Schriftelijke vragen : De onzin van subsidieslurpende mestfabrieken
Vragen van de leden Van Raan en Wassenberg (beiden PvdD) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over de onzin van subsidieslurpende mestfabrieken (ingezonden 29 januari 2021).
Vraag 1
            
Kent u het bericht «Het sprookje van de mega-mestbewerking»?1
Vraag 2
            
Kunt u bevestigen dat voor de bouw en exploitatie van mestvergisters (mono- en co-vergisters)
               en mestverbranders subsidie uit de Stimulering Duurzame Energieproductie en Klimaattransitie
               (SDE+(+))-regeling kan worden ontvangen?
            
Vraag 3
            
Hoeveel mestvergisters, mestverbranders en overige mestverwerkers zijn er momenteel
               in Nederland en hoeveel mest wordt hiermee verwerkt, in absolute zin en in het percentage
               van de totale mestproductie?
            
Vraag 4
            
Hoeveel subsidie is hiervoor in totaal reeds uitgegeven en hoeveel was dat onder de
               SDE+(+)-regeling? Kunt u dit uitsplitsen naar mestvergisters (mono- en co-vergisting),
               mestverbranders en overige mestverwerkers?
            
Vraag 5
            
Wat is de prijs per ton vermeden CO2-uitstoot van mestvergisters en mestverbranders?
Vraag 6
            
Bent u bekend met de klachten van omwonenden van mestfabrieken over de stank, ondanks
               dat exploitanten claimen dat deze «geurloos» zouden zijn? Kunt u aangeven hoeveel
               klachten er bij het Rijk, provincies en gemeenten zijn binnengekomen van omwonenden
               over de stank van mestfabrieken in de afgelopen vijf jaar?
            
Vraag 7
            
Kunt u aangeven hoeveel lekken of andere ongelukken er plaats hebben gevonden met
               mestfabrieken/mestvergisters in de afgelopen vijf jaar?
            
Vraag 8
            
Klopt het dat de meeste mestfabrieken grijs aardgas verbruiken voor het verwerkingsproces?
               Bij welk percentage van de mestfabrieken is dat het geval? Kunt u dit uitsplitsen
               per type mestfabriek (vergisting, verbranding en overige)?
            
Vraag 9
            
Hoeveel grijs aardgas wordt er jaarlijks gebruikt om dierlijke mest via monovergisting,
               co-vergisting en verbranding te verwerken en wat zijn de efficiëntie coëfficiënten
               en energieprestaties van deze mestfabrieken? Kunt u dit uitsplitsen naar type verwerking?
            
Vraag 10
            
Kunt u bevestigen dat mestverwerking met de huidige generatie mestvergisters en -verbranders
               ongeveer net zoveel energie (grijs aardgas) kost als dat het oplevert aan energie?
               Zo nee, waarom niet?
            
Vraag 11
            
Indien het antwoord op de vorige vraag ja is, beaamt u dan dat het greenwashing is om te stellen dat mestfabrieken «duurzaam biogas» produceren, omdat mestverwerking
               eigenlijk neerkomt op het simpelweg omzetten van grijs aardgas naar «biogas»? Zo nee,
               waarom niet?
            
Vraag 12
            
Kunnen mestfabrieken voor de energie voor het verwerkingsproces ook gebruik maken
               van houtige biomassa, door middel van gesubsidieerde industriële biomassaketels? Zo
               ja, hoeveel procent van de mestfabrieken maakt gebruik van zulke ketels en hoeveel
               subsidie hebben ze hiervoor in totaal ontvangen?
            
Vraag 13
            
Wordt bij de SDE+(+)-subsidie het energieverbruik van industriële biomassaketels op
               dezelfde manier gecorrigeerd als het grijs aardgasverbruik?
            
Vraag 14
            
Welk percentage van de mestfabrieken gebruikt de zelf opgewekte energie voor het verwerkingsproces?
               Kunt u bevestigen dat dit geen voorwaarde is voor de SDE++-subsidie? Waarom niet?
            
Vraag 15
            
Kunt u bevestigen dat het restproduct uit mono- en co-vergisting van mest digestaat
               is, waarvan nu geprobeerd wordt dit te vermarkten tot «kunstmestvervanger»?
            
Vraag 16
            
Hoeveel energie is er nodig voor de productie van 1 kilogram «kunstmestvervanger»
               uit dierlijke mest en hoeveel energie is er nodig om 1 kilogram «reguliere» stikstofkunstmest
               te produceren?
            
Vraag 17
            
Beaamt u dat in de biologische landbouw al sinds jaar en dag een simpele, goedkope
               en energiearme «kunstmestvervanger» wordt gebruikt, namelijk gewoon dierlijk mest?
            
Vraag 18
            
Kunt u uitsluiten dat het mogelijk is om de (co-)vergisting van mest en de verwerking
               van het digestaat onder te brengen in twee aparte besloten vennootschappen, waardoor
               een dubbele boekhouding gevoerd kan worden?
            
Vraag 19
            
Indien het antwoord op de vorige vraag nee is, deelt u dan het inzicht dat dit ongewenste
               situaties kan opleveren, omdat op deze manier de SDE++-subsidie op basis van de bruto
               opbrengst van het biogas uitgekeerd kan worden, dus zonder correctie voor een groot
               deel van het grijs aardgas verbruik?
            
Vraag 20
            
Klopt het dat de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) zich voor uitkering
               van SDE++-subsidies uitsluitend baseert op aangeleverde cijfers van de eigenaars van
               de mestfabrieken? Zo ja, hoe worden die cijfers op juistheid gecontroleerd?
            
Vraag 21
            
Bent u bereid om mestfabrieken, gezien ze fraudegevoelig zijn en niet of nauwelijks
               duurzame energie opwekken, te schrappen van de SDE++-subsidieregeling, zodat dit geld
               besteed kan worden aan écht duurzame energieproductie? Zo nee, waarom niet?2
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
L. van Raan, Tweede Kamerlid - 
              
                  Mede ondertekenaar
F.P. Wassenberg, Tweede Kamerlid 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.