Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Amhaouch en Postma over boetes voor te zwaar beladen grensoverschrijdend vrachtverkeer
Vragen van de leden Postma en Amhaouch (beiden CDA) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over boetes voor te zwaar beladen grensoverschrijdend vrachtverkeer (ingezonden 28 december 2020).
Antwoord van Minister Van Nieuwenhuizen Wijbenga (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen
1 februari 2021). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 1307.
Vraag 1
Kent u het bericht «Legaal in Nederland, op de bon in Duitsland: boetes voor te zwaar
beladen grensoverschrijdend vrachtverkeer in Selfkant»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat vindt u ervan dat lidstaten van de Europese Unie verschillende regels hanteren
voor grensoverschrijdend vrachtverkeer?
Antwoord 2
Op grensoverschrijdend vrachtverkeer is de Europese richtlijn 96/53/EG van toepassing.
In bijlage 1 van deze richtlijn staat een overzicht van het maximum toegestaan gewicht
van voertuigen. Vrachtverkeer mag een maximum gewicht hebben van 40 ton. Zowel Nederland
als Duitsland voldoen aan deze richtlijn. Uit de richtlijn blijkt verder dat lidstaten
op hun grondgebied hogere gewichten mogen toelaten dan in de richtlijn zijn vastgesteld.
Dit mag alleen als diezelfde regels ook van toepassing zijn voor vervoerders uit andere
lidstaten die over hun grondgebied rijden. In Nederland is dat 50 ton. Duitsland maakt
geen gebruik van deze mogelijkheid en volgt daarom de Europese richtlijn van 40 ton.
Vraag 3
Beaamt u dat zulk gebrek indruist tegen het beginsel van vrij verkeer van goederen
en diensten in Europa, waarbij ondernemers die grensoverschrijdende diensten aanbieden
geen onevenredige lasten zouden moeten dragen?
Antwoord 3
Nee. Zoals in het antwoord op vraag 2 is gesteld, is het toegestaan dat lidstaten
een hoger maximum gewicht toelaten op de weg. De voorwaarde is dat er geen sprake
mag zijn van discriminatie van voertuigen uit andere lidstaten. Er is dan ook geen
strijd met het beginsel van vrij verkeer.
Vraag 4
Wat vindt u ervan dat een gebrek aan eenduidige regelgeving voor belading in Europa
leidt tot hogere kosten en meer regeldruk voor bedrijven die grensoverschrijdend opereren?
Antwoord 4
Zie de antwoorden van vragen 2 en 3.
Vraag 5
Welke oplossing ziet u voor het feit dat vrachtauto’s onnodig broeikasgassen uitstoten,
omdat ze door afwijkende regels tussen lidstaten vaak worden gedwongen tientallen
kilometers om te rijden? Hoe past dit in de doelstellingen van klimaat en emissiereductie?
Antwoord 5
Wanneer over Duits grondgebied wordt gereden, is de Duitse wetgeving van toepassing.
De limiet in Duitsland is vastgesteld op 40 ton. Indien een Nederlandse onderneming
weet dat door Duitsland gereden gaat worden, moet hij zich houden aan de Duitse wetgeving.
Vraag 6
Welke oplossing ziet u voor het feit dat door afwijkende regels tussen lidstaten vrachtauto’s
vaak worden gedwongen om andere wegen te nemen, wat nadelig kan zijn voor de verkeersveiligheid
in verband met het meer in contact komen met ander verkeer?
Antwoord 6
Zie het antwoord op vraag 5.
Vraag 7
Bent u bereid om contact op te nemen met uw collega-minister van Noordrijn-Westfalen
om deze situatie te bespreken en om begrip te vragen voor deze grensspecifieke situatie?
En wilt u daarbij pleiten voor ontheffing voor dit specifieke stuk weg?
Antwoord 7
Nee, Duitsland houdt zich aan de Europese wetgeving. Uit eerdere ervaringen is bekend
dat de Duitse overheid geen voorstander is van het aanpassen van deze wetgeving.
Vraag 8
Kunt u aangeven welke acties de Europese Commissie gaat ondernemen? Klopt het dat
met de aanstaande herziening van de richtlijn omtrent gewichten en afmetingen voor
internationaal vrachtvervoer zal worden gekomen tot toekomstbestendige regelgeving,
daarbij rekening houdend met nieuwe typen emissievrije voertuigen wier mogelijk extra
gewicht het laadvermogen vermindert?2
3
Antwoord 8
De richtlijn 96/53/EG is voor het laatst herzien op 25 juli 2019. Door middel van
verordening 2019/1242 wordt vanaf dat moment ook rekening gehouden met extra gewicht
voor emissievrije voertuigen. Het gaat om 1 of 2 ton extra bovenop de 40 ton. Dit
extra gewicht is uitsluitend bedoeld voor het extra gewicht van de emissievrije technologie,
denk hierbij bijvoorbeeld aan de accu’s. Het is niet de bedoeling dat het laadvermogen
toeneemt. De mogelijkheid voor lidstaten om op hun grondgebied hogere gewichten toe
te laten dan in de richtlijn zijn vastgesteld blijft echter bestaan, waardoor de verordening
2019/1242 voor het extra gewicht van de emissievrije voertuigen in de praktijk daarom
geen invloed heeft op de Nederlandse situatie.
Vraag 9
Kunt u inzicht verschaffen in de financiële, maatschappelijke en milieu-impact van
het gebrek aan eenduidige regels voor grensoverschrijdend vrachtverkeer in Europa?
Antwoord 9
Er is (zie ook het antwoord op vraag 2) geen sprake van een gebrek aan eenduidige
regelgeving. Het maximumgewicht is vastgelegd op 40 ton. Lidstaten mogen wel hogere
gewichten vaststellen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.