineken partner of afnemer was, inmiddels tegen het
licht gehouden naar aanleiding van de aanpak van seksueel grensoverschrijdend gedrag?
Zo ja, wat was de uitkomst?
Vraag 5
Klopt het het, zoals de auteur van het artikel «Heiniken in Afrika: de hulp blijft
achter op de handel» uit maart 2019 beweert, dat Heineken het programma dat ertoe
moest leiden dat Afrikaanse brouwerijen meer lokale grondstoffen gebruiken «off track»
(buiten werking) is, omdat de doelstelling van 60% lokale productie naar verwachting
in 2020 bij lange na niet zou worden gehaald? Hoe beoordeelt u deze situatie?3
Vraag 6
Deelt u de mening dat de projecten waarbij Heineken betrokken was geen subsidie hadden
mogen ontvangen, omdat de regering alleen subsidie mag verlenen als het een bedrijf
betreft dat daartoe zelf de middelen niet heeft? Wat is uw reactie op het feit dat
Heineken in het programma Zembla heeft toegegeven dat het bedrijf de ontwikkelingsprojecten
waaraan subsidie is verstrekt ook zonder overheidssteun zou hebben uitgevoerd? Deelt
u de mening dat de financiële steun aan deze projecten daarmee onterecht is geweest?
Vraag 7
Bent u bereid voortaan geen steun meer te verlenen aan projecten in ontwikkelingslanden
waar Nederlandse alcoholproducenten bij betrokken zijn, maar te investeren in projecten
gericht op het verminderen van de mede door producenten als Heineken veroorzaakte
alcoholproblematiek in deze landen, opdat wordt bijgedragen aan het behalen van de
Duurzame Ontwikkelingsdoelen?
Vraag 8
Kunt u aangeven hoe u, in het kader van uw handelsbeleid, de wereldwijde bedrijvigheid
van Heineken ondersteunt, vooral op groeimarkten op het Afrikaanse continent en in
Azië? Deelt u de opvatting dat dergelijke steun, zeker ook in het kader van de Duurzame
Ontwikkelingsdoelen, ongepast is vanwege de zeer substantiële sterfte- en ziektelast
ten gevolge van alcoholconsumptie?
Indieners
-
Gericht aan
P. Blokhuis, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Gericht aan
S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking -
Indiener
M.Ö. Alkaya, Tweede Kamerlid -
Medeindiener
H.P.J. van Gerven, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.