Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kuiken over het bericht ‘Geen enkel alleenstaand kind uit kamp Moria is in Nederland aangekomen’
Vragen van het lid Kuiken (PvdA) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over het bericht «Geen enkel alleenstaand kind uit kamp Moria is in Nederland aangekomen» (ingezonden 19 januari 2021).
Antwoord van Staatssecretaris Broekers-Knol (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 1 februari
2021)
Vraag 1, 2 en 4
Heeft u kennisgenomen van het bericht ««Geen enkel» alleenstaand kind uit kamp Moria
is in Nederland aangekomen»? Wat is uw reactie op dit bericht?1
Klopt het dat tot nu toe nog geen enkel alleenstaand kind in Nederland is gearriveerd?
Zo ja, erkent u hiermee dat er bij lange na niet is voldaan aan de gemaakte beloftes
onder de Moria-deal?
Klopt het dat komende week slechts één Syrisch jongetje in Nederland arriveert? Bent
u van plan om alsnog aan de Moria-deal te voldoen door op de kortst mogelijke termijn
tenminste vijftig alleenstaande kinderen op te vangen in Nederland? Zo ja, hoe gaat
u dit bewerkstelligen en op welke termijn? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 1, 2 en 4
Ik heb kennisgenomen van genoemd bericht. Op 19 januari jl. heb ik uw Kamer, in het
kader van de periodieke informatieverschaffing over de voortgang van het Grieks-Nederlandse
samenwerkingsverband, geïnformeerd2 over de invulling van het Nederlandse herplaatsingsaanbod, inclusief de uitdagingen
die daarbij zijn ondervonden en de afwegingen die terzake zijn gemaakt.
Over individuele gevallen doe ik geen uitspraken. Wel kan ik u melden dat in januari
twee alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv) vanuit Griekenland in Nederland
zijn aangekomen.
Vraag 3
Klopt het dat van de 49 mensen die voor kerst arriveerden het niet bekend is hoeveel
van hen tijdens de brand in kamp Moria verbleven? Zo nee, hoeveel mensen van deze
groep verbleven op het moment van de brand wel in Moria? Zo ja, erkent u dat dit niet
in lijn is met de deal die specifiek betrekking had op het opvangen van honderd mensen
die slachtoffer werden van de verwoestende brand?
Antwoord 3
Van de door Nederland geselecteerd kwetsbare personen verbleven 9 kwetsbare gezinnen
met minderjarige kinderen, in totaal 45 personen, op enig moment op Lesbos. Zoals
eerder toegelicht, is het feit dat deze kwetsbare personen uiteindelijk van verschillende
plekken in Griekenland afkomstig zijn te herleiden tot het verzoek van de Griekse
autoriteiten en de Europese Commissie om het selectiecriterium niet te beperken tot
verblijf in Moria. Het belangrijkste criterium voor selectie is immers de kwetsbaarheid
van de vluchtelingen. Ook bestonden er zorgen bij de Griekse autoriteiten voor mogelijke
precedentwerking en meer brandstichting met alle humanitaire gevolgen van dien. Voor
een nadere toelichting met betrekking tot de selectie alsook ten aanzien van de voorwaarde
van het verblijf in Moria verwijs ik u kortheidshalve naar mijn brieven van 24 november
jl. en 19 januari jl.3
Vraag 5 en 6
Deelt u de mening dat toekijken hoe de humanitaire ramp die zich op de Griekse eilanden
en met name in Moria 2.0 ontwikkelt niet langer tot de mogelijkheden behoort? Zo nee,
waarom niet?
Bent u bereid om naast het voldoen aan de werkelijke voorwaarden van de Moria-deal
en gezien de onmenselijke omstandigheden op de Griekse eilanden een groter aantal
kwetsbare mensen op te nemen in Nederland? Zo ja, op welke termijn? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 5 en 6
Het kabinet is het met u eens dat de omstandigheden van opvang op de Griekse eilanden
nog altijd zorgelijk zijn. Dat geldt in het bijzonder voor Samos en Chios, maar ook
op Lesbos zijn verdere verbeteringen noodzakelijk. In diverse Kamerbrieven bent u
geïnformeerd over de inspanningen die terzake worden verricht, laatstelijk in mijn
brief van 19 januari jl.
Tegelijkertijd doet het kenmerken van het nieuwe tijdelijke opvangkamp Mavrovouni
als «Moria 2.0» geen recht aan de realiteit, noch aan de geleverde inspanningen van
de Griekse autoriteiten, de Europese Commissie en (internationale) organisaties. De
opvangomstandigheden in Mavrovouni zijn in bijna alle opzichten beter dan in het zwaar
overbevolkte Moria, zoals opgemerkt in mijn hogergenoemde brief. Mij is dit zeer onlangs
nog bevestigd door de Nederlandse ambassadeur in Griekenland, naar aanleiding van
haar werkbezoek aan Mavrovouni op 28 januari jl. Deze observaties worden bovendien
onderschreven door commissaris Johansson en andere gesprekspartners van de Europese
Commissie alsmede de UNHCR.
Griekenland heeft in de periode na de branden in Moria ook geen nieuwe hulpverzoeken
meer gedaan. Ook op andere Griekse eilanden zijn de problemen in omvang afgenomen,
geholpen door de significante afname van het aantal migranten en vluchtelingen dat
op de eilanden verblijft: van 42.000 naar 17.000 in de tijdspanne van een jaar. Bovendien
wordt gewerkt aan nieuwe, permanente en structureel verbeterde faciliteiten, zogenaamde
Multi Purpose Registration Identification Centers (MPRICs), op alle eilanden. Op Leros en Kos zijn deze reeds in gebruik.
In lijn met de motie Voordewind c.s. heeft het kabinet zich maximaal ingespannen om
invulling te geven aan het herplaatsingsaanbod n.a.v. de humanitaire noodsituatie
als gevolg van de branden in Moria. Het kabinet is niet voornemens om een additioneel
herplaatsingsaanbod te doen. Bovendien ligt er ook geen Grieks verzoek daartoe.
Naar aanleiding van het Griekse herplaatsingsverzoek uit september 2019 hebben dertien
lidstaten en drie geassocieerde Europese landen op verschillende momenten toezeggingen
gedaan om in totaal circa 5.200 personen, waarvan 1.600 amv, vanuit Griekenland te
herplaatsen. IOM, samen met EASO, UNHCR en UNICEF, ondersteunt in opdracht van de
Europese Commissie de Griekse autoriteiten bij deze operatie. De organisatie meldt
dat op peildatum 22 januari 2021 elf lidstaten in totaal 2.269 asielzoekers en statushouders
hadden herplaatst, waarvan 586 amv.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.