Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Markuszower en Wilders over het bericht 'Gevangenis Vught verdacht van financiering terrorisme'
Vragen van de leden Markuszower en Wilders (beiden PVV) aan de Minister voor Rechtsbescherming over het bericht «Gevangenis Vught verdacht van financiering terrorisme» (ingezonden 22 december 2020).
Antwoord van Minister Dekker (Rechtsbescherming) (ontvangen 1 februari 2021). Zie
ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 1303.
Vraag 1
Kent u het bericht dat de gevangenis Vught verdacht wordt van het financieren van
terrorisme? Zo nee, waarom niet?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoe is het mogelijk dat de gevangenis in Vught geld naar de veroordeelde terrorist
Mohammed D. overmaakte? Bent u bereid de verantwoordelijke personen die zaten te slapen
te ontslaan en te straffen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
Gedetineerden beschikken over een rekening courant bij de penitentiaire inrichting
waarop zij tot beperkte hoogte middelen kunnen ontvangen. Het gaat om middelen overgemaakt
door derden of om loon uit in detentie verrichte arbeid.
Het is aan het Openbaar Ministerie om onderzoek te doen naar mogelijke overtredingen
van de Sanctieregeling Terrorisme.
Vraag 3
Bent u bereid maatregelen te treffen tegen de gevangenis in Vught, zodat dit soort
blunders nooit meer kunnen gebeuren? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
Bij de inwerkingtreding van de Sanctieregeling Terrorisme is nagelaten om een ontheffing
ten behoeve van DJI aan te vragen. In mei 2019 echter heeft de Minister van Financiën
ten behoeve van DJI een ontheffing afgegeven. Deze ontheffing verleent toestemming
om handelingen te verrichten die verboden zijn op grond van de bevriezingsmaatregel.
In de beantwoording van vragen gesteld door de leden Van Laan-Geselschap en Van Wijngaarden
van 12 juni 2019 heb ik uw Kamer hierover nader geïnformeerd.2
De ontheffing maakt mogelijk dat DJI aan personen op de nationale sanctielijst terrorisme
loon mag betalen en gemaximeerde bedragen van slechts één aangewezen contactpersoon
mag storten op de rekening courant van de gedetineerden ten behoeve van uitgaven voor
primaire levensbehoeften. Deze contactpersoon moet hiervoor ook een ontheffing aanvragen.
Tevens kan DJI namens de gedetineerde verschuldigd geld betalen aan derden, zoals
een schadevergoeding aan slachtoffers.
Vraag 4
Bent u bereid per direct een einde aan te maken aan het idiote feit dat gevangenen
geld gestort kunnen krijgen en het feit dat terroristen in de gevangenis betaald worden
voor klusjes in de gevangenis? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Nee. In de eerdergenoemde beantwoording van Kamervragen is aangegeven dat het om een
aantal redenen wenselijk is dat er beperkte middelen beschikbaar zijn voor gedetineerden
in detentie. DJI kan op deze manier, namens de betreffende gedetineerden, schadevergoedingen
aan slachtoffers of andere boetes vanuit detentie voldoen. Gedetineerden kunnen met
deze middelen aankopen doen uit de gevangeniswinkel. De beschikking over beperkte
middelen draagt bovendien bij aan resocialisatie, re-integratie en zelfredzaamheid.
Ten slotte is DJI verplicht loon uit te keren voor in de inrichting verrichte arbeid.
Vraag 5
Bent u met de mening eens dat terroristen helemaal niet hagelslag in een gevangeniswinkel
moeten kunnen kopen, maar permanent in volledige beperking zouden moeten zitten op
water en brood? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Nee. Zie daarvoor het antwoord op de vorige vraag.
In eerdere antwoorden op vragen van uw Kamer heb ik aangegeven dat de veiligheid centraal
staat in de Terroristenafdelingen, en de mogelijkheden geschetst om contacten van
deze gedetineerden met anderen te beperken.3 Ik acht een structurele volledige beperking van gedetineerden met een terroristische
achtergrond niet nodig.
Vraag 6
Klopt het dat de slechts tot drie jaar cel veroordeelde terrorist Mohammed D. inmiddels
weer vrij rondloopt? Zo ja, bent u bereid hem op te sporen en deze gevaarlijke terrorist
per direct het land uit te knikkeren? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Ik ga niet in op individuele casuïstiek. In algemene zin kan het Nederlanderschap
worden ingetrokken na een onherroepelijke veroordeling voor een terroristisch misdrijf
en wanneer betrokkene naast de Nederlandse een of meer andere nationaliteiten heeft.
In dat geval werkt de Dienst Terugkeer en Vertrek in een zo vroeg mogelijk stadium
aan het vertrek van deze persoon. Bij personen die (nog) Nederlander zijn kan de overheid
geen dwang toepassen het land te verlaten. Nadat het besluit tot intrekking kenbaar
is gemaakt en betrokkene geen rechtmatig verblijf in Nederland meer heeft, kan het
gedwongen dan wel zelfstandig vertrektraject worden ingezet.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.