Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Groothuizen over het kerkbezoek van de minister van Defensie
Vragen van het lid Groothuizen (D66) aan de Ministers van Justitie en Veiligheid en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het kerkbezoek van de Minister van Defensie (ingezonden 4 januari 2021).
Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid), mede namens de Minister
van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (ontvangen 27 januari 2021). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 1434.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht «Critici noemen bezoek Minister Bijleveld aan
fysieke kerkdienst «niet handig»»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoe kwalificeert u het bezoek van de Minister van Defensie aan een fysieke kerkdienst
in het licht van uw oproep in het Nederlands Dagblad om geen fysieke kerkdiensten
te bezoeken?2
Antwoord 2
Het bezoeken van een fysieke kerkdienst door de Minister van Defensie was een persoonlijke
keuze.
Vraag 3
Was uw oproep als bedoeld onder vraag 2 een uitdrukking van kabinetsbeleid? Zo nee,
wat was het wel?
Antwoord 3
Vanwege het recht op het vrij belijden van godsdienst of levensovertuiging, zoals
verankerd in artikel 6 van de Grondwet, is in de Tijdelijke wet maatregelen covid-19
(Twm) geregeld dat geen groepsverboden of maximum aantallen kunnen gelden voor het
gemeenschappelijk belijden van een godsdienst of levensovertuiging (zie art. 58g,
lid 2, onder c). Wel geldt in besloten plaatsen, waaronder kerken, de veilige-afstandsnorm
van 1,5 m (artikel 58f).
Hoewel de Twm deze ruimte biedt, betekent dit niet dat kerken en andere religieuze
organisaties niet kunnen worden opgeroepen om zich vrijwillig aan te sluiten bij de
afgekondigde maatregelen vanuit epidemiologisch en maatschappelijk belang. Het Interkerkelijk
contact in overheidszaken (CIO) heeft deze oproep eigenstandig ondersteund.
Vraag 4
Welke actie heeft u richting uw collega ondernomen in het licht van uw uitspraak dat
«wie toch fysiek een kerkdienst bijwoont [...] daarover [...] rekenschap [moet] afleggen»?
Antwoord 4
Het betreft een door mij geparafraseerde uitspraak. Wezenlijk is dat ik heb gewezen
op het rekenschap afleggen tegenover God, hetgeen in de bovenstaande parafrasering
ontbreekt. Verder wordt verwezen naar het antwoord op vraag 2.
Vraag 5
Past het kerkbezoek van de Minister van Defensie, naar uw mening, in de voorbeeldfunctie
van kabinetsleden? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 5
Zoals in het antwoord op vraag 2 is aangegeven, was het kerkbezoek van de Minister
van Defensie een persoonlijke keuze.
Vraag 6
Welke afspraken zijn er in het kabinet gemaakt over de voorbeeldrol van kabinetsleden?
Indien er geen afspraken zijn gemaakt, ziet u reden dit alsnog te doen? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 6
De individuele geloofsbelijdenis van een bewindspersoon is in beginsel – net als voor
ieder ander – een persoonlijke aangelegenheid.
Vraag 7
Kunt u deze vragen zo spoedig mogelijk beantwoorden?
Antwoord 7
Dat heb ik bij deze gedaan.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.