Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Aukje de Vries over het bericht 'ECB veroorzaakt twijfel over 'groen' en 'bruin' schuldpapier'
Vragen van het lid Aukje deVries (VVD) aan de Minister van Financiën over het bericht «ECB veroorzaakt twijfel over «groen» en «bruin» schuldpapier» (ingezonden 14 januari 2021).
Antwoord van Minister Hoekstra (Financiën) (ontvangen 28 januari 2021).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «ECB veroorzaakt twijfel over «groen» en «bruin» schuldpapier»?1
Antwoord 1
Ja
Vraag 2
Wat vindt u ervan dat het steeds waarschijnlijker lijkt dat de Europese Centrale Bank
(ECB) actief schuldpapier van «vervuilers» wil weren?
Antwoord 2
De Raad van Bestuur («Governing Council») van de Europese Centrale Bank (ECB) is op
23 januari 2020 gestart met een herziening van de monetaire beleidsstrategie. De ECB
heeft aangegeven bij deze herziening ook te kijken naar de risico’s van klimaatverandering
en hoe deze risico’s doorwerken naar het monetaire beleidskader. Ik wil niet vooruitlopen
op de uitkomsten van de herziening.
Vraag 3
Wat wordt verstaan onder «groene» obligaties en wat onder «bruine» obligaties? Wat
wordt verstaan onder «vervuilers»?
Antwoord 3
Op dit moment ontbreekt nog een eenduidige definitie over wat groene obligaties zijn.
In dat kader wordt er in de Europese Unie gewerkt aan een duurzame taxonomie. Deze
taxonomie legt vast wat duurzame investeringen zijn en biedt daarmee duidelijkheid
aan de markt. Het raamwerk is reeds eind 2019 overeengekomen.2 Op dit moment werkt de Commissie aan onderliggende gedelegeerde wetgeving die vastlegt
aan welke criteria duurzame activiteiten moeten voldoen. Over de Nederlandse input
op deze criteria bent u recent geïnformeerd.3 Deze uitwerking zal uiteindelijk gebeuren op zes terreinen, waaronder klimaatmitigatie
en -adaptie, maar ook de bescherming van biodiversiteit. Op basis van deze taxonomie
werkt de Europese Commissie op dit moment tevens een groene obligatiestandaard uit.
Die standaard gaat de criteria vastleggen voor wanneer een obligatie het predicaat
groen kan dragen. Naast deze standaard bestaan overigens reeds veel private standaarden.
Zo baseert het kabinet zich voor wat betreft de groene investeringen die door de Nederlandse
groene staatsobligatie worden gedekt op uitgaven uit de Rijksbegroting die op basis
van de Green Bond Principles en het Climate Bond Initiative als groen aangemerkt kunnen worden. Zoals het kabinet aangaf in de initiatiefnota
«Van oliedom naar gezond verstand: verduurzaming van de financiële sector» is het
kabinet voornemens om een toekomstige uitgifte van een groene staatsobligatie te baseren
op de EU Groene Obligatiestandaard.
Naast een definitie van groene activiteiten, is ook nog verder werk nodig naar een
definitie van investeringen die milieudoelstellingen juist schaden. Zoals het kabinet
aangaf in reactie op voornoemde initiatiefnota is mede dankzij de Nederlandse inzet
afgesproken dat de Europese Commissie voor 31 december 2021 met een rapport komt over
de wenselijkheid van een taxonomie voor economische activiteiten die het milieu schaden.4 Het kabinet acht hiervoor een verbreding van de taxonomie wenselijk en zal zich hier
dan ook voor inzetten. Een algemene taxonomie kan financiële instellingen en toezichthouders
namelijk helpen bij het in kaart brengen van duurzaamheidsrisico’s. Naast deze taxonomie
werken financiële instellingen ook aan methodes om de onderliggende CO2-uitstoot van investeringen te meten. Die gegevens gebruiken zij om hun klimaatimpact
te rapporteren, hierop te sturen, en fossiele investeringen af te bouwen.
Los van dat nog geen heldere definities en geen eenduidige methodes bestaan, ondernemen
verschillende financiële instellingen initiatieven om activiteiten waarvan duidelijk
is dat deze milieudoelstellingen schaden af te bouwen. Zo hebben Nederlandse financiële
instellingen plannen gemaakt voor de vergroening van hun hypotheekportefeuille (bijvoorbeeld
via een energielabel-doelstelling), het vergroenen van beleggingsportefeuilles, of
de geleidelijke uitfasering van kolen-, olie-, of gasinvesteringen. Dit zullen zij
in het kader van hun commitment aan het klimaatakkoord in toenemende mate gaan doen.5 Tegelijkertijd ben ik van mening dat aanvullende definities deze positieve beweging
verder kunnen stimuleren.
Vraag 4
Wat kunnen de gevolgen van een dergelijke lijn van de ECB zijn?
Antwoord 4
De ECB herziet momenteel haar monetaire strategie. De afronding van de herziening
is voorzien in de tweede helft van 2021. Een onderdeel van de herziening is de vraag
waar en hoe het probleem van de klimaatverandering en de bestrijding ervan het monetair
beleid kunnen beïnvloeden.
Als de ECB in de uitvoering van haar monetaire beleid zal kiezen om te differentiëren
tussen groene en niet groene obligaties ligt het voor de hand dat zij bijvoorbeeld
aan zal gaan sluiten bij de EU taxonomie voor duurzame activiteiten. Die taxonomie,
en de verwachte daaruit volgende Europese Groene Obligatiestandaard, zullen het mogelijk
maken om duurzame activa te identificeren. Directieleden van de ECB hebben uitgesproken
voorstander te zijn van een verbreding van de taxonomie waarbij ook vervuilende obligaties
duidelijk worden geïdentificeerd6. Daarnaast zou de ECB rapportages over CO2-uitstoot door bedrijven als voorwaarden in het aankoopprogramma kunnen meenemen.
Dit bevordert de transparantie rond klimaatrisico’s.7
Als de ECB zou besluiten om te gaan differentiëren op basis van een dergelijke taxonomie
kan het gevolg zijn dat er meer duurzame activa worden aangekocht. De ECB bezit momenteel
al circa 20 procent van de «groene» obligaties die voldoen aan de kredietwaardigheidseisen
van het opkoopprogramma van de ECB.8
De overweging om te differentiëren tussen duurzame en minder duurzame activa is onderdeel
van de discussies bij de herziening van de monetaire beleidsstrategie.
Vraag 5
Op basis van welk mandaat of in het kader van welke passage in het Verdrag heeft de
ECB de mogelijkheid om een dergelijke beleidslijn in te zetten?
Antwoord 5
Het mandaat van de ECB is vastgelegd in de EU-verdragen. Hierin is opgenomen dat het
hoofddoel van het Europees Stelsel van Centrale banken (ESCB) – bestaande uit de ECB
en de nationale centrale banken – het handhaven van prijsstabiliteit is (artikel 127(1)
van het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie (VWEU)). Onverminderd
dit doel dient de ECB het algemene economische beleid in de Unie te ondersteunen om
zodoende bij te dragen tot de verwezenlijking van de doelstellingen van de Unie zoals
die omschreven zijn in artikel 3 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (VEU).
In dat kader kan de ECB besluiten ook te kijken naar duurzaamheidsaspecten.9 De ECB beschikt over beleidsvrijheid om invulling te geven aan dit mandaat binnen
de verdragsrechtelijke kaders.
Vraag 6 en 7
Ik ben voorstander van groen beleggen, maar ik vind het niet aan de ECB om zich met
politieke zaken te bemoeien, in hoeverre bent u het daarmee eens? Waar ligt de grens
wat u betreft?
Bent u bijvoorbeeld van mening dat de ECB zou moeten bepalen of kernenergie of biomassa
wel of niet groen is? Waarom wel of niet?
Antwoord 6 en 7
De ECB dient zich te houden aan het mandaat zoals vastgelegd in de EU-verdragen. Daarnaast
beschikt de ECB over beleidsvrijheid om invulling te geven aan dit mandaat binnen
de verdragsrechtelijke kaders. Dat zijn de grenzen waarbinnen de ECB dient te opereren.
De president van de ECB, Christine Lagarde, heeft afgelopen december aangegeven dat
ze het niet als de taak van de ECB ziet om een duurzame taxonomie op te zetten.10 Zoals in het antwoord op vraag 3 aangegeven, wordt in Europees verband gewerkt aan
een duurzame taxonomie. Op dit moment werkt de Commissie aan onderliggende gedelegeerde
wetgeving die vastlegt aan welke criteria duurzame activiteiten moeten voldoen.
Een jaar geleden (in januari 2020) is de ECB gestart met herziening van haar monetaire
beleidsstrategie. De Raad van Bestuur zal inventariseren hoe de monetaire beleidsstrategie
in de loop der jaren heeft bijgedragen aan het vervullen van het mandaat van de ECB.
Daarbij zal de ECB ook kijken naar duurzaamheidsvraagstukken. Het kabinet is voorstander
van de verduurzaming van de financiële sector, zoals ook uitgebreider is weergegeven
in de Kabinetsreactie op de initiatiefnota «Van oliedom naar gezond verstand: verduurzaming
van de financiële sector».11 Het kabinet vindt het zodoende een positieve ontwikkeling dat de ECB haar beleid
op dit vlak tegen het licht houdt. Het kabinet wacht de uitkomst van de herziening
af.
Vraag 8 en 9
Bent u bekend met het artikel «Taking stock of the Eurosystem’s asset purchase programme
after the end of net asset purchases»12, waarin onder meer wordt ingegaan op marktneutraliteit? Wat vindt u daarvan?
Bent u het eens met de insteek van de ECB in dit artikel dat impact op relatieve prijzen
en onbedoelde neveneffecten op de marktwerking tot een minimum beperkt moet worden
door ECB-programma’s? Zo nee, waarom niet? Op welke onbedoelde neveneffecten wordt
gedoeld door de ECB?13
Antwoord 8 en 9
Ik ben bekend met het artikel. De ECB noemt in het artikel een voorbeeld van enkele
neveneffecten die de ECB wilt voorkomen zoals het in stand houden van het prijsmechanisme
op markten te en het voorkomen van verstoringen in de marktliquiditeit.
Ik ben van mening dat de ECB bij de uitvoering van het monetair beleid binnen de kaders
van het verdrag dient te opereren, inclusief het beginsel van een openmarkteconomie
met vrije mededinging zoals vastgelegd in artikel 127 van het VWEU. Daarbij beschikt
de ECB over beleidsvrijheid om binnen de kaders van het verdrag in onafhankelijkheid
een afweging te maken over de taken en verplichtingen die hieruit voortvloeien.
De ECB acht daarbij momenteel het principe van marktneutraliteit het meest geschikte
concept om enerzijds een effectieve uitvoering van het monetair beleid te garanderen
en anderzijds het beginsel van een openmarkteconomie te respecteren14.
Vraag 10
Waarom zou de ECB het principe van marktneutraliteit los willen laten? Deelt u de
mening dat het principe van «marktneutraliteit» dat de ECB hanteert bij het opkopen
behouden moet blijven? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 10
De overweging van het afwijken van het principe van marktneutraliteit is onderdeel
van de discussies in kader van de strategieherziening van de ECB. Enerzijds wordt
door sommige leden van de Raad van Bestuur betoogd dat er momenteel sprake is van
marktfalen, vanwege onvoldoende transparantie van de kredietrisico’s als gevolg van
vervuilende activiteiten. Het feit dat overheden zich hebben gecommitteerd aan de
transitie naar een CO2-neutrale economie impliceert volgens deze leden een grote verschuiving
in economische waarderingen. Door het gebrek aan vergelijkbare en transparante informatie,
overschatten financiële markten volgens hen de toekomstige opbrengsten uit CO2-intensieve activa, waardoor geen optimale kapitaalallocatie tot stand komt. Zonder
te differentiëren tussen vervuilende en minder vervuilende activa zou de ECB dan meer
kredietrisico kunnen lopen15. Anderzijds wordt door andere leden beargumenteerd dat het niet een taak van de ECB
is om marktverstoringen tegen te gaan en daarom het principe van marktneutraliteit
moet worden gehandhaafd16. De ECB zal bij de herziening van de monetaire beleidsstrategie hierover in onafhankelijkheid
discussie voeren. Het is niet aan mij om vooruit te lopen op mogelijke uitkomsten
van de herziening.
Vraag 11
Deelt u de mening dat als het gaat om CO2-uitstoot aanpakken dit door wet-en regelgeving moet gebeuren en door democratisch
gekozenen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 11
Door wet- en regelgeving kan beleid worden ingevoerd om de CO2-uitstoot aan te pakken. Hiertoe zijn afspraken gemaakt in mondiaal verband, zoals
het klimaatakkoord van Parijs. Daarnaast zijn in de Europese Raad afspraken gemaakt
over broeikasgasreductie in de Europese Unie, waarbij wordt gestreefd naar klimaatneutraliteit
in 2050 en een reductie van tenminste 55% van de uitstoot van broeikasgassen in 2030.
Deze doelen zullen nog worden vastgelegd in de Europese klimaatwet, waarover de Raad
en het Europees parlement samen beslissen. Voor de realisatie van deze EU-doelen is
onderliggende sectorale wet- en regelgeving, zoals bijvoorbeeld het emissiehandelssysteem
(ETS), van belang.
Zoals in het antwoord op vraag 5 is weergegeven, kan de ECB in het kader van het mandaat
zoals vastgelegd in de EU-verdragen besluiten om ook te kijken naar duurzaamheidsaspecten.
Onverminderd het hoofddoel van prijsstabiliteit dient de ECB het algemene economische
beleid in de Unie te ondersteunen om zodoende bij te dragen tot de verwezenlijking
van de doelstellingen van de Unie zoals die omschreven zijn in artikel 3 van het VEU.
Vraag 12
Wat is de stand van zaken van de ECB’s strategische evaluatie van de strategie voor
haar monetaire beleid? Wordt de conclusie van de evaluatie naar verwachting nog steeds
mid-2021 gepubliceerd? Wanneer en hoe informeert u daarover de Kamer?
Antwoord 12
De ECB heeft aangegeven te verwachten dat de strategieherziening in de tweede helft
van 2021 wordt afgerond. Naar verwachting zal de ECB na afronding van de strategieherziening
een rapport met de uitkomsten van de herziening publiceren. Ik zal dit rapport naar
de Kamer sturen wanneer het beschikbaar is.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.