Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Nijboer over de dividenduitkering van een Finse bankragen
Vragen van het lid Nijboer (PvdA) aan de Minister van Financiën over dividenduitkering van een Finse bank (ingezonden 6 januari 2021).
Antwoord van Minister Hoekstra (Financiën) (ontvangen 27 januari 2021)
Vraag 1
Kent u het bericht «Finse bank daagt met dividenduitkering Frankfurt en eigen toezichthouder
uit»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Klopt het dat de Finse bank Alandsbanken 59 procent van de winst over 2019 uitkeert
aan aandeelhouders?
Antwoord 2
Uit mediaberichtgeving maak ik op dat Alandsbanken hiertoe heeft besloten en hierover
in gesprek zal gaan met de Finse toezichthouder. De voortgang of uitkomst van deze
gesprekken is mij niet bekend.
Vraag 3
Klopt het dat zowel de Europese Centrale Bank (ECB) als de Finse toezichthouder adviseert
op dit moment geen dividenduitkeringen te doen?
Antwoord 3
De Europese Centrale Bank (ECB) heeft de grote banken die direct onder haar toezicht
vallen opgeroepen om, gegeven de voortdurende onzekerheid over de impact van COVID-19,
zich te onthouden van het uitkeren van dividend, of uitkering sterk te beperken tot
30 september 2021. Hierbij verzoekt de ECB om uitkering van dividend en het terugkopen
van aandelen in ieder geval te beperken tot maximaal 15% van de winst over 2019–2020
en niet hoger dan 20 basispunten van het kernkapitaal (CET1). Indien banken toch dividend
willen uitkeren moeten zij winstgevend zijn en een solide kapitaalbuffer in het vooruitzicht
hebben. Van deze banken wordt verwacht dat zij in overleg treden met de toezichthouder
voordat tot eventuele dividendbetaling wordt overgegaan. Zowel de Finse toezichthouder
als DNB achten deze aanbeveling ook van toepassing op minder significante instellingen,
die onder direct toezicht van de nationale toezichthouder vallen.
Vraag 4
Is het toegestaan dat banken niet luisteren naar instructies of adviezen van de toezichthouder?
Antwoord 4
Het betreft een aanbeveling van de ECB met een dringend advies aan de bankensector.
Toezichthouders verwachten dat instellingen het advies volgen, maar dit is niet juridisch
afdwingbaar.
Vraag 5
Bent u bereid deze kwestie tijdens de komende vergadering van de Eurogroep aan te
kaarten?
Antwoord 5
De ECB heeft een duidelijke aanbeveling gedaan ten aanzien van dividenduitkeringen.
Indien de bank dividend uit wil keren dient een bank in overleg te treden met de toezichthouder.
Uit berichtgeving blijkt dat de toezichthouder met de bank om tafel zal gaan. De Finse
toezichthouder onderschrijft de aanbeveling van de ECB en ik verwacht dan ook dat
het voornemen van de Finse bank kritisch wordt getoetst door de Finse toezichthouder.
Vraag 6
Bent u bereid te inventariseren welke aanpassingen in de (Europese) wetgeving er nodig
zijn om dividendverboden dwingend op te kunnen leggen?
Antwoord 6
De toezichthouders kunnen onder bepaalde omstandigheden, waarin een instelling niet
aan haar prudentiële (kapitaal) verplichtingen kan voldoen, een verbod opleggen aan
individuele instellingen. Zij zijn ook het best in staat om de stand van banken te
beoordelen.
Vraag 7 en 8
Bent u het ermee eens dat dividenduitkeringen ten koste gaan van het kapitaal, waardoor
banken eerder in de problemen kunnen komen en minder buffers hebben om tegenvallers
op te vangen?
Bent u het ermee eens dat de economische toekomst onzeker is en een gezonde kapitalisatie
van banken cruciaal is om additionele economische schade te voorkomen? Deelt u de
opvatting dat dividendverboden op dit moment getuigen van verstandig macro-economisch
beleid?
Antwoord 7 en 8
Gezien de onzekerheid over hoe de pandemie zich zal ontwikkelen en de risico’s die
ontstaan op de bankbalansen acht ik het verstandig dat de toezichthouders oproepen
tot het sterk beperken van dividenduitkering en van het terugkopen van aandelen. In
de huidige context is het van belang dat kapitaal wordt ingezet waar dit de grootste
bijdrage levert aan economisch herstel. Een gezonde kapitalisatie van banken is van
groot belang om eventuele verliezen te kunnen opvangen en kredietverlening in stand
te houden. Gezien de variëteit in de sector hoeft het echter niet verkeerd te zijn
om enig maatwerk toe te passen voor gezonde banken die winstgevend zijn en een robuuste
kapitaalontwikkeling hebben.
Vraag 9
Erkent u dat een slecht gekapitaliseerde bank een grote doorwerking heeft op de reële
economie, o.a. doordat ondernemers in kredieten kunnen worden afgeknepen in een toch
al economisch moeilijke tijd?
Antwoord 9
Een slecht gekapitaliseerde bankensector is minder goed in staat om eventuele verliezen
op te vangen en tegelijkertijd te voorzien in haar functie als kredietverlener. In
de afgelopen jaren zijn belangrijke stappen gezet om ervoor te zorgen dat banken voldoende
gekapitaliseerd zijn. Hierover informeerde ik de Kamer middels de risicoreductiebrief
van 20 november jl.2 Banken kunnen hierdoor voorzien in hun belangrijke functie van kredietverlener, ook
in deze economisch moeilijke tijd. Dit komt ook naar voren uit de cijfers van de NVB.
Banken hebben sinds de coronacrisis ruim 42.000 nieuwe financieringen verstrekt aan
bedrijven (ruim 29,9 miljard euro), waarvan circa 6500 financieringen met een overheidsgarantie.
Uit deze data blijkt dat banken ook in een economisch moeilijke tijd in staat waren
om bedrijven en consumenten te ondersteunen met extra financiering.3
Vraag 10
Zijn er Nederlandse banken die overwegen zich niet aan de aanbevelingen van de ECB
of De Nederlandsche Bank (DNB) te houden of daarmee dreigen? Zo ja, wat doet u om
dat te voorkomen?
Antwoord 10
Ik heb geen signalen dat Nederlandse banken zich niet aan de aanbevelingen van de
ECB of DNB houden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.