Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de Nederlandse Polaire Strategie 2021-2025 (Kamerstuk 35570-V-65)
2021D03614 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken hebben de onderstaande fracties
de behoefte vragen en opmerkingen voor te leggen aan het kabinet over de brief d.d.
18 december 2020 inzake de Nederlandse Polaire Strategie 2021–2025 (Kamerstuk 35 570 V, nr. 65).
De voorzitter van de commissie, Pia Dijkstra
De griffier van de commissie, Van Toor
Inhoudsopgave
blz.
I
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
2
II
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
3
III
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
3
IV
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-fractie
5
V
Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP-fractie
8
I Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben met grote belangstelling kennisgenomen van de Nederlandse
Polaire Strategie 2021–2025. Zij steunen de actieve inzet van het kabinet ten aanzien
van polaire vraagstukken. Zij hebben hierbij nog de volgende vragen en opmerkingen.
De leden van de VVD-fractie vragen in hoeverre deze nieuwe polaire strategie een voortzetting
is van de vorige polaire strategie, en op welke punten de koers is gewijzigd. Ook
vragen zij hoe de nationale polaire strategie zich verhoudt tot de beleidsplannen
van de Europese Unie en de NAVO.
De leden van de VVD-fractie maken zich in het bijzonder zorgen om de risico’s die
gepaard gaan met de toenemende economische activiteiten in de polaire gebieden en
de groeiende politieke, militaire en economische interesse van derde landen. Welke
concrete risico’s ziet het kabinet op dit gebied?
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het EU-beleid ten
aanzien van het noordpoolgebied. Hoe voorziet het kabinet de samenwerking met Groot-Brittannië,
na de Brexit, op dit gebied?
De leden van de VVD-fractie vragen of en in hoeverre de op pagina 18 genoemde besprekingen
van politiek-militaire vraagstukken met alle Arctische staten al plaatsvinden? De
genoemde leden waarderen de inzet van het kabinet de dialoog tussen de NAVO en Rusland
ten aanzien van polaire aangelegenheden te bevorderen. Zij vragen of er momenteel
voldoende mogelijkheden zijn ter voorkoming van miscommunicatie en eventuele decentrale
gewapende incidenten, en wat hierbij de inzet van Nederland en de NAVO is. Deze leden
hebben dezelfde vragen ten aanzien van de verhoudingen met China.
De leden van de VVD-fractie vragen hoe de werkzaamheden van de Arctisch ambassadeur
vorderen. Welke andere landen hebben een soortgelijke ambassadeur, en hoe verloopt
de samenwerking? De leden van de VVD-fractie lezen over de bilaterale samenwerking
met andere Europese landen en dat er verkend kan worden of er met één of meer andere
landen bilateraal de samenwerking kan worden versterkt. Deze leden vragen zich af
aan welke landen de Minister denkt om de samenwerking mee te versterken. Zijn dit
landen waarmee Nederland al bilaterale samenwerkingen heeft of denkt de Minister er
ook aan om andere landen te benaderen om een samenwerking te bewerkstelligen?
De leden van de VVD-fractie zijn verheugd te lezen dat er vol wordt ingezet op het
behalen van de Klimaatdoelen van Parijs, ook met betrekking op het Noordpoolgebied.
De opwarming is zorgwekkend, en de gevolgen voor de betrokken gebieden alarmerend.
Deze leden zijn er van overtuigd dat op dit gebied internationale samenwerking van
essentieel belang is.
Het baart de leden van de VVD-fractie zorgen dat de Verenigde Staten het VN-Zeerechtenverdrag
nog niet heeft geratificeerd. Welke gevolgen en risico’s heeft dit voor het beschermen
van het Poolgebied? Worden deze potentiele gevolgen en risico’s gemitigeerd door andere
internationale afspraken?
De leden van de VVD-fractie vragen hoe het kabinet actief wil bijdragen aan een verlenging
van het regime voor Antarctica na 2048, en of het wenselijk mogelijk is om hier nu
al met gelijkgezinde landen een initiatief toe te nemen.
De leden van de VVD-fractie lezen dat er steeds meer onderzoekstations komen op Antarctica,
maar dat er ook sprake is van onbenutte capaciteit. Kan de Minister deze onbenutte
capaciteit verder toelichten? Hoe staat dit in verhouding tot de komst van nieuwe
onderzoekstations?
II Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de Nederlandse
Polaire Strategie 2021–2025: «Beslagen ten ijs» en hebben naar aanleiding daarvan
nog enkele vragen en opmerkingen.
Allereerst een vraag over de brief die de commissie Buitenlande Zaken heeft ontvangen
van de Icewhale Foundation. De Icewhale Foundation vraagt de Tweede Kamer de regering
te verzoeken een extra paragraaf op te nemen in de Polaire Strategie waarin beleidsruimte
wordt gecreëerd voor het van overheidswege ondersteunen van burgerinitiatieven die
aansluiten bij de geformuleerde polaire doelen. De leden van CDA-fractie vragen het
kabinet of hier ruimte voor kan worden gecreëerd en zo nee, welke bezwaren hieraan
ten grondslag liggen. Voorts vragen de leden van CDA-fractie het kabinet een reflectie
te geven op de bijdrage die herstel van de ijswalvispopulatie kan leveren aan de afvang
van CO2 uit de atmosfeer en of het kabinet mogelijkheden ziet om onderzoek hiernaar te ondersteunen.
De leden van de CDA-fractie maken zich zorgen over de nucleaire activiteiten in de
Noordelijke IJszee. Rusland heeft onlangs een drijvende kerncentrale te water gelaten
en is van plan haar Arctische vloot de komende jaren uit te breiden met negen ijsbrekers
die worden aangedreven door kernreactoren. De leden van de CDA-fractie vragen of er
in de Arctische Raad wordt gesproken over deze nucleaire schepen en of Rusland kan
garanderen dat de veiligheid voldoende geborgd is bij nucleair aangedreven schepen
en drijvende kerncentrales. Tevens de vraag hoe het gebruik van dergelijke schepen
past binnen de Polar Code (of andere richtlijnen) van de IMO.
Tot slot over het VN-Zeerechtverdrag. De leden van de CDA-fractie vragen de Minister
of hij kans ziet de nieuwe Amerikaanse regering te vragen het VN-Zeerechtverdrag ter
ratificering aan het Amerikaanse Congres voor te leggen.
III Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de Nederlandse
Polaire Strategie 2021–2025. Deze leden hebben nog enkele vragen aan de bewindslieden.
De leden van de D66-fractie zijn goed te spreken over de strategie die door de ministeries
is opgesteld. Het is goed om te lezen dat Nederland het belang van het poolgebied
als natuurreservaat inziet en zijn best zal blijven doen het gebied te beschermen,
onder andere als onderdeel van de Sustainable Development Goals en de doelen van het Klimaatakkoord van Parijs uit 2015. Daarnaast lezen dezelfde
leden dat Nederland zich specifiek zal inzetten voor het tegengaan van en aanpassen
aan klimaatverandering, het tegengaan van vervuiling van het gebied en het beschermen
van biodiversiteit, inheemse bevolkingsgroepen en het maritieme milieu. Dit bevestigt
het beeld dat de inzet van Nederland in de poolgebieden voornamelijk gericht is op
conservering en ecologie. Daarnaast zijn grote delen van Antarctica tot beschermd
poolgebied verklaard en zal er tot 2048 geen exploratie en winning van grondstoffen
meer plaatsvinden. Echter lezen deze leden in het rapport niet over een dergelijke
verklaring voor het noordpoolgebied. Kunnen de bewindslieden uitleggen of de bescherming
van delen van het noordpoolgebied ook op deze manier vastgelegd gaan worden? Zo nee,
waarom niet?
De leden van de D66-fractie zien in de polaire strategie geen duidelijk routeplan
of een strategische visie terugkomen voor multilaterale samenwerking inzake de noordpool,
zoals er wel bestaat voor Antarctica. In de Arctische raad worden geen bindende afspraken
gemaakt en landen als Nederland zijn daarin enkel waarnemer. De leden van de D66-fractie
vinden dit zorgelijk aangezien er nu geen bindende afspraken gemaakt worden waarbij
het behoud van veerkracht van het Arctische systeem centraal staan. De gevolgen van
een ondermaats beheer zijn gigantisch en gelden niet alleen voor de Arctische staten,
maar voor de hele wereld. Kan de Minister in een brief een visie uiteenzetten wat
de Nederlandse visie is voor betere governance en ultilaterale samenwerking inzake
de noordpool?
De leden van de D66-fractie zijn er van op de hoogte dat het steeds makkelijker wordt
via het poolgebied van Azië naar Europa te varen. Dit zal leiden tot een toename van
handelsstromen tussen Noordwest-Europa en Noordoost-Azië van circa 10 procent en kan
voor Rotterdam een versterking van haar hub-functie betekenen. Op welke manier zorgt
Nederland er voor dat Rotterdam inderdaad een nog sterkere hub-functie gaat vervullen
en deze economische kans niet wordt ontnomen door concurrerende havens zoals Antwerpen
en Hamburg?
De leden van de D66-fractie zijn verheugd te lezen dat er binnen de International Maritime Organisation (IMO) richtlijnen zijn aangenomen met betrekking tot scheepvaartverkeer in de poolgebieden,
zoals de IMO Polar Code. Het is van groot belang om te beseffen dat de toename van
scheepvaart in het noordelijke gebied als gevolg van smeltend ijs, grote gevolgen
zal hebben voor het Arctisch milieu. Het is goed dat Nederland in IMO-verband werkt
aan een stappenplan om het sneller smelten van ijs door de uitstoot en het neerslaan
van zwart roet als gevolg van de toenemende scheepvaart te onderzoeken en tegen te
gaan. De leden van de D66-fractie vragen of er naast het tegengaan van de gevolgen van scheepvaart, ook wordt gekeken naar het tegengaan van een te grote, schadelijke,
groei in de scheepvaart door het poolgebied? In de IMO strategie staat dat de normen
die gesteld worden aan scheepvaart in de Arctische regio «gestaag» worden verhoogd.
Kan de Minister uitleggen op welke termijn wordt geduid met «gestaag»?
De leden van de D66-fractie zijn verheugd met het feit dat Nederland mede-initiatiefnemer
is van een verbod op het verbruik en vervoer van zware stookolie in het Arctisch gebied,
om vervuiling door stookolie in het Arctisch gebied tegen te gaan. Echter sprak de
Minister van Buitenlandse Zaken in het algemeen overleg op 11 februari 2020 over eventuele
uitzonderingen die op dit verbod zouden gelden (Kamerstuk 35 300 V, nr. 65). Er dienen hoge eisen gesteld te worden aan de lijst met uitzonderingen. Kan het
kabinet daarom al meer inzicht geven op deze lijst? Wanneer komt een land of organisatie
hiervoor in aanmerking?
De leden van de D66-fractie maken zich grote zorgen het smeltende ijs op de noordpool.
Binnen tien jaar zal de noordpool in de zomer grotendeels ijsvrij zijn. Dit smeltend
ijs heeft als gevolg dat er meer grondstoffen vrijkomen die gewonnen kunnen worden,
zoals olie en gas. Politieke, militaire, economische, en ecologische veiligheid kunnen
hierbij niet los van elkaar worden gezien. Zowel Rusland en China hebben grote interesse
in het gebied, en waarbij Rusland daadwerkelijk grenst aan het noordpoolgebied heeft
China zichzelf bestempeld als een «near Arctic State». China zegt zich te houden aan de IMO Polar Code, echter valt niet uit het rapport
op te maken of Rusland zich ook zal committeren aan de IMO Polar Code. Kan de Minister
bevestigen dat Rusland zich ook heeft aangesloten of gaat aansluiten bij de IMO Polar
Code? Zo nee, zal de Nederlandse inzet zijn dat dit wel gebeurt? Zijn er daarnaast
al afspraken gemaakt over de toekomstige winning van energie en grondstoffen?
Tot slot zijn de leden van de D66-fractie positief over het feit dat Nederland zich
binnen de VN, de Arctische raad en bilateraal blijft inzetten voor het uitsluitend
laten plaatsvinden van olie- en gaswinning onder zeer strenge milieu- en veiligheidsnormen
om zo het voortbestaan van kwetsbare ecosystemen, ecosysteemfuncties en Arctische
soorten te waarborgen. Zal Nederland zich ook in EU-verband inzetten om het welzijn
van de polaire gebieden te waarborgen en olie, gaswinning en mijnbouw opnemen in de
toekomstige Europees brede taxonomie? Bent u het met de leden van de D66-fractie eens
dat de EU een eensgezind geluid moet vertolken inzake de polaire gebieden?
Helemaal tot slot willen de leden van de D66-fractie vragen hoe de Minister aankijkt
tegen toekomstige investeringen van de financiële sector in olie- en gasbedrijven
die in het Noordpoolgebied olie en gas winnen. Kunt u verkennen of het mogelijk is
om juridische beperkingen op te leggen op zulke investeringen, naar het voorbeeld
van clustermunitie?
IV Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-fractie
De leden van de GroenLinks-fractie hebben verheugd kennisgenomen van de nieuwe Nederlandse
Polaire Strategie 2021–2025 en prijzen de betrokkenheid van het kabinet bij het Noordpoolgebied.
Zij hebben over de Nederlandse Polaire Strategie de volgende vragen en opmerkingen.
DEEL I Het Arctisch gebied
1.1.1. Bestuur en beheer van het Arctisch gebied
De leden van de GroenLinks-fractie vragen het kabinet welke kansen het ziet om de
status van de EU binnen de Arctische Raad te verhogen tot formele waarnemersstatus?
Zij vragen of het kabinet zich in wil zetten voor een gepaste strategie om hiertoe
te komen, mede in het kader van de actualisatie van de EU Arctische Strategie die
is voorzien voor 2021 en in lijn met de input die Nederland hier reeds voor heeft
gegeven1?
1.2 Beschermen natuur en milieu
De leden van de GroenLinks-fractie delen de grote zorgen van het kabinet omtrent het
tempo van klimaatverandering in de Noordpool. In het kader van het aantreden van president
Biden in de Verenigde Staten vragen zij het kabinet welke mogelijkheden het ziet om
klimaatverandering in het Noordpoolgebied tegen te gaan, en vragen zij of er concrete
gelegenheden zijn gepland om hierover gezamenlijk te spreken? Zien zij net als de
leden van de fractie van GroenLinks kansen bij de aankomende Biodiversiteitstop om
te komen tot meer en bindendere bescherming & verdragen ten aanzien van de Noordpoolgebied?
Zo ja, welke inspanningen is het kabinet bereid hiertoe te plegen, eventueel in samenwerking
met gelijkgezinde landen?
De leden van de GroenLinks-fractie zijn blij met de inzet van het kabinet aangaande
de bescherming van inheemse volkeren. Zij betreuren het dat zo weinig landen de ILO
Conventie 169 hebben ondertekend, die hiervoor waarborgen biedt. Derhalve vragen deze
leden het kabinet of het bereid is via relevante internationale gremia zoals de Arctische
Raad te pleiten voor brede ondertekening van deze conventie? Daarnaast vragen zij
het kabinet of landen met groeiende interesse in de Arctische regio, zoals Rusland
en China, ruimhartig meewerken met het beschermen van de inheemse bevolking en hen
betrekken bij de ontplooiing van economische activiteiten die in hun leefgebied plaatsvinden?
Zo niet, is het kabinet bereid dit bilateraal en in andere geschikte samenwerkingsverbanden
onder de aandacht te brengen?
1.3 Versterken internationale samenwerking
De leden van de GroenLinks-fractie vinden het positief dat het kabinet aandacht blijft
vragen voor ondertekening van VN-Zeerechtverdrag. Zij vragen het kabinet naar een
appreciatie van de kans dat de Verenigde Staten dit verdrag de komende tijd kan gaan
ondertekenen en hoe internationale inspanningen van de zijde van het kabinet dit verder
kunnen bevorderen?
De leden van de GroenLinks-fractie vragen het kabinet ook op welke wijze en met welke
frequentie veiligheidsrisico’s inzake het Noordpoolgebied worden besproken binnen
de NAVO? Vindt het kabinet het effectief dat dit buiten de Arctische Raad gebeurt?
Welk animo denkt het kabinet dat er is om binnen de Arctische Raad te bewegen naar
het bespreken van veiligheid gerelateerde onderwerpen inzake het Noordpoolgebied,
in lijn met het ook door het kabinet aangehaalde onderzoeksrapport van Instituut Clingendael?2 De leden van de GroenLinks-fractie zijn van mening dat vanwege veiligheidsrisico’s
gerelateerd aan klimaatverandering het goed zou zijn als de Arctische Raad zich daarover
gaat buigen. Ook vragen de leden van de GroenLinks-fractie welke initiatieven het
kabinet precies gaat ondernemen om meer transparantie van NAVO-activiteiten en activiteiten
van Rusland inzake het Noordpoolgebied te bewerkstelligen en welk traject er ondernomen
gaat worden om het Weens document te moderniseren? Tot slot vragen deze leden op welke
wijze het kabinet alert en waakzaam blijft dat China zich zal houden aan alle huidige
Arctische regelgeving en structuren, zoals de United Nations Convention on the Law Of the Sea (UNCLOS) en de International Maritime Organisation (IMO), inclusief de IMO Polar Code? De leden van de fractie van GroenLinks zijn van
mening dat de grotendeels materiële belangstelling van China voor het Noordpoolgebied
noopt tot maximale duidelijkheid over het belang van bescherming van biodiversiteit
in het Noordpoolgebied.
1.4 Waarborgen duurzaamheid economische activiteiten
De leden van de GroenLinks-fractie constateren dat met het mogelijk vrijkomen van
toekomstige nieuwe zeeroutes zorgvuldig moet worden omgegaan. Daarom vragen zij het
kabinet welke inspanningen worden gericht om in contacten met bedrijfsleven, zoals
via de Dutch Arctic Circle (DAC), het belang van duurzaamheid, de inspraak van inheemse volkeren en behoud van biodiversiteit
te benadrukken? Hoe staat het bedrijfsleven daar tegenover, zo vragen zij?
Daarnaast vragen zij het kabinet hoeveel Nederlandse bedrijven zich reeds hebben aangesloten
bij het Arctic Economic Council en hoeveel Nederlandse bedrijven naar medeweten van het kabinet een speciale (economische)
strategie voor het Noordpoolgebied hebben?
De leden van de GroenLinks-fractie vinden dat het kabinet nog een tandje bij kan zetten
in het tegengaan van investeringen in olie- en mijnbouwbedrijven in het Noordpoolgebied.
Zij vragen derhalve of het kabinet bereid is zich in EU-verband in te zetten om olie,
gaswinning en mijnbouw in het Noordpoolgebied op te nemen in de toekomstige Europese
brede bruine taxonomie? Daarnaast constateren zij dat er nog veel onduidelijkheid
bestaat over de investeringen van financiële instellingen in bedrijven die zich onshore
en offshore bezig houden met exploitatie van olie, gas en mijnbouwproducten. Is het
kabinet bereid om druk uit te oefenen op financiële instellingen om tenminste de OESO
Richtlijnen (inclusief de zes due diligence stappen van deze richtlijnen) expliciet
toe te passen op olie- en mijnbouwbedrijven waarin wordt geïnvesteerd aan risicovolle
exploitatie in het Noordpoolgebied? Is het kabinet daarnaast bereid om in gesprek
te gaan met de Nederlandse financiële sector (pensioenfondsen, verzekeraars, banken,
vermogensbeheerders) om erop aan te dringen investeringen in bedrijven die naar olie
en gas (willen) boren in het Noordpoolgebied te beëindigen? De leden van de GroenLinks-fractie
vragen of het kabinet juridische mogelijkheden wil verkennen om te komen tot een moratorium
voor investeringen van financiële instellingen in olie- en gasbedrijven die aantoonbaar
actief zijn in het Noordpoolgebied? Tot slot vragen de leden van de GroenLinks-fractie
of ht kabinet in navolging van Finland en het Europees parlement bereid is ook steun
te verlenen aan de oprichting van een Arctisch Reservaat, zoals in Antarctica al bestaat?3
DEEL III. Uitvoering – Programma’s en middelen
De leden van de GroenLinks-fractie vragen zich bij de uitvoering van de Nederlandse
Polaire Strategie af of er ruimte kan worden gecreëerd voor de financiering en ondersteuning
van burgerinitiatieven, zoals het beoogde onderzoek van de Icewhale Foundation naar
het voortplantingsgebied van de bedreigde Spitsbergen-populatie IJswalvissen Balaena mysticetus en ander voorgesteld onderzoek op het gebied van klimaat, biodiversiteit en vervuiling?
Is het kabinet bereid dit initiatief nader te bestuderen en in gesprek te gaan over
financiering hiervan, vragen de leden van de GroenLinks-fractie?4 En is het kabinet tevens bereid om breder te kijken naar flexibele financiële en
politieke ondersteuning van soortgelijke initiatieven die nog niet concreet in de
Nederlandse Polaire Strategie zijn opgenomen?
V Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP-fractie
De leden van de SGP-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de stukken
inzake de Nederlandse Polaire Strategie. Zij hebben de volgende vragen en opmerkingen.
Ten aanzien van het Arctisch gebied is de Nederlandse inzet gericht op het beschermen
van mens, milieu, veiligheid en internationale stabiliteit. In hoeverre komt dit overeen
met de prioriteiten van de belangrijkste actoren in het gebied, namelijk de Verenigde
Staten, Rusland, Canada, Denemarken, Noorwegen, Finland en IJsland, zo vragen de leden
van de SGP-fractie? Worden door deze landen wellicht uitgangspunten gehanteerd die
hier fundamenteel van afwijken?
De leden van de SGP-fractie vragen waarom er gekozen is voor een, vergeef hen de uitdrukking,
«bipolaire» strategie, terwijl de situaties op en rond de Noord- en Zuidpool sterk
verschillen, en Nederland alleen al om geografische redenen hoofdzakelijk te maken
heeft met uitdagingen rond het Arctische gebied?
Ten aanzien van duurzaam ondernemen, ook in de Arctische regio, hanteert Nederland
de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen als norm. Dat is van belang.
Van bedrijven mag verwacht worden dat zij gepaste zorgvuldigheid betrachten door risico’s
op negatieve effecten voor klimaat en milieu te identificeren, voorkomen of mitigeren
en rekenschap afleggen over dit proces. In hoeverre wordt op dit moment daadwerkelijk
gedaan door Nederlandse (en andere) bedrijven die in het Noordpoolgebied actief zijn,
zo vragen de leden van de SGP-fractie? Voorts vragen deze leden of Nederlandse bedrijven
voldoende geholpen worden om kansen te benutten om op verantwoorde maar rendabele
wijze bij te dragen aan economische activiteiten en duurzame ontwikkelingen in gebied?
Nederland zet zich binnen de VN, de Arctische Raad en bilateraal in voor het toestaan
van olie- en gaswinning onder zeer strenge milieu- en veiligheidsnormen. Daarmee moet
het voortbestaan van kwetsbare ecosystemen, ecosysteemfuncties en Arctische soorten
worden gewaarborgd. In hoeverre vindt dit pleidooi voor strenge normen weerklank bij
de andere betrokken partijen, zo vragen de leden van de SGP-fractie? Doen zich in
de praktijk ook situaties voor waarbij geen groen licht gegeven wordt of dient te
worden?
Terecht signaleert het kabinet dat het belang toeneemt om binnen de Arctische Raad
ook politiek-militaire onderwerpen te bespreken, zodat conflicten voorkomen of in
de kiem gesmoord kunnen worden. Dit wordt versterkt door «het strategische belang
van de regio voor zowel Rusland als de NAVO, de toenemende militaire activiteiten
van Rusland en de groeiende interesse van China in het Arctisch gebied». Kan de Minister
voorbeelden noemen van toegenomen Russische militaire activiteiten in het gebied,
zo willen de leden van de SGP-fractie weten? Wat is de aard en het doel van deze activiteiten?
Via welk gremium wordt met alle betrokken landen de dialoog gevoerd over militaire
aangelegenheden, zolang de Arctische Raad niet unaniem besluit het oprichtingsverdrag
in dit opzicht aan te passen?
Voorts vragen de leden van de SGP-fractie of Nederland in de grote belangstelling
van China voor het Arctisch gebied, in samenhang met de economische belangen van natuurlijke
hulpbronnen en potentiële zeeroutes, een bedreiging ziet voor de toekomstige veiligheid
en stabiliteit rond het Noordpoolgebied? De Polaire Strategie verwijst in dit kader
naar de beleidsnotitie «Nederland-China: een nieuwe balans» (Kamerstuk 35 207, nr. 1). In die notitie ontbreekt echter iedere vorm van aandacht voor de Arctische regio.
Welke plaats neemt de Arctische regio dus concreet in binnen de brede diplomatieke-
en handelsbetrekkingen met China in het kader van de «Chinanotitie»? Zijn Nederland
en de EU bijvoorbeeld in gesprek met overheden in IJsland en Groenland/Denemarken
over de potentiële risico’s van investeringen door Chinese staatsbedrijven in het
gebied?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P.A. (Pia) Dijkstra, voorzitter van de vaste commissie voor Buitenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
T.J.E. van Toor, griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.